kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

• Technieken die als BBT worden beschouwd, maar niet toegepast worden: o Installeren van een branddetectiesysteem op de open opslagplaats: dit is echter niet mogelijk bij een open opslagplaats. Een toetsing van deze milieumaatregelen bij kolen-handling aan de BREF ‘Emissions from storage’, is eveneens opgenomen als Bijlage 6 bij dit MER (zie ook de BBT-evaluatie opgenomen in paragraaf 2.2.5.10 van dit MER). Hieruit blijkt: • Technieken die als BBT beschouwd worden en worden toegepast: o Uitvoeren van visuele inspecties om te zien of zich stofemissies voordoen, en om te controleren of de preventieve maatregelen goed werken; o De afworphoogte zoveel mogelijk reduceren. Er wordt gewerkt met een valhoogte van maximaal 0,5 m; o Wegen die enkel worden gebruikt door vrachtwagens en auto’s zijn verhard met beton of asfalt, deze worden ook schoongemaakt o Wassen van banden van voertuigen, wordt toegepast bij de afvoer van bodemas; o Bij het laden en lossen wordt er een watergordijn opgetrokken om stofemissies te voorkomen; o Het beslissingschema uit BREF voor het gebruik van grijpers wordt gevolgd; o De grijpers worden ontworpen om maximaal stofemissies te vermijden; o De transportbanden zijn omkast om zo weinig mogelijk materiaal te morsen; o Het energiegebruik voor transportbanden wordt zoveel mogelijk gereduceerd door een goed ontwerp, een accurate tolerantie van de installatie en een band met lage rolweerstand. • Technieken die als BBT beschouwd worden, maar niet van toepassing zijn: o Laden en lossen zoveel mogelijk plannen wanneer de windsnelheid laag is. Dit is niet mogelijk, er wordt continu gelost; o De snelheid van voertuigen op de site aanpassen om te vermijden of te minimaliseren dat stof opwervelt. Er zullen echter niet veel voertuigen op de opslagplaats rondrijden. • Technieken die als BBT worden beschouwd, maar niet toegepast worden: o Bij het laden en lossen van stuifgevoelige stoffen de daalsnelheid van het product minimaliseren, er worden grijpers gebruikt. d. Alternatieve kolen-handling: levering via SEA-INVEST en tunnel In het scenario met aanlevering van kolen via SEA-INVEST kan gesteld worden dat er geen bijkomende maatregelen nodig zijn aangezien dit al geregeld is via de milieuvergunning van SEA-INVEST. De ervaringen van SEA-INVEST worden hieronder samengevat: • Windafscherming Hellende transportbanden worden overkapt. Horizontale transportbanden geven een verwaarloosbare bijdrage op gebied van stof. De bovenlaag van overstortpunten op de transportband worden lichtjes bevochtigd, waardoor geen stof kan ontstaan. Overkappen is ook zinvol. Ook worden meestal schrapers of sproeiers voorzien op de keerpunten om ervoor te zorgen dat stof/restant, dat aan de transportband blijft kleven, verwijderd wordt. Op die manier wordt verhinderd dat er (wanneer deze band ondersteboven hangt) product SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 266 Projectnummer: 07.0309

ongecontroleerd van de band afvalt en stof veroorzaakt. Op te merken valt dat overkapte transportbanden iets minder veilig zijn (geen zicht op wat er eventueel gebeurt). • Beperkte valhoogte Naast het beperken van de valhoogte, bestaat ook de mogelijkheid om te besproeien bij het lossen in een trechter indien er teveel stof ontstaat. Bij het lossen wordt erover gewaakt dat de trechter niet overvuld wordt. Het stortvlak op de transportband kan eveneens met een afkapping voorzien worden om stofvorming bij het vallen vanuit de trechter op de transportband te vermijden. • Besproeiing Sproeiers zijn voorzien op de terreinen met als doel de kolen voldoende te bevochtigen zodat stofemissie wordt tegengegaan. Dit besproeien gebeurt ‘preventief’. Wanneer de goederen niet steeds vochtig gehouden worden, ontstaat er immers altijd gevaar op stofemissie en wanneer opeens de wind toeneemt of er treden windstoten op, is het moeilijk om de goederen tijdig bevochtigd te krijgen. • Afzuigventilatie Het gebruik van een doekenfilter voldoet aan de BBT-eis. 2.5.4. Ketelinstallatie en branders In de vuurhaard wordt de brandstof verbrand. De door de verbranding opgewekte warmte wordt via straling afgegeven aan het stoom/watermengsel in de verdamper en door convectie aan de, in de convectiesectie gelegen, convectiebundels. Water-stoomcyclus Door een gesloten stoom-waterkringloop zijn ketel, turbine, condensor en tussenliggende componenten met elkaar verbonden. De in de verdamper gevormde stoom wordt naar de oververhitter geleid. Vanuit de oververhitter wordt de stoom naar de turbine gevoerd. In de turbine drijft de expanderende stoom de turbine-as aan. Op deze wijze wordt de vrijkomende thermische energie omgezet in mechanische energie om vervolgens in een aan de turbine-as gekoppelde generator te worden omgezet in elektrische energie. Na doorstroming van de turbine wordt de stoom naar de condensor gevoerd. Daar condenseert de stoom en wordt als condensaat via voorwarmers weer naar de ketel gepompt. Lucht/rookgas-zijde Bij de verbranding ontstaan rookgassen. Het grootste deel van de in de rookgassen aanwezige warmte wordt afgegeven aan de verdamper-, oververhitter- en herverhitterpijpen waarin de stoom wordt geproduceerd respectievelijk wordt oververhit. De rookgassen worden vervolgens door de economiser geleid, waarin het voedingwater wordt voorverwarmd. Na de economiser passeren de rookgassen de DeNOx-installatie. Daarna worden de rookgassen door een luchtvoorwarmer geleid en afgekoeld tot circa 120ºC. Bij deze temperatuur is er geen gevaar voor dauwpuntcorrosie. Hier wordt de verbrandingslucht opgewarmd. Vervolgens worden de rookgassen gereinigd van vliegas in twee elektrostatische vliegasvangers. De afvoer van de rookgassen gebeurt door twee rookgasventilatoren, die na de vliegasvangers zijn opgesteld. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 267 Projectnummer: 07.0309

