kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Figuur 2.13 : Voorbeeld van een procesflowdiagram voor een CCS plant (design door Mitsubishi Heavy Industries) Het rookgas van de FGD plant van de elektriciteitscentrale passeert een ‘pre-’scrubber, en komt in een absorber waar het (aminehoudend) absorbent de CO2 capteert. De CO2 houdende absorbent wordt dan naar een desorber gestuurd waar de CO2 wordt vrijgemaakt door verhoging van de temperatuur met stoom. Zoals getoond zijn verschillende warmtewisselaars en koelmiddel (water) nodig. Figuur 2.14 toont de absorber en desorber van een bestaande piloot installatie in de procesindustrie. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 172 Projectnummer: 07.0309
Figuur 2.14 : Foto van een absorber en desorber van een pilot CCS plant (design door Fluor) Samengevat kan worden aangegeven dat post combustion (CO2 -afvang uit rookgas) een technologie is die technisch haalbar is, maar nog niet beschikbaar is in de gewenste schaal en voor het doel om CO2 af te vangen bij elektriciteitsproductie. De belangrijkste uitdaging is om de investeringskosten van een CO2-afvanginstallatie te reduceren en het verlagen van de warmtebehoefte voor regeneratie van de wasvloeistof (bijvoorbeeld MEA). Hierbij speelt het onderzoek naar alternatieve wasvloeistoffen met een lagere warmtebehoefte voor regeneratie eveneens een belangrijke rol. E.ON kiest voor deze techniek, nu deze het verst gevorderd is. E.ON’s specifieke activiteiten op gebied van CCS: Sinds 2009 neemt E.ON deel aan verschillende kleinschalige pilootprojecten voor CO2 opvang tot 5 MWe in verschillende elektriciteitscentrales. Dit gebeurt in samenwerking met ongeveer 5 leveranciers van specifieke uitrustingen. Er wordt verwacht dat de onderzoek- en de ontwikkelingsactiviteiten (van nu tot 2013) E.ON zullen toelaten de technologie vast te leggen voor een grootschalige pilootplant tussen 50 en 100 MWe. Er is een demonstratieplant van zowat 100 MWe geïmplementeerd onder de EU vlag ‘demonstratieprogramma voor CCS’. Deze pilootinstallaties zullen bijkomende informatie leveren betreffende de schaalvergrotingseffecten. Deze zullen de implementatie van een definitieve commerciële CCS plant op grote schaal vanaf 2020 vergemakkelijken. Met als doel dit formeel vooropgestelde tijdsschema te volgen heeft E.ON een specifieke CCS implementatie netwerk opgebouwd met inbegrip van marketing en business eenheden in Europa en in de USA, zoals E.ON Kraftwerke, E.ON Gas Storage, E.ON Engineering, E.ON Benelux, E.ON Nordic, E.ON UK en E.ON USA. Deze afdelingen van E.ON ontwikkelen niet alleen de CCS plants voor de CCS ‘ready’ electriciteitscentrales maar bereiden tegelijkertijd de SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 173 Projectnummer: 07.0309
- Page 121 and 122: 1.3.3.3. MER voor de E.ON- elektric
- Page 123 and 124: Figuur 2.1: Overzicht van elektrici
- Page 125 and 126: 2.1.3. Dreigend tekort aan elektric
- Page 127 and 128: vaak niet meer aan de moderne eisen
- Page 129 and 130: kolencentrales in België. De emiss
- Page 131 and 132: • Locatie: o Geschikte locatie, i
- Page 133 and 134: • de gewestplannen • de plannen
- Page 135 and 136: minimale stookwaarde, zal bij 8.000
- Page 137 and 138: vlak van levering wordt gewaarborgd
- Page 139 and 140: vermogen van meer dan 100 MWth en m
- Page 141 and 142: of rookgasrecirculatie. Er is een k
- Page 143 and 144: Gasmotoren Nieuwe gasmotoren 20 - 7
- Page 145 and 146: verwachting ongeveer 8.000 h vollas
- Page 147 and 148: Techniek Lucht Water Oppervlakte /
- Page 149 and 150: • Concentratie: sommige stromings
- Page 151 and 152: Tabel 2.12 toont duidelijk aan dat
- Page 153 and 154: 2.2.5.3. VITO-studie ‘Alternatiev
- Page 155 and 156: Alternatieven Acr SGS Belgium NV Ju
- Page 157 and 158: van 1.250 à 1.500 €/kW. Deze kos
- Page 159 and 160: Tabel 2.19: IEA data rond distribut
- Page 161 and 162: Voor elk scenario worden de resulta
