Zelfredzaamheidsmeter - Vilans

Zelfredzaamheidsmeter
zelf
redzaamheid

Zelfredzaamheidsmeter
Met de zelfredzaamheidsmeter breng je de zelfredzaamheid van
je cliënt in beeld. Het betreft tien levensdomeinen van de cliënt.
Voor elk levensdomein ga je kijken in hoeverre de cliënt zelfstandig
functioneert en bepaal je dus hoe zelfredzaam de cliënt is.
Dit doe je op een schaal van 1 tot 4:
1 Niet zelfredzaam – er is sprake van ernstige problemen op dit levensdomein
2 Beperkt zelfredzaam – iemand redt zich slechts in beperkte mate op dit
levensdomein
3 Voldoende zelfredzaam – iemand kan zich voldoende redden op dit levens-
domein
4 Volledig zelfredzaam – dit levensdomein loopt goed
Het kan voorkomen dat je de cliënt tussen twee niveaus in zit.
We hanteren daarom ook tussenschalen:
1.5 Tussen niet en beperkt zelfredzaam in.
2.5 Tussen beperkt en voldoende zelfredzaam in.
3.5 Tussen voldoende en volledig zelfredzaam in.
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 2

Daarnaast vul je bij elk domein in hoeverre de cliënt de eigen regie heeft
over een levensdomein. De antwoordcategorieën staan voor het volgende:
1 Geen eigen regie
2 Beperkte eigen regie
3 Volledige eigen regie
4 Niet van toepassing (kan gelden bij een aantal levensdomeinen)
Ook hier geldt dat de cliënt tussen twee niveaus in kan zitten. We hebben
als tussenschalen:
1.5 Tussen geen en beperkte regie in.
2.5 Tussen beperkte en volledige regie in.
Let op! Alle levensdomeinen zijn relevant voor de cliënt. Het kan echter zijn
dat een of meerdere levensdomeinen echt niet aan de orde zijn in jouw
contact met de cliënt (b.v. financiën). Je kunt dit levensdomein/deze levensdomeinen
dan overslaan.
Voor elk levensdomein staan de categorieën apart toegelicht in de meter.
Per levensdomein kun je omcirkelen wat de huidige situatie van de cliënt is.
Je omcirkelt het cijfer voor het niveau van zelfredzaamheid dat onder elk
levensdomein staat (een 1, een 1,5, een 2, een 2,5, een 3, een 3,5 of een 4).
Dit doe je ook bij eigen regie (een 1, een 1,5, een 2, een 2,5, een 3 of een 4).
Wanneer binnen een levensdomein de ene activiteit wel goed gaat en de
andere minder goed, maak dan een gemiddelde inschatting.
Op basis van de resultaten van de zelfredzaamheidsmeter bepaal je met de
cliënt doelen: wat wil de cliënt bereiken, wat is daarvoor nodig, wie kan wat
doen, wanneer is het doel bereikt of doe je een tussenevaluatie?
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 3