• Technieken die als BBT worden beschouwd, maar niet toegepast worden:<br />

o Installeren van een branddetectiesysteem op de open opslagplaats: dit is<br />

echter niet mogelijk bij een open opslagplaats.<br />

Een toetsing van deze milieumaatregelen bij kolen-handling aan de BREF ‘Emissions from<br />

storage’, is eveneens opgenomen als Bijlage 6 bij dit <strong>MER</strong> (zie ook de BBT-evaluatie<br />

opgenomen in paragraaf 2.2.5.10 van dit <strong>MER</strong>). Hieruit blijkt:<br />

• Technieken die als BBT beschouwd worden en worden toegepast:<br />

o Uitvoeren van visuele inspecties om te zien of zich stofemissies voordoen, en<br />

om te controleren of de preventieve maatregelen goed werken;<br />

o De afworphoogte zoveel mogelijk reduceren. Er wordt gewerkt met een<br />

valhoogte van maximaal 0,5 m;<br />

o Wegen die enkel worden gebruikt door vrachtwagens en auto’s zijn verhard met<br />

beton of asfalt, deze worden ook schoongemaakt<br />

o Wassen van banden van voertuigen, wordt toegepast bij de afvoer van<br />

bodemas;<br />

o Bij <strong>het</strong> laden en lossen wordt er een watergordijn opgetrokken om stofemissies<br />

te voorkomen;<br />

o Het beslissingschema uit BREF voor <strong>het</strong> gebruik van grijpers wordt gevolgd;<br />

o De grijpers worden ontworpen om maximaal stofemissies te vermijden;<br />

o De transportbanden zijn omkast om zo weinig mogelijk materiaal te morsen;<br />

o Het energiegebruik voor transportbanden wordt zoveel mogelijk gereduceerd<br />

door een goed ontwerp, een accurate tolerantie van de installatie en een band<br />

met lage rolweerstand.<br />

• Technieken die als BBT beschouwd worden, maar niet van toepassing zijn:<br />

o Laden en lossen zoveel mogelijk plannen wanneer de windsnelheid laag is. Dit<br />

is niet mogelijk, er wordt continu gelost;<br />

o De snelheid van voertuigen op de site aanpassen om te vermijden of te<br />

minimaliseren dat stof opwervelt. Er zullen echter niet veel voertuigen op de<br />

opslagplaats rondrijden.<br />

• Technieken die als BBT worden beschouwd, maar niet toegepast worden:<br />

o Bij <strong>het</strong> laden en lossen van stuifgevoelige stoffen de daalsnelheid van <strong>het</strong><br />

product minimaliseren, er worden grijpers gebruikt.<br />

d. Alternatieve kolen-handling: levering via SEA-INVEST en tunnel<br />

In <strong>het</strong> scenario met aanlevering van kolen via SEA-INVEST kan gesteld worden dat er geen<br />

bijkomende maatregelen nodig zijn aangezien dit al geregeld is via de milieuvergunning van<br />

SEA-INVEST. De ervaringen van SEA-INVEST worden hieronder samengevat:<br />

• Windafscherming<br />

Hellende transportbanden worden overkapt. Horizontale transportbanden geven een<br />

verwaarloosbare bijdrage op gebied van stof. De bovenlaag van overstortpunten op de<br />

transportband worden licht<strong>je</strong>s bevochtigd, waardoor geen stof kan ontstaan. Overkappen is<br />

ook zinvol. Ook worden meestal schrapers of sproeiers voorzien op de keerpunten om<br />

ervoor te zorgen dat stof/restant, dat aan de transportband blijft kleven, verwijderd wordt.<br />

Op die manier wordt verhinderd dat er (wanneer deze band ondersteboven hangt) product<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 266<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!