Beroepsproduct taakklasse 2 - John Voncken

Beroepsproduct taakklasse 2 - John Voncken Beroepsproduct taakklasse 2 - John Voncken

jvoncken.dnp.simulise.com
from jvoncken.dnp.simulise.com More from this publisher
13.09.2013 Views

De didactische route van de lesactiviteit: De didactische route van de lesactiviteit – welke haltes kies je voor inleiding, kern en afsluiting van de les? Kies uit: opnemen – bewerken – openen – delen – ervaren – doen – maken – verwerken – reflecteren – integreren en licht toe in steekwoorden. Tijd Haltes 5 min 5min 5min 3min 40min 5min 5min Inhoud van het onderwijs Leerstof Opnemen Lln volgen de instructie van mijn opdracht. Persoon van het kind Leerling Delen Lln.vertellen of ze weten hoe blad uit ziet. Openen Lln opdracht uitleggen. Maken Lln maken de tekenopdracht. Reflecteren Lln reflecteren op proces en resultaat. Doen Lln ruimen de spullen op. Werkelijkheid van het kind Leef- en belevingswereld Ervaren De lln volgen mijn verhaal incl. plaatjes. Hierdoor ervaren ze mijn verhaal. Maken Ik denk dat deze onderwijsactiviteit het beste past bij constructivisme. Na het onderzoeken van verschillende bronnen, komt constructivisme op het volgende neer: voortbouwen op bestaande kennis. De kinderen hebben de kennis van hoe een blad uit ziet, daarnaast weten ze hoe ze om moeten gaan met de verschillende gebruiksmaterialen in deze opdracht. Ze gaan gedetailleerder kijken naar de vorm van een blad, en doen dit op een spelende manier. Hierdoor zou je ook kunnen zeggen, dat het spelenderwijs leren is. Echter valt deze af, omdat men niet met de materialen speelt omdat men weet hoe men deze moet gebruiken. Mochten de materialen en het blad nieuws zijn, dan komt spelenderwijs leren in beeld, en zou ik de opdracht moeten aanpassen.

De inhoudelijke uitwerking van de onderwijsactiviteit – de inrichting van de leeromgeving: Werk de onderwijsactiviteit nu verder uit. Hanteer de haltes van de didactische route als ‘kopjes’ voor de verschillende fasen van de les. Neem in de uitwerking de volgende aspecten mee: De verantwoording van de onderwijsactiviteit is als volgt, de kinderen verbreden door het maken van deze tekening een aantal aspecten. Ze verbeteren hun fijne motoriek, omdat het natekenen van de nerven van het blad een precisie werk is. Daarnaast verbreden ze ook hun creativiteit. Door ze de opdracht te geven, moeten ze zelf bepalen, wat voor een bladen mooi zijn op hun tekening, daarnaast verbeteren ze ook het gebruik van de materialen. Aangezien er niet vaak met wasco gewerkt wordt. Ook halen de kinderen de kenmerken van de herfst terug. Het vallen van de bladeren, en de herfstkleuren die gebruikt moeten worden. Dit is een niet-methode gebonden les. Deze creatieve activiteit is door mij zelf bedacht. Achtereenvolgens laat ik de kinderen: - Vertellen of ze weten hoe een blad uit ziet. (delen) - Luisteren naar een verhaal (ervaren), en naar de opdracht (openen en opnemen) (zie bijlage 6 voor de PowerPoint die ik bij de uitleg heb gebruikt. - Daarnaast tekenen de kinderen de bladen op het blad met potlood, vervolgens kleuren ze deze in met wasco, om als laatste de nerven in dit blad te tekenen met zwarte wasco. (maken) - Hierna zullen ze aan 2 tafels gaan verven. Kinderen die opdracht 1 af hebben, maar niet kunnen verven, zullen verder gaan aan opdracht 2 (niet verplicht, alleen om de kinderen die klaar zijn, bezig te houden met tekenen en een leuke opdracht)(maken) - Vlak voor het einde van de les zullen we samen de activiteit bespreken. Wat vonden we van de les? Wat vonden we van het geluidsniveau? Etc. (reflecteren) - De gebruikte materialen opruimen, en de tafels schoonmaken. (doen) De leerlingen doen dit gewoon in hun eigen groepjes. Ik zorg ervoor dat er 2 verfgroepjes zijn. De kinderen die normaal in de verfgroepjes zitten, laat ik in bij een ander groepje aanschuiven. Ik ondersteun de kinderen bij deze activiteit met de verschillende middelen. Zo laat ik alle kinderen tussen de pauze 3 bladeren mee nemen. Dit zodat de kinderen die overblijven ook bladeren hebben. Daarnaast maak ik een PowerPoint waar de opdracht in staat, met een voorbeeld. Deze is te zien op het ActiveBoard. Hier hebben de kinderen voldoende ondersteuning aan tijdens de opdracht. Ik bewaak de effectieve leertijd door goed voorbereid de les te starten. Als de les begint, zorg ik dat ik alles klaar heb liggen. De blaadjes, de wasco, de verf, kwasten etc. Vooraf controleer ik of er overal voldoende van is. Is dit niet het geval, dan haal ik dit bij in het handvaardigheidlokaal. Ik ga kinderen op een positieve manier proberen te stimuleren. Sommige kinderen zijn beter in handvaardigheid dan anderen. Dit speelt voor mij geen grote rol. Wat ik wel wil zien, is dat alle kinderen inzet tonen en hun best doen. Mochten er kinderen zijn, die andere dingen gaan doen, of niet genoeg doen tijdens de les, probeer ik dit door positieve bekrachtiging op te lossen. Ik probeer zo min mogelijk te straffen. Ik wil bijvoorbeeld een kind dat goed bezig is, extra belonen. Als ik zie dat een kind iets moois aan het maken is, leg ik de les stil. Ik zeg dan, ‘’kijk eens hoe ver deze al is, en ze werkt er ook heel hard aan!’’ Op deze manier hoop ik andere kinderen te inspireren, en dat ze ook een compliment willen krijgen.

