13.09.2013 Views

Neerpelt - wulp - Provincie Limburg

Neerpelt - wulp - Provincie Limburg

Neerpelt - wulp - Provincie Limburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het gros van de <strong>wulp</strong>en broedt momenteel echter in graslanden. Slechts in enkele grote<br />

heidegebieden (reservaten en militaire domeinen) waar natte zones aanwezig zijn, broeden nog<br />

redelijke aantallen <strong>wulp</strong>.<br />

Het is mogelijk mede dankzij die overschakeling dat de <strong>wulp</strong> één van de weinige weidevogels is die<br />

niet of nauwelijks achteruitgaat in de Kempen. Een van de nadelen van de overschakeling is dat de<br />

<strong>wulp</strong> afhankelijk wordt van de ontwikkelingen in de landbouw. Zo is de omzetting van weidegebieden<br />

naar grote maïsakkers negatief. Akkers worden soms wel bezet - <strong>wulp</strong>en kan men geregeld zien<br />

voedsel zoeken op akkers - maar het broedsucces is er zeer gering.<br />

Belangrijke aspecten in de biotoop zijn de volgende.<br />

− Op macroschaal: een open en uitgestrekt landschap<br />

− Op microschaal: microreliëf, vochtige zones en ongestoorde zones die broedgelegenheid bieden<br />

Volgens het ornithologisch basisregister van SOVON (2002) kan in optimale biotopen een<br />

territoriumgrootte worden gehanteerd van vijf tot vijfentwintig hectare maar in suboptimale<br />

omstandigheden kan dit oplopen tot honderd of duizend hectare. In Nederlands <strong>Limburg</strong> zijn<br />

dichtheden van één paar / honderd hectare gemeld. In ieder geval moet er rekening worden gehouden<br />

met het feit dat de meeste open (landbouw)gebieden een lappendeken zijn van geschikte<br />

leefgebieden en weinig of niet geschikte zones. Dat geldt ook voor de open landbouwgebieden in de<br />

gemeente <strong>Neerpelt</strong>. Dit verklaart waarom een optimale broeddichtheid van circa vier broedparen per<br />

honderd hectare (als een territoriumgrootte van vijfentwintig hectare als uitgangspunt wordt genomen)<br />

nergens binnen de gemeente kan worden gehanteerd om het huidig aantal broedvogels te verklaren.<br />

Deze rekenoefening alleen al leert dat de situatie binnen de leefgebieden in <strong>Neerpelt</strong> eerder<br />

suboptimaal is.<br />

Kansen en bedreigingen<br />

Bescherming van weidevogels is verre van eenvoudig. Uit Nederlandse literatuur blijkt dat<br />

weidevogels meerdere eisen stellen die niet op één perceel met elkaar kunnen worden verzoend.<br />

− Bemesting geeft (tot op zeker niveau) een verhoogd aanbod aan regenwormen en dat is positief<br />

voor de oudervogels<br />

− De kwaliteit van grasland als voedselgebied voor weidevogelkuikens wordt vooral bepaald door de<br />

toestand van de vegetatie. Ongemaaide, kruidenrijke graslanden herbergen de meeste<br />

bovengrondse ongewervelden, die essentieel zijn als voedsel voor de kuikens<br />

− De kwaliteit van grasland als broedgebied voor weidevogels wordt vooral bepaald door de<br />

veiligheid: late maaidata, late inscharing van het vee en lage veedichtheden<br />

Er is met andere woorden een mozaïekstructuur nodig van verschillend beheerde percelen. Er dient te<br />

worden opgemerkt dat het onderzoek in Nederland in de eerste plaats betrekking heeft op een andere<br />

weidevogelsoort, namelijk de grutto, maar er mag worden aangenomen dat de hierboven opgesomde<br />

eisen in belangrijke mate ook van toepassing zijn voor de <strong>wulp</strong>.<br />

De praktijk leert dat in de betere, open valleigebieden in Vlaanderen, die momenteel als zowat de<br />

meest geschikte leefgebieden dienen te worden beschouwd, mag gerekend worden op één broedpaar<br />

per honderd hectare. Dit hebben we ondermeer vastgesteld in de Getevallei en de Vallei van de<br />

Zwarte beek.<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!