- Page 163 and 164: het emissieplafond van 4,3 kton zou
- Page 165 and 166: NO CCS, HCO2 In dit scenario zonder
- Page 167 and 168: Algemene conclusies scenario’s De
- Page 169 and 170: Verbranding met alleen zuurstof Het
- Page 171: B. Stand ter techniek van de opties
- Page 175 and 176: gasvolume daardoor verminderen (tem
- Page 177 and 178: Figuur 2.15: Principeschema van een
- Page 179 and 180: De investeringskosten voor transpor
- Page 181 and 182: Figuur 2.17: Overzicht diverse koel
- Page 183 and 184: Figuur 2.20: Schematische weergave
- Page 185 and 186: Dit koelconcept is vooral aantrekke
- Page 187 and 188: Besluit : Met gebruikmaking van de
- Page 189 and 190: installatie kleiner is, zowel op ge
- Page 191 and 192: a) Hoge stof SCR De SCR reactor in
- Page 193 and 194: Bijkomend zal een geavanceerde tech
- Page 195 and 196: Tabel 2.25: Toetsing BBT ‘Large C
- Page 197 and 198: BREF-eis Toepassing E.ON geavanceer
- Page 199 and 200: Conclusie Samengevat kan gesteld wo
- Page 201 and 202: Tabel 2.28: Normentoetsing aan BREF
- Page 203 and 204: 3 Bij BBT behorende operationele em
- Page 205 and 206: Conclusie E.ON voldoet voor wat bet
- Page 207 and 208: • bewaking van de bedrijfsparamet
- Page 209 and 210: voor de geplande elektriciteitscent
- Page 211 and 212: Sojahullen De sojabonen worden per
- Page 213 and 214: Tabel 2.31: energiebalans van de ge
- Page 215 and 216: Vliegas Ten gevolge van het meestok
- Page 217 and 218: 2.4. Aanlegfase 2.4.1. Locatie van
- Page 219 and 220: Werfzone Zone 3 Zone 4 Oppervlakte
- Page 221 and 222: Parking Parking 2 Parking 3 (option
Figuur 2.14 : Foto van een absorber en desorber van een pilot CCS plant (design door Fluor)<br />
Samengevat kan worden aangegeven dat post combustion (CO2 -afvang uit rookgas) een<br />
technologie is die technisch haalbar is, maar nog niet beschikbaar is in de gewenste schaal en<br />
voor <strong>het</strong> doel om CO2 af te vangen bij elektriciteitsproductie. De belangrijkste uitdaging is om de<br />
investeringskosten van een CO2-afvanginstallatie te reduceren en <strong>het</strong> verlagen van de<br />
warmtebehoefte voor regeneratie van de wasvloeistof (bijvoorbeeld MEA). Hierbij speelt <strong>het</strong><br />
onderzoek naar alternatieve wasvloeistoffen met een lagere warmtebehoefte voor regeneratie<br />
eveneens een belangrijke rol. E.ON kiest voor deze techniek, nu deze <strong>het</strong> verst gevorderd is.<br />
E.ON’s specifieke activiteiten op gebied van CCS:<br />
Sinds 2009 neemt E.ON deel aan verschillende kleinschalige pilootpro<strong>je</strong>cten voor CO2 opvang<br />
tot 5 MWe in verschillende elektriciteitscentrales. Dit gebeurt in samenwerking met ongeveer 5<br />
leveranciers van specifieke uitrustingen.<br />
Er wordt verwacht dat de onderzoek- en de ontwikkelingsactiviteiten (van nu tot 2013) E.ON<br />
zullen toelaten de technologie vast te leggen voor een grootschalige pilootplant tussen 50 en<br />
100 MWe. Er is een demonstratieplant van zowat 100 MWe geïmplementeerd onder de EU vlag<br />
‘demonstratieprogramma voor CCS’. Deze pilootinstallaties zullen bijkomende informatie<br />
leveren betreffende de schaalvergrotingseffecten. Deze zullen de implementatie van een<br />
definitieve commerciële CCS plant op grote schaal vanaf 2020 vergemakkelijken.<br />
Met als doel dit formeel vooropgestelde tijdsschema te volgen heeft E.ON een specifieke CCS<br />
implementatie netwerk opgebouwd met inbegrip van marketing en business eenheden in<br />
Europa en in de USA, zoals E.ON Kraftwerke, E.ON Gas Storage, E.ON Engineering, E.ON<br />
Benelux, E.ON Nordic, E.ON UK en E.ON USA. Deze afdelingen van E.ON ontwikkelen niet<br />
alleen de CCS plants voor de CCS ‘ready’ electriciteitscentrales maar bereiden tegelijkertijd de<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 173<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309