Duurzame Melkveehouderij - Kop in 't Zand - Spade
Duurzame Melkveehouderij - Kop in 't Zand - Spade
Duurzame Melkveehouderij - Kop in 't Zand - Spade
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
4 jaar praktijkervar<strong>in</strong>gen uit<br />
het project ‘<strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t zand’<br />
• Bodemvruchtbaarheid<br />
• Mest en bemest<strong>in</strong>g<br />
• Bouwplan melkveebedrijf<br />
• Voed<strong>in</strong>g en veestapel<br />
• Lucht en water<br />
• <strong>Duurzame</strong> bedrijfsstrategieën
2<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Deelnemende bedrijven <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ‘t <strong>Zand</strong><br />
Fam. Roelofs<br />
Fam. Valk<br />
Fam. Dijsselhof en<br />
Strijdveen<br />
Zwolle<br />
Deventer<br />
Holten<br />
Projectgroep <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong><br />
Joop Rensen<br />
Stimuland, projectleider<br />
Harry Roetert<br />
Stimuland, projectmanager<br />
Broekland<br />
Dalmsholte<br />
Lemelerveld<br />
Gerrit de Lange<br />
Countus accountants +<br />
adviseurs, begeleider<br />
Fam. Grotenhuis Bakhuis VOF<br />
Fam. Ormel<br />
Daarle<br />
Bru<strong>in</strong>ehaar<br />
Fam. Bos Fam. Blankena Fam. Vedders Fam. Lans<strong>in</strong>k<br />
Nutter<br />
Almelo<br />
Hengelo<br />
Haaksbergen<br />
Gerrit Boss<strong>in</strong>k<br />
ForFarmers, begeleider<br />
Lattrop-<br />
Brecklenkamp<br />
Enschede<br />
Herman van Schooten<br />
WUR Livestock Research,<br />
begeleider<br />
Fam. Bouhuis<br />
Fam. Groeneveld
Voorwoord<br />
Voor u ligt de uitgave ‘<strong>Duurzame</strong> <strong>Melkveehouderij</strong>’ van het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong>. Dit project is gericht op<br />
een duurzame melkveehouderij met daar<strong>in</strong> vooral aandacht voor bodemvruchtbaarheid, voed<strong>in</strong>g, bemest<strong>in</strong>g,<br />
economie en milieu. De twaalf voorlopers <strong>in</strong> het project hebben gezamenlijk gewerkt aan een melkveehouderij<br />
die klaar is voor de toekomst. Maar wat is nu eigenlijk duurzaam? Hoe word je duurzaam? En als je<br />
niet duurzaam doet, ben je dan zelf ook niet duurzaam?<br />
Voor de deelnemers aan <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> betekent duurzaam het beoefenen van een landbouw die een positief<br />
effect op het gez<strong>in</strong> en de omgev<strong>in</strong>g en zo we<strong>in</strong>ig mogelijk negatief effect op het milieu heeft. Vanzelfsprekend<br />
moet er ook een goede boterham kunnen worden verdiend. Met de gedachte ‘het kan altijd beter’ heeft het<br />
project veel nieuwe <strong>in</strong>zichten opgeleverd. Met name de uitdag<strong>in</strong>g om samen ergens voor te gaan heeft geleid<br />
tot een mooi resultaat. Daarvan getuigt deze uitgave. Ik hoop dat de resultaten er toe leiden dat u zich als<br />
lezer bewust wordt ‘dat het altijd beter of anders kan’.<br />
Ik wil iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit project bedanken voor hun medewerk<strong>in</strong>g. In het bijzonder<br />
de deelnemers die het uite<strong>in</strong>delijk mogelijk hebben gemaakt dat dit project van de grond is gekomen<br />
en Stimuland die dit project de afgelopen vier jaar heeft uitgevoerd. De prov<strong>in</strong>cie Overijssel heeft daaraan<br />
graag een bijdrage geleverd.<br />
Ik wens u veel leesplezier en hoop dat deze uitgave u <strong>in</strong>spireert, zodat wij samen kunnen zorgen voor een<br />
duurzame Overijsselse landbouw!<br />
Piet Jansen<br />
Gedeputeerde Landelijk Gebied, Landbouw en Water<br />
3
Colofon<br />
4<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Teksten:<br />
Joop Rensen (Stimuland), Herman van<br />
Schooten (WUR Livestock Research),<br />
Gerrit de Lange (Countus accountants +<br />
adviseurs), Gerrit Boss<strong>in</strong>k (ForFarmers)<br />
E<strong>in</strong>dredactie:<br />
Stimuland, Ommen<br />
Fotografi e:<br />
Stimuland, fam. Ormel, Ilse Fotografi e,<br />
WUR Livestock Research<br />
Productie:<br />
Roodbont Publishers B.V.<br />
Vormgev<strong>in</strong>g:<br />
Varwig Design<br />
Inhoudsopgave<br />
Deze brochure is uitgegeven ter<br />
gelegenheid van de afsluit<strong>in</strong>g van<br />
het project ‘<strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong>’.<br />
© Stimuland, februari 2011<br />
Inleid<strong>in</strong>g 5<br />
Bodemvruchtbaarheid 6<br />
Deelnemer <strong>in</strong> Beeld: Familie Groeneveld 10<br />
‘Volg je eigen lijn en sta achter de d<strong>in</strong>gen die je doet.<br />
Zo hou je plezier <strong>in</strong> het werk.’<br />
Mest en bemest<strong>in</strong>g 12<br />
Bouwplan op een melkveebedrijf 16<br />
Deelnemer <strong>in</strong> beeld: melkveehouderij Bakhuis VOF 20<br />
‘Een goede duurzaamheid beg<strong>in</strong>t bij een goede<br />
economische duurzaamheid.’<br />
Voed<strong>in</strong>g en veestapel 22<br />
Lucht en water 26<br />
Deelnemer <strong>in</strong> beeld: familie Grotenhuis 30<br />
‘Besteed aandacht aan de bodem en wees<br />
zu<strong>in</strong>ig op je grond.’<br />
<strong>Duurzame</strong> bedrijfsstrategieën 32<br />
Bedrijfspag<strong>in</strong>a’s projectpartners 36<br />
- BLGG AgroXpertus<br />
- WUR Livestock Research<br />
- ForFarmers<br />
- Countus accountant + adviseurs<br />
Routekaart naar duurzaamheid 39
Inleid<strong>in</strong>g<br />
De Nederlandse landbouw is van een hoog niveau,<br />
heeft een <strong>in</strong>tensief karakter en is de laatste decennia<br />
fl <strong>in</strong>k gegroeid. Zelfs de Nederlandse melkveehouderij is<br />
ondanks haar grondgebondenheid nog steeds relatief<br />
<strong>in</strong>tensief. Veel van de grondstoffen die op deze bedrijven<br />
gebruikt worden, komen van buiten de eigen kr<strong>in</strong>gloop<br />
en mest moet worden afgezet.<br />
In de maatschappij rijst de vraag of deze landbouwmethode<br />
<strong>in</strong> de nabije toekomst houdbaar is en agrariërs<br />
vragen zich af op welke manier ze het bedrijf kunnen<br />
aanpassen aan de toekomstige ontwikkel<strong>in</strong>gen. Voor<br />
de prov<strong>in</strong>cie Overijssel reden om een project te starten<br />
<strong>in</strong> haar reconstructiegebieden, met als doel het werken<br />
aan een robuuste en duurzame landbouw <strong>in</strong> Overijssel.<br />
Sticht<strong>in</strong>g Stimuland heeft de uitvoer<strong>in</strong>g van dit project<br />
opgepakt en het de titel <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> meegegeven.<br />
De Dikke van Dale geeft bij ‘duurzaamheid’ de volgende<br />
betekenissen: geschikt, bestemd om lang te<br />
blijven bestaan, bestendig, durabel, permanent. Een<br />
duurzame landbouw zou je dus kunnen omschrijven<br />
als een landbouwmethode die zodanig is <strong>in</strong>gericht dat<br />
ze geschikt is om lang te blijven bestaan. En dat is ook<br />
het doel geweest van de deelnemers aan dit project: een<br />
milieutechnisch en economisch gezond melkveebedrijf<br />
dat ook voor volgende generaties geschikt is om van te<br />
kunnen bestaan.<br />
In het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> is het begrip duurzaamheid<br />
opgehangen aan de vier P’s van planet, people, profi t en<br />
pleasure/passion. Ofwel: milieukundige duurzaamheid,<br />
sociale duurzaamheid, economische duurzaamheid en<br />
tot slot plezier <strong>in</strong> en passie voor het werk.<br />
In maart 2007 zijn twaalf melkveehouders gestart met<br />
het project. Gezamenlijk <strong>in</strong> de deelnemersgroep en<br />
<strong>in</strong>dividueel met de begeleider zijn ze op zoek gegaan<br />
naar mogelijke aanpass<strong>in</strong>gen die positief uitpakken<br />
voor milieu en omgev<strong>in</strong>g, met behoud van de economie<br />
en de sociale kant van het bedrijf. Hieruit is per bedrijf<br />
een actieplan gekomen, afgestemd op de <strong>in</strong>dividuele<br />
situatie van het bedrijf en de ondernemer. Door alle<br />
verschillende actieplannen werden over de gehele<br />
groep veel actiepunten opgepakt en kwam veel kennis<br />
beschikbaar.<br />
Veel kennis is er opgedaan over het benutten van stikstof.<br />
Bij vrijwel alle bedrijven is de hoeveelheid stikstof<br />
op grasland gereduceerd. Ook wordt er m<strong>in</strong>der vroeg<br />
gemaaid om meer structuur <strong>in</strong> het kuilvoer te krijgen.<br />
En bij vrijwel alle bedrijven is het ureum lager dan het<br />
landelijk gemiddelde. Geen enkele deelnemer twijfelt<br />
er nog aan dat deze aspecten bijdragen aan een betere<br />
gezondheid van de veestapel en daarmee de reductie<br />
van de kosten. Gevolg hiervan is dat het werk makkelijker<br />
wordt en het plezier toeneemt. Meer van dit soort<br />
voorbeelden v<strong>in</strong>dt u <strong>in</strong> deze brochure.<br />
De brochure is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Ze<br />
gaan over bodemvruchtbaarheid, mest en bemest<strong>in</strong>g,<br />
bouwplan op een melkveebedrijf, voed<strong>in</strong>g en veestapel,<br />
lucht en water en duurzame bedrijfsstrategieën. In alle<br />
hoofdstukken zijn m<strong>in</strong>i-<strong>in</strong>terviews met de deelnemende<br />
melkveehouders opgenomen. Drie deelnemers vertellen<br />
<strong>in</strong> bedrijfsreportages uitgebreider over hun ervar<strong>in</strong>gen.<br />
5
Restant org. stof (%)<br />
1<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Bodemvruchtbaarheid<br />
Bodemvruchtbaarheid wordt bepaald door chemische,<br />
fysische en biologische kwaliteitsfactoren. Van oudsher is er<br />
vooral aandacht voor het chemische deel: het gehalte aan N,<br />
P, K, Mg, enzovoort en het fysische deel: structuur, vochtleverend<br />
vermogen en dergelijke. De laatste tijd is er steeds meer<br />
aandacht voor het biologische deel.<br />
Organische stof is een essentieel onderdeel van de bodem. Het<br />
levert een positieve bijdrage aan de chemische, de fysische<br />
en de biologische factoren. Met de aanvoer van organische<br />
materialen dien je twee doelen: 1. verhog<strong>in</strong>g van het gehalte<br />
aan organische stof en 2. lever<strong>in</strong>g van voed<strong>in</strong>gstoffen.<br />
Teruggevonden percentage organische stof na een<br />
eenmalige toedien<strong>in</strong>g van verschillende materialen.<br />
6<br />
Verhogen organischestofgehalte<br />
100<br />
90<br />
Zaagsel<br />
Stalmest<br />
80<br />
Stro<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
Groen materiaal<br />
0 2 4 6 8 10<br />
Jaren na toedien<strong>in</strong>g<br />
Een landbouwkundige defi nitie van bodemvruchtbaarheid<br />
is: het vermogen van de bodem<br />
om gewassen op langere termijn van<br />
voldoende water en nutriënten te voorzien<br />
zodat de gewassen tot een hoge productie<br />
per eenheid productiefactor komen met een<br />
lage belast<strong>in</strong>g voor de omgev<strong>in</strong>g. Een goede<br />
bodemvruchtbaarheid is van groot belang<br />
voor het effi ciënt produceren van voer. Organische<br />
stof speelt een centrale rol bij het<br />
realiseren van een vruchtbare bodem.<br />
Het succes van verhog<strong>in</strong>g van het organischestofgehalte <strong>in</strong> de<br />
bodem hangt af van de afbreekbaarheid van het materiaal.<br />
Hoe gemakkelijker en sneller het organisch materiaal wordt<br />
afgebroken, hoe m<strong>in</strong>der het na een bepaalde tijd nog bijdraagt<br />
aan het organischestofgehalte. Zo bevat groen materiaal<br />
relatief veel gemakkelijk afbreekbare verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, zoals<br />
suikers en cellulose. Het breekt daardoor sneller af dan zaagsel,<br />
dat relatief veel lign<strong>in</strong>e bevat. Stro en stalmest zitten daar<br />
tussen<strong>in</strong>.<br />
De fi guur laat van verschillende materialen het percentage<br />
overgebleven organische stof <strong>in</strong> een aantal jaren na toedien<strong>in</strong>g<br />
zien. Het organisch materiaal dat na toedien<strong>in</strong>g wordt<br />
afgebroken, kan niet meer bijdragen aan een verhog<strong>in</strong>g van<br />
het organischestofgehalte. In dit verband wordt daarom<br />
gesproken van effectieve organische stof (e.o.s.). Dit is de<br />
hoeveelheid organische stof die één jaar na toedienen van het<br />
organische materiaal nog aanwezig is.<br />
Her<strong>in</strong>zaai grasland<br />
In voorjaar van 2010 heeft Rolf Roelofs een perceel grasland<br />
op twee manieren gescheurd: een deel door frezen en<br />
ploegen en een deel door gebruik van de pennenfrees. ‘Bij<br />
de pennenfrees is de benutt<strong>in</strong>g van stikstof beter. Ik heb<br />
met we<strong>in</strong>ig bemest<strong>in</strong>g over het gehele seizoen een goede opbrengst<br />
kunnen realiseren, daar waar het geploegde deel het<br />
op een gegeven moment liet afweten.’ Kortom, de stikstof<br />
uit de ondergewerkte zode wordt beter benut als die boven<strong>in</strong><br />
blijft. Aandachtspunt is wel de hogere onkruiddruk. Rolf is<br />
tevreden: hij heeft <strong>in</strong> het najaar - b<strong>in</strong>nen de tijdelijke uitzonder<strong>in</strong>gsregel<br />
op het scheurverbod - weer een stuk laten<br />
<strong>in</strong>zaaien met de pennenfrees. Zijn tip: ‘Maai het gras voor<br />
het frezen heel kort, zodat de frees m<strong>in</strong>der snel last heeft van<br />
overtollig gras.’