Levensdomein 1 Dagbesteding (vrije tijd, zinvolle activiteiten)
Heeft voldoende dagbesteding. Kan de activiteiten doen
Heeft een aantal activiteiten,
Heeft weinig tot niets te doen op
die hij leuk of belangrijk vindt
maar vindt dit zelf onvoldoende.
een dag en ervaart dit als negatief.
(bv hobby’s).
1 - niet 2 -beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Regelt de eigen dagbesteding
Is gedeeltelijk afhankelijk
Is afhankelijk van anderen om
helemaal zelf.
van anderen om de dagbesteding
de dagbesteding te organiseren.
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 4
te organiseren.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 2 Woonsituatie
De cliënt kan zich volledig redden
De cliënt kan zich redelijk redden
De cliënt kan zich met de nodige
De woonsituatie is ongeschikt
in en om de eigen woning.
in huis. Evt. zijn er kleine
moeite redden in en om het huis.
voor deze cliënt. Er moeten grote
De woning is geschikt.
aanpassingen gewenst.
Er zijn aanpassingen nodig en/of
aanpassingen plaatsvinden of de
het is soms niet veilig.
persoon moet verhuizen. En/of er
is sprake van een onveilige situatie.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 5
Niet van toepassing,
Regelt evt. aanpassingen
Heeft enige hulp nodig
Is afhankelijk van anderen
de cliënt is volledig zelfredzaam
of verhuizing zelf.
bij het regelen van aanpassingen
om aanpassingen of verhuizing
op dit levensdomein.
of verhuizing.
te regelen.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig 4 - niet van toepassing
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 3 Lichamelijk functioneren
Er zijn geen directe of voort-
Er is sprake van lichamelijk
Er is sprake van lichamelijke
Er is sprake van lichamelijke
durende medische problemen.
problemen of chronische ziekte.
problemen/chronische ziekte(n)
problemen/(chronische) ziekte(n)
De persoon functioneert fysiek
De persoon heeft hier weinig
en enige gezondheidsbeperkingen.
die regelmatig behandeling
gezien goed.
last van en ervaart geen of weinig
Er is soms behandeling
of verpleging vereisen.
gezondheidsbeperkingen.
of verpleging nodig.
De persoon ervaart ernstige
gezondheidsbeperkingen.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 6
Heeft geen problemen
Heeft inzicht in de eigen ziekte
Heeft beperkt inzicht
Heeft geen of weinig inzicht
bij het lichamelijk functioneren.
en kan zelf goed bepalen wanneer
in de eigen ziekte.
in de eigen ziekte.
en of behandeling nodig is.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig 4 - niet van toepassing
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 4 Psychisch functioneren
De cliënt functioneert goed.
Heeft soms last van somberheid
Milde symptomen van somberheid
Terugkerende psychische
De stemming is doorgaans
en/of angsten, maar de cliënt
en/of angst of vermoeden hiervan.
problemen in de vorm van
positief. Niet meer dan de
wordt hierdoor niet of nauwelijks
De stemming van de cliënt is
somberheid en/of angsten
dagelijkse beslommeringen
belemmerd in het functioneren.
wisselend. Heeft hier enige last
of vermoeden hiervan.
of zorgen.
van bij het functioneren.
De cliënt heeft hier veel last van
in het functioneren.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 7
Heeft geen problemen
Heeft inzicht in het eigen
Heeft beperkt inzicht in het eigen
Heeft geen of weinig inzicht
bij psychisch functioneren.
functioneren en/of kan zelf
functioneren en kan in beperkte
in het functioneren en/of kan niet
goed bepalen of hulp nodig is.
mate inschatten of hulp nodig is.
goed bepalen of hulp nodig is.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig 4 - niet van toepassing
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 5 Cognitief functioneren
Er zijn geen problemen
Er is sprake van een voldoende
Er spelen enige problemen
Er is sprake van of vermoeden
op cognitief gebied.
functionerend cognitief vermogen.
in het cognitief functioneren
van een sterk verminderd cognitief
of vermoeden hiervan.
functioneren.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Heeft geen problemen
Heeft volledig inzicht in cognitieve
Heeft in beperkte mate inzicht
Is niet in staat om cognitieve
bij het cognitief functioneren.
problemen en kan goed bepalen
in de cognitieve problemen
problemen te signaleren
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 8
of behandeling nodig is.
en schakelt beperkt hulp in.
en kan niet goed bepalen of er
Houdt zich aan evt. behandeling.
behandeling nodig is.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig 4 - niet van toepassing
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 6 Huishouden
Kan het huishouden volledig
De meeste huishoudelijke
Heeft de nodige beperkingen
Is niet in staat het huishouden
