CAO VOOR HET PERSONEEL IN DIENST VAN DE BV ... - FNV Kiem

BIJLAGE 5
STUDIEFACILITEITEN
Artikel 1 Voorwaarden
De werknemer heeft recht op studiefaciliteiten als en voor zover:
de studie naar het oordeel van de werkgever van belang is voor de
functievervulling door de werknemer, of voor diens toekomstige
functievervulling en/of loopbaanplanning;
het volgen van de studie in het kader van de werkzaamheden mogelijk is;
de toe te kennen studiefaciliteiten passen binnen het jaarlijks via de begroting
vastgestelde totaalbedrag voor studiefaciliteiten (beperkingen ten gevolge van de
begroting kunnen niet leiden tot een definitieve weigering om faciliteiten toe te
kennen);
de werknemer daartoe een verzoek indient vóór aanvang van de studie en
daarbij de nodige gegevens overlegt.
2 Studie is een verzamelbegrip voor alle in- of externe ontwikkelingsactiviteiten, zoals
opleiding, cursus en training.
Artikel 2 Hoogte tegemoetkoming
De tegemoetkoming bedraagt:
a. 100% van de werkelijke gemaakte kosten als het volgen van de studie van direct
belang is voor de functievervulling;
b. 75% van de werkelijk gemaakte kosten als het volgen van de studie van belang is voor
de toekomstige functievervulling door de werknemer of past binnen de met de
werknemer gemaakte loopbaanafspraken;
c. 50% van de werkelijk gemaakte kosten in de overige door de werkgever te bepalen
gevallen die niet vallen onder de twee hierboven genoemde punten;
2 De werkgever bepaalt onder welke van de in lid 1 genoemde categorieën de studie valt.
Artikel 3 Studiekosten
Onder werkelijk gemaakte kosten worden met inachtneming van het in lid 2 bepaalde, de
kosten verstaan voor lesgeld, examengelden en boeken en reis- en verblijfkosten.
Laatstgenoemde kosten worden vergoed volgens een bij de werkgever daartoe strekkende
regeling.
2 Onder werkelijk gemaakte kosten worden niet verstaan kosten voor:
woordenboeken, atlassen, handboeken, standaardwerken en niet door de
cursusleiding voorgeschreven boeken;
schrijfbenodigdheden en portokosten;
lesgelden voor privé-onderricht, voor zover deze uitgaan boven de voor
normale cursussen verschuldigde bedragen.
Koninklijk Theater Carré - Cao 2010-2012 40