Leverancier van voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />
De gehalten aan voed<strong>in</strong>gsstoffen en de afbraaksnelheid<br />
van het materiaal bepalen gezamenlijk de betekenis van het<br />
organisch materiaal als leverancier van voed<strong>in</strong>gsstoffen. In<br />
organisch materiaal zijn de voed<strong>in</strong>gsstoffen voor een belangrijk<br />
deel gebonden <strong>in</strong> organische verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen. Ze zijn dan<br />
niet opneembaar voor planten. Ze moeten eerst ‘gem<strong>in</strong>eraliseerd’<br />
worden: de organische verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen moeten door<br />
micro-organismen worden omgezet <strong>in</strong> een voor de plant<br />
opneembare vorm.<br />
De micro-organismen hebben naast koolstof (C) ook stikstof<br />
(N) nodig om zich te kunnen vermeerderen. Bij organisch<br />
materiaal met relatief veel stikstof ten opzichte van koolstof<br />
(groen materiaal) hebben de micro-organismen voor de<br />
Gras onder maïs<br />
Op proefbedrijf De Marke wordt al jaren met succes gras<br />
als vanggewas onder maïs gezaaid. Voor Gerrit Blankena<br />
aanleid<strong>in</strong>g om dit ook te proberen en zo op de scherpere<br />
bemest<strong>in</strong>gsnormen <strong>in</strong> te spelen. Op één perceel is deze<br />
werkwijze drie jaar achtereen toegepast. ‘Ik heb geleerd<br />
dat je beter iets eerder kunt onderzaaien dan vlak voor het<br />
sluiten van het gewas.’ In 2007 en 2008 is op een perceel<br />
deels gras onder maïs gezaaid en is het N-m<strong>in</strong> gehalte <strong>in</strong> de<br />
laag 0-60 cm na de maïsoogst gemeten. Op het deel zonder<br />
grasonderzaai was het N-m<strong>in</strong> gehalte 61 kg /ha en op het<br />
deel met grasonderzaai 38 kg. Voor Gerrit is dit een bewijs<br />
dat het werkt.<br />
Belucht<strong>in</strong>g zorgt voor een<br />
betere zuurstofvoorzien<strong>in</strong>g<br />
van de bodem: positief voor<br />
de bodemvruchtbaarheid.<br />
afbraak niet alle stikstof nodig en blijft er stikstof over<br />
(= netto-m<strong>in</strong>eralisatie). Bij organisch materiaal met relatief<br />
veel koolstof zullen de micro-organismen voor de afbraak<br />
echter stikstof gaan gebruiken van andere bronnen <strong>in</strong> de<br />
bodem. Dit gaat ten koste van de hoeveelheid stikstof die<br />
beschikbaar is voor de plant (= immobilisatie).<br />
De C/N-verhoud<strong>in</strong>g van het organisch materiaal bepaalt dus<br />
of de afbraak stikstof oplevert voor de plant of juist stikstof<br />
kost. Organische materialen met een C/N-verhoud<strong>in</strong>g < 15<br />
hebben de neig<strong>in</strong>g netto stikstof te m<strong>in</strong>eraliseren en bij een<br />
C/N-verhoud<strong>in</strong>g > 25 juist te immobliseren. Daar tussen<strong>in</strong><br />
kan het afhankelijk van de omstandigheden beide kanten op,<br />
maar zullen de effecten niet groot zijn.<br />
Een goed geslaagde onderzaai van gras levert veel organische stof.<br />
7
8<br />
Organischestofbalans, ook op melkveebedrijven<br />
Uit onderzoek blijkt het voor melkveehouders te lonen om met<br />
name van hun maïspercelen een organischestofbalans op te<br />
stellen. Dit brengt het verschil <strong>in</strong> jaarlijkse aanvoer en afbraak<br />
van organische stof (afvoer) <strong>in</strong> beeld. Zo kun je op jaarbasis<br />
zien of er extra organische stof nodig is. Ook kun je maatregelen<br />
doorrekenen op hun positieve of negatieve bijdrage aan<br />
de balans.<br />
Rekenvoorbeeld snijmaïsperceel<br />
Effectieve organische stof (kg/ha)<br />
Aanvoer Afvoer<br />
40 m³ rundveedrijfmest 1.200 Afbraak 2.625<br />
Gewasresten 660<br />
Totaal zonder groenbemester 1.860 Totaal 2.625<br />
Groenbemester, goed geslaagd 850<br />
Totaal met groenbemester 2.710<br />
Ook de aanvoer van compost<br />
verhoogt het organischestofgehalte<br />
<strong>in</strong> de bodem.<br />
<strong>Zand</strong>grond met 3% organische stof, bouwvoor 25 cm,<br />
40 m 3 rundveedrijfmest per jaar, groenbemester w<strong>in</strong>terrogge.<br />
Uit de bereken<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de voorgaande tabel blijkt dat er een groenbemester<br />
nodig is om de afvoer van organische stof op een snijmaïsperceel<br />
voldoende te compenseren. De aanvoer van organische stof uit een<br />
groenbemester is afhankelijk van de mate waar<strong>in</strong> de groenbemester<br />
geslaagd is. Om genoemde hoeveelheid e.o.s. uit een groenbemester te<br />
behalen moet er 2.500-3.000 kg drogestof aan gewasopbrengst staan.<br />
In de praktijk wordt dit meestal niet gehaald en beperkt de aanvoer<br />
zich tot 100-400 kg e.o.s. per ha.<br />
Aanvoerbronnen zijn gewas(resten) en organische meststoffen.<br />
Niet alle verse organische stof is bruikbaar om het gehalte<br />
bodemorganische stof op peil te houden. Verse organische<br />
stof die b<strong>in</strong>nen één jaar verteert, levert wel voed<strong>in</strong>gsstoffen<br />
en is goed voor het bodemleven, maar draagt niet bij aan het<br />
organischestofgehalte. Daarom wordt bij een organische stof<br />
balans gerekend met effectieve organische stof, de organische<br />
stof die na één jaar nog aanwezig is (e.o.s.).<br />
Opstellen van een balans<br />
TIP!<br />
• Zaai eens gras als<br />
groenbemester<br />
onder maïs.<br />
Stap 1. Aanvoer van organische stof<br />
Voor de bijdrage van verschillende bronnen zijn normen<br />
bekend (zie www.handboeksnijmais.nl, hoofdstuk 3.4).<br />
Bereken voor elke aanvoerpost (mest, gewasresten,<br />
groenbemester, compost, enzovoort) hoeveel effectieve<br />
organische stof op perceelsniveau wordt aangevoerd.<br />
Stap 2. Bepaal de afvoer van organische stof<br />
De hoeveelheid organische stof die wordt afgebroken, hangt<br />
af van grondsoort, organischestofgehalte, bouwvoordikte,<br />
bewerk<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>tensiteit, vocht, temperatuur en pH. Vuistregel:<br />
jaarlijks breekt 2-3% van de organische stof af <strong>in</strong> de<br />
bouwvoor. Dit komt overeen met ongeveer 2.000-3.000 kg<br />
organische stof per ha. Op gronden met een organischestofgehalte<br />
van 2% of lager en lage mestgiften is de afbraak<br />
soms maar 750 kg per ha. Een laboratorium als Blgg<br />
AgroXpertus kan de afbraaksnelheid nauwkeurig bepalen.<br />
Stap 3. Maak de organischestofbalans<br />
Bereken het verschil tussen aanvoer van (effectieve) organische<br />
stof en afbraak van organische stof <strong>in</strong> de bodem.<br />
Stap 4. Interpretatie<br />
Als de balans op nul uitkomt, blijft de toestand van de<br />
bodem gelijk. Bij een positieve balans wordt voorraad opgebouwd.<br />
Als de balans negatief uitpakt, teert de bodem <strong>in</strong> op<br />
organischestofvoorraad: die verschraalt. Bedenk dan een<br />
maatregel om de balans <strong>in</strong> orde te krijgen via extra aanvoer<br />
van organische stof.<br />
Ondergewerkt<br />
maïsstro levert<br />
fl <strong>in</strong>k wat<br />
organische stof.
Langdurig compostgebruik en mest<br />
Deelnemer Gerard Bouhuis gebruikt al meerdere jaren<br />
compost van maaisel van nabijgelegen natuurgraslanden op<br />
het maïsland. Om het effect van langdurig compostgebruik<br />
op maïsland te bekijken, is op een strook b<strong>in</strong>nen het perceel<br />
twee jaar geen drijfmest toegediend en is de maïsopbrengst<br />
vergeleken met het normaal bemeste deel (zie tabel). Op het<br />
normaal bemeste deel is 40 m 3 /ha RDM toegediend. Alle maïs<br />
is gezaaid met een normale NP-rijenbemest<strong>in</strong>g.<br />
Gemiddelde maïsopbrengst Bouhuis 2008 en 2009<br />
Analyse compost Geen RDM (g/kg) 40 m3 RDM<br />
Ton/ha 57,5 52,7<br />
Ds% 34,2 35,2<br />
Ton ds/ha 19,7 18,6<br />
Uit de voorgaande tabel blijkt dat de gemiddelde opbrengst<br />
van de maïs zonder RDM zelfs iets hoger uitkomt dan van de<br />
maïs met RDM. De oorzaak hiervan is niet duidelijk. Het langdurig<br />
gebruik van compost heeft echter een dusdanig effect<br />
op de bodemvruchtbaarheid en de nalever<strong>in</strong>g van m<strong>in</strong>eralen,<br />
dat zelfs zonder bemest<strong>in</strong>g met drijfmest een goede opbrengst<br />
kan worden gehaald.<br />
In de volgende tabel is een compostanalyse van 2010 weergegeven.<br />
Hieruit blijkt dat de C/N-verhoud<strong>in</strong>g vrij laag is. Deze<br />
compost zal dus relatief veel voed<strong>in</strong>gstoffen leveren en wat<br />
m<strong>in</strong>der organische stof voor de lange termijn.<br />
Analyse van compost <strong>in</strong> g/kg tenzij anders vermeld<br />
Droge stof Org.stof C/N-verh. Stikstof- Stikstof- Fosfaat<br />
amm. org.<br />
Kali Magnesium Natrium<br />
239 155 11 6,6 0,4 2,3 5.9 1.7 1.6<br />
TIP!<br />
• Structuur <strong>in</strong> het rantsoen is<br />
goed voor koe en mest. De<br />
samenstell<strong>in</strong>g van mest kun je<br />
bijsturen via het rantsoen en<br />
met strooiselgebruik. Stro is<br />
een goede basis.<br />
Mestanalyses<br />
De samenstell<strong>in</strong>g van mest is bij te sturen via het rantsoen en<br />
met strooiselgebruik. Dat bewijzen de mestanalyses bij het<br />
bedrijf van Jeroen Groeneveld. Rantsoenen met meer structuur<br />
en m<strong>in</strong>der eiwit geven m<strong>in</strong>der stikstofverliezen en een<br />
hogere C/N-verhoud<strong>in</strong>g van de mest. Ook stro <strong>in</strong> de ligboxen<br />
verhoogt de structuurwaarde en de C/N-verhoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
mest. Het bodemleven profi teert van deze verrijkte mest. Mede<br />
om die reden voert Groeneveld s<strong>in</strong>ds een paar jaar standaard<br />
ongeveer driekwart kilo gehakseld stro. Daarnaast gaat s<strong>in</strong>ds<br />
2009 een deel als strooisel <strong>in</strong> de boxen. De verwacht<strong>in</strong>g is dat<br />
het stro <strong>in</strong> de kr<strong>in</strong>gloop uite<strong>in</strong>delijk ook de bodemvruchtbaarheid<br />
verbetert. Dat het toepassen van stro effect heeft op de<br />
mest, blijkt wel uit de mestanalyses van 2008 en 2010 <strong>in</strong> de<br />
volgende tabel. De gehalten aan stikstof, fosfaat en kali zijn<br />
gedaald terwijl de C/N-verhoud<strong>in</strong>g sterk is gestegen. Hiermee<br />
zal de mest meer e.o.s. aan de bodem leveren.<br />
Mestanalyses Groeneveld <strong>in</strong> g/kg tenzij anders vermeld<br />
Droge stof Org.stof C/N-verh. Stikstof- Stikstofamm.<br />
org.<br />
Fosfaat Kali<br />
2008 91 72 8 1,9 2,4 1,8 6,4<br />
2010 84 65 16 1,6 1,9 1,4 5,8<br />
Vuistregel voor effect van<br />
organische stof op zandgrond<br />
1% organische stof extra geeft per ha:<br />
• 500 kg drogestof extra opbrengst<br />
• 6 mm meer vochthoudend vermogen<br />
• 25 kg hogere N-lever<strong>in</strong>g<br />
Economisch voordeel: 130-170 euro<br />
9
10<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Deelnemer <strong>in</strong> beeld:<br />
Familie Groeneveld<br />
Deelnemer Jeroen Groeneveld runt samen met zijn vrouw<br />
een melkveebedrijf <strong>in</strong> het Twentse Lattrop-Breklenkamp. Het<br />
bedrijf wordt <strong>in</strong> maatschap gevoerd met de ouders van Jeroen,<br />
die nog op de oude locatie <strong>in</strong> Oud Ootmarsum wonen. In mei<br />
2005 hebben Jeroen en Angelique op de huidige locatie de<br />
melkveehouderij voortgezet. Hier worden nu op een pachtboerderij<br />
van Twickel de melkkoeien gehouden.<br />
Consequent<br />
De reden voor Jeroen om mee te doen aan het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong><br />
’t <strong>Zand</strong> is zijn nieuwsgierige <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. ‘Ik ben altijd benieuwd<br />
of iets nog beter kan’, zegt hij. ‘Dat betekent overigens niet dat<br />
ik me van alles laat aanpraten. Ik volg wel heel erg mijn eigen<br />
Naam: Jeroen (37) en Angelique (38) Groeneveld<br />
Melle (9), Wessel (7) en L<strong>in</strong>de (4)<br />
Woonplaats: Lattrop-Breklenkamp<br />
Bedrijf: 100 melkkoeien<br />
880.000 kg melkquotum<br />
48 ha pachtgrond<br />
68 ha cultuurgrond <strong>in</strong> gebruik.<br />
Op de ouderlijke locatie wordt het jongvee<br />
gehuisvest en worden 750 vleesvarkens<br />
gehouden.<br />
Gegevens Melkproductie: 8.963 kg melk<br />
2010 4,28% vet<br />
3,45% eiwit<br />
EJR 2207<br />
Gem. leeftijd koeien: 5.01 jaar<br />
Ureumgehalte melk: 18,0<br />
gevoel en ben dan ook consequent.’ Als voorbeeld noemt hij<br />
de wiedeg die hij destijds via een ander project van Stimuland<br />
al eens heeft aangeschaft. Deze mach<strong>in</strong>e wordt nog steeds<br />
volop gebruikt, zowel <strong>in</strong> maïs als <strong>in</strong> gras. Naar aanleid<strong>in</strong>g van<br />
het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> zijn er ook diverse nieuwe zaken<br />
geïntroduceerd, zoals de teelt van kropaar en het toepassen<br />
van nieuwe kunstmestsoorten. Nieuw is ook het gebruik van<br />
zeeschelpenkalk om de pH van de grond op een goed en<br />
stabiel niveau te houden. Ook werd op het bedrijf tijdelijk een<br />
toevoegmiddel <strong>in</strong> de mest gebruikt, maar het gebruik van stro<br />
heeft volgens Jeroen hetzelfde effect.<br />
Kostprijs laag houden<br />
Jeroen en Angelique v<strong>in</strong>den het allebei belangrijk dat er naast<br />
het bedrijf tijd overblijft voor andere d<strong>in</strong>gen. ‘We hebben nu<br />
kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong>deren. Het is belangrijk om daar ook tijd aan te<br />
kunnen besteden’, zegt Angelique. Het bedrijf moet op een<br />
acceptabele wijze <strong>in</strong>komen opleveren. Voor Jeroen betekent<br />
dat een arbeids<strong>in</strong>zet van circa 70 uur per week. Op zich staan<br />
beide ondernemers positief tegenover de melkveehouderij.<br />
‘Met onze visie, waar<strong>in</strong> we gaan voor het gez<strong>in</strong>sbedrijf, blijft er<br />
<strong>in</strong> deze omgev<strong>in</strong>g vast plek voor ons. Al die toeristen die hier<br />
nu al rond fi etsen, komen vast niet alleen voor de natuur, maar<br />
ook een beetje voor ons. Wat dat betreft zie ik de toekomst niet<br />
somber <strong>in</strong>’, fi losofeert Jeroen.<br />
Dankzij de lage kostprijs kunnen de Groenevelds prima leven<br />
van hun bedrijf met deze omvang. De lage kostprijs wordt<br />
onder andere gerealiseerd door volop te weiden en zomerstalvoeder<strong>in</strong>g<br />
toe te passen. Gevolg: we<strong>in</strong>ig krachtvoer- en<br />
loonwerkkosten en dat maakt de extra kosten van mechanisatie<br />
meer dan goed. Tussen 1 april en 1 november wordt er<br />
maximaal geweid, ook met het jongvee. Het verse gras moet<br />
zoveel mogelijk rechtstreeks de koe <strong>in</strong>. Dat drukt de kosten, is<br />
de fi losofi e van Jeroen en Angelique.
