13.09.2013 Views

Monumentale kunst in de wederopbouwperiode - Vitruvius

Monumentale kunst in de wederopbouwperiode - Vitruvius

Monumentale kunst in de wederopbouwperiode - Vitruvius

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

RACM,KRIS RODERBURG<br />

M<br />

DRS. F.J. VAN BURKOM – INSTITUUT COLLECTIE NEDERLAND (ICN) M.M.V. MW. DRS. A.M. BLOM – RACM<br />

<strong>Monumentale</strong> <strong>kunst</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong><br />

Er beston<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> naoorlogse<br />

perio<strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>gen en speciale<br />

beroepsverenig<strong>in</strong>gen voor<br />

en <strong>de</strong> overheid stimuleer<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ze zeer sociaal gerichte<br />

<strong>kunst</strong> met behulp van specifieke f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>gen.<br />

Destijds was er om allerlei<br />

re<strong>de</strong>nen sprake van een machtig en sterk<br />

draagvlak, ook bij particuliere opdrachtgevers.<br />

Waarschijnlijk zijn <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> en<br />

<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> monumentale <strong>kunst</strong> <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland is gerealiseerd zelfs uniek <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

wereld. Haar manifestatie was niet zo l<strong>in</strong>ks,<br />

groots en propagandistisch<br />

De monumentale <strong>kunst</strong> na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog kent vele verschijn<strong>in</strong>gsvormen<br />

spectaculair als <strong>in</strong> Mexico (<strong>de</strong><br />

Mexicaanse wand<strong>kunst</strong> was <strong>in</strong><br />

– wandschil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong>, glas- en natuursteenmozaiek, sgrafitto, betonreliëf, baksteenreliëf<br />

Ne<strong>de</strong>rland al voor <strong>de</strong> oorlog<br />

bekend), want Ne<strong>de</strong>rland is een<br />

en wandkeramiek, glas <strong>in</strong> beton om een aantal te noemen – en is buitengewoon actief burgerlijk-monarchale <strong>de</strong>mo-<br />

beoefend geweest. Nu echter is die hele ontwikkel<strong>in</strong>g opvallend genoeg, vrijwel uit het cratie, maar wel m<strong>in</strong>stens zo<br />

collectieve bewustzijn verdwenen en behoren haar resultaten tot <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st beken<strong>de</strong><br />

‘opbouwend’.<br />

naoorlogse <strong>kunst</strong> <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. De monumentale <strong>kunst</strong> uit <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> of Bedreig<strong>de</strong> <strong>kunst</strong><br />

vroeg-naoorlogse jaren (1940-1965) wordt om die re<strong>de</strong>n verwaarloosd, bedreigd en vernietigd. S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren tachtig is al veel<br />

Tijd voor een waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsoffensief. Als opmaat daartoe hebben het Projectteam We<strong>de</strong>r-<br />

aan architectuur en bijbehoren<strong>de</strong><br />

monumentale <strong>kunst</strong> verloren<br />

opbouw van <strong>de</strong> Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten en het gegaan. De <strong>de</strong>confessionalise-<br />

Instituut Collectie Ne<strong>de</strong>rland het rapport <strong>Monumentale</strong> Kunst. Categoriaal on<strong>de</strong>rzoek we<strong>de</strong>rr<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jaren zeventig heeft<br />

opbouw 1940-1965 opgesteld. Dit rapport, geschreven door Frans van Burkom en Yteke<br />

haar tol aan kerken geëist.<br />

De voortduren<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijs-<br />

Spoelstra on<strong>de</strong>r redactie van Anita Blom, is te raadplegen via www.we<strong>de</strong>ropbouw<strong>kunst</strong>.nl vernieuw<strong>in</strong>gen en vergrot<strong>in</strong>gen<br />

van scholen en schoolgebouwen,<br />

34


<strong>de</strong> economische recessie van beg<strong>in</strong> jaren<br />

tachtig (bedrijfssluit<strong>in</strong>gen en sloop van<br />

bedrijfspan<strong>de</strong>n), <strong>de</strong> daarop volgen<strong>de</strong> privatiser<strong>in</strong>gswoe<strong>de</strong>s<br />

van overheidsdiensten en zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

(sloop en vervreemd<strong>in</strong>g van<br />

gemeentelijke en rijksgebouwen): alles leek<br />

er – bewust of onbewust – slechts op gericht<br />

<strong>de</strong> jongste geschie<strong>de</strong>nis met haar architectuur<br />

en <strong>de</strong> daar<strong>in</strong> aanwezige <strong>kunst</strong>toepass<strong>in</strong>gen<br />

op te ruimen.<br />

De huidige golf van vernieuwbouw, die<br />

samenhangt met <strong>de</strong> afschrijv<strong>in</strong>g van vooral<br />

<strong>de</strong> won<strong>in</strong>gbouw uit <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong><br />

en die hele stadswijken treft, lijkt echter toch<br />

het bewustzijn losgemaakt te hebben, dat een<br />

zo totaal raseren van het verle<strong>de</strong>n niet (meer)<br />

opweegt tegen <strong>de</strong> economische voor<strong>de</strong>len van<br />

nieuwbouw. ‘Lokaal verle<strong>de</strong>n’ of ‘i<strong>de</strong>ntiteit’<br />

blijkt ook een kwaliteit te zijn, die <strong>in</strong>gezet<br />

kan wor<strong>de</strong>n als een wapen <strong>in</strong> <strong>de</strong> strijd tegen<br />

verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, anonimiser<strong>in</strong>g en ghetto-vorm<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk.<br />

Juist <strong>de</strong> wat ou<strong>de</strong>re we<strong>de</strong>ropbouwarchitectuur<br />

met haar vaak formele eigenz<strong>in</strong>nigheid<br />

(eer<strong>de</strong>r juist een re<strong>de</strong>n tot sloop) blijkt een<br />

grote pragmatische én semantische rol te<br />

kunnen spelen bij het weer doen ontstaan<br />

van ‘groepsi<strong>de</strong>ntiteit’ en ‘wortel<strong>in</strong>g’.<br />

Bovendien heeft <strong>de</strong> jongste tijd volop<br />

geleerd, dat sloop niet automatisch betekent<br />

dat er iets beters voor terugkomt. En wat <strong>de</strong><br />

daar aanwezige monumentale <strong>kunst</strong> betreft:<br />

bewoners van we<strong>de</strong>ropbouwwijken blijken<br />

SAMENVATTING<br />

De toepass<strong>in</strong>g van monumentale <strong>kunst</strong> <strong>in</strong><br />

en aan gebouwen kunnen we een typisch<br />

fenomeen uit <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong><br />

noemen. Dit erfgoed wordt nu bedreigd,<br />

evenals <strong>de</strong> gebouwen waarvan zij meestel<br />

een nagelvast on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormen. Het is<br />

soms gebrek aan waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, maar meestal<br />

