kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Tabel 2.6: BBT voor de vermindering van de NOx uitstoot bij verbrandingsinstallaties op turf, vloeibare brandstoffen of biomassa. Voor nieuwe gasturbines zijn droge low NOx-branders voor voorgemengde (premix) brandstof (DLN) BBT. Voor bestaande gasturbines is de injectie van water en stoom of de conversie naar de DLN techniek BBT. Voor stationaire centrales met een gasmotor, is de ‘arm-mengsel’ techniek BBT, zoals de droge lage NOx-branders die in gas turbines gebruikt worden. Voor de meeste gasturbines en gasmotoren is ook SCR de BBT. Retrofit van een SCR-systeem op een STEG-centrale is technisch haalbaar, maar economisch niet verantwoord voor bestaande centrales. Dit komt omdat bij het ontwerp van de centrales niet in ruimte is voorzien voor een HRSG. Tabel 2.7: BBT voor de vermindering van de NOx en CO uitstoot van stookinstallaties op gas. SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 142 Projectnummer: 07.0309
Gasmotoren Nieuwe gasmotoren 20 – 75* 30 – 100* 15 Arm-mengseltechniek of SCR en oxidatiekatalysator voor CO Nieuwe gasmotoren met HRSG in WKK-modus Gasketels SGS Belgium NV Juni 2009 Projectomschrijving 143 Projectnummer: 07.0309 20 – 75* 30 – 100* 15 Arm-mengseltechniek of SCR en oxidatiekatalysator voor CO Bestaande gasmotoren 20 – 100* 30 – 100 15 Afstelling voor lage NO x Nieuwe gasketels 50 – 100* 30 – 100 3 Bestaande gasketels STEG 50 – 100* 30 – 100 3 Nieuwe STEG zonder aanvullende verbranding (HRSG) Bestaande STEG zonder aanvullende verbranding (HRSG) Nieuwe STEG met aanvullende verbranding Bestaande STEG met aanvullende verbranding Low NO –branders, SCR of X SNCR 20 – 50 5 – 100 15 Droge low NO -premix branders x of SCR 20 – 90* 5 – 100 15 Droge low NOx-premix branders, injectie van water en stoom of SCR 20 – 50 30 – 100 In-stall. spec. Droge low NO -premix branders x en lage-NO -branders voor de x ketel, SCR of SNCR 20 – 90* 30 – 100 In-stall. spec. Droge low NOx-premix branders injectie van water en stoom en low NO -branders voor de ketel, x SCR of SNCR SCR: Selectieve katalytische reductie van NO SNCR: Selectieve niet-katalytische reductie van NO x x DLN: droge branders met lage NO -uitstoot HRSG: stoomgenerator met warmteterugwinning WKK: Warmtekrachtkoppeling X STEG: Gecombineerde stoom- en gasturbinecentrales * Over deze waarden bestonden afwijkende meningen, die zijn opgenomen in hoofdstuk 7.5.4. van de volledige tekst. CO emissies Koolstofmonoxide (CO) ontstaat steeds als bijproduct van het verbrandingsproces. De BBT voor de vermindering van de CO uitstoot is een volledige verbranding. Volledige verbranding kan bereikt worden door een degelijke constructie van de oven, het gebruik van geavanceerde monitoring- en proces beheerstechnieken, en onderhoud van het verbrandingssysteem. In de BBT - hoofdstukken worden een aantal BBT geassocieerde emissieniveaus vermeld voor de verschillende brandstoffen. In deze samenvatting wordt echter alleen de uitstoot van installaties op gas vermeld (zie tabel hierboven).. Waterverontreiniging Grote installaties leiden niet alleen tot luchtverontreiniging maar lozen ook aanzienlijke hoeveelheden water (koel- en afvalwater) in rivieren, meren en het mariene milieu. Het afspoelende hemelwater van de opslagplaats welke brandstofresiduen bevat moet gescheiden worden verzameld en behandeld (bezinken) voor lozing. Bij een elektriciteitscentrale is het onvermijdelijk dat soms kleine hoeveelheden (spoel)water verontreinigd raken met olie. De BBT is een olieafscheider om milieuschade te voorkomen. De conclusie inzake BBT voor ontzwaveling door natte wassing is dat moet worden voorzien in een zuiveringsinstallatie voor het afvalwater. De installatie omvat verschillende chemische behandelingen om zware metalen te verwijderen en de hoeveelheid vaste stoffen die in het water terechtkomen te verminderen. De installatie zorgt voor een aanpassing van de pH, het bezinken van zware metalen en de verwijdering van vaste deeltjes.
