Dagblad Academy | pdf | Cebuco
Dagblad Academy | pdf | Cebuco Dagblad Academy | pdf | Cebuco
Lesmodule 2 Mediabestedingen Dit onderdeel gaat in op de miljarden euro’s die adverteerders aan reclame besteden. Daarbij is het onderscheid tussen netto en bruto bestedingen belangrijk. Aan de orde komt de verdeling over de mediumtypen, de tien grootste branches en de adverteerders met de grootste budgetten. Daarna wordt ingezoomd op bestedingen in dagbladen. Dagblad Academy 30/03/2009 Page 8 of 88
Verschillen tussen de netto en bruto mediabestedingen De bruto en netto mediabestedingen kunnen niet zomaar worden vergeleken. Een vergelijking gaat op een aantal punten mank: In de bruto cijfers staan alleen de bestedingen van producten en diensten van landelijke adverteerders. De netto cijfers beslaan het totale advertentievolume. De volumes van netto en bruto mediabestedingen zijn dus niet gelijk De bruto mediabestedingen geven uitsluitend informatie over de door Nielsen gemeten media. De netto cijfers geven een beeld van de totale markt. Nielsen meet op basis van geregistreerde advertenties. De netto cijfers komen tot stand via totale omzetten van uitgevers en exploitanten. ‘Korting’ is dus niet de enige verklaring voor het verschil tussen bruto en netto bestedingen. Ook de veranderde inkoop van bijvoorbeeld de GRP-pakketten voor televisiezendtijd heeft het verschil laten oplopen. Maar van echte korting is hier geen sprake. De verschillen tussen netto en bruto mediabestedingen geven aan dat de gebruiker van beide bronnen op de hoogte moet zijn van de samenstelling en achtergronden van de cijfers. Een directe vergelijking tussen netto en bruto zonder voorkennis kan dus tot misinterpretaties leiden. Praktisch gebruik Nielsen-cijfers De netto bestedingen geven aan hoeveel geld er in de mediamarkt omgaat. De bruto bestedingen zijn kengetallen die de mediadruk (reclame-inspanningen binnen het concurrentieveld) weergeven. In de dagelijkse praktijk gebruiken adverteerders en hun media-adviseurs de bruto cijfers om hun reclameinspanningen te vergelijken met die van de concurrentie. Media-exploitanten gebruiken de bruto mediabestedingen om hun marktaandeel uit te rekenen. Ook kunnen zij met behulp van deze informatie bepalen welke campagnes aan hun neus voorbij zijn gegaan, de zogenaamde misseranalyses. 379 reclame-euro’s per Nederlander De mediabestedingen bedroegen in 2008 maar liefst € 379,- per hoofd van de bevolking. Om de omvang van de mediabestedingen aan te geven gebruiken we in Nederland de termen netto en bruto mediabestedingen. Deze twee verschillende kengetallen worden door Nielsen verzameld. Sinds 2008 heeft ook MediaXim een registratie van mediabestedingen opgezet. De onderstaande analyses hebben uitsluitend Nielsen als bron. Netto mediabestedingen De netto mediabestedingen komen tot stand door een (half-)jaarlijkse enquête die Nielsen uitvoert onder media-exploitanten en uitgevers die daarvoor hun totale netto advertentieomzet opgeven. Deze inkomsten worden vervolgens verwerkt tot netto reclameomzet per mediumtype en gepubliceerd in het Jaarboek Netto Mediabestedingen. De netto mediabestedingen geven de daadwerkelijke geldstromen weer. Hier kunnen geen verdere analyses op uitgevoerd worden. Iedere zes maanden publiceert Nielsen een update van het Jaarboek Netto Mediabestedingen, namelijk het Halfjaarrapport Netto Mediabestedingen. Netto en bruto bestedingen De bruto mediabestedingen hebben betrekking op de dagelijkse registratie van de bruto mediabestedingen van nationale producten en diensten in de mediumtypen Televisie, Radio, Dagbladen, Nieuwsbladen, Publiekstijdschriften, Vaktijdschriften, Sponsored Magazines, Folders, Out of Home, Bioscoop, en Internet. Bij de berekening van de bruto mediabestedingen worden advertenties gewaardeerd tegen de geldende tariefkaart (=prijslijst) van het betreffende medium. Dat wil zeggen dat er geen rekening wordt gehouden met eventuele kortingen of individuele prijsafspraken. De bruto mediabestedingen geven de mediadruk in Nederland weer. Doordat de bruto bestedingen continu door Nielsen gemeten worden, zijn er tal van analysemogelijkheden, zoals de ontwikkelingen van de bruto bestedingen voor merken, adverteerders en branches, maar ook per mediumtype, titel, zender, per halfjaar, kwartaal, maand, week en zelfs per dag. Dagblad Academy 30/03/2009 Page 9 of 88
- Page 1 and 2: DAGBLAD www.dagbladacademy.nl DAGBL
- Page 3 and 4: Het medialandschap Het medialandsch
- Page 5 and 6: Met uitzondering van de groep ouder
- Page 7: 7% 10% 14% 20% …….. is een rela
- Page 11 and 12: Bron: Nielsen Gemiddelde budgetten
- Page 13 and 14: adverteerders 2007 2008 x € 1.000
- Page 15 and 16: Lesmodule 3 Dagbladlandschap Dit ho
- Page 17 and 18: exemplaren. Exclusief DAG komt de o
- Page 19 and 20: Dagblad Academy 30/03/2009 Page 19
- Page 21 and 22: Inleiding Als vervolg op het hoofds
- Page 23 and 24: lezen van de dagedities van dagblad
- Page 25 and 26: Totaal betaalde dagbladen Landelijk
- Page 27 and 28: Gemiddeld bereik naar geslacht en p
- Page 29 and 30: Totaal 31 Welstand Leeftijd 32 Gebr
- Page 31 and 32: Bereik dagbladportals Maandelijks b
- Page 33 and 34: W1 W2 W3 W4 W5 Voor welk onderwerp
- Page 35 and 36: Inleiding Het dagblad is volgens Wi
- Page 37 and 38: dagbladsites zijn toegenomen en dat
- Page 39 and 40: zijn zowel het merk als de adressen
- Page 41 and 42: Waarom is het ondenkbaar dat redact
- Page 43 and 44: De cursus omgaan met creatieven voo
- Page 45 and 46: wordt een leerzaam, nuttig en boven
- Page 47 and 48: Lesmodule 7 Dagbladen in multimedia
- Page 49 and 50: campagne dan synergieopwekking. 4.