<strong>de</strong> onbekendheid van <strong>de</strong> aanwezigheid van<br />

<strong>de</strong> monumentale <strong>kunst</strong> die haar zo kwetsbaar<br />

maakt. Het Instituut Collectie<br />

Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Rijksdienst voor<br />

Archeologie, Cultuurlandschap en<br />

Monumenten beste<strong>de</strong>n aandacht aan dit<br />

bijzon<strong>de</strong>re cultureel erfgoed. Dit betekent<br />

<strong>in</strong>ventariseren en waar<strong>de</strong>ren, maar ook<br />

adviser<strong>in</strong>g over <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g. Van groot<br />

belang hierbij is <strong>de</strong> publieksvoorlicht<strong>in</strong>g<br />

over <strong>de</strong> betekenis van monumentale <strong>kunst</strong><br />

voor en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> ervan voor <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g.<br />

VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

<strong>de</strong>sgevraagd vaak m<strong>in</strong><strong>de</strong>r onverschillig te<br />

staan tegenover <strong>de</strong> <strong>in</strong> hun wijken aanwezige<br />

<strong>kunst</strong>toepass<strong>in</strong>gen.<br />

Dat blijkt aldoor uit <strong>de</strong> protesten die rijzen,<br />

wanneer iets plotsel<strong>in</strong>g gesloopt is. Juist zij<br />

blijken makkelijk enthousiast te maken voor<br />

behoud, wanneer relevante <strong>in</strong>formatie wordt<br />

gegeven. Want het werkelijke probleem is<br />

meestal dat men <strong>de</strong> <strong>kunst</strong> niet kan plaatsen<br />

35<br />

omdat men niet weet wat het is en het ook<br />

aan niemand kan vragen.<br />

Behalve het bevor<strong>de</strong>ren van het directe fysieke<br />

behoud van <strong>de</strong>ze kwetsbare gebruiks<strong>kunst</strong> en<br />

het toegankelijk maken of hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

werken, is dus vooral het vermeer<strong>de</strong>ren en<br />

uitdragen van kennis erover van belang;<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> kennis op collectieniveau<br />

(het gehele veld), maar ook meer gebruiksgerichte<br />

kennis op objectniveau. De monumen-<br />

IN HET TRAPPENHUIS VAN HET VOORMALIGE LTS PATRIMONIUM IN AMSTERDAM BEVINDEN<br />

ZICH OVER DE VOLLE HOOGTE DIVERSE GEGOTEN BETONRELIËFS MET VOORSTELLINGEN<br />

VAN TECHNISCHE BEROEPEN EN MACHINERIËN.<br />

RACM, KRIS RODERBURG


M<br />

tale <strong>kunst</strong> van <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw is immers<br />

een ‘sociale <strong>kunst</strong>’. Het zou een gemiste kans<br />

zijn een potentieel nieuw sociaal draagvlak<br />

ervoor te veronachtzamen. Want alleen zó<br />

kan <strong>de</strong>ze <strong>kunst</strong> weer ‘zichtbaar’ wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt. Pas wanneer iets weer kenbaar en<br />

zichtbaar is, zijn oor<strong>de</strong>len mogelijk en kunnen<br />

waar<strong>de</strong>n en kwaliteiten wor<strong>de</strong>n afgewogen.<br />

Zo kunnen bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong> keuzes wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt. Dat is noodzakelijk, want niet<br />

alles kan blijven bestaan.<br />

Collectief vergeten geschie<strong>de</strong>nis<br />

De we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> ligt nu an<strong>de</strong>rhalf<br />

tot twee generaties achter ons en juist <strong>de</strong><br />

<strong>kunst</strong> uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> is <strong>in</strong> al haar aspecten<br />

vooral ‘vergeten geschie<strong>de</strong>nis’ gewor<strong>de</strong>n.<br />

Verbazend is dat niet, want Ne<strong>de</strong>rland, dat <strong>de</strong><br />

pretentie heeft altijd ‘wor<strong>de</strong>nd’ te zijn, bezit<br />

geen sterk ontwikkeld algemeen cultuurbewustzijn<br />

of -geheugen. De monumentale<br />

<strong>kunst</strong> verloor haar culturele en materiële<br />

gebon<strong>de</strong>nheid en draagvlak na 1965 echter <strong>in</strong><br />

zó opvallend snelle mate, dat er meer aan <strong>de</strong><br />

hand moet zijn geweest. Men kan zelfs van<br />

een werkelijke paradigmaveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g spreken:<br />

<strong>de</strong> cultuur klapte letterlijk om. Bijna al<br />

het voorafgaan<strong>de</strong> werd door <strong>de</strong> jongeren – <strong>de</strong><br />

revolteren<strong>de</strong> generatie van 1968 – als afgesloten<br />

en ou<strong>de</strong>rwets beschouwd. Deze jeugdrevolutie<br />

was echter <strong>de</strong> afsluit<strong>in</strong>g van een<br />

proces dat al <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig merkbaar<br />

werd. De verschuiv<strong>in</strong>g was typisch westers,<br />

fundamenteler dan alleen ‘anti-autoritair’ en<br />

l<strong>in</strong>ks, en dus niét kenmerkend voor alleen<br />

Ne<strong>de</strong>rland. De canon van <strong>de</strong> <strong>kunst</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

en ook het <strong>in</strong>ternationale centrum van <strong>de</strong><br />

beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>kunst</strong> verschoof van het existentialistische,<br />

tragische Parijs naar het optimistische,<br />

jeugdige en consumentistische New<br />

York of het sw<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> Lon<strong>de</strong>n.<br />

Ook <strong>de</strong> taal waar<strong>in</strong> over beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>kunst</strong><br />

werd gecommuniceerd veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> van Frans<br />

naar Engels, zoals uit <strong>de</strong> samenvatt<strong>in</strong>gen van<br />

het <strong>de</strong>stijds enige tijdschrift voor mo<strong>de</strong>rne<br />