Stro<br />
Wat Jeroen zijn collega’s wil meegeven, is de gedachte dat<br />
koeien herkauwers zijn. Als de pens optimaal functioneert,<br />
is de koe gezond. Al enkele jaren wordt daarom standaard<br />
ongeveer driekwart kilo gehakseld stro bijgevoerd en worden<br />
de boxen ook met stro <strong>in</strong>gestrooid. De verwacht<strong>in</strong>g is dat dit<br />
stro dat via de mest <strong>in</strong> de kr<strong>in</strong>gloop komt uite<strong>in</strong>delijk ook de<br />
bodemvruchtbaarheid verbetert. Daar twijfelt Jeroen niet aan.<br />
De mest is goed te mixen en uit een mestmonster bleek dat de<br />
koolstof-stikstofverhoud<strong>in</strong>g 16 was. Bijna twee keer zo hoog<br />
als gemiddeld. ‘Wat mooi is om te zien, is dat de rest van de<br />
projectdeelnemers ook overtuigd raakt van deze werkwijze.<br />
Steeds meer deelnemers besluiten om op deze manier wat<br />
meer structuur <strong>in</strong> de kr<strong>in</strong>gloop te krijgen.’<br />
Het gras wordt geoogst met een niet te hoog ruweiwitgehalte.<br />
Maximaal 170 tot 180 RE per kg droge stof. Er wordt<br />
gevoerd met een doseerwagen en er wordt niet gewogen.<br />
Toch resulteert dit momenteel <strong>in</strong> een melkproductie van zo’n<br />
Keuzes maken<br />
Met betrekk<strong>in</strong>g tot de toekomst zijn er geen grote plannen.<br />
Jeroens advies: ‘Volg je eigen lijn en sta achter de d<strong>in</strong>gen die<br />
je doet. Zo hou je plezier <strong>in</strong> het werk.’ Het bedrijf is voor hem<br />
en Angelique nu groot genoeg. Ze kiezen er bewust voor om<br />
niet alleen <strong>in</strong> de stal bezig te zijn, er wordt immers ook veel<br />
plezier beleefd aan de werkzaamheden op het land. Om die<br />
reden wordt niet alle werk uitbesteed aan de loonwerker.<br />
‘Volg je eigen lijn en sta<br />
achter de d<strong>in</strong>gen die je<br />
doet. Zo hou je plezier <strong>in</strong><br />
het werk.’<br />
30 kg per koe per dag, met goede gehaltes en een ureumgehalte<br />
onder de 20. ‘Het loopt echt als een tre<strong>in</strong>, de veearts<br />
heeft een slechte klant aan ons’, geeft Jeroen aan, terwijl hij<br />
zich haast om deze opmerk<strong>in</strong>g af te kloppen. ‘Ik durf dit wel<br />
voor een groot deel op het conto van het project te schuiven.<br />
Er is nog zo veel mogelijk.’<br />
11
2<br />
12<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Mest en bemest<strong>in</strong>g<br />
Vloeibare bemest<strong>in</strong>g op grasland<br />
Stikstofkunstmeststoffen bevatten verschillende stikstofvormen:<br />
nitraat (NO 3 ), ammonium (NH 4 ) en ureum. Nitraat is<br />
snel opneembaar door de plant, maar spoelt gemakkelijk<br />
uit. Ammonium wordt voor een groot deel eerst <strong>in</strong> de bodem<br />
omgezet <strong>in</strong> nitraat, waardoor het trager werkt dan nitraat. Het<br />
spoelt daarentegen m<strong>in</strong>der gemakkelijk uit. Ureum wordt<br />
niet of nauwelijks door de plant opgenomen en moet <strong>in</strong> de<br />
bodem eerst omgezet worden <strong>in</strong> ammonium en nitraat. Bij<br />
de omzett<strong>in</strong>g van ureum naar ammonium bestaat de kans op<br />
vervluchtig<strong>in</strong>g. Door de benodigde omzett<strong>in</strong>gen werkt ureum<br />
relatief langzaam, maar het spoelt het ook niet makkelijk uit.<br />
Werken met een spaakwielbemester<br />
Op het bedrijf van Bos wordt al jaren vloeibare bemest<strong>in</strong>g<br />
toegepast. Er wordt anasol met 15% stikstof en<br />
circa 10% zwavel uitgereden met een spaakwielbemester.<br />
Hiermee kun je op grasland vloeibare kunstmest<br />
ondiep <strong>in</strong>jecteren. R<strong>in</strong>us Bos noemt als voordelen<br />
de nauwkeurige verdel<strong>in</strong>g van de meststof en de prijs.<br />
Volgens hem kost anasol <strong>in</strong>clusief uitrijden door de<br />
loonwerker omgerekend per kg stikstof net zoveel als<br />
KAS ‘en dan heb ik de zwavel gratis’. Uit opbrengstbepal<strong>in</strong>gen<br />
blijkt gemiddeld nauwelijks verschil tussen<br />
korrelmeststof en anasol.<br />
Kg ds per ha<br />
Bemesten is noodzakelijk voor een rendabele<br />
teelt van ruwvoer. De kunst is het<br />
v<strong>in</strong>den van een goede balans tussen een<br />
maximale opbrengst en m<strong>in</strong>imale verliezen.<br />
B<strong>in</strong>nen het project ‘<strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong>’ zijn<br />
proeven gedaan met vloeibare bemest<strong>in</strong>g<br />
op grasland en rijenbemest<strong>in</strong>g <strong>in</strong> maïs, met<br />
soms verrassende resultaten. Bij stikstofnalever<strong>in</strong>g<br />
uit gescheurd grasland kan<br />
bemest<strong>in</strong>g snel te veel zijn.<br />
Vloeibaar of korrel?<br />
De opbrengst- en voederwaardeverschillen<br />
tussen de verschillende vloeibare en<br />
korrelstikstofmeststoffen zijn beperkt en<br />
niet eenduidig. Dit blijkt uit onderzoek en<br />
praktijkervar<strong>in</strong>gen.<br />
Demo diverse kunstmestsoorten<br />
Op een graslandperceel op het bedrijf van Roelofs is <strong>in</strong> 2009<br />
een vergelijkende demo aangelegd met als doel de verschillen<br />
<strong>in</strong> beeld te brengen tussen kunstmestsoorten en aanwend<strong>in</strong>gstechnieken.<br />
De gemiddelde totale opbrengst lag<br />
op 13.500 kg drogestof per ha. Er zijn vijf comb<strong>in</strong>aties van<br />
kunstmestsoorten en aanwend<strong>in</strong>gsmethoden vergeleken:<br />
• KAS Zwavel (korrel, strooien)<br />
• Sulfammo (korrel, strooien)<br />
• Anasol (vloeibaar, spaakwiel)<br />
• NTS (vloeibaar, veldspuit met druppeldoppen)<br />
• Flex Fertilizer (vloeibaar, veldspuit met druppeldoppen)<br />
Tussen de verschillende bemest<strong>in</strong>gsmethoden zaten nauwelijks<br />
verschillen <strong>in</strong> opbrengst. Dit is te zien <strong>in</strong> de volgende<br />
fi guur. Ook de voederwaarde verschilde niet noemenswaardig.<br />
In de kosten zat wel verschil. De toepass<strong>in</strong>g van KAS Zwavel,<br />
Anasol en NTS lagen dicht bij elkaar. De toepass<strong>in</strong>g van Sulfammo<br />
was ongeveer 20 euro per ha duurder en die van Flex<br />
ongeveer 95 euro per ha, waarbij volgens de leverancier het<br />
effect van Flex pas op langere termijn zichtbaar wordt .<br />
16000<br />
14000<br />
12000<br />
10000<br />
8000<br />
6000<br />
4000<br />
2000<br />
0<br />
1 2 3 4<br />
KAS Zwavel<br />
Sulfammo<br />
Anasol spaakwiel<br />
NTS spaakwiel<br />
NTS spuit<br />
Flex spuit<br />
Snede<br />
De cumulatieve opbrengsten van verschillende<br />
bemest<strong>in</strong>gsmethoden geven aan dat er geen<br />
noemenswaardig verschil <strong>in</strong> opbrengst zit tussen de<br />
meststoffen.
Mest: meer dan stikstof<br />
Bij het vergelijken van de prijzen van meststoffen is het goed<br />
om ook reken<strong>in</strong>g te houden met andere elementen dan alleen<br />
stikstof. Veel vloeibare meststoffen bevatten bijvoorbeeld zwavel.<br />
Het aanwenden van vloeibare meststoffen is loonwerk.<br />
Voor het aanwenden wordt een hectaretarief gehanteerd. Het<br />
gebruik van een vloeibare meststof blijkt daarom vooral aantrekkelijk<br />
bij het bemesten van de eerste en eventueel tweede<br />
snede. Bij latere snedes zijn de giften kle<strong>in</strong> (< 40 kg N/ha).<br />
Dan worden de aanwendkosten relatief hoog (zie tabel).<br />
De deelnemers aan het project realiseren een lager ruweiwitgehalte<br />
<strong>in</strong> de graskuilen dan gemiddeld. Zij geven <strong>in</strong><br />
het voorjaar gemiddeld 70 kg N per ha uit kunstmest voor de<br />
eerste snede, ten opzichte van 80 kg gemiddeld. Op jaarbasis<br />
strooien zij gemiddeld 130 kg N uit kunstmest op grasland,<br />
ten opzichte van 150 landelijk.<br />
De keuze voor een bepaald systeem hangt naast de kosten<br />
ook af van de beschikbaarheid van meststoffen en mach<strong>in</strong>es,<br />
de doser<strong>in</strong>g en verdel<strong>in</strong>g van de meststoffen en het effect op<br />
de pH van de grond. Vloeibare meststoffen werken wat meer<br />
verzurend dan korrelmeststoffen.<br />
TIP!<br />
Demo bemest<strong>in</strong>gstechnieken.<br />
• Wees kritisch op de voorgestelvoorgestelde<br />
effectiviteit van toevoegmiddelen.<br />
Vraag om goed onderbouwde<br />
onderzoeksresultaten<br />
en/of ervar<strong>in</strong>gen van collega’s<br />
over een langere periode.<br />
TIP!<br />
• Laat voor nauwkeurig strooien<br />
uw strooier eens testen en<br />
gebruik eventueel een strooicomputer.<br />
Kosten van verschillende bemest<strong>in</strong>gsmethoden (prijspeil 2009)<br />
Analyse compost (g/kg)<br />
Prijs Aanwend- Bemest<strong>in</strong>gs<br />
kosten1 ) kosten<br />
€/kg N Kunstmest €/ha €/ha verh.<br />
KAS Zwavel 1,25 194 40 234 89<br />
Sulfammo 1,54 216 40 256 98<br />
Anasol spaakwiel 0,80 131 100 231 88<br />
NTS spuit 0,85 138 100 238 91<br />
Flex 2 ) spuit 1,67 253 100 353 135<br />
1) Aanwendkosten kunstmeststrooier € 10 per ha <strong>in</strong>cl. arbeid, spaakwiel<br />
en spuit € 30 per ha.<br />
2) Volgens de leverancier stimuleert dit product de wortelontwikkel<strong>in</strong>g,<br />
waardoor het voordeel op langere termijn tot uit<strong>in</strong>g komt.<br />
Toevoegmiddelen aan mest<br />
Redenen voor het gebruik van een toevoegmiddel aan<br />
(rundvee)drijfmest zijn: m<strong>in</strong>der stank, betere mengbaarheid<br />
bij (sterk) ontmengde drijfmest, m<strong>in</strong>der ammoniakemissie<br />
en een hogere N-werk<strong>in</strong>g. Er is een groot assortiment van<br />
toevoegmiddelen <strong>in</strong> de handel. Het aantal groeit nog jaarlijks.<br />
Over de herkomst en samenstell<strong>in</strong>g van de producten is echter<br />
betrekkelijk we<strong>in</strong>ig bekend. Over hun effectiviteit verschillen<br />
de men<strong>in</strong>gen en vaak ontbreekt <strong>in</strong>formatie uit objectief<br />
onderzoek.<br />
De middelen zijn ook vaak duur. WUR Livestock Research<br />
berekende de economische waarde van toevoegmiddelen op<br />
basis van 10% verbeterde N-werk<strong>in</strong>g uit drijfmest en een extra<br />
N-lever<strong>in</strong>g van 10 kg uit de bodem door verbeterd bodemleven.<br />
Bij een N-prijs van 0,49 euro per kg bleek dit 11-12 euro<br />
per ha per jaar te zijn.<br />
13
14<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Levende mest<br />
Op het bedrijf van Erik en Rianne Valk is de <strong>in</strong>steek van duurzaamheid<br />
en werken volgens de kr<strong>in</strong>gloopgedachte circa 10<br />
jaar geleden al gestart. S<strong>in</strong>ds die tijd wordt ook mestbehandel<strong>in</strong>g<br />
toegepast om via betere mest beter voer te krijgen.<br />
Op het bedrijf wordt de mest behandeld met Agri-mest en<br />
EM (effectieve micro-organismen). Volgens Erik levert dit<br />
mest op die leeft en meer effect heeft op het bodemleven.<br />
Ook tijdens het <strong>in</strong>kuilen van het gras wordt EM toegevoegd.<br />
Erik: ‘Daarnaast let ik scherp op de pH van de grond. Samen<br />
met de m<strong>in</strong>der zware bemest<strong>in</strong>g levert dit betere kuilen op<br />
met lagere ruw eiwitgehaltes die veel beter zijn dan jaren<br />
geleden.’<br />
Resultaten rijenbemest<strong>in</strong>g <strong>in</strong> snijmaïs<br />
Op het bedrijf van Grotenhuis is op een maïsperceel met een<br />
relatief hoge fosfaattoestand (pw >55) drie jaar gekeken naar<br />
het effect van rijenbemest<strong>in</strong>g met KAS en Physiostart (zie<br />
tabel). Physiostart is een microgranulaatmeststof op basis<br />
van zeewierextract dat de wortelgroei moet stimuleren. De<br />
doser<strong>in</strong>g is 20 kg per ha, waarmee je 1,6 kg stikstof en 5,6 kg<br />
fosfaat geeft.<br />
Drogestofopbrengsten bemest<strong>in</strong>gsdemo Grotenhuis, gem. 2007-2009<br />
25 m3 RDM 35 m3 RDM<br />
200 kg KAS 20 Kg Physiostart 100 kg KAS 20 kg Physiostart<br />
16.350 14.860 15.570 16.010<br />
De varianten zijn vergeleken bij twee rundveedrijfmestniveaus,<br />
te weten 25 en 35 m 3 per ha. De beide drijfmestniveaus<br />
zijn breedwerpig aangevuld met respectievelijk 240 en 100 kg<br />
kali-40 per ha. Bij 25 m 3 drijfmest geeft rijenbemest<strong>in</strong>g met<br />
KAS een duidelijk hogere opbrengst dan Physiostart. Bij 35 m 3<br />
drijfmest is er geen noemenswaardig verschil. Helaas is niet<br />
bekeken wat de opbrengst zou zijn geweest zonder rijenbemest<strong>in</strong>g.<br />
Bemest<strong>in</strong>g van maïs<br />
Nalever<strong>in</strong>g stikstof na scheuren<br />
Wanneer je maïs op gescheurd grasland teelt, komt er door<br />
m<strong>in</strong>eralisatie van de ondergeploegde zode stikstof vrij die de<br />
maïs kan opnemen. Daarom kun je bij de teelt van maïs na<br />
gras een hoeveelheid stikstof van de adviesgift aftrekken (zie<br />
tabel). Die hoeveelheid is afhankelijk van de leeftijd van de<br />
zode en het aantal jaren na scheuren.<br />
Mogelijke stikstofkort<strong>in</strong>g op adviesnorm na scheuren (kg N/ha/jaar)<br />
Aantal jaren Grondsoort Leeftijd gescheurde zode<br />
na scheuren 1 jaar 2 jaar 3 jaar en ouder<br />
1 Alle gronden 50 100 100<br />
2 Klei op veen 0 0 60<br />
Overige gronden 0 0 30<br />
Om te voorkomen dat de stikstof te laat vrijkomt voor een<br />
optimale benutt<strong>in</strong>g, moet de zode tijdig worden gescheurd.<br />
Half maart is de beste periode. Naast stikstof komt ook fosfaat<br />
en kali vrij uit de ondergeploegde zode. Hiervoor zijn echter<br />
geen normen bekend. Als richtlijn wordt daarom wel<br />
aangehouden dat de verhoud<strong>in</strong>g N, P en K die vrijkomt,<br />
gelijk is aan de verhoud<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gras. Wanneer er bijvoorbeeld<br />
100 kg N vrijkomt uit de zode, komt er daarnaast 30-40 kg<br />
fosfaat en circa 120 kg kali vrij.<br />
TIP!<br />
• Pas op maïsland niet standaard<br />
een NP-rijenbemest<strong>in</strong>g toe. Bij<br />
hogere P-toestanden is alleen<br />
rijenbemest<strong>in</strong>g met stikstof<br />
vaak voldoende.
