kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos

13.09.2013 Views

vereiste pijpleidingsprojecten, alle onderzoeken voor de implementatie van opslag en indien nodig alle negociaties met andere maatschappijen voor het gebruik van on-shore of off-shore opslag. Invloed van de naverbrandingsafvang op de efficiëntie van de elektriciteitscentrale: In de studie ‘Future of coal’ van 2007, heeft het MIT (Massachusetts institute of Technology)) volgende gegevens gepubliceerd betreffende de energie vereisten voor een ultra-superkritische poederkoolcentrale (met ongeveer 43,3% rendement) met CCS. • 5% thermische energie is vereist (stoom/warmte voor de desorptie) • 3,5% elektriciteit is nodig voor compressoren (conditionering van de CO2 tot en met transport in de pijpleidingen). • 0,7% elektriciteit voor alle operaties van de CCS plant. • Total verlies ongeveer 9,2% Publicaties van leveranciers voorspellen een netto rendementsverlies van de tweede generatie installaties van 8 – 10% en stellen dat de thermische energie die nodig is voor desorptie ongeveer 3,2 GJ/kg CO2 (afgevangen) bedraagt en tussen 1,5 en 2,5 GJ/kg CO2 (afgevangen) zal bedragen in de toekomst. Voor wat betreft het transport via pijpleidingen dienen de compressoren van de centrale een druk te kunnen hebben van 100 tot 150 bar. Een dergelijke druk is voldoende voor transport van vloeibaar CO2 over 100 km met inbegrip van de injectie (zonder bijkomende compressoren) in de diepere ondergrondse opslagplaatsen. Enkel compensatietanks dienen gebouwd te worden op de plaats waar de CO2 zal geïnjecteerd worden. Indien grotere afstanden moeten overbrugd worden, dienen elektrische pompen (zonder emissies) of gasturbines (emissies onderhevig aan de bestaande regelgeving) geïnstalleerd te worden om de druk te verhogen. Hun energieverbruik is echter veel lager in vergelijking met dit van de originele drukvermindering van de centrale. Invloed van de naverbrandingsafvang op de emissies: Gedurende de normale operaties van de afvang, transport en opslag, zullen enkel emissies ontstaan in de centrale zelf. Transport en opslag geven geen aanleiding tot emissies, met uitzondering in het geval van installaties met compressor stations (voor zeer lange afstanden). Er wordt voorzien dat de respectievelijke monitoringrichtlijnen beschikbaar zullen zijn wanneer grootschalige pilootinstallaties opstarten (hetgeen dus verwacht wordt in de komende jaren). Enkel in het geval van onderhoud op de pijpleidingen (hetgeen enkel sporadisch is) kunnen lokaal CO2 emissies ontstaan. De initiële concentratie van SO2 voor de pre-scrubber en de absorber heeft alleen invloed op de levensduur van de absorber en is dus alleen een exploitatiekost. Wanneer de CCS plants in exploitatie gaan in de centrale wordt verwacht, dat volgende invloed zal plaatsvinden op de emisses: • Gasvolume: algemeen wordt aangenomen dat er een ‘pre-’scrubbing (met direct contact koeling) zal zijn; deze zal de verontreiniging van het absorptiemiddel vermijden, specifiek wat betreft SO2, welke zal verminderen, evenals fijn stof; eveneens zal het SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 174 Projectnummer: 07.0309

gasvolume daardoor verminderen (temperatuurdaling van ongeveer 50°C naar ongeveer 40°C met condensatie van water). • Bestaande componenten in het afgas: alhoewel de totale jaarvracht zeker niet zal stijgen (zie hierboven), zal de concentratie van de componenten stijgen omdat CO2 wordt geabsorbeerd en afgescheiden en dus het totale luchtvolume zal dalen. De stijging is ongeveer 15%. Dit is niet relevant voor het project omdat er kan opgemerkt worden dat de voorgestelde limietwaarden voor de E.ON plant in overeenstemming zijn met de BBT en lager zijn dan de maximale wettelijke vereisten. In het scenario met de koeltoren worden de afgassen geïnjecteerd na de CCS plant in de koeltoren. Bij dit scenario wijzigt de verhouding afgas / totaal geëmitteerd volume door de koeltoren bijna niet. In dit geval zal de verspreiding van de contaminanten vergelijkbaar zijn, zeker niet slechter zijn en voor SO2 en stof beter zijn (door de pre-scrubbing). • De totale energieproductie, na in gebruik name van de CCS plant, blijft dezelfde. Het enige verschil is dat de interne energieconsumptie hoger is, zodat de netto elektriciteitslevering aan het ELIA netwerk lager is. • Amine (absorbent) concentratie in de afgassen: omwille van de lage dampspanning is de stijging beperkt in processen waar een of meer wassecties geïmplementeerd zijn in de top van de absorptiekolommen en die geëxploiteerd worden volgens het tegenstroomstroomprincipe met zuiver water. Er wordt verwacht dat de TOC en ammoniak emissiegrenswaarden in de toekomstige commerciële eenheden, naar analogie met bestaande pilootinstallaties, zonder moeilijkheden zullen behaald worden. In elk geval zal E.ON voldoen aan alle bijkomende toekomstige Europese en Vlaamse regelgeving betreffende CCS installaties, en specifiek op gebied van de amine concentratie in de afgassen. • Waterige effluenten: de effecten van ‘pre-’scrubbing impliceert een verhoging van het volume effluent (ongeveer 25%) waarbij het effect van verdere scrubbing verwaarloosbaar is omdat de hoofdbelasting van comtaminanten afgescheiden worden in de electrofilter en the FGD installaties (vorige stappen van de gaswassing); omwille van de lage contaminatie van deze effluenten is het mogelijk (maar nog in onderzoek) om deze te hergebruiken in het FGD proces. • Hergebruik van aborbent: onzuiverheden en zouten zullen afgefiltreerd of uitgewassen worden, ofwel ingedikt of opgeconcentreerd door gebruik te maken van conventionele processen; de inhoud van het residu zal hoofdzakelijk H, C, N, O en S bevatten; het meest waarschijnlijke gebruik op dit moment is dit residu intern te verwerken in de ketel (met ongeveer 30% vaste stof gehalte) na efficiënte ontwatering (bvb door toepassing van stoom, evaporatie van overmaat water). • Koelwater: CCS impliceert het gebruik van koelwater, maar de verhoging ervan is beperkt door het gebruik van warmtewisselaars. Er wordt voorzien dat de SO2, NOx en stofemisssies na installatie van de CCS-plant lager kunnen zijn door de plaatsing van een bijkomende scrubber en door een (beperkte) absorptie in het absorbens. De grootte orde van deze vermindering kan op het ogenblik van de onderzoeken nog niet bepaald worden. Een schema van de invloed op de verschillende procesonderdelen wordt hieronder weergegeven : SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 175 Projectnummer: 07.0309