<strong>kunst</strong> Museumjournaal blijkt. Plotsel<strong>in</strong>g verscheen<br />

een geheel nieuwe, Amerikaans/<br />

Europese avantgar<strong>de</strong> van ‘bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong> en<br />

bere<strong>de</strong>neerbare <strong>kunst</strong>’: pop art, happen<strong>in</strong>gs,<br />

environments, actie<strong>kunst</strong>, het concrete realisme<br />

van Zero en Nul, colorfield en har<strong>de</strong>dge<br />

schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong>, m<strong>in</strong>imal art, land art,<br />

conceptuele <strong>kunst</strong>.<br />

De <strong>kunst</strong> verliet voor zijn presentatie <strong>de</strong>els<br />

<strong>de</strong> musea en schoof <strong>de</strong> straat op, zoals <strong>de</strong><br />

monumentale gebon<strong>de</strong>n <strong>kunst</strong> toen voor zijn<br />

‘presentatie’ ook het gebouw (het architectonische<br />

object) begon los te laten en opg<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

<strong>de</strong> gebouw<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g. Algemeen doorbrak<br />

<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>kunst</strong> op allerlei niveaus <strong>de</strong><br />

voor haar geijkte begrenz<strong>in</strong>gen.<br />

De conceptuele <strong>kunst</strong> (of i<strong>de</strong>eën<strong>kunst</strong>) doorbrak<br />

zelfs <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> fysieke en zichtbare<br />

materialiteit van het ‘object’, ze werd<br />

‘<strong>de</strong>nkbaar’ en ‘voorstelbaar’ en ‘<strong>de</strong>-materialiseer<strong>de</strong>’.<br />

( Lucy Lippard’s baanbreken<strong>de</strong> Six<br />

Years: The <strong>de</strong>-materialization of the artobject<br />

verscheen <strong>in</strong> 1966). Alles kon <strong>kunst</strong> zijn (en<br />

ook ie<strong>de</strong>reen <strong>kunst</strong>enaar.) Omstreeks het<br />

mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren zestig werd zelfs <strong>de</strong><br />

‘vrije schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong>’ dood verklaard.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ‘ontgrens<strong>de</strong>’ jaren zeventig<br />

verschenen geen overzichtsboeken van<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>kunst</strong>. Het nationale of cultuureigene<br />

werd algemeen beschouwd als ultraconservatief<br />

en reactionair. Kunst was <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek<br />

<strong>in</strong>ternationaal, want zoals ook geproclameerd<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> conceptuele <strong>kunst</strong>: ‘verbeeld<strong>in</strong>g<br />

is grenzeloos’.<br />

De handboeken of overzichtspublicaties uit<br />

<strong>de</strong> jaren vijftig en jaren zestig belichtten groten<strong>de</strong>els<br />

an<strong>de</strong>re <strong>kunst</strong>enaars, dan <strong>de</strong> handboeken<br />

en overzichten die voor het eerst<br />

weer <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig begonnen te verschijnen.<br />

Die latere handboeken vertellen ook een<br />

án<strong>de</strong>re <strong>kunst</strong>geschie<strong>de</strong>nis, gaan uit van een<br />

an<strong>de</strong>re canon, dan <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re, die vooral<br />

gericht was op figuratie: namelijk die van een<br />

veelvormig mo<strong>de</strong>rnisme dat uitloopt op<br />

36<br />

abstracte en concrete <strong>kunst</strong>. De kennis van<br />

<strong>de</strong> naoorlogse figuratieve traditie was <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls<br />

vrijwel verloren gegaan, en zo er al naar<br />

gekeken werd, dan paste die <strong>kunst</strong> niet meer<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe canon.<br />

Onbesprokenheid betekent <strong>in</strong> dit geval hetzelf<strong>de</strong><br />

als onzichtbaarheid: het een genereert<br />

het an<strong>de</strong>r. En als het gaat om monumentale<br />

<strong>kunst</strong>, dan was <strong>de</strong>ze toch al vaak fysiek<br />

onzichtbaar, doordat <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>werken vaak<br />

‘b<strong>in</strong>nen zitten’. Er is dus gelijktijdig zowel<br />

sprake geweest van een <strong>in</strong>tense vorm van<br />

actief vergeten en verdr<strong>in</strong>gen, als van statusen<br />

i<strong>de</strong>ntiteitsverlies en verlies van attentiewaar<strong>de</strong><br />

van het object.<br />

VENSTER MET GLASAPPLIQUE VAN KAREL APPEL IN DE PAASKERK IN ZAANDAM.<br />

FOTO RACM, KRIS RODERBURG<br />

Hernieuw<strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g<br />

Vanaf medio jaren tachtig wer<strong>de</strong>n echter ook<br />

al weer verschuiv<strong>in</strong>gen zichtbaar, samenhangend<br />

met het ook daarom zo genoem<strong>de</strong> postmo<strong>de</strong>rnisme.<br />

Het bracht <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische<br />

belangstell<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> <strong>kunst</strong> uit <strong>de</strong> vroegnaoologse<br />

perio<strong>de</strong> op <strong>kunst</strong>- en architectuurhistorisch<br />

niveau weer terug, met zijn accent<br />

op <strong>de</strong> ‘meervoudigheid van <strong>de</strong> waarheid’, zijn<br />

historische en psychologische <strong>in</strong>teressen,<br />

zich vooral uitend <strong>in</strong> archiefon<strong>de</strong>rzoek, zijn<br />

relaties tussen taal, cognitie en beeld. In die<br />

context groei<strong>de</strong> ook belangstell<strong>in</strong>g voor<br />

an<strong>de</strong>re vormen van historische beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

<strong>kunst</strong> dan alleen <strong>de</strong> ongebon<strong>de</strong>n, autonome<br />

<strong>kunst</strong>. Een relatief vroege (aca<strong>de</strong>mische)


publicatie waar<strong>in</strong> weer aandacht wordt<br />

gevraagd voor <strong>de</strong> monumentale <strong>kunst</strong> De<br />

doorbraak van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>kunst</strong> <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland –<br />

