kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Kade 510 is onderdeel van het bedrijf SEA-INVEST en dient als overslag voor kolen en ertsen voor verschillende klanten. De infrastructuur van kade 510 is uitgewerkt voor de handling van grote zeeschepen en dient aan de nieuwe situatie te worden aangepast. Hiertoe zal een nieuwe loskraan worden geïnstalleerd, met de bijbehorende transportbanden en verdere voorzieningen ten behoeve van het vullen en weer terugleveren van de kolen uit de reeds aanwezige opslag op het terrein. Een extra stofbelasting door deze activiteiten door diffuse stofvorming wordt niet verwacht omdat de bestaande opslag- en overslagcapaciteit niet wordt uitgebreid. De tunnelvariant houdt in dat er een tunnelbuis van ongeveer 800 m lang, met een binnendiameter van 4 m wordt aangelegd. In de tunnel zal een transportband van 1200 mm breed worden geïnstalleerd waardoor de toevoer van kolen naar de centrale voldoende verzekerd is. De transportcapaciteit van de band bedraagt ongeveer 1000 t/hr. Op het terrein van SEA-INVEST zullen 4 overslagbunkers worden gebouwd. Vanuit de kelder onder deze silo’s start de tunnelbuis en loopt onder het kanaaldok door naar de ontvangstkelder op het terrein van BAYER. Elke bunker heeft een inhoud van ca 1000 ton en ze worden gedeeltelijk verzonken in het terrein aangelegd. De bunkers worden voorzien van speciale uittrekapparaten waardoor de transportband gecontroleerd kan worden beladen. Het vullen van de overslagbunkers gebeurt met transportbanden vanaf het opslagterrein bij SEA-INVEST en wordt gestuurd met behulp van een niveaumeting in de overslagbunkers. De gehele transportweg vanuit de overslagbunkers tot in de 5 dagbunkers in het ketelhuis van de centrale wordt volledig automatisch bestuurd door middel van de niveaumetingen in de 5 dagbunkers . De tunnelbuis onder het kanaaldok wordt aangelegd op een diepte van circa 15 m onder de bodem van het kanaaldok. Om deze diepte te kunnen bereiken wordt de tunnel vanuit de overslagbunkers met een helling van ongeveer 10 0 naar beneden toe aangelegd. Onder het kanaal loopt de tunnel horizontaal en stijgt aan de BAYER zijde eveneens met 10 0 tot aan de ontvangstkelder. Vandaar worden de kolen op de transportband gestort voor transport naar het ketelhuis. Dit overgavepunt wordt ondergronds aangelegd. Vanuit dit overgavepunt wordt de transportband (met een 90 0 richtingsverandering richting ketelhuis) bovengronds aangelegd in een volkomen gesloten bandbrugconstructie. Bij de richtingsverandering van de bovengrondse transportbanden wordt gebruik gemaakt van eveneens gesloten hoektorens. Zodoende worden diffuse stofemissies vermeden. In de hoektorens worden metaaldectectoren en –afscheiders geïnstalleerd. Bij de overgangen van de ene transportband op de andere worden stofreducerende maatregelen getroffen, Als back-up voorziening voor de aanvoer per kolentunnel wordt langs het kanaaldok op het terrein van BAYER een installatie aangelegd waardoor aanvoer van kolen door middel van binnenvaartschepen zoals duwbakken mogelijk is. Hiertoe wordt een lossteiger langs de oever van het kanaal gebouwd waarop mobiele kranen, uitgerust met grijpers, kunnen worden geplaatst. Op de steiger zijn tevens ontvangstbunkers geplaatst waarin de grijperkranen de kolen uit het schip kunnen storten. Ter vermijding van stofemissies zijn deze bunkers zoveel mogelijk gesloten uitgevoerd en uitgerust met een watersproeisysteem. Van onder deze bunkers worden de kolen met gesloten transportbanden met een capaciteit van circa 2000 t/hr. getransporteerd naar een tweetal grote kolensilo’s met elk een inhoud van circa 50.000 ton. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 260 Projectnummer: 07.0309
