kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
kun je het MER rapport downloaden - Ademloos kun je het MER rapport downloaden - Ademloos
Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 9 Verwijzing SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 110 Projectnummer: 07.0309 door de bodem. Hierbij kan worden gesteund op informatie over de bodemstructuren en grondwaterstand verstrekt door de discipline 'bodem'. Zolang geen Vlaamse of nationale voorschriften of normen voorhanden zijn, kan gebruik worden gemaakt van de Duitse norm DIN 4150/2 uitgave december 1992 (Erschutterungen im Bauwesen - Einwirkung auf Menschen in Gebäuden), zowel voor de te volgen meetprocedures als voor de evaluatie van de trillingshinder (DIN, 1992). Door de grote afstand tot de dichtsbijzijnde bewoning wordt de impact van trillingen als niet relevant beschouwd.
1.2.9. Natuur Tabel 1.13: Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Natuur Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 10 Verwijzing Natuurdecreet (21 oktober 1997) Het Natuurdecreet is gericht op de bescherming, het herstel, de ontwikkeling en het beheer van de natuur en van het natuurlijk milieu in het Vlaamse Gewest en de maatschappelijke inpassing van het natuurbehoud. Het decreet legt m.a.w. de fundamenten voor het natuurbeleid in Vlaanderen. SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 111 Projectnummer: 07.0309 Overzicht In het Natuurdecreet worden volgende onderwerpen geregeld: Algemene doelstellingen van het natuurbeleid (art. 6-9, o.m. standstillbeginsel) Het Natuurrapport en het natuurbeleidsplan (art. 10-12); Algemene maatregelen ter bevordering van het natuurbehoud (art. 13-16); Het Vlaams Ecologisch Netwerk (art. 17-26); Het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (art. 27-31); Natuurreservaten (art. 32-36) Speciale beschermingszones (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden) (artt. 36bis – art. 36ter) Algemene maatregelen voor de bescherming van de natuur: verweving, beheersovereenkomsten, natuurinrichting en natuurrichtplannen (art. 37-50); Soortenbescherming (art. 51-52); Bepalingen in verband met doelgroepenbeleid (art. 53-55). Een deel van de bepalingen van het Decreet Natuurbehoud worden verder uitgewerkt in de uitvoeringsregelgeving – het betreft dan vooral de regelgeving inzake vegetatiewijzigingen enerzijds en de regeling inzake soortenbescherming –anderzijds. Beide aspecten zullen dan ook in aparte deelkaders infra worden behandeld. 10 J: juridisch relevante randvoorwaarde; B: beleidsmatig relevante randvoorwaarde; X: niet relevant. J Vooreerst dient in het kader van de vergunningverlening in elk geval rekening te worden gehouden met de toepassing van de natuurtoets in hoofde van de vergunningverlenende overheid. Deze natuurtoets verplicht laatstgenoemde om te voorkomen dat een vergunde activiteit aanleiding zal geven tot zogenaamde vermijdbare schade. In de praktijk komt dit erop neer dat wanneer bij de constructie van de centrale waardevolle natuurwaarden dienen te sneuvelen, men steeds zal dienen te kiezen voor het minst schadelijke uitvoerings- of locatiealternatief. De natuurtoets is ruimer dan de habitattoets, omdat deze ook betrekking heeft op natuurwaarden die niet van een Europees beschermingsstatuut genieten. Zij is ook niet gelimiteerd tot gebieden die groen staan ingekleurd op het gewestplan. Alle mogelijke natuurwaarden die een impact kunnen ondervinden van de constructie van de installatie worden dus best in kaart gebracht, zodanig dat steeds kan worden aangegeven hoe getracht is vermijdbare schade aan laatstgenoemde waarden tegen te gaan (cf. in kader discipline fauna en flora in MER). Het is duidelijk dat zich in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied drie speciale vogelbeschermingszones bevinden (De Kuifeend en Blokkersdijk; Schorren en polders van de Beneden Schelde; Brabantse Wal) en drie speciale habitatbeschermingszones (Schelde- en Durmeëstuarium; Waterzone Schelde en Durmeëstuarium en Brabantse Wal Ossendrecht). Het uitvoeren van voorliggend project omhelst de opmaak van een passende beoordeling waarin de effecten van het project op de omliggende speciale beschermingszones worden nagegaan, uitgaande van het voorzorgsbeginsel. Deze passende beoordeling kan conform art.36ter Decreet Natuurbehoud worden geïntegreerd in een