gasvolume daardoor verminderen (temperatuurdaling van ongeveer 50°C naar<br />

ongeveer 40°C met condensatie van water).<br />

• Bestaande componenten in <strong>het</strong> afgas: alhoewel de totale jaarvracht zeker niet zal<br />

stijgen (zie hierboven), zal de concentratie van de componenten stijgen omdat CO2<br />

wordt geabsorbeerd en afgescheiden en dus <strong>het</strong> totale luchtvolume zal dalen. De<br />

stijging is ongeveer 15%. Dit is niet relevant voor <strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ct omdat er kan opgemerkt<br />

worden dat de voorgestelde limietwaarden voor de E.ON plant in overeenstemming zijn<br />

met de BBT en lager zijn dan de maximale wettelijke vereisten. In <strong>het</strong> scenario met de<br />

koeltoren worden de afgassen geïn<strong>je</strong>cteerd na de CCS plant in de koeltoren. Bij dit<br />

scenario wijzigt de verhouding afgas / totaal geëmitteerd volume door de koeltoren bijna<br />

niet. In dit geval zal de verspreiding van de contaminanten vergelijkbaar zijn, zeker niet<br />

slechter zijn en voor SO2 en stof beter zijn (door de pre-scrubbing).<br />

• De totale energieproductie, na in gebruik name van de CCS plant, blijft dezelfde. Het<br />

enige verschil is dat de interne energieconsumptie hoger is, zodat de netto elektriciteitslevering<br />

aan <strong>het</strong> ELIA netwerk lager is.<br />

• Amine (absorbent) concentratie in de afgassen: omwille van de lage dampspanning is<br />

de stijging beperkt in processen waar een of meer wassecties geïmplementeerd zijn in<br />

de top van de absorptiekolommen en die geëxploiteerd worden volgens <strong>het</strong><br />

tegenstroomstroomprincipe met zuiver water. Er wordt verwacht dat de TOC en<br />

ammoniak emissiegrenswaarden in de toekomstige commerciële eenheden, naar<br />

analogie met bestaande pilootinstallaties, zonder moeilijkheden zullen behaald worden.<br />

In elk geval zal E.ON voldoen aan alle bijkomende toekomstige Europese en Vlaamse<br />

regelgeving betreffende CCS installaties, en specifiek op gebied van de amine<br />

concentratie in de afgassen.<br />

• Waterige effluenten: de effecten van ‘pre-’scrubbing impliceert een verhoging van <strong>het</strong><br />

volume effluent (ongeveer 25%) waarbij <strong>het</strong> effect van verdere scrubbing<br />

verwaarloosbaar is omdat de hoofdbelasting van comtaminanten afgescheiden worden<br />

in de electrofilter en the FGD installaties (vorige stappen van de gaswassing); omwille<br />

van de lage contaminatie van deze effluenten is <strong>het</strong> mogelijk (maar nog in onderzoek)<br />

om deze te hergebruiken in <strong>het</strong> FGD proces.<br />

• Hergebruik van aborbent: onzuiverheden en zouten zullen afgefiltreerd of uitgewassen<br />

worden, ofwel ingedikt of opgeconcentreerd door gebruik te maken van conventionele<br />

processen; de inhoud van <strong>het</strong> residu zal hoofdzakelijk H, C, N, O en S bevatten; <strong>het</strong><br />

meest waarschijnlijke gebruik op dit moment is dit residu intern te verwerken in de ketel<br />

(met ongeveer 30% vaste stof gehalte) na efficiënte ontwatering (bvb door toepassing<br />

van stoom, evaporatie van overmaat water).<br />

• Koelwater: CCS impliceert <strong>het</strong> gebruik van koelwater, maar de verhoging ervan is<br />

beperkt door <strong>het</strong> gebruik van warmtewisselaars.<br />

Er wordt voorzien dat de SO2, NOx en stofemisssies na installatie van de CCS-plant lager<br />

<strong>kun</strong>nen zijn door de plaatsing van een bijkomende scrubber en door een (beperkte) absorptie in<br />

<strong>het</strong> absorbens. De grootte orde van deze vermindering kan op <strong>het</strong> ogenblik van de<br />

onderzoeken nog niet bepaald worden. Een schema van de invloed op de verschillende<br />

procesonderdelen wordt hieronder weergegeven :<br />

SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 175<br />

Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!