13.09.2013 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIAXiaal 298 3<br />

vondst van veel resten van eenjarige stikstofliefhebbers in archeologisch context in verband<br />

gebracht met de mogelijke aanwezigheid van tuinen op een nederzettingsterrein. Bij een tuin<br />

moeten we denken aan een (waarschijnlijk) omheind stuk grond waar kruiden, groenten en<br />

andere arbeidsintensieve gewassen werden verbouwd. Vanwege het intensieve gebruik van deze<br />

stukken grond, werden ze meestal flink bemest. Dit verklaart de aanwezigheid van eenjarige,<br />

stikstofminnende planten. De tuinen waren beslist niet op brakke/zilte grond gelegen en<br />

bevonden zich dus buiten het bereik van eventuele overstromingen tijdens het winterhalfjaar.<br />

Ook tredplanten als herderstasje (Capsella bursa-pastoris), grote weegbree (Plantago<br />

major), varkensgras (Polygonum aviculare), grove varkenskers (Coronopus squamatus) en<br />

straatgras (Poa annua) zijn goed vertegenwoordigd. Hun aanwezigheid op een<br />

nederzettingsterrein is uiteraard niet verbazingwekkend. Grote weegbree en varkensgras komen<br />

echter ook in sterk begraasde (en betreden) graslanden voor. Door hun laag-bij-de-grondse vorm<br />

hebben ze zich goed aangepast aan intensieve begrazing terwijl ze bovendien zeer goed bestand<br />

zijn tegen betreding. Vondsten van grote varkenskers worden in archeologische context niet zo<br />

vaak gedaan. Het is eveneens een echte tredplant die vooral op ammoniakhoudende kleibodems<br />

voorkomt. De plant staat meestal op plaatsen die door intensieve betreding of grondbewerking<br />

bijna kaal zijn geworden en waar 's winters water blijft staan, terwijl ze 's zomers vaak<br />

uitdrogen. Voorbeelden van dergelijke standplaatsen zijn de ingang van weilanden,<br />

wagensporen over klei-dijken en vaak belopen gazons. Op dezelfde plaatsen kan ook<br />

varkensgras worden gevonden. 7<br />

Bij de groep ‘Planten van voedselrijke ruigten’ gaat het om planten van zogenaamde ruderale<br />

standplaatsen, dat wil zeggen plekken waar op de een of andere manier materiaal<br />

(voedingstoffen) van elders aan de bodem is toegevoegd. Die verrijking kan door de mens<br />

plaatsvinden (afval), maar ook door water (aanspoelsel). In het algemeen gesproken groeien de<br />

planten in relatief stabiele milieus waar geen sprake is van intensieve bodembewerking (dus niet<br />

op akkers). Het meest waarschijnlijke is dat zich in de nabije omgeving van de monsterlocaties<br />

plaatsen bevonden waar de menselijke activiteit beperkt bleef tot bijvoorbeeld het storten van<br />

afval of de opslag van bouwmateriaal of andere voorraden. Ook in of langs erfafscheidingen of<br />

vlak langs wanden van gebouwen of andere constructies kunnen de planten gegroeid hebben. De<br />

aanwezigheid van gevlekte scheerling (Conium maculatum) en bilzekruid (Hyoscyamus niger)<br />

is opvallend, want beide soorten zijn voor mens en dier dodelijk giftige planten.<br />

3.2.2 Grasland!<br />

Het grootste aantal plantenresten in de onderzochte monsters is afkomstig van soorten die<br />

tegenwoordig bekend staan als graslandplanten. Dit betekent zonder enige twijfel dat grasland<br />

het dominante vegetatietype in de omgeving van de nederzetting was. Grasland is een term die<br />

in de vegetatiekunde gebruikt wordt om een bepaalde vegetatiestructuur aan te duiden. Hoewel<br />

in graslanden echte grassen (Poaceae) kunnen voorkomen, is de aan- of afwezigheid van grassen<br />

geen criterium om een bepaald vegetatietype tot grasland te rekenen. In veel (natuurlijke)<br />

graslanden komen zelfs meer soorten andere kruiden voor dan grassen. 8 Dit geldt niet voor onze<br />

huidige intensief begraasde weiden die uit een monocultuur van grassen bestaan (voornamelijk<br />

engels raaigras), maar wel voor ‘ouderwetse’ minder intensief gebruikte graslanden.<br />

Graslanden zijn volgens de moderne vegetatiekundige definitie korte, tamelijk gesloten<br />

vegetaties zonder hoog opschietende kruiden of struiken. Aan deze definitie voldoen ook de<br />

kwelderplanten en de planten van storingsmilieus die in bijlage 1 vermeld worden.<br />

Als we goed naar de soortensamenstelling kijken, dan kunnen we belangrijke dingen te<br />

weten komen over de aard van het grasland, dat in de economie van de nederzetting<br />

ongetwijfeld een belangrijke rol heeft gespeeld.<br />

7 Weeda et al. 1987, 43.<br />

8 Ter illustratie: van de 526 oorspronkelijk inheemse soorten die officieel als graslandplant worden getypeerd,<br />

behoren slechts 59 tot de familie der grassen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!