Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een kanarie in <strong>mijn</strong> hoofd - Ed Franck<br />
Mo bleek het spel niet te kennen, maar luist<strong>er</strong><strong>de</strong> aandachtig<br />
naar <strong>de</strong> spelregels.<br />
‘Een makkie’, zei hij. ‘Ik hak je in <strong>de</strong> pan.’<br />
Maar hij v<strong>er</strong>loor. Twee ke<strong>er</strong>, drie ke<strong>er</strong>, vi<strong>er</strong> ke<strong>er</strong>. Hij w<strong>er</strong>d<br />
<strong>er</strong> rotzenuwachtig van. Zijn rimpels kwamen steeds dicht<strong>er</strong> bij<br />
elkaar te liggen en zijn renn<strong>er</strong>spetje kwam steeds schev<strong>er</strong> te<br />
staan. Toen hij we<strong>er</strong> eens in <strong>de</strong> gaten kreeg dat Wout een val<br />
<strong>voor</strong> hem had opgezet, keil<strong>de</strong> hij zijn schijfje door <strong>de</strong> kam<strong>er</strong><br />
en vloekte.<br />
Hij speelt niet om het spel, hij speelt om te winnen, dacht<br />
Wout. Hij zal vast niet zoals <strong>mijn</strong> papa vrijwillig v<strong>er</strong>liezen om<br />
mij een plezi<strong>er</strong> te doen. Gek, hij gedraagt zich als een nukkig<br />
kind dat niet tegen zijn v<strong>er</strong>lies kan.<br />
‘Soms <strong>ben</strong> je nog een kind, Mo.’<br />
‘Ik soms, maar jij nog jaren!’ zei Mo nors. ‘Vooruit, nog een<br />
spelletje.’<br />
Hoe me<strong>er</strong> Mo zich opwond, hoe me<strong>er</strong> Wout zich moest inhou<strong>de</strong>n<br />
om het niet uit te proesten. Hij kreeg <strong>er</strong> zowaar <strong>de</strong> hik<br />
van.<br />
‘Ik geef het op’, zei Mo na <strong>de</strong> zoveelste v<strong>er</strong>liesbeurt. ‘Blijf<br />
jij hikken?’<br />
‘Ik kan <strong>er</strong> – hik – niets aan doen, Mo.’<br />
Mo ruim<strong>de</strong> het spel op. ‘Ik had vroeg<strong>er</strong> een haantje dat soms<br />
<strong>de</strong> hik kreeg’, zei hij. ‘Dan moest ik het aan het schrikken brengen,<br />
alleen dan ging het ov<strong>er</strong>.’<br />
‘Wat <strong>de</strong>ed je – hik – dan?’<br />
‘Keffen als een vos. Dan kukel<strong>de</strong> hij van pure paniek van<br />
zijn stok. Weg hik. Maar ik was <strong>er</strong> dan ook goed in, in dat keffen.<br />
Ik was speciaal naar <strong>de</strong> di<strong>er</strong>entuin geweest om het van <strong>de</strong><br />
vossen daar te l<strong>er</strong>en.’<br />
Oef, hij is niet me<strong>er</strong> nijdig, dacht Wout. En zijn hik was<br />
ov<strong>er</strong>.<br />
De <strong>de</strong>ur ging open en een bejaar<strong>de</strong>nhelpst<strong>er</strong> kwam binnen<br />
met een vol dienblad. ‘Schuif je <strong>de</strong> beentjes ond<strong>er</strong> tafel?’ riep<br />
ze opg<strong>er</strong>uimd. ‘En goed eten, hoor je? Allemaal vitamientjes!’<br />
‘Mens, praat normaal tegen me, ik <strong>ben</strong> niet kinds’, zei Mo<br />
kribbig.<br />
De helpst<strong>er</strong> zuchtte en been<strong>de</strong> weg.<br />
‘Als ze zo betuttelend doen, ga ik vloeken’, zei Mo. ‘Desnoods<br />
in zeven talen. Donn<strong>er</strong>wett<strong>er</strong>! Madre mia! Caramba!<br />
Vi<strong>er</strong>-op-een-rij met friet 5