TIP!<br />
• Let bij lage rundveedrijfmestgiften<br />
(35-40 m3 • Let bij lage rundveedrijfmestgiften<br />
per ha) op de kali-bemest<strong>in</strong>g.<br />
Bij een kali-toestand van de bodem van<br />
‘voldoende’ of lager moet er volgens<br />
de norm kali uit kunstmest worden<br />
aangevuld.<br />
Op het bedrijf van Dijsselhof/Strijdveen zijn KAS, Entec en<br />
géén rijenbemest<strong>in</strong>g met elkaar vergeleken (zie tabel). Entec<br />
is een stikstofmeststof waaraan een nitrifi catieremmer is<br />
toegevoegd. Daardoor komt de stikstof langzamer beschikbaar<br />
voor de plant. In de demo is geen fosfaat aangevuld met<br />
rijenbemest<strong>in</strong>g, omdat de P-toestand van de percelen hoog<br />
was (pw > 55).<br />
Opvallend is dat de opbrengst bij alleen 35 m 3 rundveedrijfmest<br />
al 17 ton drogestof per ha was. Rijenbemest<strong>in</strong>g met 200<br />
kg KAS gaf gemiddeld een ton drogestof extra opbrengst.<br />
Rijenbemest<strong>in</strong>g met Entec daarentegen gaf nauwelijks een<br />
opbrengstverhog<strong>in</strong>g. Een verklar<strong>in</strong>g hiervoor kan zijn dat de<br />
maïs vooral tijdens de beg<strong>in</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g behoefte heeft aan<br />
snel opneembare stikstof en dat de stikstof uit Entec daarvoor<br />
te laat beschikbaar komt.<br />
Drogestofopbrengsten (kg/ha) bemest<strong>in</strong>gsdemo<br />
Dijsselhof/Strijdveen , gem. 2007-2008<br />
Geen rijenbemest<strong>in</strong>g 200 kg KAS 200 kg Entec<br />
16.910 18.000 17.240<br />
Dat <strong>in</strong> sommige gevallen een aanvullende rijenbemest<strong>in</strong>g met<br />
kunstmest niet nodig is, bleek uit een bemest<strong>in</strong>gsdemo op<br />
het bedrijf van Ormel (zie tabel). De opbrengsten van het veld<br />
zonder rijenbemest<strong>in</strong>g en van het veld met 150 kg per ha NP<br />
27-10 waren allebei even hoog. De basisbemest<strong>in</strong>g was 35<br />
m 3 /ha rundveedrijfmest.<br />
Drogestofopbrengsten (kg/ha) bemest<strong>in</strong>gsdemo Ormel 2008<br />
Geen rijenbemest<strong>in</strong>g Met rijenbemest<strong>in</strong>g 150 kg per ha 27-10<br />
17.818 17.778<br />
Resultaten demo maïs op gescheurd grasland<br />
Om de nalever<strong>in</strong>g uit een ondergeploegde zode te testen is<br />
op het bedrijf van Vedders snijmaïs geteeld op een perceel<br />
gescheurd grasland, waarbij de opbrengsten bij respectievelijk<br />
0, 20 en 40 m 3 drijfmest per ha zijn vergeleken (zie tabel). De<br />
zode is <strong>in</strong> maart doodgespoten en beg<strong>in</strong> april ondergeploegd.<br />
De velden met geen en 20 m 3 drijfmest zijn tot het bemest<strong>in</strong>gsadvies<br />
aangevuld met fosfaat en kali. De opbrengst was<br />
bij alle drie bemest<strong>in</strong>gsniveaus gelijk. Hieruit kun je concluderen<br />
dat de nalever<strong>in</strong>g aan stikstof uit de ondergeploegde zode<br />
voldoende was voor een optimale opbrengst.<br />
Resultaat bemest<strong>in</strong>gsproef maïs 1e jaar na scheuren<br />
0 m3 RDM 20 m3 RDM 40 m3 RDM<br />
Kg/ha 56.598 56.916 55.644<br />
Ds% 33,7 34,0 33,6<br />
Kg ds/ha 19.073 19.351 18.696<br />
Verhoud<strong>in</strong>g 100 102 98<br />
Werken met RTK-GPS<br />
Bij rijenbemest<strong>in</strong>g met drijfmest <strong>in</strong> maïs wordt<br />
de mest beter benut. Door de plaatsbepal<strong>in</strong>g met<br />
RTK-GPS-techniek kan het toedienen van drijfmest<br />
door rijenbemest<strong>in</strong>g en het zaaien van de maïs <strong>in</strong><br />
aparte werkgangen worden uitgevoerd. De GPStechniek<br />
zorgt ervoor dat mest en maïs bij elkaar<br />
komen te liggen. De zaaicapaciteit wordt dan niet<br />
meer beperkt door de drijfmestaanvoer.<br />
Stikstofnalever<strong>in</strong>g onderschat<br />
Op het bedrijf van Vedders is de bemest<strong>in</strong>g bijgesteld<br />
naar aanleid<strong>in</strong>g van de resultaten van de bemest<strong>in</strong>gsproef<br />
‘Snijmaïs telen op gescheurd grasland.’ Afhankelijk<br />
van de leeftijd van de oude zode wordt er geen of nog<br />
slechts 20 m³ drijfmest gegeven op dergelijke percelen.<br />
‘Ik heb geleerd dat we de nalever<strong>in</strong>g vanuit de zode<br />
onderschatten’, zegt Eddie Vedders. ‘Wel is een startgift<br />
met stikstof en eventueel een kle<strong>in</strong>e gift fosfaat <strong>in</strong> de rij<br />
gewenst.’<br />
Mestscheid<strong>in</strong>g kan een bijdrage leveren<br />
aan een effi ciëntere bemest<strong>in</strong>g.<br />
Ook bemesten wordt met<br />
GPS precisiewerk.<br />
15
3<br />
TIP!<br />
16<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Bouwplan melkveebedrijf<br />
Vruchtwissel<strong>in</strong>g<br />
In het project is gezocht naar maatregelen om de gewoonte<br />
van cont<strong>in</strong>uteelt te doorbreken. Een van de mogelijkheden<br />
is het afwisselen van maïs met gras. Hierdoor kan de maïs<br />
enerzijds profi teren van de opgebouwde organischestofvoorraad<br />
<strong>in</strong> de zode, en kan anderzijds de vruchtbaarheid van de<br />
bodem verhoogd worden <strong>in</strong> de jaren dat het maïsperceel gras<br />
is.<br />
Wisselbouw of vruchtwissel<strong>in</strong>g kan dus een werkwijze zijn om<br />
de afbraak van organische stof b<strong>in</strong>nen de perken te houden.<br />
Zo kun je 3 jaar maïsteelt afwisselen met 3 jaar grasteelt. Omdat<br />
de meeste melkveehouderijbedrijven aan derogatie meedoen,<br />
kan maximaal 30% van het areaal bouwland zijn. In dit<br />
geval hoeft er maximaal 60% van het areaal mee te draaien <strong>in</strong><br />
de vruchtwissel<strong>in</strong>g, zodat er 40% nog blijvend grasland kan<br />
blijven. De vruchtwissel<strong>in</strong>g bestaat dan uit een afwissel<strong>in</strong>g van<br />
3 jaar maïs en 3 jaar kortdurend grasland. Eventueel kan het<br />
derde jaar maïs ook <strong>in</strong>geruild worden voor graan, zodat je het<br />
nieuwe gras <strong>in</strong> het najaar ruim op tijd kunt <strong>in</strong>zaaien.<br />
• Houd er reken<strong>in</strong>g<br />
mee dat de stikstoflever<strong>in</strong>g<br />
bij ouder<br />
grasland hoger<br />
is dan bij tijdelijk<br />
grasland.<br />
Cont<strong>in</strong>uteelt van gras en maïs is op veel<br />
veehouderijen gewoon. Nadeel van dit<br />
systeem is dat op de maïspercelen het<br />
organischestofgehalte fl <strong>in</strong>k onderuit gaat<br />
omdat de aanvoer van organische stof bij<br />
de teelt van maïs m<strong>in</strong>imaal is. Met wisselbouw<br />
ofwel vruchtwissel<strong>in</strong>g is deze praktijk<br />
te doorbreken. Een kiene bemest<strong>in</strong>g is<br />
hierbij van belang. De teelt van klaver of<br />
graan of bijzondere grassoorten zorgt ook<br />
voor verbeter<strong>in</strong>g van het rantsoen.<br />
Structuurrijke grassen, een<br />
welkome aanvull<strong>in</strong>g voor<br />
jongvee en droge koeien.<br />
Teelt nieuwe grassoorten<br />
Op het bedrijf van Grotenhuis worden al meerdere jaren een aantal niet gangbare grassoorten<br />
geteeld. Het ras Elgon, een Engels tetraploïde raai gras is het langst op het bedrijf. Het blijkt<br />
een goede keuze. Het gras heeft ervoor gezorgd dat de van oorsprong schrale zandgrond is<br />
veranderd <strong>in</strong> een humeuze grondsoort met een goed vochthoudend vermogen. ‘Vooral door ook<br />
tussentijds niet te scheuren is veel goede organische stof opgebouwd en behouden gebleven<br />
voor de grond’, aldus Erik Grotenhuis. In een later stadium is kropaar en rietzwenkgras aan het<br />
areaal toegevoegd. Deze rassen zijn met name om hun structuur aan de ruwvoervoorzien<strong>in</strong>g<br />
toegevoegd. ‘Kropaar wordt gebruikt op de drogere percelen en rietzwenk op de lagere percelen.’<br />
Het voer dat met deze rassen wordt geproduceerd, wordt vooral gebruikt voor het jongvee en de<br />
droge koeien. Bij de melkkoeien wordt het met name voor correctie van het structuuraanbod<br />
gebruikt.
Wisselschema voor gras en maïs<br />
1e jaar Blijv. gras Blijv.gras Blijv. gras Blijv. gras Tijd. gras Tijd. gras Tijd. gras Maïs/Graan Maïs Maïs<br />
2e jaar Blijv. gras Blijv.gras Blijv. gras Blijv. gras Maïs Tijd. gras Tijd. gras Tijd. gras Maïs/Graan Maïs<br />
3e jaar Blijv. gras Blijv.gras Blijv. gras Blijv. gras Maïs Maïs Tijd. gras Tijd. gras Tijd. gras Maïs/Graan<br />
4e jaar Blijv. gras Blijv.gras Blijv. gras Blijv. gras Maïs/Graan Maïs Maïs Tijd. gras Tijd. gras Tijd. gras<br />
5e jaar Blijv. gras Blijv.gras Blijv. gras Blijv. gras Tijd. Gras Maïs/Graan Maïs Maïs Tijd. gras Tijd. gras<br />
6e jaar Blijv. gras Blijv.gras Blijv. gras Blijv. gras Tijd. gras Tijd. gras Maïs/ Graan Maïs Maïs Tijd. gras<br />
Voorbeeld:<br />
Een bedrijf met 60 ha grond teelt 18 ha maïs. Om de vruchtwissel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bovenstaande opzet rond te zetten is 36 ha<br />
grond nodig die werkelijk <strong>in</strong> de roulatie ligt. Het bouwplan bestaat dan uit 24 ha blijvend grasland, 18 ha tijdelijk<br />
grasland en 18 ha maïs. Naarmate het maïsaandeel lager ligt, wordt ook het aandeel tijdelijk grasland lager en wordt<br />
het aandeel blijvend grasland hoger. Afhankelijk van de bedrijfssituatie kun je hiermee schuiven. In het project is een<br />
geleidelijke verschuiv<strong>in</strong>g te zien naar een rantsoen met meer gras <strong>in</strong> de basis. Voordelen zijn een betere balans <strong>in</strong><br />
voederwaarde wat betreft energie en eiwit en een lagere kostprijs, vooral bij beweid<strong>in</strong>g.<br />
Hoog aandeel maïs<br />
Op het bedrijf van Dijsselhof-Strijdveen wordt gekozen voor<br />
een hoog aandeel maïs <strong>in</strong> het rantsoen. Het is een <strong>in</strong>tensief<br />
bedrijf met een hoge melkproductie per ha en er moet dus<br />
relatief veel voer worden aangekocht. Dit gebeurt hoofdzakelijk<br />
<strong>in</strong> de vorm van maïs. Hierdoor is de kostprijs wel wat<br />
hoger, maar de aanpak werkt positief op de stikstofeffi ciëntie.<br />
Het ureumgetal is prima te sturen via de eiwitcorrectie <strong>in</strong> het<br />
rantsoen. Met name wanneer de eiwitgrondstoffen duur zijn,<br />
werken deze rantsoenen negatief door <strong>in</strong> de kostprijs. ‘Voor<br />
een gezonde koe is het wel belangrijk dat je bij veel maïs<br />
voldoende snelheid <strong>in</strong> het rantsoen houdt’, tipt deelnemer<br />
Rob Strijdveen.<br />
Demo bemest<strong>in</strong>gstechnieken<br />
TIP!<br />
• Als vruchtwissel<strong>in</strong>g<br />
bij maïs geen optie is,<br />
zorg dan <strong>in</strong> ieder geval<br />
voor een optimale<br />
teelt van een groenbemester.<br />
Een geslaagde<br />
groenbemester zorgt<br />
altijd nog voor een<br />
aanzienlijke aanvoer<br />
van organische stof.<br />
17
18<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Bemest<strong>in</strong>g na scheuren<br />
Belangrijk aspect bij de <strong>in</strong>zaai van maïs op gescheurd grasland<br />
is de bemest<strong>in</strong>g. Uit het project is gebleken dat maïsteelt<br />
<strong>in</strong> het eerste jaar na het scheuren van grasland goed mogelijk<br />
is zonder drijfmesttoedien<strong>in</strong>g. Om de gescheurde zode<br />
optimaal te benutten moet de bemest<strong>in</strong>g met drijfmest dus<br />
worden aangepast. Uit onderzoek blijkt dat ook <strong>in</strong> het tweede<br />
jaar onder <strong>in</strong>vloed van de stikstofnawerk<strong>in</strong>g de drijfmestgift<br />
lager kan blijven. Op deze manier blijft er meer drijfmest<br />
beschikbaar voor grasland en daarop is de m<strong>in</strong>eralenbenutt<strong>in</strong>g<br />
vaak veel beter.<br />
In een vruchtwissel<strong>in</strong>g van 3 jaar gras en 3 jaar maïs zou het<br />
volgende bemest<strong>in</strong>gsadvies (zie tabel) aangehouden kunnen<br />
worden.<br />
TIP!<br />
• De mogelijkheden van klaver<br />
worden nog altijd onderschat.<br />
Bij her<strong>in</strong>zaai is klaver te overwegen,<br />
het b<strong>in</strong>dt stikstof en<br />
verhoogt de diversiteit van de<br />
grasmat. Vooral bij percelen<br />
voor alleen maaien kan rode<br />
klaver zonder veel nadelen<br />
worden toegepast.<br />
Bemest<strong>in</strong>gsadvies voor snijmaïs na grasland<br />
1e jaar na gras 0 m 3 drijfmest<br />
2e jaar na gras 20 m 3 drijfmest<br />
3e jaar na gras 40 m 3 drijfmest<br />
Wel kan een aanvull<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>den met kunstmestrijenbemest<strong>in</strong>g<br />
om een goede beg<strong>in</strong>groei te realiseren. Overigens<br />
blijft ook bij dit systeem van vruchtwissel<strong>in</strong>g de teelt van een<br />
goed w<strong>in</strong>tergewas noodzakelijk. Bij voorkeur gras onder maïs,<br />
omdat maïs al vroeg stopt met de opname van stikstof uit de<br />
grond en het na de oogst gekiemde gras meteen de achtergebleven<br />
stikstof kan gaan opnemen.<br />
Gedeeltelijk scheuren<br />
Om het beschikbaar komen van de stikstof door m<strong>in</strong>eralisatie<br />
te beteugelen is het gedeeltelijk scheuren van het grasland<br />
een optie. Daarvoor moet de maïs dan met een speciale<br />
mach<strong>in</strong>e gezaaid worden. Eén mogelijkheid is om een smalle<br />
strook te frezen en daar<strong>in</strong> de maïs te zaaien. Veehouder<br />
Henk Pol <strong>in</strong> Uffelte heeft hiervoor een mach<strong>in</strong>e ontwikkeld.<br />
Een andere optie is de maïs te zaaien met een Evers Hunter<br />
zaaimach<strong>in</strong>e waarbij de maïs <strong>in</strong> een door een woelpoot losgetrokken<br />
spoor wordt gezaaid. Doordat de zode niet geheel<br />
gescheurd wordt, verloopt de m<strong>in</strong>eralisatie van de oude zode<br />
geleidelijker, waardoor verliezen beperkt worden.<br />
Met de strokenfrees wordt slechts<br />
een smalle strook van de oude zode<br />
gescheurd.<br />
Met de Evers Hunter maïszaaicomb<strong>in</strong>atie<br />
wordt de oude zode m<strong>in</strong>imaal gescheurd.
Klaver of graan<br />
TIP!<br />
Om de afhankelijkheid van kunstmeststikstof te verm<strong>in</strong>deren<br />
kun je ervoor kiezen de <strong>in</strong>zaai van het tijdelijke grasland te<br />
comb<strong>in</strong>eren met rode of witte klaver. Het risico dat de klaver<br />
het gras gaat overheersen is relatief kle<strong>in</strong>, doordat de mat<br />
maar kortdurend blijft liggen. Daarnaast kan de klaver voor<br />
extra stikstofl ever<strong>in</strong>g zorgen <strong>in</strong> het eerste jaar na scheuren.<br />
Bij de <strong>in</strong>zaai van gras-klaver na het laatste jaar maïs is <strong>in</strong> de<br />
roulatie met name van belang dat de <strong>in</strong>zaai niet te laat plaatsv<strong>in</strong>dt<br />
<strong>in</strong> verband met de kiem<strong>in</strong>g en beg<strong>in</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
de klaver. Zeker op de percelen die <strong>in</strong>gezaaid moeten worden,<br />
is de keuze van een vroeg ras belangrijk, zodat uiterlijk e<strong>in</strong>d<br />
september de <strong>in</strong>zaai kan plaatsv<strong>in</strong>den. Vooral om deze reden<br />
kun je het laatste jaar bouwland ook <strong>in</strong>vullen met graanteelt,<br />
die je dan <strong>in</strong> de zomer oogst als GPS of als korrel. Zo ben je<br />
vrijwel altijd op tijd met de <strong>in</strong>zaai van het gras.<br />
Op Praktijkcentrum De Marke wordt <strong>in</strong> het laatste jaar een<br />
mengsel van gerst en gras <strong>in</strong>gezaaid. Het gras is dan meteen<br />
als ondervrucht aanwezig en kan zich na de oogst direct<br />
ontwikkelen. Een ander voordeel is dat een zaaibewerk<strong>in</strong>g uitgespaard<br />
wordt en het gras meteen na de oogst kan groeien.<br />
• Als u vruchtwissel<strong>in</strong>g wilt gaan<br />
toepassen maak dan voortijdig<br />
een goed plan. Een goede<br />
uitvoer<strong>in</strong>g hiervan vergt een<br />
akkerbouwmatige aanpak.<br />
Graanteelt<br />
Op het bedrijf van Groeneveld wordt al meerdere jaren graan<br />
geteeld voor het melkvee. In tegenstell<strong>in</strong>g tot wat vaak wordt<br />
gedacht, is niet de graankorrel de belangrijkste drijfveer om<br />
graan te telen. Vooral het stro wordt op het bedrijf <strong>in</strong>gezet.<br />
Gehakseld als onderdeel van het basisrantsoen zorgt de<br />
structuur <strong>in</strong> het stro voor een optimale penswerk<strong>in</strong>g, waardoor<br />
het gezondheidsniveau van de dieren een fl <strong>in</strong>k e<strong>in</strong>d wordt<br />
opgekrikt. De kosten voor diergezondheid liggen op dit bedrijf<br />
dan ook ver onder het gemiddelde. Daarnaast zorgt stro <strong>in</strong><br />
het rantsoen ook voor een goede kwaliteit mest. Het andere<br />
deel van het stro gaat <strong>in</strong> de boxen. ‘Het stro geeft naast een<br />
prettig ligbed voor de koeien ook de nodige structuur <strong>in</strong> de<br />
mest. Koeien die dat nodig hebben, kunnen <strong>in</strong> de box nog wat<br />
stro opnemen’, aldus Jeroen Groeneveld. Al met al levert deze<br />
aanpak mest op met een hoge C/N-verhoud<strong>in</strong>g dan gangbaar<br />
en dichter bij de C/N-verhoud<strong>in</strong>g van grond. ‘Hierdoor wordt<br />
de balans <strong>in</strong> de grond na een bemest<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>der verstoord en<br />
zorgt het stro uite<strong>in</strong>delijk ook voor een betere bodemvruchtbaarheid.’<br />
Gras onder graan versnelt<br />
de gewasovergang.<br />
19
20<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Deelnemer <strong>in</strong> beeld:<br />
<strong>Melkveehouderij</strong> Bakhuis VOF<br />
Deelnemer Herman Bakhuis runt een melkveebedrijf <strong>in</strong><br />
Daarle. De reden waarom hij is gaan meedoen aan het project<br />
<strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> is dat hij het belangrijk v<strong>in</strong>dt om collega’s te<br />
ontmoeten. ‘Ik zit eigenlijk altijd wel <strong>in</strong> één of twee studiegroepen.<br />
Het houdt me scherp, ik kan me spiegelen aan anderen<br />
en er wordt kennis gedeeld. Onze bedrijfsvoer<strong>in</strong>g wordt er<br />
beter van.’ Op de vraag wat tot nu toe het meest waardevol aan<br />
het project is geweest, antwoordt Herman: ‘De duogesprekken<br />
met een collega-deelnemer. Ik had een goede sparr<strong>in</strong>gpartner<br />
aan hem, zeker omdat we bij de start van het project<br />
beiden bezig waren plannen te maken voor uitbreid<strong>in</strong>g en<br />
nieuwbouw.’ Het kan dus erg nuttig zijn om met een collega te<br />
praten over dilemma’s, zaken die je van elkaar herkent.<br />
Naam: Herman (46) en Bernadien (45) Bakhuis<br />
Jan Willem (19), Kees (16) en Peter Jort (11)<br />
Woonplaats: Daarle<br />
Bedrijf: 300 melkkoeien<br />
2.600.000 kg melkquotum<br />
90 stuks jongvee < 1 jaar<br />
jongveeopfok > 1 jaar wordt uitbesteed<br />
120 ha cultuurgrond <strong>in</strong> gebruik<br />
Gegevens: Melkproductie: 9.607 kg melk<br />
2010 4,35% vet<br />
3,51% eiwit<br />
ERJ 2418<br />
Gem. leeftijd koeien: 4.01 jaar<br />
Ureumgehalte melk: 21,1<br />
Een keer vrij<br />
Intussen is de stal al volop <strong>in</strong> gebruik en worden er door<br />
vier robots zo’n 270 koeien gemolken. ‘Als gevolg van deze<br />
uitbreid<strong>in</strong>g hebben we nu een fulltime medewerker <strong>in</strong> vaste<br />
dienst. Hierdoor ervaar ik veel meer vrijheid <strong>in</strong> mijn werk dan<br />
enkele jaren geleden. Ik heb nu ook gewoon eens een middag<br />
vrij.’ Daarnaast v<strong>in</strong>dt Herman dat er naast het gez<strong>in</strong> iemand<br />
moet zijn die het bedrijf makkelijk kan overnemen als je als<br />
gez<strong>in</strong> eens een keer weg wilt. Met een meermansbedrijf kan<br />
dat makkelijker. ‘Ik heb nu meer tijd voor mezelf en voor andere<br />
d<strong>in</strong>gen die ik leuk v<strong>in</strong>d’, geeft hij aan. In deze situatie is<br />
arbeidsorganisatie heel belangrijk. Daarvoor is veel aandacht<br />
op het bedrijf. ‘We hebben <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een vaste plann<strong>in</strong>g van<br />
de werkzaamheden gedurende de week, waarvan we alleen<br />
<strong>in</strong> bijzondere gevallen afwijken. Daarnaast is <strong>in</strong> zogenoemde<br />
protocollen vastgelegd hoe we de verschillende werkzaamheden<br />
uitvoeren.’