<strong>de</strong> jaren 1945-1951 verscheen <strong>in</strong> 1984.<br />

E<strong>in</strong>d jaren tachtig ontwaakte <strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g<br />

voor <strong>de</strong> jaren vijftig meer algemeen, ook<br />

die voor (figuratieve) beeldhouw<strong>kunst</strong> en<br />

verschenen <strong>de</strong> eerste publicaties over <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> percentageregel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

relatie tot <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw én over <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw<strong>kunst</strong><br />

zelf. Op abstract-structureel<br />

niveau bekeken is ook dit weer te <strong>in</strong>terpreteren<br />

als een ‘generatiegebon<strong>de</strong>n’ golfbeweg<strong>in</strong>g,<br />

hoe complex ver<strong>de</strong>r ook. De babyboom-<br />

generatie (1945-50) die <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw na<br />

<strong>de</strong> oorlog <strong>in</strong> het werk van <strong>de</strong> generatie van<br />

haar eigen ou<strong>de</strong>rs en grootou<strong>de</strong>rs had zien<br />

ontstaan, <strong>in</strong> haar jeugd alle aspecten van <strong>de</strong><br />

vormgev<strong>in</strong>g daarvan had ervaren en beleefd<br />

en er <strong>in</strong> haar vroege volwassenheid afstand<br />

van had genomen, keert er nu, als beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong><br />

senioren naar terug en haar ‘uitgevlogen’<br />

jongeren blijken – niet onvoorspelbaar maar<br />

altijd weer verrassend – geïnteresseerd <strong>in</strong> het<br />

werk van hun grootou<strong>de</strong>rs.<br />

De monumentale <strong>kunst</strong> en het specifieke<br />

overheidsbeleid dat eraan ten grondslag heeft<br />

gelegen, behoren tot typisch sociaal-culturele,<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse cultuuruit<strong>in</strong>gen en bei<strong>de</strong><br />

VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

zou<strong>de</strong>n dus ook beschouwd moeten wor<strong>de</strong>n<br />

als waar<strong>de</strong>vol cultureel erfgoed. Overheidsbeleid<br />

wordt echter zel<strong>de</strong>n beschouwd als<br />

cultureel erfgoed (hoewel er natuurlijk wel<br />

over wordt gepubliceerd), omdat het hogelijk<br />

abstract of ongrijpbaar is. Het kan alleen<br />

aanschouwelijk en grijpbaar wor<strong>de</strong>n gemaakt<br />

<strong>in</strong> zijn resultaten, c.q. <strong>in</strong> <strong>de</strong> eruit resulteren<strong>de</strong><br />

<strong>kunst</strong>toepass<strong>in</strong>gen. Dat is nog een re<strong>de</strong>n<br />

temeer daarmee voorzichtig en zorgvuldig<br />

om te gaan. Het is nog niet te laat en welbeschouwd<br />

geven <strong>de</strong> huidige ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

re<strong>de</strong>n tot gematigd optimisme als het gaat<br />

om het wekken van belangstell<strong>in</strong>g en het<br />

bouwen van nieuw draagvlak, resulterend <strong>in</strong><br />

bescherm<strong>in</strong>g, handhav<strong>in</strong>g, verplaats<strong>in</strong>g of<br />

hergebruik.<br />

Waar<strong>de</strong>ren van monumentale <strong>kunst</strong><br />

Bij monumentale <strong>kunst</strong> gaat het om een<br />

vorm van <strong>kunst</strong>, die b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> algemene<br />

context van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>kunst</strong> zelf een categorie<br />

vertegenwoordigt, namelijk die van <strong>de</strong><br />

‘niet-vrije, gebon<strong>de</strong>n- of gebruiks<strong>kunst</strong> <strong>in</strong><br />

een architectonische sett<strong>in</strong>g’. Met het begrip<br />

‘niet-vrij’ maakt ze feitelijk <strong>de</strong>el uit van een<br />

ensemble en als zodanig is ze ook fysiek<br />

onzelfstandig, want buiten het ensemble<br />

– namelijk buiten <strong>de</strong> nagelvaste context van<br />

<strong>de</strong> architectuur – kan ze slechts on<strong>de</strong>r zeer<br />

bepaal<strong>de</strong>, gecontroleer<strong>de</strong> condities blijven<br />

37<br />

bestaan. De onzelfstandigheid geldt niet<br />

alleen <strong>de</strong> fysieke materialiteit van het object<br />

(<strong>de</strong> afmet<strong>in</strong>gen en het gewicht ervan wanneer<br />

het eenmaal is losgemaakt), ze geldt ook voor<br />

<strong>de</strong> plaatsgebon<strong>de</strong>n ‘metafysische’ specifiteit<br />

van vorm en betekenis. Losgemaakt uit zijn<br />

ensemblecontext verliest het werk zijn vaak<br />

bedoel<strong>de</strong> functie van ‘explicateur’ van functie<br />

of bedoel<strong>in</strong>g van het gebouw.<br />

Voor vrije <strong>kunst</strong> gel<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gscriteria<br />

dan voor gebon<strong>de</strong>n <strong>kunst</strong>: zelfrealiser<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>enaar, prototypische<br />

vernieuw<strong>in</strong>g van vorm, materiaal of <strong>in</strong>houd/<br />

conceptie, verkoopsucces op <strong>de</strong> markt,<br />

succesvolle galerie- of museale tentoonstell<strong>in</strong>gen.<br />

Afgezien van <strong>de</strong> marktspecifieke kanten<br />

ervan ontleent geslaag<strong>de</strong> monumentale<br />

<strong>kunst</strong> zijn belang en waar<strong>de</strong> daaraan <strong>de</strong>els<br />

ook, maar vooral aan <strong>de</strong> mate van succes<br />

waarmee aan het relationele ensembleaspect<br />

werd vormgegeven.<br />

De gebon<strong>de</strong>nheid van dit soort werk komt<br />

ook nog op een an<strong>de</strong>re manier tot uit<strong>in</strong>g: <strong>de</strong><br />

immobiliseren<strong>de</strong> omvang ervan maakt dat<br />

objecten van wand<strong>kunst</strong> vrijwel ‘onverzamelbaar’<br />

zijn, dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot objecten<br />

van ‘vrije <strong>kunst</strong>’. In musea ontbreken verplaatste<br />

werken van <strong>de</strong>ze categorie echter<br />

vrijwel geheel en. Afgezien van zeldzame<br />

probeersels op <strong>in</strong>ternetveil<strong>in</strong>gsites, wordt er<br />

ook geen succesvolle han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> bedreven. De<br />

door <strong>de</strong> reguliere <strong>kunst</strong>han<strong>de</strong>l of door veil<strong>in</strong>ghuizen<br />