Deze silo’s zijn geheel gesloten en zijn voorzien van een afzuigsysteem waarbij de afgezogen lucht naar de omgeving wordt afgevoerd. Het afzuigsysteem is voorzien van stoffilters. Stofemissies vanuit deze silo’s wordt daarmee vermeden. Vanuit deze silo’s worden de kolen afgevoerd door middel van gesloten transportbanden naar de 5 dagbunkers in de centrale met een capaciteit van 1000 t/hr. Er is tevens de mogelijkheid om direkt vanuit het schip de kolen naar de dagsilo’s te transporteren zonder eerst de opslagsilo’s te vullen. De tunnel onder het havendok zal worden aangelegd met de modernste boortechnieken, die reeds zijn gebruikt in de haven van Gent en Antwerpen. Het principe is dat de tunnel wordt geboord door middel van een boor waaraan tunnelbuizen worden geplaatst. De tunnelbuizen bestaan uit een stalen kern, die aan weerszijde zijn voorzien van een betonlaag (zowel binnen- als buitenkant). De buiselementen zullen achter de boorkop (die alleen draait) hydraulisch worden voortgeduwd. De buizen worden aangeleverd in lengtes van ongeveer 3,5 m. Op het terrein van SEA-INVEST zal een boorput worden aangelegd. Vanuit deze put zal de boormachine worden ingezet. Er wordt voor het boren gebruik gemaakt van bentoniet, dat onder druk rond de tunnelbuizen wordt gespoten (om de tunnelbuizen beter te laten glijden). Met de boorkop is men in staat om de boorrichting zeer nauwkeurig in te stellen. Zodoende is men in staat het verloop in de diepte te regelen. Onder het havendok zal de tunnel horizontaal oversteken (10 m onder de bodem van het dok, ongeveer – 22m TAW). Aan de BAYER-kant wordt een ontvangstgebouw gebouwd. Vanuit dit gebouw gaat het kolentransport voort naar de centrale via een gesloten transportbandsysteem. Voor de uitvoering en tekeningen van de tunnel verwijzen we naar de Figuur 2.38 en Figuur 2.39. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 261 Projectnummer: 07.0309
- Page 209 and 210: voor de geplande elektriciteitscent
- Page 211 and 212: Sojahullen De sojabonen worden per
- Page 213 and 214: Tabel 2.31: energiebalans van de ge
- Page 215 and 216: Vliegas Ten gevolge van het meestok
- Page 217 and 218: 2.4. Aanlegfase 2.4.1. Locatie van
- Page 219 and 220: Werfzone Zone 3 Zone 4 Oppervlakte
- Page 221 and 222: Parking Parking 2 Parking 3 (option
- Page 223 and 224: Voor de aanleg van de toegangsweg m
- Page 225 and 226: o Stookolie pompgebouw o Waterstof
- Page 227 and 228: 2.4.4.3. Bouwwijze Globaal kunnen t
- Page 229 and 230: Bemaling In de verschillende zones,
- Page 231 and 232: De koeltoren bestaat hoofdzakelijk
- Page 233 and 234: Het afleiden van het rookgas via de
- Page 235 and 236: Figuur 2.29: 3D-simulatie toekomsti
- Page 237 and 238: Figuur 2.32 3D-simulatie toekomstig
- Page 239 and 240: De betonwerken voor het controlegeb
- Page 241 and 242: uwbouw van de turbine hal in maand
- Page 243 and 244: Schematisch ziet dit er als volgt u
- Page 245 and 246: Loskranen Op de kade zullen een twe
- Page 247 and 248: 2.4.5.3. Beschrijving van scenario
- Page 249 and 250: o Beschrijving van de aanlegfase Vo
- Page 251 and 252: een stoomturbine die zich bevindt i
- Page 253 and 254: voor de stookwaarde. Bovendien neem
- Page 255 and 256: 2.5.2.2. Brandstoffen van BAYER/LAN
- Page 257 and 258: 2.5.2.5. Diesel Diesel wordt als br
- Page 259: opwerpmachine van de kolenopslagvel
- Page 263 and 264: Figuur 2.39: Inplanting tunnel SGS
- Page 265 and 266: (zelfontbranding) en mogelijk overl
- Page 267 and 268: ongecontroleerd van de band afvalt
- Page 269 and 270: Figuur 2.40: Vereenvoudigd processc
- Page 271 and 272: - Nadelen: • De ééntreksketel w
- Page 273 and 274: kanaal. Aan deze eisen kan in grote
- Page 275 and 276: Figuur 2.42 : doeken filter type HP
- Page 277 and 278: Een tweede filtersysteem bestaat ui
- Page 279 and 280: 2.5.9. Rookgasontzwavelingsinstalla
- Page 281 and 282: • toepassing van kalk in plaats v
- Page 283 and 284: 2.5.10. Afvoer en opslag van restst
- Page 285 and 286: Hulpketel Hulpketels zijn nodig ter
- Page 287 and 288: 2.5.12. Koelwaterconcept 2.5.12.1.