Economische duurzaamheid<br />
Op een bedrijf waar ruim 300 koeien rondlopen, is welzijn en<br />
diergezondheid een belangrijk aspect. Tijdens de bouw van de<br />
stal is hiermee zoveel mogelijk reken<strong>in</strong>g gehouden. Het koppel<br />
is gesplitst <strong>in</strong> vier groepen, waarbij de vaarzen en de nieuwmelkte<br />
koeien apart lopen. Voor deze laatste dieren is er een<br />
uitloop naar buiten om ze meer te kunnen laten bewegen.<br />
Naarmate een bedrijf groter wordt en met vreemde arbeid<br />
werkt, moet het rendement omhoog. Vaak wordt gezegd dat<br />
een groter bedrijf effi ciënter kan werken, maar voor Herman<br />
is dat allerm<strong>in</strong>st vanzelfsprekend. ‘Eigenlijk zou je je eerst<br />
moeten bewijzen door een lage kostprijs te realiseren voordat<br />
je de keuze maakt om te groeien’, zegt hij. In het project <strong>Kop</strong><br />
<strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> is aan dit aspect veel aandacht besteed. ‘Een goede<br />
duurzaamheid beg<strong>in</strong>t bij een goede economische duurzaamheid.’<br />
Verander<strong>in</strong>gen<br />
Pratend over alle plannen straalt<br />
Herman een bepaalde rust uit. Het lijkt<br />
erop dat er bij hem geen twijfel bestaat<br />
over de gemaakte keuzes. Herman<br />
bevestigt dat en sluit vervolgens af<br />
met de woorden: ‘Niet de sterkste w<strong>in</strong>t,<br />
maar degene die het best kan omgaan<br />
met verander<strong>in</strong>gen.’<br />
‘Een goede duurzaamheid<br />
beg<strong>in</strong>t bij een<br />
goede economische<br />
duurzaamheid.’<br />
21
4<br />
22<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Voed<strong>in</strong>g en veestapel<br />
Effi ciënt melk maken<br />
Alle projectdeelnemers kiezen voor deelname aan derogatie.<br />
Dit houdt <strong>in</strong> dat agrarische bedrijven werken met een<br />
gebruiksnorm voor dierlijke mest van 250 kg stikstof per<br />
hectare per jaar. Bij derogatie is m<strong>in</strong>imaal 70% van de landbouwgrond<br />
grasland. Omdat de effi ciëntie van voer naar melk<br />
hoger is dan die van voer naar vlees, is het voor de melkveehouderij<br />
<strong>in</strong>teressant om met zo we<strong>in</strong>ig mogelijk dieren het<br />
quotum vol te melken. Het verhogen van de levensduur en<br />
daardoor m<strong>in</strong>der jongvee hoeven aanhouden draagt ook bij<br />
aan de doelstell<strong>in</strong>g van effi ciëntie.<br />
De doelstell<strong>in</strong>g van het project is om zo effi ciënt mogelijk melk<br />
te maken uit zo veel mogelijk ruwvoer, het liefst geteeld op de<br />
zandgrond <strong>in</strong> de regio en met zo we<strong>in</strong>ig mogelijk verliezen.<br />
Naast het reduceren van de verliezen naar het milieu is er ook<br />
zeker aandacht voor het economisch rendement met betrekk<strong>in</strong>g<br />
tot de productie van ruwvoer op het eigen bedrijf.<br />
Veestapel<br />
Voor een duurzame veestapel is het van belang dat de koeien<br />
meer lactaties melk kunnen geven en er mede hierdoor<br />
TIP!<br />
• Voer jongvee op de<br />
norm en corrigeer<br />
het gras- of graskuilrantsoen<br />
voor<br />
jongvee ouder dan<br />
12 maanden naar<br />
800 VEM en 120<br />
ruw eiwit.<br />
Rundveevoed<strong>in</strong>g is een heel belangrijk onderdeel<br />
van de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g op een melkveebedrijf.<br />
Een groot deel van de stikstof-<br />
en fosfaateffi ciëntie wordt bepaald door de<br />
omzett<strong>in</strong>g van voer naar melk <strong>in</strong> de koe. Als<br />
basis voor deze effi ciënte omzett<strong>in</strong>g moet<br />
voer worden aangeboden dat ervoor zorgt<br />
dat de pens <strong>in</strong> balans blijft. Zorg voor een<br />
passend aanbod van energie en eiwit, met<br />
voldoende structuur.<br />
m<strong>in</strong>der jongvee nodig is voor vervang<strong>in</strong>g. De economische<br />
voordelen van deze aanpak kunnen stijgen naar ruim 10.000<br />
euro voor het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf<br />
(1,65 euro per 100 kg melk). Ook zijn er grote milieutechnische<br />
en maatschappelijke voordelen. De mestproductie<br />
en dus de methaan- en ammoniakemissie worden<br />
fors verlaagd doordat de melkveebedrijven m<strong>in</strong>der jongvee<br />
aanhouden.<br />
De gemiddelde melkkoe <strong>in</strong> Nederland haalt nog geen<br />
3 lactaties. In het project zijn er echter deelnemers die gemiddeld<br />
ruim 4 lactaties realiseren. De koplopers b<strong>in</strong>nen het<br />
project hebben als doelstell<strong>in</strong>g om met 4,5 tot 5 stuks jongvee<br />
per 10 melkkoeien de vervang<strong>in</strong>g te kunnen realiseren. De<br />
melkkoeien op deze bedrijven produceren dan gemiddeld<br />
> 5 lactaties met behoud van diergezondheid en dierenwelzijn.<br />
De jongveeopfok en de transitieperiode, de periode<br />
rondom de droogstand, van melkkoeien zijn de meest bepalende<br />
factoren voor de duurzaamheid van melkvee. Het loont<br />
om op deze twee aspecten van de dagelijkse bedrijfsvoer<strong>in</strong>g<br />
scherp te zijn en scherp te blijven.
Voed<strong>in</strong>g<br />
Op het gebied van de rundveevoed<strong>in</strong>g blijkt dat er onder<br />
gemiddelde Nederlandse omstandigheden grote verliezen optreden<br />
bij het voeren van het oudere jongvee en droge koeien.<br />
Vaak ontbreekt het bij deze dieren aan een goede rantsoenbereken<strong>in</strong>g<br />
terwijl dit ook bij deze diergroepen noodzakelijk<br />
is om een goede normvoeder<strong>in</strong>g te bewerkstelligen. Deze<br />
groepen mogen niet de sluitpost worden van de voerplann<strong>in</strong>g.<br />
Voor het optimaliseren van rantsoenen voor melkgevende<br />
koeien is al veel kennis en aandacht <strong>in</strong> de sector aanwezig.<br />
Het model Bedrijfsspecifi eke excretie melkveehouderij (BEX)<br />
biedt handvatten om de voed<strong>in</strong>g verder te optimaliseren.<br />
Resultaten deelnemers<br />
Analyse compost (g/kg)<br />
jaar 2007 jaar 2010 Voordeel<br />
RE gehalte <strong>in</strong> rantsoen 165 155 9%<br />
RE / kVEM verhoud<strong>in</strong>g 170 160 9%<br />
P-gehalte <strong>in</strong> rantsoen 4,1 3,9 10%<br />
P / kVEM verhoud<strong>in</strong>g 4,2 4,0 10%<br />
Kg melk per koe 8.472 8.745 3%<br />
Kg melk per ha 18.126 18.332 --<br />
% vet <strong>in</strong> melk 4,49 4,43 - 0,06<br />
% eiwit <strong>in</strong> de melk 3,49 3,49 --<br />
Ureumgetal 23 21 9%<br />
M<strong>in</strong>der jongvee<br />
Op het bedrijf van Erik en Rianne Valk wordt al meerdere jaren<br />
gewerkt met 4,5 stuks jongvee per 10 melkkoeien. De vervang<strong>in</strong>g van<br />
de melkkoeien ligt op 20 tot 22% en daarmee wordt een hoge effi ciëntie<br />
gerealiseerd. Het standpunt van Erik is dat hij liever 100 melkkoeien<br />
heeft van 8.000 kg melk per koe en daarbij 45 stuks jongvee, dan 90<br />
melkkoeien van 8.900 kg en daarbij 63 stuks jongvee. Bereken<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
BEX geven als resultaat dat er bij de aanpak van Valk 10% m<strong>in</strong>der voer<br />
nodig is voor de productie van totaal 800.000 kg melk. Verder zijn er<br />
geen hogere gebouwenkosten en de mestproductie is 3 tot 5% lager.<br />
Alle deelnemers aan <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> maken gebruik van BEX.<br />
De deelname <strong>in</strong> het derde en vierde jaar leverde de bedrijven<br />
al een voordeel op van een 10% lagere stikstofexcretie en 15%<br />
lagere fosfaatexcretie. Dit betekent naast de grote milieuw<strong>in</strong>st<br />
een fi nancieel voordeel van ruim 3.000 euro per bedrijf. Uit de<br />
eerste analyses van BEX bleek dat er met name op het gebied<br />
van de totale ruwvoer- en krachtvoerbenutt<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de rantsoenen<br />
van de melkveehouderij nog een fl <strong>in</strong>ke effi ciëntieslag te<br />
maken is. Dit geldt voor alle groepen: melkgevende koeien,<br />
droge koeien en jongvee (zie schema).<br />
TIP!<br />
• Voer voldoende<br />
structuurvoer aan<br />
droogstaande<br />
koeien. De pens<br />
moet iedere dag<br />
goed ‘vol’ zijn.<br />
23
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
24<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Effi ciënt melk maken, hoe doe je dat?<br />
Uit het project blijkt dat de deelname aan BEX voor vrijwel alle<br />
deelnemers voordelen opleveren. De effi ciëntie van stikstof en<br />
fosfaat worden hoger. Daarvoor zijn door de deelnemers een<br />
aantal managementmaatregelen opgepakt om dit te realiseren.<br />
De volgende punten geven de belangrijkste maatregelen<br />
van de deelnemers aan <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> weer.<br />
Analyseren van de aanwezige landbouwgronden en kiezen voor<br />
het meest optimale gewas, dus passend bij de grondkwaliteit,<br />
de verkavel<strong>in</strong>g en doelstell<strong>in</strong>g van het melkveebedrijf.<br />
Optimaliseren van de verdel<strong>in</strong>g van dierlijke mest over de<br />
verschillende percelen landbouwgrond. Bijvoorbeeld m<strong>in</strong>der<br />
dierlijke mest naar snijmaïsland en een betere benutt<strong>in</strong>g van de<br />
mest op grasland waarbij ook wordt gekeken naar de behoefte<br />
van het gewas en de gehaltes <strong>in</strong> de grond van stikstof en fosfaat.<br />
Verlagen van de te gebruiken hoeveelheid stikstof en fosfaat uit<br />
kunstmest. Hiermee wordt de <strong>in</strong>put van deze stoffen uit ruwvoer<br />
op rantsoenniveau verlaagd.<br />
Aanpass<strong>in</strong>g van de rantsoenen voor droge koeien naar meer<br />
normvoed<strong>in</strong>g voor deze diergroep. Een aantal bedrijven heeft<br />
dit gerealiseerd door speciaal gras (kropaar, rietzwenk) te gaan<br />
telen voor droge koeien. Dit gras bevat een lagere voederwaarde<br />
voor energie/ruweiwit (is stikstof en fosfaat) en kalium. Dit<br />
laatste element is zeer belangrijk voor een goede diergezondheid.<br />
Meerdere bedrijven hebben een vergelijkbaar resultaat<br />
bereikt door een aanzienlijk deel graanstro toe te voegen aan het<br />
basisrantsoen voor droge koeien.<br />
Speciale grassoorten en graanstro worden tevens gebruikt om<br />
de rantsoenen voor jongvee te optimaliseren, met als resultaat<br />
een groot effi ciëntievoordeel en een betere diergezondheid. In<br />
de bedrijfsreportage van deelnemer Groeneveld is de motivatie<br />
voor het gebruik van stro uitgebreid toegelicht. De deelnemers<br />
Grotenhuis, Ormel en Blankena werken op hun bedrijven ook<br />
met speciale grassoorten, waaronder rietzwenk en kropaar.<br />
Rantsoenoptimalisatie bij de melkgevende koeien door scherp<br />
te letten op het ureumgetal <strong>in</strong> de melk. Dit getal geeft <strong>in</strong> de vorm<br />
van een verhoud<strong>in</strong>gsgetal aan hoe effi ciënt de eiwitbenutt<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
de koe is. De streefwaarde is gemiddeld 20 punten op jaarbasis,<br />
met een geaccepteerde variatie van 15 tot 25. Dit ureumgetal is<br />
alleen te realiseren als het gehele rantsoen voor deze diergroep<br />
geoptimaliseerd is. De streefwaarde van het gemiddelde ureumgetal<br />
<strong>in</strong> de melk geldt ook voor de bedrijven met weidegang van<br />
melkgevende koeien. Een extra moeilijkheid hierbij is de sterke<br />
afhankelijkheid van weers<strong>in</strong>vloeden. Overigens bleek dat deelnemer<br />
Groeneveld, één van de deelnemers met het laagste gemiddelde<br />
ureumgehalte juist maximaal op weidegang <strong>in</strong>steekt.<br />
Een aangepaste bemest<strong>in</strong>g en een goed <strong>in</strong>schaarmanagement<br />
zijn hierbij de kernpunten. Van de 12 deelnemers <strong>in</strong> het project<br />
zijn er 8 die weidegang met melkgevende koeien toepassen. Dit<br />
is ruim 65% van de deelnemers. Landelijk ligt dit getal op 80%.