gegeven f<strong>in</strong>anciële taxaties zijn<br />

feitelijk dan ook irrelevant en zelfs contraproductief:<br />

er is geen han<strong>de</strong>l <strong>in</strong>, dus is er ook<br />

van een ‘ruilwaar<strong>de</strong>’ geen sprake. Dit wordt<br />

dan als argument gebruikt om niet over te<br />

hoeven gaan tot het maken van – hogere –<br />

verplaats<strong>in</strong>gs- of restauratiekosten. Door<br />

<strong>de</strong>ze economische argumenten kan <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>han<strong>de</strong>l<br />

een <strong>de</strong>structieve rol spelen <strong>in</strong> het<br />

behoud van nagelvaste <strong>kunst</strong>toepass<strong>in</strong>gen.<br />

<strong>Monumentale</strong> <strong>kunst</strong> is door zijn gebon<strong>de</strong>nheid<br />

enerzijds afhankelijk van <strong>de</strong> architectonische<br />

theorievorm<strong>in</strong>g en -praktijk en an<strong>de</strong>rzijds<br />

van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>kunst</strong> <strong>in</strong> al haar theoretische,<br />

beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> en materiële veran<strong>de</strong>rlijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> één van <strong>de</strong>ze<br />

bei<strong>de</strong> polariteiten hebben dan ook directe<br />

gevolgen voor <strong>de</strong> concepties en <strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong> monumentale <strong>kunst</strong>. Daarmee samenhangend,<br />

maar <strong>in</strong> een weer iets an<strong>de</strong>re positie<br />

geplaatst, is er nog een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> polariteit: die<br />

van <strong>de</strong> extreem tijdsgebon<strong>de</strong>n (‘modieuze’)<br />

opvatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terieurarchitect over<br />

<strong>de</strong> afwerk<strong>in</strong>gen van het <strong>in</strong>terieur (kleur-,<br />

materiaalgebruik van wand- en vloerafwerk<strong>in</strong>gen,<br />

verlicht<strong>in</strong>g, meubiler<strong>in</strong>g). Daarmee<br />

zag <strong>de</strong> monumentale <strong>kunst</strong>enaar zich ook


GLAS-IN-LOODRAMEN VAN EUGÈNE LAUDY, H.H. ANTONIUS EN LODEWIJKKERK IN DEN HAAG<br />

VAN DE ARCHITECTEN F. PEUTZ EN W. WOUTERS. FOTO: RACM, JAN VAN GALEN


M<br />

RACM, KRIS RODERBURG<br />

geconfronteerd en daarmee zal hij even actief<br />

reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n hebben. Interieurs zijn<br />

qualitate qua dynamisch en veran<strong>de</strong>rlijk en<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen daar<strong>in</strong> aangebracht hebben<br />

dus steeds uitwerk<strong>in</strong>g op het toch al kwetsbare<br />

ensemble. Een belangrijke vraag zal dus<br />

ook altijd moeten zijn, waar je als huidige<br />

waarnemer naar kijkt en <strong>in</strong> hoeverre hetgeen<br />

waargenomen wordt nog strookt met <strong>de</strong><br />

oorspronkelijke bedoel<strong>in</strong>gen: <strong>de</strong> vraag dus<br />

naar <strong>de</strong> gaafheid en herkenbaarheid van het<br />

concept en zijn uitvoer<strong>in</strong>g<br />

Tenslotte <strong>de</strong> meest subtiele verschillen <strong>in</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tussen vrije <strong>kunst</strong> en monumentale<br />

<strong>kunst</strong>, die van <strong>de</strong> mate van vrijheid van <strong>de</strong><br />

<strong>kunst</strong>enaar. Vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> concept of uitvoer<strong>in</strong>g<br />

tel<strong>de</strong> weliswaar mee, maar het moest<br />

ook weer niet te ver gaan. Een monumentaal<br />

<strong>kunst</strong>werk, dat vaak uit collectieve mid<strong>de</strong>len<br />

werd gerealiseerd, was on<strong>de</strong>rhevig aan <strong>de</strong><br />

goedkeur<strong>in</strong>g van adviescommissies, <strong>de</strong> toestemm<strong>in</strong>g<br />

van opdrachtgevers en <strong>de</strong> al dan<br />

niet loyale me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van architecten.<br />

Individuele vrijheid of creatieve vormvernieuw<strong>in</strong>g<br />

stond b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze collectieve<br />

context vaak dus juist niét voorop: het werk<br />

moest voldoen aan allerlei verwacht<strong>in</strong>gen<br />

VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

van an<strong>de</strong>ren dan <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>enaar zelf.<br />

Kunstenaars <strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>n die verwacht<strong>in</strong>gen<br />

dus vaak ook. Men wil<strong>de</strong>, ook omwille<br />

van nieuwe opdrachten, zijn opdrachtgevers<br />

tevre<strong>de</strong>n stellen. De oploss<strong>in</strong>gen richtten<br />

zich dus ook daarop. Dat verklaart <strong>de</strong>els <strong>de</strong><br />

kwaliteitsverschillen, die soms aantoonbaar<br />

zijn b<strong>in</strong>nen het oeuvre van één en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

<strong>kunst</strong>enaar en <strong>de</strong> soms opvallen<strong>de</strong> stilistische<br />

diversiteit ervan.<br />

Wil men dan <strong>in</strong> staat zijn een bepaald gebon<strong>de</strong>n<br />

<strong>kunst</strong>werk van een bepaal<strong>de</strong> <strong>kunst</strong>enaar<br />

werkelijk kwalitatief op zijn merites te<br />

wegen, <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>- of culturele waar<strong>de</strong> ervan<br />

bepalen, dan moet er niet alleen <strong>in</strong>zicht zijn<br />

<strong>in</strong> al die relationele processen en on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge<br />

afhankelijkhe<strong>de</strong>n, maar ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> eigenheid<br />

van het specifieke <strong>kunst</strong>enaarschap, <strong>de</strong> mate<br />

waar<strong>in</strong> dat zich afhankelijk maakte van eisen<br />

en beïnvloed<strong>in</strong>gen. Dat laatste is echter<br />

alleen dan mogelijk wanneer er <strong>in</strong>zicht<br />

bestaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het<br />

oeuvre van <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>enaar <strong>in</strong> kwestie en van<br />