- Page 91 and 92: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 93 and 94: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 95 and 96: 1.2.6. Water Tabel 1.10: Juridische
- Page 97 and 98: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 99 and 100: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 101 and 102: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 103 and 104: 1.2.7. Bodem Tabel 1.11: Juridische
- Page 105 and 106: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 107 and 108: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 109 and 110: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 111 and 112: 1.2.9. Natuur Tabel 1.13: Juridisch
- Page 113 and 114: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 115 and 116: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 117 and 118: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 119 and 120: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 121 and 122: 1.3.3.3. MER voor de E.ON- elektric
- Page 123 and 124: Figuur 2.1: Overzicht van elektrici
- Page 125 and 126: 2.1.3. Dreigend tekort aan elektric
- Page 127 and 128: vaak niet meer aan de moderne eisen
- Page 129 and 130: kolencentrales in België. De emiss
- Page 131 and 132: • Locatie: o Geschikte locatie, i
- Page 133 and 134: • de gewestplannen • de plannen
- Page 135 and 136: minimale stookwaarde, zal bij 8.000
- Page 137 and 138: vlak van levering wordt gewaarborgd
- Page 139 and 140: vermogen van meer dan 100 MWth en m
- Page 141: of rookgasrecirculatie. Er is een k
- Page 145 and 146: verwachting ongeveer 8.000 h vollas
- Page 147 and 148: Techniek Lucht Water Oppervlakte /
- Page 149 and 150: • Concentratie: sommige stromings
- Page 151 and 152: Tabel 2.12 toont duidelijk aan dat
- Page 153 and 154: 2.2.5.3. VITO-studie ‘Alternatiev
- Page 155 and 156: Alternatieven Acr SGS Belgium NV Ju
- Page 157 and 158: van 1.250 à 1.500 €/kW. Deze kos
- Page 159 and 160: Tabel 2.19: IEA data rond distribut
- Page 161 and 162: Voor elk scenario worden de resulta
- Page 163 and 164: het emissieplafond van 4,3 kton zou
- Page 165 and 166: NO CCS, HCO2 In dit scenario zonder
- Page 167 and 168: Algemene conclusies scenario’s De
- Page 169 and 170: Verbranding met alleen zuurstof Het
- Page 171 and 172: B. Stand ter techniek van de opties
- Page 173 and 174: Figuur 2.14 : Foto van een absorber
- Page 175 and 176: gasvolume daardoor verminderen (tem
- Page 177 and 178: Figuur 2.15: Principeschema van een
- Page 179 and 180: De investeringskosten voor transpor
- Page 181 and 182: Figuur 2.17: Overzicht diverse koel
- Page 183 and 184: Figuur 2.20: Schematische weergave
- Page 185 and 186: Dit koelconcept is vooral aantrekke
- Page 187 and 188: Besluit : Met gebruikmaking van de
- Page 189 and 190: installatie kleiner is, zowel op ge
- Page 191 and 192: a) Hoge stof SCR De SCR reactor in
Tabel 2.6: BBT voor de vermindering van de NOx uitstoot bij verbrandingsinstallaties op turf, vloeibare brandstoffen of<br />
biomassa.<br />
Voor nieuwe gasturbines zijn droge low NOx-branders voor voorgemengde (premix) brandstof<br />
(DLN) BBT. Voor bestaande gasturbines is de in<strong>je</strong>ctie van water en stoom of de conversie naar<br />
de DLN techniek BBT. Voor stationaire centrales met een gasmotor, is de ‘arm-mengsel’<br />
techniek BBT, zoals de droge lage NOx-branders die in gas turbines gebruikt worden. Voor de<br />
meeste gasturbines en gasmotoren is ook SCR de BBT. Retrofit van een SCR-systeem op een<br />
STEG-centrale is technisch haalbaar, maar economisch niet verantwoord voor bestaande<br />
centrales. Dit komt omdat bij <strong>het</strong> ontwerp van de centrales niet in ruimte is voorzien voor een<br />
HRSG.<br />
Tabel 2.7: BBT voor de vermindering van de NOx en CO uitstoot van stookinstallaties op gas.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Pro<strong>je</strong>ctomschrijving 142<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309