- Page 59 and 60: . Relevante voorschriften Decreet i
- Page 61 and 62: 1.1.3.6. Mobiliteit WEGENKAART (BRO
- Page 63 and 64: 1.1.3.7. Recht van voorkoop VOORKOO
- Page 65 and 66: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 67 and 68: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 69 and 70: VERORDENINGEN Randvoorwaarde Toelic
- Page 71 and 72: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 73 and 74: 1.2.3. Milieuvergunning Tabel 1.7:
- Page 75 and 76: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 77 and 78: Tabel 1.8: Juridische en beleidsmat
- Page 79 and 80: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 81 and 82: EURAL Randvoorwaarde Toelichting Re
- Page 83 and 84: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 85 and 86: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 87 and 88: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 89 and 90: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 91 and 92: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 93 and 94: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 95 and 96: 1.2.6. Water Tabel 1.10: Juridische
- Page 97 and 98: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 99 and 100: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 101 and 102: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 103 and 104: 1.2.7. Bodem Tabel 1.11: Juridische
- Page 105 and 106: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 107 and 108: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 109: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 113 and 114: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 115 and 116: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 117 and 118: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 119 and 120: Randvoorwaarde Toelichting Relevant
- Page 121 and 122: 1.3.3.3. MER voor de E.ON- elektric
- Page 123 and 124: Figuur 2.1: Overzicht van elektrici
- Page 125 and 126: 2.1.3. Dreigend tekort aan elektric
- Page 127 and 128: vaak niet meer aan de moderne eisen
- Page 129 and 130: kolencentrales in België. De emiss
- Page 131 and 132: • Locatie: o Geschikte locatie, i
- Page 133 and 134: • de gewestplannen • de plannen
- Page 135 and 136: minimale stookwaarde, zal bij 8.000
- Page 137 and 138: vlak van levering wordt gewaarborgd
- Page 139 and 140: vermogen van meer dan 100 MWth en m
- Page 141 and 142: of rookgasrecirculatie. Er is een k
- Page 143 and 144: Gasmotoren Nieuwe gasmotoren 20 - 7
- Page 145 and 146: verwachting ongeveer 8.000 h vollas
- Page 147 and 148: Techniek Lucht Water Oppervlakte /
- Page 149 and 150: • Concentratie: sommige stromings
- Page 151 and 152: Tabel 2.12 toont duidelijk aan dat
- Page 153 and 154: 2.2.5.3. VITO-studie ‘Alternatiev
- Page 155 and 156: Alternatieven Acr SGS Belgium NV Ju
- Page 157 and 158: van 1.250 à 1.500 €/kW. Deze kos
- Page 159 and 160: Tabel 2.19: IEA data rond distribut
1.2.9. Natuur<br />
Tabel 1.13: Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden<br />
Natuur<br />
Randvoorwaarde Toelichting Relevantie 10 Verwijzing<br />
Natuurdecreet (21 oktober 1997) Het Natuurdecreet is gericht op de bescherming, <strong>het</strong> herstel, de<br />
ontwikkeling en <strong>het</strong> beheer van de natuur en van <strong>het</strong> natuurlijk<br />