<strong>de</strong> plaats die zijn of haar gebon<strong>de</strong>n werk<br />

daar<strong>in</strong> <strong>in</strong>neemt. Dat soort <strong>in</strong>zichten ontbreekt<br />

echter vaak nog, want <strong>kunst</strong>historisch<br />

gesproken zijn er kennisachterstan<strong>de</strong>n van<br />

40<br />

tientallen jaren op dit terre<strong>in</strong>. Zoals eer<strong>de</strong>r al<br />

aangegeven: het gros van <strong>de</strong> ‘we<strong>de</strong>ropbouw<strong>kunst</strong>enaars’<br />

is na 1970 ‘uit <strong>de</strong> canon gevallen’.<br />

Zelfs van <strong>kunst</strong>enaars van wie nu al wel<br />

dui<strong>de</strong>lijk is dat ze grote talenten waren, al<br />

was het alleen maar omdat ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd zelf zo<br />

beschouwd wer<strong>de</strong>n: Berend Hendriks, Nico<br />

Wijnberg, Lex Horn, Louis van Roo<strong>de</strong>,<br />

Wally Elenbaas, Jan Groeneste<strong>in</strong>, Ap Muis,<br />

Harry op <strong>de</strong> Laak, Dick Elffers, om er maar<br />

heel enkelen te noemen, mankeren toegankelijke<br />

en bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong> oeuvreoverzichten.<br />

En als ze er zijn, dan ontbreekt vaak hun<br />

monumentale werk of wordt daar slechts zeer<br />

summier aandacht aan gegeven. Een meer<br />

specifiek <strong>kunst</strong>historisch waar<strong>de</strong>stellend<br />

ka<strong>de</strong>r gericht op monumentale <strong>kunst</strong> ontbreekt<br />

vooralsnog óók, terwijl tevens het<br />

architectonisch waar<strong>de</strong>stellend ka<strong>de</strong>r daarvoor<br />

tot nog toe te we<strong>in</strong>ig dienstig is geweest.<br />

Ter doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> abstractie van het<br />

verhaal ten slotte nog twee voorbeel<strong>de</strong>n van<br />

typische we<strong>de</strong>ropbouw-ensembles: het<br />

Prov<strong>in</strong>ciehuis van Gel<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> Arnhem,<br />

opgeleverd <strong>in</strong> 1954 en <strong>de</strong> Lagere Technische<br />

School van <strong>de</strong> Christelijke Sticht<strong>in</strong>g<br />

Patrimonium <strong>in</strong> Amsterdam (nu ROC ASA)<br />

uit 1956.<br />

VOORMALIGE LTS PATRIMONIUM IN AMSTERDAM, NU ROC ASA OOST VAN DE ARCHITECTEN J.B. INGWERSEN, C. DE GEUS UIT 1956.


RACM, KA.J. VAN DER WAL<br />

Prov<strong>in</strong>ciehuis Arnhem<br />

De prov<strong>in</strong>cie Gel<strong>de</strong>rland kreeg <strong>in</strong> 1946 <strong>de</strong><br />

vrijheid van het rijk om ‘voor <strong>de</strong> eerste keer<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het kon<strong>in</strong>krijk’ een<br />

eigen monumentaal Huis <strong>de</strong>r Prov<strong>in</strong>cie te<br />

mogen bouwen, De prov<strong>in</strong>cie had <strong>de</strong><br />

opdracht vergeven aan (<strong>de</strong> latere rijksbouwmeester)<br />

Jo Vegter en diens technische<br />

co-architect H.Brouwer. Dezen ontwierpen<br />

het imposante gebouw naast <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse<br />

Sabelpoort aan <strong>de</strong> Markt, met uitzicht over<br />

<strong>de</strong> Rijn. Vegter was een traditionalist, die<br />

zich hier ontwikkel<strong>de</strong> tot ‘shake-hands’<br />

architect door typische aspecten van het<br />

vooroorlogse Nieuwe Bouwen – platte daken<br />

en grote raampartijen – te comb<strong>in</strong>eren met<br />

een zeer <strong>de</strong>coratief en monumentaal gebruik<br />

van baksteen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevels.<br />

De vijf bouwlagen zijn gegroepeerd rond een<br />

centrale hof, <strong>de</strong> entreehall werkt daarbij als<br />

‘een ruwe grot met trappen het licht tegemoet’,<br />

naar <strong>de</strong> piano nobile met Statenzaal en<br />

noord- en zuidgalerij. Zowel uitwendig als<br />

<strong>in</strong>wendig is het Huis van grote hoeveelhe<strong>de</strong>n<br />

<strong>kunst</strong> voorzien. De <strong>kunst</strong>werken zijn vooral<br />

afkomstig van schenk<strong>in</strong>gen, gedaan door<br />

grote <strong>in</strong> Gel<strong>de</strong>rland gevestig<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrieën of<br />

VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

PROVINCIEHUIS TE ARNHEM, ARCHITECTEN: J.J.M. VEGTER EN H. BROUWER<br />

bestuurs- en nutsorganisaties. Het Rijk<br />

schonk een bronzen balconhek (een opvallend<br />

ornamenteel ontwerp van <strong>de</strong> Bergense<br />

beeldhouwer Willem Reijers) en een stenen<br />

wapen<strong>de</strong>coratie aan <strong>de</strong> voorgevel (ook van<br />

Reijers). De ver<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> bouw betrokken<br />

<strong>kunst</strong>enaars wer<strong>de</strong>n aangezocht door een<br />

speciaal aangestel<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>ator/adviseur,<br />

Bram Hammacher, <strong>in</strong>vloedrijk <strong>kunst</strong>criticus/auteur<br />

en s<strong>in</strong>ds 1947 directeur van het<br />

Rijksmuseum Kröller-Müller. Hammacher<br />

was door zijn niet aflaten<strong>de</strong> streven zijn eigen<br />

museum van een <strong>in</strong>ternationale beel<strong>de</strong>ntu<strong>in</strong><br />

te voorzien, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r geïnteresseerd<br />

<strong>in</strong> sculptuur. 15 Ne<strong>de</strong>rlandse beeldhouwers<br />

lever<strong>de</strong>n werken: van zeer geavanceerdabstract<br />

en zelfs omstre<strong>de</strong>n (Bill Couzijn,<br />

Hans Verhulst, Carel Kneulman, Piet van<br />

Stuivenberg en John Grosman), tot <strong>de</strong> haute<br />

volée classique van <strong>de</strong> Amsterdamse Rijksaca<strong>de</strong>mie<br />

