13.09.2013 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 298 5<br />

sterk afhankelijk van de aanwezigheid van zoet water. Dat zijn bijvoorbeeld mosdiertjes<br />

(Bryozoa) en watervlooien (Cladocera). Van watervlooien zijn zogenaamde ephippia gevonden.<br />

Ephippia worden onder bepaalde milieuomstandigheden door vrouwelijke watervlooien tijdens<br />

het vervellen gevormd, en bevatten een of enkele eieren. Ze vormen een soort bescherming,<br />

waardoor de eieren onder barre omstandigheden (vorst, langdurige droogte) kunnen overleven.<br />

De aanwezigheid van de ephippia betekent dus twee dingen: er was sprake van zoet water en de<br />

omstandigheden voor watervlooien waren niet altijd optimaal!<br />

De meeste andere water- en oeverplanten hebben geen zout nodig om te overleven. maar er<br />

zijn er wel een aantal die (zwak)brak water tolereren. Dat zijn bijvoorbeeld lidsteng (Hippuris<br />

vulgaris), grote watereppe (Sium latifolium), mattenbies (Schoenoplectus lacustris), riet<br />

(Phragmites australis) en heen (Bolboschoenus maritimus), ook wel zeebies genoemd.<br />

4. Conclusies<br />

Het botanisch onderzoek heeft waardevolle informatie opgeleverd over de voedingseconomie en<br />

de milieuomstandigheden op en rond de nederzetting.<br />

In de voedingseconomie gerst, vlas, raapzaad, biet, paardenboon en maanzaad een rol. Van<br />

vlas is dorsafval gevonden hetgeen als bewijs voor locale verbouw en verwerking van dit gewas<br />

kan worden gezien. Voor de andere cultuurgewassen kon locale verbouw niet worden bewezen,<br />

maar gezien de context waarin de vondsten gedaan zijn (agrarische nederzetting) denken we dat<br />

deze ook locaal werd verbouwd.<br />

Het botanisch onderzoek heeft ook aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van<br />

tuinen. Hier werden in elk geval bonen, maanzaad en mogelijk een bietengewas verbouwd. Het<br />

is zeer waarschijnlijk dat er meer groenten en kruiden in werden verbouwd, maar we hebben<br />

daar geen resten van teruggevonden.<br />

Het onderzoek heeft geen resten van fruit opgeleverd. Dit past echter in het beeld dat van<br />

nederzettingen in het kustgebied bestaat. Van fruitcultuur is meestal niet of nauwelijks sprake,<br />

en blijkbaar biedt ook de natuurlijke omgeving in het kustgebied weinig mogelijkheden voor het<br />

verzamelen van wilde fruitsoorten (noten en bessen).<br />

Naast akkerbouw was veehouderij waarschijnlijk ook een belangrijke component in de<br />

economie van de nederzetting. De meeste soorten waarvan resten in de monsters zijn<br />

aangetroffen, zijn uit graslanden afkomstig. Hieruit leiden we af dat grasland het dominante<br />

vegetatietype in de omgeving was (als we de akkers even buiten beschouwing laten). Er zijn<br />

aanwijzingen voor het bestaan van graslanden op hoge kwelderdelen of andere graslanden die<br />

onder invloed van brak water stonden. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor (mogelijk natte)<br />

graslanden in een zoet milieu. De enigszins brakke graslanden werden vrijwel zeker begraasd<br />

door schapen en/of runderen. De nattere (zoete) graslanden werden zeer waarschijnlijk als<br />

hooiland gebruikt. Via dierlijke mest en/of hooi zijn de graslandplanten waarschijnlijk op het<br />

nederzettingsterrein terechtgekomen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!