Neerpelt - wulp - Provincie Limburg
Neerpelt - wulp - Provincie Limburg
Neerpelt - wulp - Provincie Limburg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Aangepast beheer van randen van akker- en graslanden<br />
De VLM voorziet ook in subsidies voor een zogenaamd randenbeheer van akkers en graslanden.<br />
Deze beheersmaatregelen worden niet expliciet gekaderd binnen het weidevogelbeheer. Toch kan<br />
randenbeheer een zinvolle bijdrage leveren om de broedgelegenheid en het broedsucces voor<br />
weidevogels gevoelig te verhogen. Algemeen gesteld impliceert randenbeheer dat er een<br />
perceelsrand ecologisch wordt beheerd wat ondermeer inhoudt dat er geen meststoffen en herbiciden<br />
in deze strook worden gebruikt en dat er geen cultuurtechnische maatregelen die de vegetatie<br />
wijzigen, mogen uitgevoerd worden.<br />
Voor een volledige beschrijving van het randenbeheer, zoals ze door de Vlaamse overheid wordt<br />
gesubsidieerd, verwijzen we naar de website www.ehorizon.be/IGLBO/Pakketten.<br />
5. Braakleggen van akkers<br />
Het laten braak liggen van akkers (of delen ervan) is geen maatregel die door de VLM wordt<br />
gesubsidieerd. Ze kan echter wel zinvol zijn om de broedkansen en het broedsucces van de <strong>wulp</strong> te<br />
verhogen. De bedoelde aanpak is hieronder weergegeven.<br />
Als een akker in de zomer of het najaar braak komt te liggen, is die het volgende jaar geschikt als<br />
broedplaats voor de <strong>wulp</strong>, maar ook voor andere weidevogels zoals kievit en scholekster, en voor<br />
akkerkruiden en tal van ongewervelden. Belangrijk is evenwel dat het perceel niet gemaaid of<br />
geploegd wordt. Het tweede jaar is het perceel ook nog geschikt, maar nadien is het - afhankelijk van<br />
de standplaats - wellicht al te dicht en hoog begroeid. Hier is eventueel een samenwerking met lokale<br />
WBE’s mogelijk. Braakleggen van percelen is immers ook voor jaagbare soorten een nuttige<br />
maatregel.<br />
6. Bepaalde teelten promoten waarbij geen grondbewerking vereist is in de broedperiode<br />
Het promoten van teelten die geen bewerking vereisen in de kritische periode 1 april-15 juni is ook<br />
een mogelijkheid om verhoogde kansen te creëren voor de <strong>wulp</strong>. Het kan hierbij gaan om<br />
wintergranen en late maïs. Er kan een vergoeding uitgekeerd worden aan de landbouwers om deze<br />
teelten te verbouwen en tijdens de genoemde periode geen werkzaamheden op de akkers uit te<br />
voeren. Wintergraan heeft tegenover maïs het voordeel dat dit ook voor andere soorten (akkervogels)<br />
zoals geelgors en patrijs gunstig is.<br />
Dit is geen maatregel die door de VLM wordt gesubsidieerd. Ze kan echter wel zinvol zijn om<br />
verhoogde kansen op broeden en een verhoogd broedsucces te creëren voor de <strong>wulp</strong>.<br />
Waar<br />
Het open, meest noordelijke gedeelte van zone 2 (= perimeter voorstel weidevogelgebied),<br />
weergegeven op kaart 6.2 in bijlage. De totale oppervlakte bedraagt zo’n 260 ha.<br />
Om de populatie in het weidevogelgebied ‘stabiel’ te houden op drie tot vier broedparen, schatten we<br />
dat minstens voor vijf tot tien percelen specifieke beheersovereenkomsten moeten worden gesloten.<br />
57