Droogstaande koeien Beweid<strong>in</strong>g<br />
De droogstaande koeien bij bedrijf Vedders kunnen <strong>in</strong> de<br />
weideperiode genieten van een zeer ontspannen droogstand.<br />
Voor deze groep dieren is een speciale weide gereserveerd.<br />
Volgens Eddie Vedders een perfecte manier om droge koeien<br />
voor te bereiden op de nieuwe lactatieperiode. ‘Voeren op de<br />
norm en veel beweg<strong>in</strong>g is voor deze diergroep zeer belangrijk.<br />
Weidegang geeft de dieren de beweg<strong>in</strong>g en door circa 3 tot<br />
4 kg ds snijmaïs en 4 kg graanstro bij te voeren als aanvull<strong>in</strong>g<br />
op de grasopname, worden de dieren op de norm gevoerd.’<br />
Circa 2 weken voor de kalfdatum wordt gestart met aanvullend<br />
krachtvoer. Gedurende de gehele droogstand worden er ook<br />
droogstandsm<strong>in</strong>eralen gevoerd.<br />
Eddie: ‘We gaan bij de nieuwbouw van onze stal ruimte maken<br />
voor één diergroep droge koeien en een krachtvoerbox. Na<br />
het afkalven gaan ze dan naar de melkgevende groep. Koeien<br />
laten afkalven met een fl <strong>in</strong>ke hoeveelheid stro <strong>in</strong> de pens en<br />
een goede beweg<strong>in</strong>gsconditie voorkomt veel problemen en<br />
geeft de koe een goede start van de volgende lactatie.’<br />
Maïskolvenschroot<br />
TIP!<br />
Voor bedrijven die meer grond hebben dan die ze voor<br />
de productie van ruwvoer kunnen benutten is het een<br />
optie om die grond te benutten voor het verbouwen<br />
van eigen krachtvoer. Het telen van graan is dan een<br />
goede optie, de korrel kan na een bewerk<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld<br />
malen of pletten, op het eigen bedrijf <strong>in</strong>gezet<br />
worden en het stro kan ook prima <strong>in</strong>gezet worden<br />
als structuurbron of strooisel. Ook maïs kan als<br />
krachtvoervervanger gebruikt worden, bijvoorbeeld<br />
als maïskolvenschroot waarbij alleen de kolf met het<br />
schutblad gehakseld wordt. Het maïsstro blijft dan<br />
op het land achter en zorgt voor extra aanvoer van<br />
organische stof op het land.<br />
Op bedrijf Groeneveld is beweid<strong>in</strong>g een onlosmakelijk onderdeel<br />
van de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g. Het zorgt ervoor dat de kostprijs<br />
laag blijft. ‘We passen de maximaal mogelijke weidegang<br />
toe, zowel bij melkkoeien als bij het jongvee. We starten er<br />
beg<strong>in</strong> april mee en stoppen met het oudere jongvee rond<br />
1 december’, zegt Jeroen Groeneveld. Het jongvee wordt<br />
geweid op percelen die daar speciaal voor bestemd en bemest<br />
zijn. De melkkoeien worden alleen overdag geweid en ’s<br />
nachts bijgevoerd met snijmaïs en vers gras. Jeroen: ‘Ik schrik<br />
bij een ureumgetal van 25 en niet bij 15.’ Met deze aanpak<br />
produceren de Groenevelds veel kilo’s melk uit ruwvoer<br />
met een lage kostprijs.’ Zie verder de bedrijfsreportage op<br />
pag<strong>in</strong>a 10.<br />
• Stem de bemest<strong>in</strong>g<br />
van het grasland af<br />
op wat je met een<br />
grasproduct wilt<br />
bereiken. Effi ciënt<br />
voeren geeft goede<br />
melk.<br />
25
5<br />
26<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Lucht en water<br />
Op melkveehouderijbedrijven is vooral op maïsland de chemische<br />
onkruidbestrijd<strong>in</strong>g elk jaar een noodzakelijk kwaad. In<br />
sommige percelen is zelfs met maximale <strong>in</strong>zet van chemie het<br />
perceel niet onkruidvrij te houden is. Het streven <strong>in</strong> de gangbare<br />
landbouw is dan ook niet om door middel van mechanische<br />
bestrijd<strong>in</strong>g de chemische volledig achterwege te laten.<br />
Door aanvullende <strong>in</strong>zet van wiedeg of schoffel kan wel de<br />
doser<strong>in</strong>g van onkruidbestrijd<strong>in</strong>gsmiddlelen <strong>in</strong> de aanvullende<br />
bestrijd<strong>in</strong>g verm<strong>in</strong>derd worden. In de praktijk is mechanische<br />
onkruidbestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> maïs een afweg<strong>in</strong>g van willen, kunnen<br />
en doen. De technische voorzien<strong>in</strong>gen zijn voorhanden. Wil je<br />
m<strong>in</strong>der afhankelijk worden van chemische middelen, dan ligt<br />
<strong>in</strong> de maïsteelt op een relatief eenvoudige wijze het resultaat<br />
voor het oprapen.<br />
Veel maïstelers zijn afkerig van mechanische onkruidbestrijd<strong>in</strong>g.<br />
Dat komt doordat bijvoorbeeld bij het wiedeggen het<br />
moment van bewerk<strong>in</strong>g erg nauw steekt. Ten eerste moeten<br />
de weersomstandigheden goed zijn en vervolgens speelt ook<br />
het ontwikkelstadium van de maïs een belangrijke rol. Ten<br />
M<strong>in</strong>der chemische onkruidbestrijd<strong>in</strong>g, m<strong>in</strong>der<br />
nitraat <strong>in</strong> het grondwater en reductie<br />
van ammoniak en broeikasgassen. Dat zijn<br />
de uitdag<strong>in</strong>gen met betrekk<strong>in</strong>g tot lucht en<br />
water voor boeren die duurzaam verder willen.<br />
Met een comb<strong>in</strong>atie van mechanische<br />
en chemische onkruidbestrijd<strong>in</strong>g zijn goede<br />
resultaten te behalen. De forse bemest<strong>in</strong>g<br />
van jaren geleden zorgde voor uitspoel<strong>in</strong>g<br />
van stikstof naar het diepere grondwater.<br />
Streef daarom aan het e<strong>in</strong>d van het seizoen<br />
naar een zo kle<strong>in</strong> mogelijke voorraad stikstof<br />
<strong>in</strong> de bouwvoor. Ook de uitstoot van<br />
schadelijke gassen kan omlaag.<br />
Gewasbescherm<strong>in</strong>g en mechanische onkruidbestrijd<strong>in</strong>g<br />
De schoffelbewerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> maïs kan goed gecomb<strong>in</strong>eerd<br />
worden met grasonderzaai.<br />
slotte moet er <strong>in</strong> de betreffende periode vaak ook gras worden<br />
gemaaid of <strong>in</strong>gekuild. Een optie is om niet te wiedeggen maar<br />
te gaan schoffelen op het moment dat de maïs bijna sluit. Het<br />
moment van bewerk<strong>in</strong>g speelt dan wat m<strong>in</strong>der nauw en er is<br />
vaak wat meer tijd <strong>in</strong> deze periode. Door de schoffelbewerk<strong>in</strong>g<br />
worden de nakiemers tussen de rijen goed bestreden en wordt<br />
een eventuele slemplaag gebroken.<br />
Na één van beide genoemde mechanische bewerk<strong>in</strong>gen kun<br />
je over het algemeen met een lagere doser<strong>in</strong>g spuiten dan bij<br />
een chemische onkruidbestrijd<strong>in</strong>g alleen.<br />
In het project heeft <strong>in</strong> 2009 een demoveld gelegen waarop<br />
deze varianten zijn gedemonstreerd. Op enkele mechanisch<br />
bewerkte stroken is daar met een 20% lagere doser<strong>in</strong>g<br />
gespoten dan standaard en aan het e<strong>in</strong>d van het groeiseizoen<br />
was er geen hogere bezett<strong>in</strong>g van onkruid te zien. Een goede<br />
optie is ook nog om de schoffelbewerk<strong>in</strong>g te comb<strong>in</strong>eren met<br />
grasonderzaai, waardoor ook de stikstofeffi ciëntie verbeterd<br />
kan worden.
N-m<strong>in</strong>eraal en nitraat <strong>in</strong> het grondwater<br />
Te veel nitraat <strong>in</strong> het grondwater is een belangrijke aanleid<strong>in</strong>g<br />
voor het aangescherpte mestbeleid. Dit nitraat is schadelijk<br />
voor de gezondheid en dient dus uit het opgepompte<br />
grondwater te worden verwijderd alvorens dit als dr<strong>in</strong>kwater<br />
kan dienen. De forse bemest<strong>in</strong>g van jaren geleden zorgde<br />
voor uitspoel<strong>in</strong>g van stikstof naar het diepere grondwater. Om<br />
deze reden is er een maximum gesteld aan de hoeveelheid te<br />
gebruiken drijf- en kunstmest op landbouwgrond. De mate<br />
van stikstofuitspoel<strong>in</strong>g hangt mede af van de hoeveelheid<br />
stikstof die <strong>in</strong> het najaar nog <strong>in</strong> de grond zit. Vooral dan stopt<br />
de plant met het opnemen van stikstof en kan de nog aanwezige<br />
stikstof <strong>in</strong> de grond gemakkelijk uitspoelen. Streef bij de<br />
bemest<strong>in</strong>g dus naar een zo kle<strong>in</strong> mogelijke voorraad stikstof<br />
aan het e<strong>in</strong>d van het seizoen.<br />
Uit het project is gebleken dat dit op grasland makkelijker<br />
is te realiseren dan op maïsland. Maïs stopt al <strong>in</strong> augustus<br />
met het opnemen van stikstof, terwijl gras stikstof opneemt<br />
zolang het groeit. De problematiek van stikstofuitspoel<strong>in</strong>g ligt<br />
dus met name op de maïspercelen. De gegevens <strong>in</strong> de tabel<br />
geven een <strong>in</strong>druk van de bodemvoorraad stikstof <strong>in</strong> de herfst,<br />
die projectdeelnemers gedurende de projectperiode van een<br />
aantal percelen hebben laten bepalen.<br />
Na de oogst van de maïs heeft dit gekiemde gras<br />
al een grote voorsprong als stikstofvanggewas en<br />
groenbemester.<br />
Stikstofvoorraad <strong>in</strong> de herfst op gras en maïs<br />
N-m<strong>in</strong>eraal Grasland Maïsland 70% grasland<br />
2007 t/m 2010 30% maïsland<br />
Aantal 147 93<br />
Gemiddelde 31 67 42<br />
Spreid<strong>in</strong>g Max. 142 256<br />
M<strong>in</strong>. 6 18<br />
Er is een aantal structurele oorzaken aan te wijzen voor de<br />
hoge uitkomsten. Daarnaast zijn er ook maatregelen te nemen<br />
die tot gevolg hebben dat de N-m<strong>in</strong>eraaluitkomsten lager en<br />
dus acceptabel zijn. In de volgende tabel zijn deze oorzaken<br />
en maatregelen naast elkaar gezet.<br />
Oorzaken en beïnvloed<strong>in</strong>g van nitraat <strong>in</strong> de grond<br />
Oorzaken hoog<br />
(> 60 kg N-voorraad<br />
per ha)<br />
Gescheurd grasland<br />
Royale bemest<strong>in</strong>g op grond met<br />
hoog organischestofgehalte<br />
Te we<strong>in</strong>ig grasoogst <strong>in</strong> het najaar<br />
Veel bloten<br />
Matige of te late groenbemester<br />
Late drijfmestgift op lage grond<br />
(e<strong>in</strong>d augustus)<br />
Lage opbrengst met royale<br />
bemest<strong>in</strong>g<br />
De uitdag<strong>in</strong>g ligt dus vooral <strong>in</strong> het terugdr<strong>in</strong>gen van het<br />
stikstofverlies op maïsland. Beperken van het gebruik van<br />
grotere hoeveelheden drijfmest op maïs (> 45 m 3 per ha) en<br />
eventueel wat meer de nadruk op rijenbemest<strong>in</strong>g en gebruik<br />
van snelle stikstofmeststoffen kan daarbij helpen. Niettem<strong>in</strong><br />
blijft maïs een gewas waarbij een hoge stikstofeffi ciëntie op<br />
perceelniveau lastig haalbaar is.<br />
TIP!<br />
Maatregelen laag<br />
(< 40 kg N-voorraad<br />
per ha)<br />
Op tijd stoppen met bemest<strong>in</strong>g<br />
Veel maaien, vooral <strong>in</strong> het najaar<br />
Matige mestgift op maïsland<br />
(< 40 m3 per ha)<br />
Effectieve groenbemester<br />
Hoge opbrengst met een<br />
normale bemest<strong>in</strong>g<br />
Onbemest land<br />
• Een goede onkruidbestrijd<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t met het<br />
<strong>in</strong>ventariseren van de probleempercelen of<br />
probleemplekken. Door op deze plekken een<br />
aanvullende bewerk<strong>in</strong>g uit te voeren hoef je<br />
niet voor alle percelen een hogere doser<strong>in</strong>g<br />
aan te houden.<br />
27
28<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Emissie van ammoniak<br />
Een andere grote verliespost en een bedreig<strong>in</strong>g voor het<br />
milieu is ammoniak. Ammoniak komt vrij bij de opslag en<br />
het uitrijden van drijfmest. Vooral bij natuurgebieden die<br />
gevoelig zijn voor ammoniak is dit een probleem. Naarmate<br />
er meer stikstof via mest en ur<strong>in</strong>e de koe verlaat, is de kans<br />
groter dat via ammoniakemissie de stikstof verloren gaat. De<br />
mate van stikstofverlies via mest en ur<strong>in</strong>e is gekoppeld aan<br />
het ureumgehalte <strong>in</strong> de melk. Bepal<strong>in</strong>g hiervan gebeurt al<br />
standaard bij elke afl ever<strong>in</strong>g van melk. In het jaar 2009 hebben<br />
projectdeelnemers een streefwaarde aangehouden van<br />
20. Het uite<strong>in</strong>delijke resultaat was 20,7. Dat is 2 punten lager<br />
dan het Nederlands gemiddelde. In 2010 was het resultaat<br />
gemiddeld 21. In de grafi ek is het resultaat van de deelnemers<br />
<strong>in</strong> de projectperiode weergegeven.<br />
Ureumgehalte<br />
(mg/100 gr melk)<br />
29<br />
27<br />
25<br />
23<br />
21<br />
19<br />
17<br />
15<br />
2007 2008<br />
Jaar<br />
2009 2010<br />
Verloop van het gemiddelde ureum bij de deelnemers<br />
aan <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het landelijk<br />
gemiddelde.<br />
De belangrijkste maatregel om het ureumgetal omlaag te<br />
krijgen is een uitgebalanceerd aanbod van energie en eiwit.<br />
Zorg dus voor zicht op het totale niveau van eiwit <strong>in</strong> het<br />
rantsoen. De ervar<strong>in</strong>g leert dat de deelnemers aan het project<br />
<strong>in</strong>tussen het eiwitniveau <strong>in</strong> het rantsoen zo’n 10 tot 20 gram<br />
ruweiwit lager hebben dan gemiddeld. Dat niveau ligt rond de<br />
150 gram per kg droge stof. Recept voor dit succes: kuilvoer<br />
w<strong>in</strong>nen dat ook niet meer dan 180 gram ruweiwit totaal bevat<br />
per kg droge stof.<br />
Het lagere eiwitaanbod leidt meestal niet tot m<strong>in</strong>der melk.<br />
Wel tot lagere stikstofgehaltes <strong>in</strong> de mest. Dit wordt nogal<br />
eens als een nadeel gezien, omdat er dan meer kuubs mest<br />
afgezet moeten worden om eenzelfde hoeveelheid stikstof af te<br />
voeren. Ook moet er <strong>in</strong> sommige gevallen wat meer gecorrigeerd<br />
worden met kunstmest. Maar: een lagere stikstofrest<br />
<strong>in</strong> de mest duidt op een effi ciëntere benutt<strong>in</strong>g van de stikstof<br />
<strong>in</strong> de koe. Uite<strong>in</strong>delijk zal daardoor ook m<strong>in</strong>der mest afgezet<br />
hoeven te worden.<br />
TIP!<br />
Landelijk<br />
<strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ‘t <strong>Zand</strong><br />
• Maak gebruik van de broeikasgaswijbroeikasgaswijzer<br />
om de broeikasgasemissie van uw<br />
bedrijf en de gevolgen van een aantal<br />
maatregelen door te rekenen.<br />
Kijk op www.broeikasgaswijzer.nl<br />
Door het hoge zetmeelgehalte<br />
heeft een hoger aandeel maïs <strong>in</strong> het<br />
rantsoen een gunstige <strong>in</strong>vloed op de<br />
methaanuitstoot.<br />
Uitstoot verm<strong>in</strong>deren kan<br />
‘Als het aantrekkelijk is voor de portemonnee,<br />
moet je de uitdag<strong>in</strong>g aangaan en de uitstoot van<br />
broeikasgassen verm<strong>in</strong>deren’, zegt Rogier Lans<strong>in</strong>k,<br />
melkveehouder <strong>in</strong> Haaksbergen. Bereken<strong>in</strong>gen<br />
b<strong>in</strong>nen het deelproject Klimaat en Koeien wezen<br />
uit dat <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> warmteterugw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g en/of<br />
voorkoel<strong>in</strong>g zowel geld als CO 2 zou kunnen besparen<br />
op het bedrijf van Lans<strong>in</strong>k. Bewustword<strong>in</strong>g en<br />
verspreid<strong>in</strong>g van kennis is volgens Lans<strong>in</strong>k echter<br />
de eerste stap. ‘Het is voor melkveehouders een<br />
nieuw onderwerp. Je kunt wachten op regelgev<strong>in</strong>g,<br />
maar je kunt ook zorgen dat je zicht krijgt op de<br />
problematiek en de wijze waarop je daar <strong>in</strong>vloed op<br />
kunt uitoefenen.’