De inhoudelijke uitwerking van de onderwijsactiviteit – de inrichting van de leeromgeving:<br />

Werk de onderwijsactiviteit nu verder uit. Hanteer de haltes van de didactische route als ‘kopjes’ voor<br />

de verschillende fasen van de les. Neem in de uitwerking de volgende aspecten mee:<br />

De verantwoording van de onderwijsactiviteit is als volgt, de kinderen verbreden door het maken van<br />

deze tekening een aantal aspecten.<br />

Ze verbeteren hun fijne motoriek, omdat het natekenen van de nerven van het blad een precisie werk is.<br />

Daarnaast verbreden ze ook hun creativiteit. Door ze de opdracht te geven, moeten ze zelf bepalen, wat<br />

voor een bladen mooi zijn op hun tekening, daarnaast verbeteren ze ook het gebruik van de materialen.<br />

Aangezien er niet vaak met wasco gewerkt wordt.<br />

Ook halen de kinderen de kenmerken van de herfst terug. Het vallen van de bladeren, en de<br />

herfstkleuren die gebruikt moeten worden.<br />

Dit is een niet-methode gebonden les. Deze creatieve activiteit is door mij zelf bedacht.<br />

Achtereenvolgens laat ik de kinderen:<br />

- Vertellen of ze weten hoe een blad uit ziet. (delen)<br />

- Luisteren naar een verhaal (ervaren), en naar de opdracht (openen en opnemen) (zie bijlage 6<br />

voor de PowerPoint die ik bij de uitleg heb gebruikt.<br />

- Daarnaast tekenen de kinderen de bladen op het blad met potlood, vervolgens kleuren ze deze<br />

in met wasco, om als laatste de nerven in dit blad te tekenen met zwarte wasco. (maken)<br />

- Hierna zullen ze aan 2 tafels gaan verven. Kinderen die opdracht 1 af hebben, maar niet kunnen<br />

verven, zullen verder gaan aan opdracht 2 (niet verplicht, alleen om de kinderen die klaar zijn,<br />

bezig te houden met tekenen en een leuke opdracht)(maken)<br />

- Vlak voor het einde van de les zullen we samen de activiteit bespreken.<br />

Wat vonden we van de les? Wat vonden we van het geluidsniveau? Etc. (reflecteren)<br />

- De gebruikte materialen opruimen, en de tafels schoonmaken. (doen)<br />

De leerlingen doen dit gewoon in hun eigen groepjes. Ik zorg ervoor dat er 2 verfgroepjes zijn. De<br />

kinderen die normaal in de verfgroepjes zitten, laat ik in bij een ander groepje aanschuiven.<br />

Ik ondersteun de kinderen bij deze activiteit met de verschillende middelen. Zo laat ik alle kinderen<br />

tussen de pauze 3 bladeren mee nemen. Dit zodat de kinderen die overblijven ook bladeren hebben.<br />

Daarnaast maak ik een PowerPoint waar de opdracht in staat, met een voorbeeld. Deze is te zien op het<br />

ActiveBoard. Hier hebben de kinderen voldoende ondersteuning aan tijdens de opdracht.<br />

Ik bewaak de effectieve leertijd door goed voorbereid de les te starten. Als de les begint, zorg ik dat ik<br />

alles klaar heb liggen. De blaadjes, de wasco, de verf, kwasten etc. Vooraf controleer ik of er overal<br />

voldoende van is. Is dit niet het geval, dan haal ik dit bij in het handvaardigheidlokaal.<br />

Ik ga kinderen op een positieve manier proberen te stimuleren. Sommige kinderen zijn beter in<br />

handvaardigheid dan anderen. Dit speelt voor mij geen grote rol. Wat ik wel wil zien, is dat alle kinderen<br />

inzet tonen en hun best doen. Mochten er kinderen zijn, die andere dingen gaan doen, of niet genoeg<br />

doen tijdens de les, probeer ik dit door positieve bekrachtiging op te lossen. Ik probeer zo min mogelijk<br />

te straffen. Ik wil bijvoorbeeld een kind dat goed bezig is, extra belonen. Als ik zie dat een kind iets moois<br />

aan het maken is, leg ik de les stil. Ik zeg dan, ‘’kijk eens hoe ver deze al is, en ze werkt er ook heel hard<br />

aan!’’ Op deze manier hoop ik andere kinderen te inspireren, en dat ze ook een compliment willen<br />

krijgen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!