milieu in <strong>het</strong> Vlaamse Gewest en de maatschappelijke inpassing<br />
van <strong>het</strong> natuurbehoud. Het decreet legt m.a.w. de fundamenten<br />
voor <strong>het</strong> natuurbeleid in Vlaanderen.<br />
SGS Belgium NV Juni 2009 Inleiding 111<br />
Pro<strong>je</strong>ctnummer: 07.0309<br />
Overzicht<br />
In <strong>het</strong> Natuurdecreet worden volgende onderwerpen geregeld:<br />
Algemene doelstellingen van <strong>het</strong> natuurbeleid (art. 6-9, o.m.<br />
standstillbeginsel)<br />
Het Natuur<strong>rapport</strong> en <strong>het</strong> natuurbeleidsplan (art. 10-12);<br />
Algemene maatregelen ter bevordering van <strong>het</strong> natuurbehoud (art.<br />
13-16);<br />
Het Vlaams Ecologisch Netwerk (art. 17-26);<br />
Het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (art. 27-31);<br />
Natuurreservaten (art. 32-36)<br />
Speciale beschermingszones (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden)<br />
(artt. 36bis – art. 36ter)<br />
Algemene maatregelen voor de bescherming van de natuur:<br />
verweving, beheersovereenkomsten, natuurinrichting en<br />
natuurrichtplannen (art. 37-50);<br />
Soortenbescherming (art. 51-52);<br />
Bepalingen in verband met doelgroepenbeleid (art. 53-55).<br />
Een deel van de bepalingen van <strong>het</strong> Decreet Natuurbehoud<br />
worden verder uitgewerkt in de uitvoeringsregelgeving – <strong>het</strong> betreft<br />
dan vooral de regelgeving inzake vegetatiewijzigingen enerzijds en<br />
de regeling inzake soortenbescherming –anderzijds. Beide<br />
aspecten zullen dan ook in aparte deelkaders infra worden<br />
behandeld.<br />
10 J: juridisch relevante randvoorwaarde; B: beleidsmatig relevante randvoorwaarde; X: niet relevant.<br />
J Vooreerst dient in <strong>het</strong> kader van de vergunningverlening in elk<br />
geval rekening te worden gehouden met de toepassing van de<br />
natuurtoets in hoofde van de vergunningverlenende overheid.<br />
Deze natuurtoets verplicht laatstgenoemde om te voorkomen<br />
dat een vergunde activiteit aanleiding zal geven tot<br />
zogenaamde vermijdbare schade. In de praktijk komt dit erop<br />
neer dat wanneer bij de constructie van de centrale waardevolle<br />
natuurwaarden dienen te sneuvelen, men steeds zal dienen te<br />
kiezen voor <strong>het</strong> minst schadelijke uitvoerings- of locatiealternatief.<br />
De natuurtoets is ruimer dan de habitattoets, omdat<br />
deze ook betrekking heeft op natuurwaarden die niet van een<br />
Europees beschermingsstatuut genieten. Zij is ook niet<br />
gelimiteerd tot gebieden die groen staan ingekleurd op <strong>het</strong><br />
gewestplan. Alle mogelijke natuurwaarden die een impact<br />
<strong>kun</strong>nen ondervinden van de constructie van de installatie<br />
worden dus best in kaart gebracht, zodanig dat steeds kan<br />
worden aangegeven hoe getracht is vermijdbare schade aan<br />
laatstgenoemde waarden tegen te gaan (cf. in kader discipline<br />
fauna en flora in <strong>MER</strong>).<br />
Het is duidelijk dat zich in de onmiddellijke omgeving van <strong>het</strong><br />
pro<strong>je</strong>ctgebied drie speciale vogelbeschermingszones bevinden<br />
(De Kuifeend en Blokkersdijk; Schorren en polders van de<br />
Beneden Schelde; Brabantse Wal) en drie speciale<br />
habitatbeschermingszones (Schelde- en Durmeëstuarium;<br />
Waterzone Schelde en Durmeëstuarium en Brabantse Wal<br />
Ossendrecht). Het uitvoeren van voorliggend pro<strong>je</strong>ct omhelst de<br />
opmaak van een passende beoordeling waarin de effecten van<br />
<strong>het</strong> pro<strong>je</strong>ct op de omliggende speciale beschermingszones<br />
worden nagegaan, uitgaande van <strong>het</strong> voorzorgsbeginsel. Deze<br />
passende beoordeling kan conform art.36ter Decreet<br />
Natuurbehoud worden geïntegreerd in een