Editie 02 van 2012 - t Periodiekske
Editie 02 van 2012 - t Periodiekske
Editie 02 van 2012 - t Periodiekske
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Moonlight Serenade - Roland Bergeys<br />
deel 1<br />
-Het oor is de weg naar het hart. (Madeleine de Scudéry, Frans<br />
schrijfster 1607-1701)- voor Amon Kaiser-<br />
EDWARD VAN ROOY nipte aan zijn thee aan een tafeltje in de<br />
Badense Trinkhalle. Overdag hing er een koele sfeer die eigen is<br />
aan monumentale gebouwen, maar in het avondlicht zoals nu,<br />
kregen de kuipzetels en de Jugendstiltafels een huiselijkheid waar<br />
hij en zijn vrouw Emilie <strong>van</strong> hielden. Emilie zat over hem. Vroeger<br />
was ze een blonde schoonheid die hem had doen bruisen en op<br />
dat stille jubelen, dat jongensachtige in hem, was zij ooit smoor<br />
geworden. Ze hadden samen heel Antwerpen afgeschuimd, in die<br />
tijd kenden ze de restaurants, clubs en theaters als geen ander, en<br />
de stad kende hen - zij, het meisje <strong>van</strong> de boekenwinkel en hij, de<br />
violist die voor haar persoonlijk Du schwarze Zigeuner had gespeeld<br />
- de tranen stonden haar nog in de ogen wanneer ze eraan dacht.<br />
Emilie: ze had hier en daar een rimpeltje, wat plooien en welvingen,<br />
maar haar trekken waren onveranderlijk aristocratisch. Zijn<br />
blik ging naar haar hand die op de zijne lag - fijne landkaart-<br />
lijntjes op zijn knobbelige vingers. Dat hij daar ooit harten mee had<br />
veroverd … al na twee noten op zijn Stradivarius vielen de monden<br />
open! En elke bloem na elk concert was voor haar. Lang geleden<br />
was dat, twintig jaar, dan had zijn gehoor het laten afweten. Van<br />
dag op dag werden klanken samengeknepen alsof ze door een<br />
trechtertje zijn hoofd binnenkwamen, stemmen klonken als verre<br />
telefoonverbindingen, en zelfs met hoortoestellen werd een symfonie<br />
herleid tot een banaal deuntje, terwijl het onophoudend suizen<br />
in zijn oren hem bijna gek maakte. Het lawaai was net dat <strong>van</strong><br />
een stofzuiger, het vervormde alle andere klanken en creëerde een<br />
ware hel in zijn hoofd. Alles wat iets of wat oorarts was, had hem<br />
binnenstebuiten gekeerd. Eerst had Edward furieus gereageerd op<br />
zijn kwaal: hij zou treurliederen spelen op autokerkhoven, verval<br />
confronteren met verval, of polka’s brengen op de foor om zijn lot<br />
met zwier te ontlopen, tot het tot hem doordrong dat, hoe virtuoos<br />
hij ook musiceerde, hij slechts gesnerp uit zijn viool zou horen<br />
komen. Dan had hij zijn handen op Emilie haar schouders gelegd<br />
en gevraagd: “Voel je mijn vingers? Hoe hun trillingen doorseinen<br />
wat ik voel? ... Ik stop met muziek.”<br />
Ik. Stop. Met. Muziek … Ze had zich niet <strong>van</strong> haar stuk laten brengen,<br />
ze wist wat hij doormaakte en ze zag hem er te graag voor<br />
ook: “We kunnen nog zo veel doen, Edward.”<br />
“Ik wil vluchten. Die herrie in mijn hoofd zal wel nooit verdwijnen,<br />
maar ik wil weg <strong>van</strong> de plek waar mijn muziek zo mooi klonk.”<br />
“Naar waar dan wel?”<br />
“Da’s eender, als we maar samen zijn.”<br />
“Juist: dat we samen zijn, is het belangrijkste!”<br />