TIP!<br />
Broeikasgassen<br />
In totaal draagt de melkveehouderij voor circa 5% bij aan<br />
de totale broeikasgasuitstoot, waarvan 50% <strong>in</strong> de vorm van<br />
methaan, 20% <strong>in</strong> de vorm van lachgas en 30% <strong>in</strong> de vorm<br />
van kooldioxide. In de afgelopen jaren is de uitstoot door de<br />
melkveehouderij al met zo’n 18% verm<strong>in</strong>derd door de melkquoter<strong>in</strong>g,<br />
het aangescherpte mestbeleid en een effi ciëntere<br />
bedrijfsvoer<strong>in</strong>g. De vraag is hoe de uitstoot van broeikasgassen<br />
nog verder kan worden verlaagd.<br />
Droogstaande koeien Beweid<strong>in</strong>g<br />
Methaan<br />
Methaan komt voor een groot deel vrij bij het afbraakproces<br />
<strong>in</strong> de pens en verlaat de koe via oprisp<strong>in</strong>gen. Het is een van<br />
de afbraakproducten van ruwe celstof die vooral voorkomt <strong>in</strong><br />
producten als gras en maïs. Een oploss<strong>in</strong>g zou kunnen zijn<br />
om meer krachtvoer te gaan voeren ten koste van ruwvoer,<br />
maar dat lijkt tegenstrijdig met de duurzaamheidsgedachte.<br />
Daarnaast komt methaan vrij bij de opslag van mest. Met<br />
m<strong>in</strong>der dieren het quotum vol melken lijkt vooralsnog de<br />
meest effectieve en economisch meest <strong>in</strong>teressante oploss<strong>in</strong>g<br />
om de methaanuitstoot terug te dr<strong>in</strong>gen.<br />
Lachgas<br />
Bij het omzetten van verschillende stikstofvormen <strong>in</strong> de<br />
bodem komt lachgas vrij. Vooral het scheuren van grasland<br />
veroorzaakt een verhoogde emissie van lachgas door de<br />
grote hoeveelheid organische stof die wordt afgebroken. Een<br />
m<strong>in</strong>imale omzett<strong>in</strong>g van grasland is voor dit broeikasgas de<br />
beste maatregel.<br />
Als her<strong>in</strong>zaai onvermijdbaar is, kan door frezen de<br />
stikstof het best worden benut.<br />
Mestvergist<strong>in</strong>g is een mogelijkheid<br />
om een broeikasgas als methaan<br />
z<strong>in</strong>vol te benutten.<br />
Kooldioxide<br />
Kooldioxide komt met name vrij bij het gebruik van brandstof<br />
en elektriciteit. Energiebespar<strong>in</strong>g en de toepass<strong>in</strong>g van<br />
duurzame energie beperkt de uitstoot. Voor het produceren en<br />
vervoeren van met name krachtvoer en kunstmest zijn grote<br />
hoeveelheden energie nodig. Het gebruik van deze zogenoemde<br />
<strong>in</strong>directe energie moet voor een eerlijke benader<strong>in</strong>g worden<br />
meegenomen <strong>in</strong> de totaalsom aan uitstoot. Het beperken van<br />
het krachtvoer- en kunstmestgebruik draagt <strong>in</strong> belangrijke<br />
mate bij aan de beperk<strong>in</strong>g van de uitstoot van kooldioxide op<br />
een melkveebedrijf.<br />
In het project hebben de deelnemers de broeikasgasuitstoot<br />
van hun bedrijven laten berekenen. Ook is berekend hoe de<br />
uitstoot verandert na het nemen van een aantal managementmaatregelen<br />
<strong>in</strong> het bedrijf. De gegevens <strong>in</strong> de tabel laten zien<br />
wat het effect per maatregel is op de arbeidsopbrengst en op<br />
de uitstoot van broeikasgassen.<br />
Effect van diverse maatregelen op arbeidsopbrengst<br />
en broeikasgasuitstoot<br />
Maatregel Arbeidsopbrengst Uitstoot CO 2 eq.<br />
Lager N-niveau (- 50 kg) -/0 ++<br />
M<strong>in</strong>der jongvee + ++<br />
Lagere veevervang<strong>in</strong>g + ++<br />
Hogere levensproductie + +<br />
Hogere melkproductie - -/+<br />
Ruweiwit 170 naar 150 0 +<br />
Betere graskuil + +<br />
M<strong>in</strong>der snijmaïs -- --<br />
Voorkoeler / warmtepomp 0/+ +<br />
Doorzaai i.p.v. her<strong>in</strong>zaai 0/+ +<br />
Opstallen -- +<br />
+ betekent een gunstig effect: bij arbeidsopbrengst dus een hoger<br />
<strong>in</strong>komen, bij uitstoot een lagere uitstoot.<br />
29
30<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Deelnemer <strong>in</strong> beeld:<br />
Familie Grotenhuis<br />
Deelnemer Erik Grotenhuis runt samen met zijn vrouw een<br />
melkveebedrijf <strong>in</strong> Dalmsholte. Het bedrijf ligt tegen de lichte<br />
zandgronden van de Lemelerberg. Het is voor Erik en Paulien<br />
al lange tijd een uitdag<strong>in</strong>g om op deze van oorsprong lichte<br />
zandgronden voldoende ruwvoer te w<strong>in</strong>nen voor de veestapel.<br />
Het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> helpt hen bij het verbeteren van het<br />
bedrijfsmanagement en geeft ook de mogelijkheid om eens<br />
iets uit te proberen.<br />
Elgon<br />
Velen kennen het bedrijf van de teelt van het grasras Elgon.<br />
Waar op de meeste gangbare bedrijven wordt gekozen voor<br />
het <strong>in</strong>zaaien van grasmengsels, kiest Erik Grotenhuis al 14<br />
jaar voor een monocultuur met Elgon. ‘Dit tetraploïde Engels<br />
raaigras zorgt bij ons voor een goede opbrengst en een goede<br />
voederwaarde. Met name de opbrengstcapaciteit ligt hoger<br />
Naam: Erik (45) en Paulien (43) Grotenhuis<br />
Bjorn (11), Sven (9) en Elke (7)<br />
Woonplaats: Dalmsholte<br />
Bedrijf: 87 melkkoeien, 72 stuks jongvee<br />
795.000 kg melkquotum<br />
52,15 ha cultuurgrond<br />
Gegevens: Melkproductie: 8.309 kg melk<br />
2010 4,58% vet<br />
3,51% eiwit<br />
Gem. leeftijd koeien: 4.02 jaar<br />
Ureumgehalte melk: 22,1<br />
dan bij de mengsels. Beregenen is bij ons wel een must’,<br />
geeft hij aan. In het beg<strong>in</strong> werd er vrij veel maïs bijgevoerd,<br />
waardoor de Elgon vrij jong werd gemaaid. Nu er m<strong>in</strong>der maïs<br />
wordt gevoerd, moet het gras wat meer stengel bevatten. Maar<br />
ook dan blijft het voedertechnisch een heel goed voer <strong>in</strong> het<br />
basisrantsoen. Voor droge koeien en jongvee teelt Erik nu ook<br />
12 ha kropaar en rietzwenkgras.<br />
Bodemvruchtbaarhe id<br />
Er wordt veel aandacht besteed aan de bodem. Opvallend is<br />
de stijg<strong>in</strong>g van het organischestofgehalte van de grond <strong>in</strong> de<br />
afgelopen 12 jaar. Diverse percelen zijn van 3-4% gestegen<br />
naar circa 10% nu. Volgens Erik zijn daar een aantal redenen<br />
voor. ‘Ten eerste wordt er bij ons vrijwel niet meer geploegd<br />
bij her<strong>in</strong>zaai. Zaaifrezen is de standaard. Dan houd je de<br />
organische stof boven<strong>in</strong>. Ten tweede hebben we jarenlang<br />
zeeschelpenkalk en kleim<strong>in</strong>eralen gebruikt. Hiermee stimuleer<br />
je het bodemleven en zorg je voor<br />
een stabiele pH. En last but not least:<br />
wees zu<strong>in</strong>ig op je grond. Hanteer een<br />
lage bandenspann<strong>in</strong>g en ga er niet op<br />
bij slechte omstandigheden.’<br />
Op de maïspercelen zorgt het hoge<br />
organischestofgehalte <strong>in</strong> het najaar<br />
nog voor zoveel m<strong>in</strong>eralisatie dat<br />
het N-m<strong>in</strong>eraalgehalte zelfs bij een<br />
aangepaste bemest<strong>in</strong>g nog aan de<br />
hoge kant is. ‘In zulke gevallen kunnen<br />
we beter gras telen, omdat dit <strong>in</strong><br />
het najaar nog stikstof kan opnemen’,<br />
aldus Erik. Niettem<strong>in</strong> is hij blij met de<br />
grond. Bij de aanscherp<strong>in</strong>g van het<br />
mestbeleid geeft die ze waarschijnlijk<br />
een voorsprong.
Eigen koers<br />
Omdat het bedrijf goed draait, is de huidige omvang voor Erik<br />
en Paulien voorlopig voldoende. ‘Als we met deze bedrijfsomvang<br />
<strong>in</strong> ons <strong>in</strong>komen kunnen voorzien, wat moeten we dan<br />
met meer?’, zegt Erik vrij resoluut. ‘Vrije tijd is mij ook veel<br />
waard en die wordt alleen maar m<strong>in</strong>der als je meer hebt dan<br />
dat je alleen aankunt.’<br />
Enkele jaren geleden is er op het bedrijf een nieuwe stal <strong>in</strong><br />
gebruik genomen. Dat was een weloverwogen besluit en over<br />
elk detail is goed nagedacht. ‘We wilden toch wel enigsz<strong>in</strong>s<br />
groeien en de oude stal was eigenlijk niet meer geschikt voor<br />
onze huidige veestapel’, zegt Erik. Vooral over de sw<strong>in</strong>g-overmelkstal,<br />
waarbij met één melkstel aan beide kanten van de<br />
put gemolken wordt en daardoor relatief goedkoop is, is goed<br />
nagedacht. Bijvoorbeeld dat alle krachtvoer <strong>in</strong> de melkstal<br />
wordt gegeven. Er staan dus geen extra krachtvoerboxen <strong>in</strong> de<br />
stal. ‘Daar heb ik veel vragen over gekregen’, zegt Erik. ‘Maar<br />
ik wilde de koeien vlot <strong>in</strong> de melkstal hebben en ik wilde niet<br />
Toekomst<br />
Bedrijfsmatig verwacht Erik de<br />
komende jaren qua omvang geen<br />
grote ontwikkel<strong>in</strong>gen. ‘We gaan<br />
door met het optimaliseren van het<br />
bedrijf. Ik v<strong>in</strong>d dat nog steeds een<br />
gigantisch mooie uitdag<strong>in</strong>g waar we<br />
met plezier aan werken.’<br />
‘Besteed aandacht aan<br />
de bodem en wees<br />
zu<strong>in</strong>ig op je grond.’<br />
te hoge bouwkosten. En aan deze koers heb ik vastgehouden.’<br />
In de stal kunnen ruim 100 koeien worden gehouden en met<br />
een kle<strong>in</strong>e uitbreid<strong>in</strong>g zouden dat er 140 kunnen worden.<br />
Erik: ‘Eerst het quotum er maar af.’<br />
Studiegroep<br />
Gedurende het project heeft Erik een aantal studiegroepen<br />
ontvangen om kennis en ervar<strong>in</strong>gen te delen. ‘Dat zijn voor<br />
mij altijd weer heel <strong>in</strong>teressante bijeenkomsten. Enerzijds<br />
omdat ik er zelf altijd weer van leer, maar anderzijds wil ik mijn<br />
collega’s ook graag iets meegeven.’ Het valt hem op <strong>in</strong> welke<br />
beperkte denkwereld sommige mensen zitten. ‘Dat is jammer,<br />
want daardoor geef je jezelf erg we<strong>in</strong>ig ruimte. Als je je bedrijf<br />
wilt ontwikkelen, is het belangrijk dat je zelf mee ontwikkelt.<br />
Als dat goed gaat, is er veel mogelijk.’ Een vorm van sociale<br />
duurzaamheid.<br />
31
6<br />
32<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
<strong>Duurzame</strong> bedrijfsstrategieën<br />
Kengetallen<br />
De belangrijkste kengetallen bij de beoordel<strong>in</strong>g van duurzame<br />
bedrijfsstrategie houden vooral verband met de P’s van<br />
people, profi t, planet en passion, met de nadruk op profi t en<br />
passion (zie de tabel).<br />
Kiezen voor duurzaam<br />
De ondernemers die hebben deelgenomen aan het project<br />
<strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> kenmerken zich door gedrevenheid en ambitie<br />
om duurzaam ondernemen <strong>in</strong> de volle breedte uit te oefenen.<br />
Het hele palet van ondernemerskenmerken v<strong>in</strong>d je bij hen<br />
terug. De deelnemers hanteren verschillende duurzame strategieën.<br />
Die worden toegelicht aan de hand van de volgende<br />
thema’s:<br />
• Bedrijfsomvang consolideren/cont<strong>in</strong>ueren<br />
• Vergrot<strong>in</strong>g van de bedrijfsomvang<br />
• Intensief en duurzaam<br />
Bedrijfsomvang consolideren/cont<strong>in</strong>ueren<br />
Een aantal projectdeelnemers kiest om verschillende redenen<br />
voor het consolideren of cont<strong>in</strong>ueren van hun veebedrijf. Niet<br />
‘groot is beter’ maar ‘beter is groot’ is hierbij de achterliggende<br />
gedachte. De omvang van de gez<strong>in</strong>sbedrijven bij deze<br />
deelnemers is zodanig dat verdere opschal<strong>in</strong>g geen prioriteit<br />
heeft. De kwaliteit van de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g staat voorop en het<br />
rendement van het bedrijf is voldoende om <strong>in</strong> een aanvaardbaar<br />
gez<strong>in</strong>s<strong>in</strong>komen te voorzien.<br />
Kengetallen duurzame bedrijfsstrategie<br />
Bij duurzame bedrijfsstrategie is sprake<br />
van een ideaal evenwicht tussen ecologische<br />
(planet), economische (profi t) en sociale<br />
(people) belangen. Alle ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
die op deze gebieden bijdragen aan een<br />
gezonde bodem en lucht, aan de welvaart<br />
van het landbouwbedrijf en het welzijn van<br />
de ondernemer zijn duurzaam. Een vierde<br />
aspect is misschien wel het belangrijkste:<br />
passion. Plezier <strong>in</strong> het werk en <strong>in</strong> het bedrijf<br />
is de motor voor een duurzame bedrijfsstrategie.<br />
Hoofdaspect Deelaspect Criteria Streefwaarde<br />
Economie (Profi t)<br />
Arbeid (Passion)<br />
Technischeconomisch<br />
Risicoanalyse<br />
Rentabiliteit<br />
Arbeidseffi<br />
ciëntie<br />
Sociaal<br />
Arbeidsvreugde<br />
Brutooverschot<br />
Kritieke opbrengstprijs<br />
Marge<br />
Kg melk<br />
per uur<br />
Gemiddelde<br />
aantal uren<br />
per week<br />
Rapportcijfer<br />
1 – 10<br />
> (Landelijk)<br />
gemiddelde<br />
< (Landelijk)<br />
gemiddelde<br />
> (Landelijk)<br />
gemiddelde<br />
> 200<br />
< 60<br />
Jongveeopfok uitbesteden<br />
R<strong>in</strong>us Bos heeft gekozen voor het uitbesteden van de<br />
jongveeopfok omdat er onvoldoende huisvest<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />
zijn voor jongvee op zijn eigen bedrijf.<br />
Hij ziet het uitbesteden als een tussenstap. R<strong>in</strong>us heeft<br />
samen met Gerdien een bedrijf <strong>in</strong> Deventer. Het quotum<br />
is circa 550.000 kg. Er is 33 ha grond <strong>in</strong> gebruik,<br />
waarvan 30 ha als pachtgrond van een landgoed. Over<br />
enkele jaren willen de ondernemers een nieuwe melkveestal<br />
bouwen en het jongvee <strong>in</strong> de oude ligboxenstal<br />
huisvesten. De strategie van nu consolideren is<br />
bedoeld als voorsorteren op de toekomst. Deze keuze<br />
brengt voorlopig extra kosten met zich mee. De kosten<br />
voor het uitbesteden zijn omgerekend ongeveer 3,00<br />
euro per 100 kg melk.<br />
>7
Vergrot<strong>in</strong>g van de bedrijfsomvang<br />
Andere ondernemers zijn duidelijke vertegenwoordigers van<br />
de strategie van vergroten van de bedrijfsomvang. Hun doel<br />
is <strong>in</strong>komensverbeter<strong>in</strong>g en effi ciënt werken en daarbij past <strong>in</strong><br />
hun visie een toekomstige schaalgrootte van > 200 melkkoeien.<br />
Het resultaat van effi ciënter werken blijkt uit tijdsregistraties<br />
van een groep bedrijven. De grootste groep bedrijven<br />
heeft ongeveer 10 uur arbeid per 100.000 kg per week nodig.<br />
Op jaarbasis is dit 192 kg melk per uur. De productiviteit bij<br />
één projectdeelnemer is ongeveer 2,5 keer zo hoog als het<br />
landelijk gemiddelde! Een en ander is weergegeven <strong>in</strong> de<br />
volgende grafi ek.<br />
Intensief en duurzaam<br />
Deze categorie bedrijven produceert veel melk per ha wat <strong>in</strong><br />
eerste <strong>in</strong>stantie niet samen lijkt te gaan met duurzaamheid.<br />
Toch is het met deze bedrijfsopzet ook mogelijk duurzaam te<br />
zijn. Allereerst weiden een aantal van deze <strong>in</strong>tensieve veehouders<br />
de koeien zoveel mogelijk. Daarnaast is het belangrijk dat<br />
ze zich bewust zijn waar hun aangekochte voer vandaan komt<br />
en hoe het verbouwd is. In het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> zijn we<br />
tot de conclusie gekomen dat <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe elke bedrijfsopzet<br />
duurzaam te maken is en dat het niet zo is dat een bepaalde<br />
bedrijfsopzet per defi nitie wel of niet duurzaam is. Wat dat betreft<br />
is het goed om welke bedrijfsopzet dan ook bij regelmaat<br />
eens tegen het licht te houden.<br />
Uren<br />
TIP!<br />
• De basis voor een sterk bedrijf en bedrijfsbedrijfsontwikkel<strong>in</strong>g is een bovengemiddelde rentabiliteit<br />
en anticiperen op ontwikkel<strong>in</strong>gen.<br />
Besprek<strong>in</strong>g van de cijfers <strong>in</strong> een studiegroep<br />
geeft <strong>in</strong>zicht en frisse ideeën.<br />
Tijdbested<strong>in</strong>g per 100.000 kg<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18<br />
Geleverde melk (x 100.000)<br />
Resultaat arbeidseffi ciëntie, m<strong>in</strong>der uren per week<br />
per 100.000 kg melk<br />
1,1 miljoen kg melk<br />
Een ondernemer met een duidelijke groeiambitie is deelnemer<br />
Rob Strijdveen. Hij werkt <strong>in</strong> maatschap met Berend Dijsselhof.<br />
Het melkveebedrijf en pluimveeopfokbedrijf ligt <strong>in</strong> Broekland<br />
(gemeente Raalte). De melkproductie bedraagt ongeveer 1,1<br />
miljoen kg. Er zijn plannen om de stal te vergroten en een<br />
nieuwe melkstal te bouwen. De koeien staan zomers op stal<br />
<strong>in</strong> verband met de beperkte huiskavel en omdat het bedrijf<br />
qua ruwvoerproductie niet zelfvoorzienend is. Omdat er ook<br />
boerderijkamers worden verhuurd, is er veel contact met consumenten<br />
over deze bedrijfskeuze. Het bedrijf wil transparant<br />
zijn <strong>in</strong> het bedrijfssysteem en de strategie.<br />
Scherp voeren<br />
Rolf en Yvonne Roelofs hebben samen een melkveebedrijf<br />
<strong>in</strong> Lemelerveld. Ze kiezen voor het uitbesteden<br />
van jongvee. Gezien de <strong>in</strong>tensiteit van het bedrijf met<br />
bijna 30.000 kg melk/ha is uitbesteden een logische<br />
keuze. Het bedrijf telt ongeveer 100 koeien en heeft<br />
een melkquotum van ongeveer 915.0000 kg. Er is<br />
32 ha grond beschikbaar. Hiervan bestaat 27 ha uit<br />
grasland. De huiskavel beslaat 16 ha. Rolf richt zich <strong>in</strong><br />
de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g vooral op het realiseren van hoge<br />
gewasproducties met m<strong>in</strong>imale m<strong>in</strong>eralenverliezen.<br />
Ook wordt gezocht naar het optimale beweid<strong>in</strong>gssysteem.<br />
De totale voerkosten liggen op dit bedrijf<br />
scherper dan de norm.<br />
33
34<br />
<strong>Duurzame</strong><br />
<strong>Melkveehouderij</strong><br />
Bedrijfsomvang en prestaties<br />
In algemene z<strong>in</strong> laten bedrijven <strong>in</strong> de loop van de tijd verschillende<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gen zien. Sommige bedrijven groeien <strong>in</strong><br />
omvang, andere krimpen. De bedrijven van de projectdeelnemers<br />
laten geen krimp zien. De bedrijven die groeien, hebben<br />
een hogere rentabiliteit en een hoger <strong>in</strong>komen dan gemiddeld.<br />
Hiermee wordt <strong>in</strong> fi nancieel opzicht een basis gelegd om groei<br />
van het bedrijf mogelijk te maken. Het is echter niet zo dat<br />
grotere bedrijven ook per defi nitie een hoger fi nancieel resultaat<br />
hebben, niet <strong>in</strong> het project en ook niet over een grotere<br />
groep bedrijven. De economische duurzaamheid hangt dus <strong>in</strong><br />
pr<strong>in</strong>cipe meer af van de ondernemerscapaciteiten dan van de<br />
omvang van het bedrijf. Waar dus vaak groei wordt gezien als<br />
een middel de rentabiliteit van een melkveebedrijf te verhogen<br />
zou het dus beter zijn eerst de fi nanciële resultaten op peil te<br />
brengen. Vaak is daar nog genoeg mee te verdienen. Is dit <strong>in</strong><br />
orde dan pas biedt het bedrijf de fi nanciële mogelijkheden om<br />
te groeien.<br />
Ook uit het klantenbestand van Countus blijkt dat de 30%<br />
beste bedrijven een gemiddelde omvang hebben. De fi nancier<strong>in</strong>gslasten<br />
zijn rond het gemiddelde en er worden we<strong>in</strong>ig<br />
kosten gemaakt voor het leasen van melk. Het verschil van<br />
ongeveer 4 eurocent/kg melk wordt voor ca. 75% verklaard<br />
vanuit het saldoverschil (na aftrek van loonwerk). Grote<br />
bedrijven zijn wat <strong>in</strong>tensiever dan kle<strong>in</strong>ere bedrijven. Er is<br />
geen tot we<strong>in</strong>ig verband tussen de geproduceerde kilogrammen<br />
melk (schaalgrootte) en de rentabiliteit. Grote bedrijven<br />
zijn ook niet zwaarder gefi nancierd. Er is op grote bedrijven <strong>in</strong><br />
absolute euro’s wel meer geldstroom beschikbaar.<br />
Wel blijkt dat naarmate de <strong>in</strong>tensiteit toeneemt het brutooverschot<br />
daalt. Met name de kosten voor voervoorzien<strong>in</strong>g en<br />
mestafvoer zijn hoger.<br />
TIP!<br />
• Een bruto-overschot per 100 kg melk<br />
heeft geen direct verband met bedrijfsomvang.<br />
Kies bij opschal<strong>in</strong>g voor<br />
<strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g: meer melk per ha en per<br />
man.