- Page 289 and 290: Het doel van deze koelcellenoren is
- Page 291 and 292: Figuur 2.50: Maatregelen voor visbe
- Page 293 and 294: De koelwaterinstallatie wordt zodan
- Page 295 and 296: uittrede snelheid via de klassieke
- Page 297 and 298: Figuur 2.52: Ligging van het gecomb
- Page 299 and 300: gedimensioneerd dat de inname snelh
- Page 301 and 302: de geologische opslag van koolstofd
- Page 303 and 304: E.ON heeft onlangs in het kader van
- Page 305 and 306: Opslag in watervoerende lagen De Bo
- Page 307 and 308: Het mogelijk tracé wordt weergegev
- Page 309 and 310: 2.5.13.4. Projecten rond CO2-afvang
Deze silo’s zijn geheel gesloten en zijn voorzien van een afzuigsysteem waarbij de afgezogen<br />
lucht naar de omgeving wordt afgevoerd. Het afzuigsysteem is voorzien van stoffilters.<br />
Stofemissies vanuit deze silo’s wordt daarmee vermeden.<br />
Vanuit deze silo’s worden de kolen afgevoerd door middel van gesloten transportbanden naar<br />
de 5 dagbunkers in de centrale met een capaciteit van 1000 t/hr. Er is tevens de mogelijkheid<br />
om direkt vanuit <strong>het</strong> schip de kolen naar de dagsilo’s te transporteren zonder eerst de<br />
opslagsilo’s te vullen.<br />
De tunnel onder <strong>het</strong> havendok zal worden aangelegd met de modernste boortechnieken, die<br />
reeds zijn gebruikt in de haven van Gent en Antwerpen. Het principe is dat de tunnel wordt<br />
geboord door middel van een boor waaraan tunnelbuizen worden geplaatst. De tunnelbuizen<br />
bestaan uit een stalen kern, die aan weerszijde zijn voorzien van een betonlaag (zowel binnen-<br />
als buitenkant). De buiselementen zullen achter de boorkop (die alleen draait) hydraulisch<br />
worden voortgeduwd. De buizen worden aangeleverd in lengtes van ongeveer 3,5 m. Op <strong>het</strong><br />
terrein van SEA-INVEST zal een boorput worden aangelegd. Vanuit deze put zal de<br />
boormachine worden ingezet. Er wordt voor <strong>het</strong> boren gebruik gemaakt van bentoniet, dat<br />
onder druk rond de tunnelbuizen wordt gespoten (om de tunnelbuizen beter te laten glijden).<br />
Met de boorkop is men in staat om de boorrichting zeer nauwkeurig in te stellen. Zodoende is<br />
men in staat <strong>het</strong> verloop in de diepte te regelen. Onder <strong>het</strong> havendok zal de tunnel horizontaal<br />
oversteken (10 m onder de bodem van <strong>het</strong> dok, ongeveer – 22m TAW). Aan de BAYER-kant<br />
wordt een ontvangstgebouw gebouwd. Vanuit dit gebouw gaat <strong>het</strong> kolentransport voort naar de<br />
centrale via een gesloten transportbandsysteem. Voor de uitvoering en tekeningen van de<br />
tunnel verwijzen we naar de Figuur 2.38 en Figuur 2.39.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 261<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309