Ze hadden besloten om niet naar een metropool te trekken, waar<br />
ze in de drukte zouden verzinken, maar naar een kleine stad met<br />
toch wat grandeur, liefst in een land dat een beetje op dat <strong>van</strong><br />
hen geleek. Het had niet lang geduurd om hun keuze te maken:<br />
het Duitse Baden-Baden dweepte met zijn verleden <strong>van</strong> geliefde<br />
componisten Brahms, Berlioz, Schumann en Offenbach, de negentiende<br />
eeuw floreerde er nog, en ze zouden er genieten <strong>van</strong> de<br />
architectuur en <strong>van</strong> de rust <strong>van</strong> het Zwarte Woud er rondom.<br />
“En muziek kan ik ook in mijn hoofd horen, dan dansen de noten<br />
voor mijn ogen.” “We kunnen er restaurantjes doen, naar toneel<br />
gaan.” “En Valentijn vieren.”<br />
Elke dag dan. Want elke dag was houden <strong>van</strong>. Al twintig jaar lang<br />
deden ze dat daar nu - omdat hun liefde sterker was dan eender<br />
welke kwaal. Een spinnetje kroop <strong>van</strong> op de tafel naar zijn mouw.<br />
Edward keek naar buiten. Het sneeuwde. Hij spiegelde zich in de<br />
ruit, en maakte een grimas. Vroeger, toen hij dat als kind deed,<br />
15<br />
riep zijn moeder: “Pas op, straks blijft je gezicht zo staan!”<br />
Ze zou hem nu moeten zien, alles aan hem was oud: zijn huid, zijn<br />
handen, zijn gelaat - veel zou er niet meer aan veranderen. Zijn<br />
Stradivarius lag op hun appartementje in een koffer onder bed, en<br />
als het weer te vochtig was, moest hij met een wandelstok lopen.<br />
Ach, er waren ergere dingen - niet oud worden bijvoorbeeld, zoals<br />
Marie, de celliste die onder een auto was gelopen, of Toon, de<br />
paukenist, die voor altijd was stilgevallen in het midden <strong>van</strong> de<br />
Bolero. Edward was content dat ze ondertussen tachtig waren en<br />
voor de rest gezond.<br />
De maan kwam op, hij mijmerde in haar licht, het had hem altijd<br />
al geïnspireerd. Hij nam een cupidootje <strong>van</strong> de tafel, gaf het een<br />
zoen, knipoogde naar zijn vrouw, zette het terug, en begon met<br />
zijn vinger een hartje op de ruit te tekenen. Emilie giechelde: “Hou<br />
op, ze kijken nu al naar ons.”<br />
Alsof het zo moest zijn, viel een sneeuwvlok middenin de tekening<br />
op de ruit en lekte <strong>van</strong> het glas. Edward begon te neuriën, en<br />
volgde daarbij de diepste tonen die in zijn hoofd klonken zodat<br />
hun geluid verzonk in dat <strong>van</strong> de melodie. Het vermengen <strong>van</strong><br />
werkelijkheden: dat hielp hem soms. Hij tikte ritmisch op zijn dij.<br />
De spin kroop uit zijn mouw, liet zich zakken naar de tafelpoot,<br />
en repte zich weer naar boven. Hij volgde hoe ze over het gelakte<br />
hout kroop. In het tegenlicht <strong>van</strong> buiten zag hij nog slechts haar<br />
omtrek, alsof ze een figuurtje uit een tekenfilm was. “Weet je:<br />
spinnen brengen geluk, en dat hebben we nodig,” zei hij een tikje<br />
mysterieus. Ze keek naar het diertje, en schoof ongemakkelijk over<br />
haar stoel. Ze wist goed wat hij wou zeggen. Twee weken geleden<br />
had ze gelezen dat een Badense dokter gehoorproblemen met<br />
lasertherapie behandelde. Het was een nieuwe techniek.<br />
Het vervolg kan je lezen in editie 3!