- Page 51 and 52: De geloofwaardigheid van en het ver
- Page 53 and 54: Lesmodule 8 Beoordelingscriteria da
- Page 55 and 56: kunnen dagbladen leveren in het mul
- Page 57 and 58: Informatief: De lezer ziet de krant
Verschillen tussen de netto en bruto mediabestedingen<br />
De bruto en netto mediabestedingen kunnen niet zomaar worden vergeleken. Een vergelijking gaat op een<br />
aantal punten mank: In de bruto cijfers staan alleen de bestedingen van producten en diensten van<br />
landelijke adverteerders. De netto cijfers beslaan het totale advertentievolume. De volumes van netto en<br />
bruto mediabestedingen zijn dus niet gelijk De bruto mediabestedingen geven uitsluitend informatie over<br />
de door Nielsen gemeten media. De netto cijfers geven een beeld van de totale markt. Nielsen meet op<br />
basis van geregistreerde advertenties. De netto cijfers komen tot stand via totale omzetten van uitgevers<br />
en exploitanten. ‘Korting’ is dus niet de enige verklaring voor het verschil tussen bruto en netto<br />
bestedingen. Ook de veranderde inkoop van bijvoorbeeld de GRP-pakketten voor televisiezendtijd heeft<br />
het verschil laten oplopen. Maar van echte korting is hier geen sprake. De verschillen tussen netto en bruto<br />
mediabestedingen geven aan dat de gebruiker van beide bronnen op de hoogte moet zijn van de<br />
samenstelling en achtergronden van de cijfers. Een directe vergelijking tussen netto en bruto zonder<br />
voorkennis kan dus tot misinterpretaties leiden.<br />
Praktisch gebruik Nielsen-cijfers<br />
De netto bestedingen geven aan hoeveel geld er in de mediamarkt omgaat. De bruto bestedingen zijn<br />
kengetallen die de mediadruk (reclame-inspanningen binnen het concurrentieveld) weergeven. In de<br />
dagelijkse praktijk gebruiken adverteerders en hun media-adviseurs de bruto cijfers om hun reclameinspanningen<br />
te vergelijken met die van de concurrentie. Media-exploitanten gebruiken de bruto<br />
mediabestedingen om hun marktaandeel uit te rekenen. Ook kunnen zij met behulp van deze informatie<br />
bepalen welke campagnes aan hun neus voorbij zijn gegaan, de zogenaamde misseranalyses.<br />
379 reclame-euro’s per Nederlander<br />
De mediabestedingen bedroegen in 2008 maar liefst € 379,- per hoofd van de bevolking.<br />
Om de omvang van de mediabestedingen aan te geven gebruiken we in Nederland de termen netto en<br />
bruto mediabestedingen. Deze twee verschillende kengetallen worden door Nielsen verzameld. Sinds 2008<br />
heeft ook MediaXim een registratie van mediabestedingen opgezet. De onderstaande analyses hebben<br />
uitsluitend Nielsen als bron.<br />
Netto mediabestedingen<br />
De netto mediabestedingen komen tot stand door een (half-)jaarlijkse enquête die Nielsen uitvoert onder<br />
media-exploitanten en uitgevers die daarvoor hun totale netto advertentieomzet opgeven. Deze inkomsten<br />
worden vervolgens verwerkt tot netto reclameomzet per mediumtype en gepubliceerd in het Jaarboek<br />
Netto Mediabestedingen. De netto mediabestedingen geven de daadwerkelijke geldstromen weer. Hier<br />
kunnen geen verdere analyses op uitgevoerd worden. Iedere zes maanden publiceert Nielsen een update<br />
van het Jaarboek Netto Mediabestedingen, namelijk het Halfjaarrapport Netto Mediabestedingen.<br />
Netto en bruto bestedingen<br />
De bruto mediabestedingen hebben betrekking op de dagelijkse registratie van de bruto<br />
mediabestedingen van nationale producten en diensten in de mediumtypen Televisie, Radio, <strong>Dagblad</strong>en,<br />
Nieuwsbladen, Publiekstijdschriften, Vaktijdschriften, Sponsored Magazines, Folders, Out of Home,<br />
Bioscoop, en Internet. Bij de berekening van de bruto mediabestedingen worden advertenties<br />
gewaardeerd tegen de geldende tariefkaart (=prijslijst) van het betreffende medium. Dat wil zeggen dat er<br />
geen rekening wordt gehouden met eventuele kortingen of individuele prijsafspraken. De bruto<br />
mediabestedingen geven de mediadruk in Nederland weer.<br />
Doordat de bruto bestedingen continu door Nielsen gemeten worden, zijn er tal van analysemogelijkheden,<br />
zoals de ontwikkelingen van de bruto bestedingen voor merken, adverteerders en<br />
branches, maar ook per mediumtype, titel, zender, per halfjaar, kwartaal, maand, week en zelfs per dag.<br />
<strong>Dagblad</strong> <strong>Academy</strong> 30/03/2009 Page 9 of 88