zelfstandig doen.
werkzaamheden kan de persoon
bij het uitvoeren van het
zelf te doen en/of er is sprake van
Indien het huishouden of een deel
zelfstandig doen.
huishouden en/of vervuiling dreigt.
een grote achterstand waardoor
ervan door anderen wordt gedaan
Indien het huishouden of een deel
sprake is vervuiling van de woning.
is dit een eigen keuze.
daarvan door anderen wordt
gedaan is dit een eigen keuze.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 9
Kan zelf hulp organiseren bij het
Is deels in staat hulp te
Is niet in staat zelf hulp te
huishouden en bepalen hoe het
organiseren bij het huishouden
organiseren bij het huishouden.
huishouden gedaan moet worden.
en te bepalen hoe het huishouden
gedaan moet worden.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 7 ADL- vaardigheden
Is volledig in staat op alle
Kan (met moeite) zelfstandig
Heeft problemen bij de sommige
Er is sprake van een belangrijk
gebieden van ADL zelfstandig
functioneren als het gaat om
gebieden van zelfzorg/ADL-
probleem op één of meer gebieden
te functioneren.
ADL-vaardigheden.
vaardigheden.
van zelfzorg/ADL vaardigheden
Kan deels voor zichzelf zorgen
(eten, wassen, aankleden,
en heeft deels hulp nodig.
naar toilet gaan). Is (bijna) volledig
afhankelijk van anderen.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 10
Heeft geen problemen
Kan zelf bepalen hoe en wanneer
Kan deels de hulpvraag bepalen
Is niet in staat zelf de hulpvraag
op gebied van ADL.
hij/zij de hulp wilt ontvangen.
en/of regelen.
te formuleren en/of te regelen.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig 4 - niet van toepassing
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 8 Sociaal netwerk
Er is sprake van een gezond
De cliënt heeft, voor zijn eigen
Er zijn enige contacten.
Heeft weinig sociale contacten
sociaal netwerk. De cliënt voelt
gevoel, voldoende sociale
De cliënt zou graag meer
en er is sprake van ernstige
zich niet eenzaam.
contacten met familie en vrienden.
contacten hebben. Er is sprake van
eenzaamheidsproblematiek
Er is niet echt sprake van
lichte eenzaamheidsproblematiek.
eenzaamheidsproblematiek.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 11
Is in staat het eigen sociale
Is deels in staat zelf het sociale
Is niet in staat zelf het sociale
netwerk te regelen of contacten
netwerk te organiseren
netwerk te te organiseren
aan te gaan.
of sociale contacten aan te gaan.
of sociale contacten aan te gaan.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 9 Mobiliteit
Heeft geen mobiliteitsproblemen.
Kan zich voldoende redden als het
Is beperkt in staat zich (veilig)
Is niet in staat zich (veilig)
Is volledig zelfredzaam
erom gaat zich buitenshuis (veilig)
buitenshuis te verplaatsen.
buitenshuis te verplaatsen.
op dit terrein.
te verplaatsen. Bijvoorbeeld om
Bijvoorbeeld om boodschappen te
Bijvoorbeeld om boodschappen te
boodschappen te doen of naar men-
doen of naar mensen of activiteiten
doen of naar mensen of activiteiten
sen of activiteiten te gaan.
te gaan.
te gaan.
NB: het gaat er niet om of iemand
NB: het gaat er niet om of ieman-
NB: het gaat er niet om of iemand
wel of niet hulpmiddelen heeft of
wel of niet hulpmiddelen heeft of
wel of niet hulpmiddelenheeft of
gebruikt.
gebruikt.
gebruikt.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 12
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Heeft geen mobiliteitsproblemen.
Heeft inzicht in mogelijke
Heeft gedeeltelijk inzicht in
Heeft geen inzicht in mogelijke
oplossingen en/of kan dit zelf
mogelijke oplossingen voor de
oplossingen voor de mobiliteits-
regelen.
mobiliteitsproblemen en/of kan
problemen en/of kan dit zelf niet
dit zelf niet regelen. Bijvoorbeeld
regelen. Bijvoorbeeld een
een hulpmiddel regelen of iemand
hulpmiddel regelen of iemand
vragen mee te gaan.
vragen mee te gaan
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig 4 - niet van toepassing
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3

Levensdomein 10 Financiële situatie
Kan zich financieel goed redden.
Voldoende inkomsten voor basis-
Net voldoende inkomsten
Onvoldoende inkomsten voor het
behoeften en een aantal extra’s.
voor de basisbehoeften.
aanschaffen van basisbehoeften
en/of er is sprake van schulden-
problematiek.
1 - niet 2 - beperkt 3 - voldoende 4 - volledig
Zelfredzaamheid
1 1,5 2 2,5 3 3,5 4
Regelt de financiën en/of
Is gedeeltelijk afhankelijk van
Is afhankelijk van anderen om
Zelfredzaamheid | Zelfredzaamheidsmeter | © Vilans, juni 2013 13
administratie helemaal zelf
anderen om de financiën en/of
de financiën en/of de administratie
en schakelt indien nodig
de administratie te regelen.
te regelen.
of gewenst de juiste hulp in.
1 - geen 2 - beperkt 3 - volledig
Eigen regie
1 1,5 2 2,5 3