(Han Wezelaar, Piet Esser. De<br />

opdrachten varieer<strong>de</strong>n van monumentale<br />

fonte<strong>in</strong>beel<strong>de</strong>n (Esser op <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenhof,<br />

Fri Heil op <strong>de</strong> begane grond), een serie<br />

abstracte on<strong>de</strong>rraamsfriezen langs <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenhof<br />

(Couzijn, Verhulst, Kneulman, Grosman),<br />

abstracte betonnen wandsteentjes (Van<br />

Stuivenberg, Verhulst en Kneulman) tot<br />

41<br />

<strong>de</strong>coratieve bronzen schikgod<strong>in</strong>netjes (Everd<strong>in</strong>e<br />

Henny <strong>in</strong> <strong>de</strong> Commissariskamer).<br />

De enorme natuursteenmozaieken van <strong>de</strong><br />

jonge Rotterdamse graficus Wally Elenbaas<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> Noord- en Zuidgalerij zijn eigenlijk <strong>de</strong><br />

enige voorbeel<strong>de</strong>n van werkelijk nagelvaste<br />

monumentale <strong>kunst</strong>. Met Elenbaas had<br />

Hammacher een risico genomen, want <strong>de</strong>ze<br />

gewezen communistische arbei<strong>de</strong>rsfotograaf<br />

en voormalig lid van <strong>de</strong> Rotterdamse groep r,<br />

had tot dan toe nog we<strong>in</strong>ig monumentaal<br />

werk laten zien. ‘Mobiele fresco’s’, zoals<br />

tappisserie vaak werd omschreven, zijn er<br />

overigens ook Zo zijn er wandtapijten van<br />

Lex Horn (VbMK), van Piet Donk en van <strong>de</strong><br />

Belgische abstract Michel Seuphor, en vloertapijten<br />

van Kitty van <strong>de</strong>r Mijll-Dekker,<br />

Herman Scholten en Desirée Scholten-van<br />

<strong>de</strong> Rivière.<br />

In comb<strong>in</strong>atie met <strong>de</strong> voorbeeldig <strong>in</strong>gerichte<br />

b<strong>in</strong>nenruimtes (<strong>in</strong>terieurarchitect T.T. Deurvorst)<br />

heeft het geheel nu bijna een museale<br />

allure en is het te beschouwen als een zeer<br />

fraaie opeenvolg<strong>in</strong>g van ‘historische b<strong>in</strong>nenruimten’,<br />

met een voor <strong>de</strong> vroege jaren vijftig<br />

opvallen<strong>de</strong> en uitzon<strong>de</strong>rlijke kwantiteit aan<br />

abstracte <strong>kunst</strong>.


M VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

RACM, A.J. VAN DER WAL<br />

DE ZUIDGALLERIJ VAN HET PROVINCIEHUIS MET OP DE ACHTERGROND HET NATUURSTEENMOZAIEK VAN WALLY ELENBAAS.<br />

LINKS BIJ DE OPGANG NAAR DE STATENZAAL DE BALUSTRADE VAN TITUS LEESER.<br />

Voormalige LTS Amsterdam<br />

Het ensemble dat <strong>de</strong> LTS van Patrimonium<br />

aan <strong>de</strong> Amsterdamse Wibautstraat te zien<br />

geeft, is uiteraard van een an<strong>de</strong>r niveau, maar<br />

<strong>in</strong> zijn soort m<strong>in</strong>stens zo <strong>in</strong>teressant. In zijn<br />

architectonische ontwerp gaf <strong>de</strong> jonge Ben<br />

Ingwersen blijk van een grote bewon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

voor het werk van <strong>de</strong> Fransman Le<br />

Corbusier, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r zijn won<strong>in</strong>gbouw<br />

<strong>in</strong> Marseille. Ingwersen g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zee met een<br />

VbMK-monumentalist van katholieke huize,<br />

Harry op <strong>de</strong> Laak en liet hem experimenteren<br />

met een techniek waarmee op dat<br />

moment <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland nog nauwelijks ervar<strong>in</strong>g<br />

was: <strong>in</strong> <strong>de</strong> glijbekist<strong>in</strong>g gegoten betonreliëf.<br />

Op <strong>de</strong> Laak bracht over <strong>de</strong> volle hoogte<br />

van <strong>de</strong> wand van het centrale trappenhuis uit<br />

latten getimmer<strong>de</strong> contrareliëfs aan van kranen<br />

en mach<strong>in</strong>e on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len, die na het lossen<br />

van <strong>de</strong> bekist<strong>in</strong>g <strong>in</strong> negatief <strong>in</strong> het vlak bleven<br />

staan. Ook el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het gebouw bracht<br />

hij <strong>de</strong>rgelijke reliëfs aan, die later gepolychromeerd<br />

wer<strong>de</strong>n. Beel<strong>de</strong>nd zijn die vaak<br />

van een kwaliteit die aan die van Puristen als<br />

Léger (of het picturale werk van Le<br />

Corbusier zelf) doen <strong>de</strong>nken. Buiten <strong>de</strong><br />

school, aan het e<strong>in</strong>d van een hell<strong>in</strong>gbaan naar<br />

het souterra<strong>in</strong>, speel<strong>de</strong> Op <strong>de</strong> Laak een spelletje<br />

met Ingwersen’s verer<strong>in</strong>g voor Le<br />

Corbusier. Daar staat diens Modulor-figuur<br />

namelijk, zoals het hoort <strong>in</strong> betonrelief, maar<br />

hier gepolychromeerd en verkleed als technisch<br />

volleerd bouwvakker <strong>in</strong> blauwe overall<br />

bij een betonmolentje.<br />

Voor <strong>de</strong> entree van <strong>de</strong> school, aan <strong>de</strong><br />

Vrolikstraat, kreeg Op <strong>de</strong> Laak meer speelruimte<br />

van Ingwersen, en Op <strong>de</strong> Laak<br />

gebruikte die voor een nu nogal vervallen<br />

natuursteenmozaiek met dieren, een techniek<br />

waar<strong>in</strong> hij veel vaker werkte, aangebracht op<br />

een hoge borstwer<strong>in</strong>g die het speelterre<strong>in</strong> van<br />

<strong>de</strong> school <strong>de</strong>els afsluit.<br />

De school is ook <strong>in</strong> zijn <strong>in</strong>terieure maatvoer<strong>in</strong>gen<br />

en b<strong>in</strong>nenafwerk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beton brut<br />