Bedrijfsgegevens en bedrijfseconomische gegevens<br />
KiZ deelnemers t.o.v. Countus (excl. BTW)<br />
Bedrijfsgegevens KiZ 2009 Countus Countus 30%+<br />
12 deeln. gem. 2009 2009*<br />
Droogstaande koeien<br />
In de groepsbijeenkomsten gedurende het project is ieder jaar<br />
aandacht besteed aan de fi nanciële resultaten. Van het jaar<br />
2009 zijn enkele bedrijfsgegeven weergegeven. Ze zijn vergeleken<br />
met het gemiddelde van Countus en met de 30% hoogst<br />
scorende bedrijven qua bruto-overschot bij Countus (zie de<br />
volgende twee tabellen). Hieruit blijkt dat de deelnemers<br />
aan <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> (KiZ) uitstekende fi nanciële resultaten<br />
neerzetten, zeker als je <strong>in</strong> ogenschouw neemt dat de <strong>in</strong>tensiteit<br />
hoger is dan het gemiddelde van de 30% beste bedrijven.<br />
Het bruto-overschot is het resultaat voor rente, afschrijv<strong>in</strong>gen<br />
pacht en lease. Het niveau van het bruto-overschot wordt<br />
naast de beïnvloedbare kosten mede bepaald door onder<br />
meer de melkprijs.<br />
Beweid<strong>in</strong>g<br />
Afgeleverde kilogrammen melk 830.822 694.198 667.513<br />
Geleverd vetgehalte 4,43 4,41 4,42<br />
Geleverd eiwitgehalte 3,49 3,52 3,53<br />
Afgeleverde melk per ha 17.592 15.506 14.486<br />
Aantal melkkoeien 95,6 83,2 81,3<br />
Jongvee per 10 melkkoeien 6,0 7,8 8,2<br />
Kg melk per koe 8.742 8.344 8.210<br />
Bedrijfseconomische gegevens KiZ 2009 Countus Countus 30%+<br />
12 deeln. gem. 2009 2009*<br />
Melkgeld 27,96 27,76 28,23<br />
Omzet en aanwas 2,96 3,19 3,54<br />
Totaal opbrengsten 36,52 36,11 37,47<br />
Totaal voerkosten<br />
Diergebonden kosten <strong>in</strong>cl.<br />
6,24 7,03 6,11<br />
mestafzet en opfokkosten 3,49 3,22 2,78<br />
Grond- en hulpstoffen 1,22 1,66 1,59<br />
Saldo<br />
Bewerk<strong>in</strong>gskosten <strong>in</strong>cl.<br />
25,57 24,35 26,99<br />
afschrijv<strong>in</strong>gen<br />
Kosten onroerende zaken <strong>in</strong>cl.<br />
7,81 8,12 7,11<br />
pacht/huur 2,36 2,11 1,99<br />
Kosten leasemelk<br />
Algemene kosten <strong>in</strong>cl.<br />
0,04 0,40 0,19<br />
nutskosten 3,67 3,11 2,85<br />
Totaal afschrijv<strong>in</strong>gen 9,51 8,58 9,30<br />
Bruto-overschot 16,23 14,42 18,52<br />
* De selectie 30%+ van Countus bestaat uit de 30% bedrijven met<br />
het hoogste bruto-overschot.<br />
F<strong>in</strong>anciële resultaten<br />
Kritieke melkprijs<br />
De kritieke melkprijs is een <strong>in</strong>dicator<br />
die aangeeft bij welke melkprijs een<br />
bedrijf nog aan alle betal<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen<br />
kan voldoen. Als de werkelijke<br />
melkprijs onder de kritieke opbrengstprijs<br />
komt, resteert er geen kasstroom<br />
en verslechtert de liquiditeitspositie<br />
van het bedrijf.<br />
Vanuit de kasstroom worden de privéuitgaven<br />
en belast<strong>in</strong>gen betaald. Dan<br />
resteert de reserver<strong>in</strong>gscapaciteit:<br />
het bedrag dat nodig is om de afl oss<strong>in</strong>gen<br />
en de vervang<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen<br />
te betalen. Wat er dan overblijft is de<br />
marge: Het overschot aan liquiditeit.<br />
De liquiditeitsmarge varieert sterk over<br />
de laatste jaren: van circa 6-7 eurocent/<br />
kg melk <strong>in</strong> 2007 tot nihil <strong>in</strong> 2009.<br />
De comb<strong>in</strong>atie van een hoog brutooverschot<br />
per kg melk en veel kilogrammen<br />
melk per uur leidt tot een<br />
goede arbeidsbelon<strong>in</strong>g. Voorbeeld: bij<br />
een bruto-overschot van 18 eurocent/<br />
kg melk en een productie van 200 kg<br />
melk per uur is de vergoed<strong>in</strong>g 36 euro<br />
per uur.<br />
35
Wagen<strong>in</strong>gen UR Livestock Research<br />
Partner <strong>in</strong> livestock <strong>in</strong>novations<br />
Wagen<strong>in</strong>gen UR Livestock Research ontwikkelt kennis voor<br />
een duurzame en renderende veehouderij, vertaalt deze<br />
naar praktijkgerichte oploss<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>novaties, en zorgt<br />
voor doorstrom<strong>in</strong>g van deze kennis. Onze wetenschappe-<br />
lijke kennis op het gebied van veehouderijsystemen en van<br />
voed<strong>in</strong>g, genetica, welzijn en milieu-impact van landbouw-<br />
huisdieren <strong>in</strong>tegreren we, samen met klanten en de prak-<br />
tijk, tot veehouderijconcepten voor de 21e eeuw.<br />
Wagen<strong>in</strong>gen UR Livestock Research 0320 238 238 <strong>in</strong>fo.livestockresearch@wur.nl<br />
www.livestockresearch.wur.nl<br />
Dit <strong>in</strong>stituut is NEN-EN-ISO 9001:2000 gecertificeerd
dE ENIgE EchTE<br />
NuMMER 1 IN MElkEIwIT!<br />
Al jaren blijkt ForFarmers prima te scoren met hoge<br />
Al eiwitgehaltes jaren blijkt <strong>in</strong> ForFarmers de melk. U prima wilt toch te scoren ook het met hoogste hoge<br />
eiwitgehaltes melkeiwitgehalte? <strong>in</strong> de Het melk. is U de wilt ambitie toch ook van het ForFarmers hoogste<br />
melkeiwitgehalte? om samen met u te Het werken is de aan ambitie nog hogere van ForFarmers melkeiwit-<br />
om gehaltes. samen met u te werken aan nog hogere melkeiwitgehaltes.<br />
BOEREN<br />
BOEREN<br />
MET<br />
MET<br />
AMBITIE<br />
AMBITIE<br />
ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31 (0)573 28 88 00, <strong>in</strong>fo@forfarmers.eu, www.forfarmers.eu<br />
ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31 (0)573 28 88 00, <strong>in</strong>fo@forfarmers.eu, www.forfarmers.eu<br />
DÉ NUMMER ÉÉN IN MELKEIWIT<br />
DÉ NUMMER ÉÉN IN MELKEIWIT
Inzicht met een +<br />
Actuele <strong>in</strong>formatie<br />
U - als ondernemer - wilt tijdig beschikken over <strong>in</strong>formatie die het mogelijk maakt de juiste maatregelen<br />
<strong>in</strong> een vroeg stadium te nemen. Dit is de belangrijkste conclusie uit diverse klankbordbijeenkomsten met<br />
klanten en sectordeskundigen die Countus het afgelopen jaar heeft georganiseerd. U wilt graag snel<br />
<strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> uw actuele cijfers. Niet achteraf <strong>in</strong> een jaarreken<strong>in</strong>g, maar vaker en vooral sneller, zodat u tijdig<br />
actie kunt ondernemen en uw koers kunt aanpassen.<br />
Countus Signaal +Analyse<br />
Als vervolg op ons kwartaaloverzicht, hebben wij Countus Signaal +Analyse ontwikkeld. Hiermee kunnen<br />
wij u snel <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> uw actuele operationele cijfers:<br />
l Resultaten laatste kwartaal en lopend boekjaar (totalen <strong>in</strong> €)<br />
l Resultaten rollend 12 maanden (€/100 kg melk) <strong>in</strong>cl. de kritieke opbrengstprijs melk<br />
l Vergelijk<strong>in</strong>g met de actuele cijfers (over dezelfde periode!) van een referentiegroep<br />
l Diverse overzichtelijke grafische weergaven van de belangrijkste gegevens (actuele periode, vorig<br />
jaar en ten opzichte van de referentiegroep)<br />
l Diverse specificaties <strong>in</strong> cijfers en grafisch zoals:<br />
melk, veestapel, veevoer, directe kosten grond en veestapel, bewerk<strong>in</strong>gskosten, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />
De gegevens worden gebaseerd op de ontvangsten en uitgaven. Dat maakt het mogelijk zeer snel te<br />
rapporteren. U kunt zelf kiezen hoe vaak en wanneer u dit rapport wenst te ontvangen.<br />
Signalerend Overzicht: uw resultaat ten opzichte van de referentiegroep<br />
F<strong>in</strong>anciële kerngetallen (E per 100 kg melk)<br />
Saldo<br />
Bruto overschot<br />
Kasstroom<br />
Reserver<strong>in</strong>gscapaciteit<br />
Mutatie liquiditeit<br />
Melkprijs (E per 100 kg melk)<br />
Kritieke melkprijs<br />
Melkgeld<br />
-2,5 -1,5 -0,5 0,5 1,5 2,5<br />
-2,5 -1,5 -0,5 0,5 1,5 2,5<br />
M<strong>in</strong>der gunstig Gunstig<br />
Countus Signaal +Bedrijfsvergelijk<strong>in</strong>g<br />
Deelnemers van studiegroepen weten al hoe belangrijk het is om onderl<strong>in</strong>g hun resultaten te bespreken.<br />
Kennis, ervar<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>zichten met en van collega’s delen, en ervan leren, daar draait het om. Met<br />
Countus Signaal +Bedrijfsvergelijk<strong>in</strong>g wordt het mogelijk om dat op een efficiënte wijze te doen, direct na<br />
afloop van een tijdvak. Door de systematiek maakt het niet uit of u een adm<strong>in</strong>istratie over een kalenderjaar<br />
of een boekjaar heeft, of u btw-plichtig bent of deelneemt aan de landbouwregel<strong>in</strong>g.<br />
Natuurlijk is deze rapportage ook beschikbaar voor ondernemers die de adm<strong>in</strong>istratie elders hebben<br />
ondergebracht.
Routekaart naar duurzaamheid <strong>in</strong> het<br />
project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ‘t <strong>Zand</strong><br />
Hoofdaspect Deelaspect Criteria Streefwaarde Uw resultaat<br />
Milieu (Planet) Stikstof Kg N-m<strong>in</strong>eraal op grasland ≤ 40 kg/ha<br />
(nitraat, ammoniak, Kg N-m<strong>in</strong>eraal op maïsland ≤ 60 kg/ha<br />
lachgas) Ureum melk (mg/ltr) ≤ 20<br />
RE <strong>in</strong> graskuil (BEX) 150 - 170 gr/kg ds<br />
N-gehalte <strong>in</strong> mest 3,0 - 4,0 kg/ton<br />
RE <strong>in</strong> rantsoen (BEX) 140 - 160 gr/kgds<br />
Fosfaat Fosfaatgehalte <strong>in</strong> mest 1,3 - 1,5 kg/ton<br />
P-gehalte graskuil (BEX) 3,0 tot 4,5 gr/kgds<br />
P-gehalte maïskuil (BEX) 1,5 tot 2,5 gr/kgds<br />
P <strong>in</strong> rantsoen (BEX) 3,5 - 4,0 gr/kgds<br />
Broeikasgassen Methaan 0,5 kg CO 2 -eq. per kg melk<br />
Lachgas 0,2 kg CO 2 -eq. per kg melk<br />
Totaal CO 2 -eq. (direct en <strong>in</strong>direct) 1,0 kg CO 2 -eq. per kg melk<br />
Bodemvruchtbaarheid % organische stof ≥ 5<br />
en water pH Streefwaarden<br />
Bodemleven<br />
Gewasbescherm<strong>in</strong>g MBP grondwater ≤ 100<br />
MBP bodemleven ≤ 100<br />
MBP waterleven ≤ 10<br />
Maatschappij Diergezondheid Celgetal < 250.000 cellen/ml melk<br />
(People) Antibioticagebruik ≤ 5 dierdagdoser<strong>in</strong>gen<br />
Afvoerleeftijd koeien > 6 jaar<br />
Totale levensproductie afvoerkoeien > 40.000 kg melk<br />
Dierwelzijn Beweid<strong>in</strong>gsduur > 720 uur per jaar<br />
Conditiescore 2 tot 4<br />
Ligruimte ≥ 1 ligbox per dier<br />
Loopruimte ≥ 4m 2 per koe<br />
Omgev<strong>in</strong>g Landschap en natuur (1 – 10) ≥ 7<br />
Water (1 – 10) ≥ 7<br />
MVO (1 – 10) ≥ 7<br />
Openheid/transparantie (1 – 10) ≥ 7<br />
Economie (Profi t) Technisch-economisch Bruto overschot > (landelijk) gemiddelde<br />
Risicoanalyse Kritieke opbrengstprijs < (landelijk) gemiddelde<br />
Rentabiliteit Marge > (landelijk) gemiddelde<br />
Arbeid (Passion) Arbeidseffi ciëntie Kg melk per uur > 200<br />
Sociaal Gemiddelde aantal uren per week < 60<br />
Arbeidsvreugde Rapportcijfer 1 tot 10 ≥ 7
Stimuland signaleert, denkt en werkt actief mee<br />
aan een welvarend platteland van Overijssel met<br />
oog voor mens en omgev<strong>in</strong>g.<br />
Het project <strong>Kop</strong> <strong>in</strong> ’t <strong>Zand</strong> wordt fi nancieel<br />
mogelijk gemaakt door de prov<strong>in</strong>cie Overijssel.