Editie 02 van 2012 - t Periodiekske
Editie 02 van 2012 - t Periodiekske
Editie 02 van 2012 - t Periodiekske
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een portret <strong>van</strong> René Verbeeck<br />
De gemeente Hove telt tussen zijn vele<br />
bekende gewezen en huidige inwoners nogal<br />
wat BH’s (Bekende Hovenaars) die op een of<br />
andere manier actief waren in de uitgeverswereld<br />
of de literatuur. De voornaamsten<br />
zijn natuurlijk Paul <strong>van</strong> Ostaijen en Frans<br />
Verleyen. Maar er zijn er nog een pak andere<br />
die misschien wat minder bekend zijn.<br />
Vandaag staan we even stil bij de persoon<br />
<strong>van</strong> René Verbeeck.<br />
René Verbeeck werd geboren in Wilsele op 18 april 1904. Hij studeerde<br />
aan het Sint-Jan Berchmanscollege in Mol en het Koninklijk<br />
Atheneum <strong>van</strong> Leuven. In 1926 behaalde hij het regentaatdiploma<br />
Germaanse talen aan de Rijksmiddelbare Normaalschool <strong>van</strong><br />
Gent. Na zijn legerdienst in het bezet gebied <strong>van</strong> Duitsland - als<br />
overwinnaars bezette het Belgische en het Franse leger na WO<br />
I een tijdje een gedeelte <strong>van</strong> het overwonnen Duitsland - werd<br />
hij als leraar Germaanse talen aangesteld in het Waalse Beauraing<br />
(provincie Namen). Hier huwde hij in 1930 met Simone Bastin.<br />
Uit hun huwelijk werden twee zonen geboren. In 1930 was<br />
hij medestichter <strong>van</strong> het tijdschrift “De tijdstroom”. In 1934 werd<br />
hij leraar benoemd in Mechelen, waar hij de collega werd <strong>van</strong><br />
Filip De Pillecyn. In 1936 was hij opnieuw medestichter <strong>van</strong> een<br />
tijdschrift, ditmaal <strong>van</strong> “Vormen” (1936-1940). In 1937 richtte hij<br />
de uitgeverij “Eenhoorn” op en lanceerde hij “De Bladen voor<br />
de Poëzie”. In 1953 werd hij docent aan de Katholieke Vlaamse<br />
Volkshogeschool <strong>van</strong> Antwerpen en in 1959 leraar aan het Antwerpse<br />
Sint-Jan Berchmanscollege op de Meir. Dit bleef hij tot zijn<br />
pensionering in 1970. René Verbeeck debuteerde met romantische<br />
poëzie in “Oriëntering” (1926) helemaal in de lijn <strong>van</strong> het toenmalige<br />
humanitair expressionisme. Maar Verbeeck was zelf niet<br />
tevreden met deze poëzieopvatting, omdat hij ze ‘een al te onrijpe<br />
en weinig persoonlijke verwoording’ achtte. Hij ging vrij vlug over<br />
naar het vitalisme. Dit is een letterkundige stroming die optimisme<br />
en vitaliteit voorstond. In zijn poëzie wordt een positief doorleefde<br />
en sensuele erotiek gekoppeld aan een paradijselijke natuurervaring.<br />
Dit komt het sterkste tot uiting in “De minnaars” (1935) en<br />
“De dwaze bruid” (1937), orgelpunt <strong>van</strong> ‘het kosmisch avontuur<br />
<strong>van</strong> het communicerend bloed’. De taal wordt virtuozer. De dichter<br />
58<br />
maakt gebruik <strong>van</strong> neologismen als ‘lispellippenmond’ of ‘moederstromenschoot’<br />
en ‘stortbeekbenen’, een experiment dat toen voor<br />
velen aan waaghalzerij grensde …<br />
De mobilisatie voor de tweede wereldoorlog en de oorlogsdreiging<br />
geven de dichter het bewustzijn zich ‘Tussen twee werelden’<br />
(1940) te bevinden. Paul de Vree heeft erop gewezen dat Verbeeck<br />
zijn tijd vooruit was door de leuze “Make love, not war” a. h. w. in<br />
gedicht na gedicht te illustreren.<br />
Vervolgens manifesteerde zich een toenemende soberheid en bezonkenheid<br />
in zijn poëzie, zoals o. a. blijkt in de bundels “De<br />
zomer staat hoog en rijp” (1965) en “Het uur <strong>van</strong> de wesp” (1967).<br />
Zijn symboliek is soberder geworden en toegespitst op het elementaire:<br />
zon en water, stem en zwijgen, tijd en duur.<br />
Hij schreef ook enkele essays. René Verbeeck vertaalde ook menig<br />
luisterspel. Zijn werk werd meermaals bekroond, o. m. met de Prijs<br />
<strong>van</strong> de Provincie Antwerpen (driemaal), de Prijs <strong>van</strong> de Koninklijke<br />
Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (tweemaal), de Prijs<br />
<strong>van</strong> de Scriptores Catholici, de Prijs <strong>van</strong> Sabam, de Prijs <strong>van</strong> de<br />
Provincie Brabant, de Staatsprijs voor Vlaamse Poëzie. René Verbeeck<br />
stierf op 13 november 1979 in Mortsel.<br />
* René Verbeeck en Hove<br />
Verbeeck bracht de laatste 22 jaar <strong>van</strong> zijn leven in Hove door, in<br />
een tweewoonstvilla aan de Statielei. Zijn vader was gedurende<br />
vele jaren “schrijver aan de ijzeren weg” en later stationschef<br />
geweest. René Verbeeck was dus de Hovese “dichter aan de ijzeren<br />
weg”, wat de plaatselijke literatuurkring De Statiepoweten<br />
natuurlijk veel genoegen heeft gedaan.<br />
Zijn familie woont nog steeds in Hove en sedert de tachtiger jaren<br />
<strong>van</strong> vorige eeuw draagt een straat, gelegen aan het OCMW-dienstencentrum<br />
en het plaatselijke rusthuis, zijn naam.<br />
In zijn tuin stonden veel verschillende soorten planten. In het middelpunt<br />
<strong>van</strong> die tuin stond een appelboom. In de schaduw <strong>van</strong> die<br />
appelboom verbleef Verbeeck graag en kwamen zijn gedachten<br />
tot rust.<br />
Het huis in de Statielei had en heeft nog steeds een prachtig uitzicht<br />
op de bomen <strong>van</strong> het overliggende kasteeldomein Hoveberg.<br />
Door het venster <strong>van</strong> zijn werkkamer was het net alsof, achter de<br />
voortuin, een bos begon. Het uitzicht moet op die ochtendlijke<br />
uren zijn stemming hebben beïnvloed.<br />
In zijn kleding was hij soms wat speciaal. Zo droeg hij meestal een<br />
strik in plaats <strong>van</strong> een das. Op het Sint-Jan Berchmanscollege aan