42<br />

en gelakt blank hout nog vrijwel onveran<strong>de</strong>rd<br />

en architectonisch van hoge kwaliteit.<br />

Werkgroep monumentale <strong>kunst</strong><br />

Zoals gezegd heeft <strong>de</strong> onbekendheid met<br />

<strong>de</strong>ze unieke vorm van <strong>kunst</strong>, het feit dat <strong>de</strong>ze<br />

nagelvast <strong>in</strong> of aan gebouwen zit en er geen<br />

tot <strong>de</strong> verbeeld<strong>in</strong>g spreken<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> of<br />

museale collectievorm<strong>in</strong>g van bestaat tot<br />

gevolg dat veel van <strong>de</strong>ze <strong>kunst</strong> ongezien en<br />

samen met <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwarchitectuur<br />

verdwijnt.<br />

Om er meer aandacht voor te generen en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk<br />

<strong>de</strong> goe<strong>de</strong> keuzes te kunnen maken<br />

om dit kostbare nieuwe erfgoed op z<strong>in</strong>volle<br />

manier te beheren en te behou<strong>de</strong>n is een<br />

werkgroep gestart met het <strong>in</strong> kaart brengen<br />

ervan. Deze werkgroep bestaat uit me<strong>de</strong>werkers<br />

van ICN, RACM, RKD, RGD en<br />

gemeentelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen: Amsterdam (bMA),<br />

Rotterdam (dS+V) en Den Haag (Stroom).<br />

Een belangrijke stap is het <strong>in</strong>ventariseren<br />

van monumentale <strong>kunst</strong>: wat is er gemaakt,


RACM, A.J. VAN DER WAL<br />

wat is nog bewaard gebleven en welke kwaliteit<br />

heeft dat. Speciaal voor <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ventarisatie,<br />

waarbij <strong>de</strong> werkgroep ie<strong>de</strong>rs hulp <strong>in</strong>roept,<br />

is een website gecreëerd waarop monumentale<br />

<strong>kunst</strong> kan wor<strong>de</strong>n aangemeld en wor<strong>de</strong>n<br />

bekeken (www.helpwand<strong>kunst</strong>opsporen.nl).<br />

Naast het vergaren en versprei<strong>de</strong>n van kennis<br />

is een belangrijk doel een waar<strong>de</strong>stellend<br />

ka<strong>de</strong>r te creëren, zodat <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst een<br />

goe<strong>de</strong> keuze kan wor<strong>de</strong>n gemaakt wat te<br />

behou<strong>de</strong>n. Daarbij is het niet <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g<br />

alles te willen behou<strong>de</strong>n, het gaat er om <strong>de</strong><br />

juiste keuze te maken tussen behou<strong>de</strong>n en<br />

vernietigen. Meer <strong>in</strong>formatie over het project<br />

is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op www.we<strong>de</strong>ropbouw<strong>kunst</strong>.nl.<br />

VITRUVIUS NUMMER 1 OKTOBER 2007<br />

GANG MET DECORATIEF METSELWERK EN EEN GRANIETEN FRIES VAN PIET VAN STUIVENBERG.<br />

BOVEN DE DEUREN SGRAFITTO'S VAN SIMON ERB.<br />

Referenties<br />

– A.M. Hammacher, Strom<strong>in</strong>gen en persoonlijkhe<strong>de</strong>n<br />

– een halve eeuw schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong> <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland, Amsterdam, 1955.<br />

– A.M. Hammacher, Beeldhouw<strong>kunst</strong> van<br />

<strong>de</strong>ze eeuw – en een schets van haar ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw, Amsterdam, 1955.<br />

– Charles Went<strong>in</strong>ck, De Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong> s<strong>in</strong>ds Van Gogh, Nijmegen, 1959.<br />

– H. Jaffé, De beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>kunst</strong> <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

na 1945.<br />

– H. Re<strong>de</strong>ker Het Hollandse karakter <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong> voor en na 1945, <strong>in</strong>:<br />

Drukkersweekblad Autolijn, Kerstnummer<br />

1960/52, pp. 17-19 en pp. 21-42.<br />

– H. Gerson, Voor en na Van Gogh.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong> – <strong>de</strong>el III,<br />

Amsterdam 1961.<br />

– Dr. H.E. van Gel<strong>de</strong>r e.a. (eds.)<br />

Kunstgeschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n –<br />

Negentien<strong>de</strong> en Tw<strong>in</strong>tigste Eeuw (2 <strong>de</strong>len)<br />

en De Tw<strong>in</strong>tigste Eeuw (2 <strong>de</strong>len), Utrecht<br />

1954/56 (3) en 1963/64 (4).<br />

43<br />

– Tententoonstell<strong>in</strong>gscatalogus Nationale<br />

Her<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>g 1813-1963 – 150 jaar Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Kunst, Ste<strong>de</strong>lijk Museum Amsterdam, 1963.<br />

– G. Imanse e.a. (eds.) Van Gogh tot Cobra<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse Schil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong> 1880-1950,<br />

Württemberg/Amsterdam, 1982.<br />

– G. Imanse (ed.) De Ne<strong>de</strong>rlandse I<strong>de</strong>ntiteit<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>kunst</strong> na 1945, Amsterdam 1989.<br />

– C. Blok (ed.) Ne<strong>de</strong>rlandse Kunst vanaf<br />

1900, Utrecht (Teleac), 1994.<br />

– Pieter Jongert, Wandschil<strong>de</strong>r<strong>kunst</strong> 1945-<br />

1952 <strong>in</strong>: W. Stokvis (ed.), De Doorbraak<br />

van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>kunst</strong> <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland – <strong>de</strong> jaren<br />

1945-1951, Amsterdam, 1984, pp 155 ev..<br />

– Ineke Middag, De voorgeschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />

‘Arnhemse School’; <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie <strong>de</strong>r <strong>kunst</strong>en<br />

1945-1966 <strong>in</strong>: I. Middag, J. Fritz-Jobse<br />

(eds.), De Arnhemse School: 25 jaar<br />

monumentale <strong>kunst</strong>praktijk, Arnhem<br />

(Hogeschool voor <strong>de</strong> <strong>kunst</strong>en), 1994.<br />

– Wilma Jansen, Kunstopdrachten<br />

van <strong>de</strong> Rijksgebouwendienst na 1945,<br />

Rotterdam, 1995

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!