Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg

Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg

ziekenzorg.be
from ziekenzorg.be More from this publisher
13.09.2013 Views

Een kanarie in mijn hoofd - Ed Franck Amerikaanse groene reiger vist? Met zijn bek breekt hij een dorre tak in stukjes en gooit die in het water. De vissen denken: hé, een kever die in het water valt, lekker. Ze zwemmen naar boven en hap, de reiger heeft ze.’ ‘Knap, maar het slimste dier ter wereld is de chimpansee’, zei Mo. Hij deed de bovenste knoop van zijn hemd los, ademde diep in en uit en trommelde met zijn handen vrolijk op de armleuningen van zijn rolstoel. ‘Leg een hamer, een noot en een steen klaar voor een chimpansee en hij is slim genoeg om die noot te kraken. Dat zie ik jouw reiger niet doen!’ Wout laveerde langs een hoopje hondenpoep. ‘Omdat een reiger geen handen heeft, Mo. Je kunt alleen maar gebruiken wat je hebt. Weet je wat een kraak kan? Als je mosselvlees in een jampotje doet en het deksel erop schroeft, bekijkt hij het potje een tijdje van alle kanten en opeens schroeft hij met een van zijn tentakels het deksel eraf!’ Mo snoof en keek schuin achterom naar Wout. ‘Hoe heette jij ook alweer? Piet Wijsneus?’ ‘Heb ik in een boek gelezen’, zei Wout. ‘Ik lees veel.’ ‘Boekenwurm, hè? Geen wonder dat je zo bleek ziet. Je moet meer de zon in, ravotten. Heb je geen vrienden?’ ‘Niet echt.’ Even was het stil. ‘Het lijkt wel of jij dieren interessanter vindt dan mensen’, zei Mo. Misschien is dat wel zo, dacht Wout. ‘Ach, dan ben je niet alleen’, zei Mo. ‘Een heel wijs mens zei ooit: “Hoe meer ik de mensen leer kennen, hoe meer ik van mijn hond houd.”’ Hij begon te neuriën en tikte met zijn hand op elke lichtbol die langs het asfaltpad op een paaltje stond. ‘Ik weet niet welk dier het intelligentste is, maar zeker niet zo’n pratende ezel als jij’, bromde hij voor zich uit. Wout glimlachte. Heerlijk, dat gekissebis. ‘Zullen we daar op dat bankje gaan zitten?’ wees Mo. Wout stuurde de rolstoel over een strook gras en tussen struiken door tot bij de bank. Mo hees zich overeind. Wout wilde hem ondersteunen, maar Mo duwde zijn hand weg. ‘Ik ben nog geen wrak!’ zei hij. Het klonk een beetje kribbig. Hij liet zich voorzichtig naast Wout zakken. Wout voelde praten en zwijgen 8

Een kanarie in mijn hoofd - Ed Franck Mo’s dijbeen tegen zijn bil, maar schoof niet op. Mo hief zijn gezicht naar de zon en sloot zijn ogen. ‘En nu gaan we een poosje zwijgen en genieten’, zei hij. Mij best, dacht Wout. Hij was nooit een kletskous geweest. ‘Wout is een stil, nadenkend type’, had de onderwijzer van vorig jaar onder zijn rapport geschreven. Hij luisterde naar het gekoer van houtduiven in de bomen en het vage geronk van auto’s achter de muur. Even dacht hij aan de zoon van Mo, gestorven toen hij een jaar of tien was. Hij keek naar het verweerde gezicht van Mo en deed ook zijn ogen dicht. ‘Oud zijn heeft zijn voordelen’, zei Mo na een korte stilte. ‘Ik heb geen zonnecrème nodig om mijn huid te beschermen. Het zonlicht verdwaalt tussen mijn rimpels.’ ‘We gingen zwijgen, Mo’, zei Wout. Hij hoorde Mo grinniken. Vreemd hoeveel verschillende geluiden je toch nog in een stil park kon horen als je met je ogen dicht luisterde. ‘Zo, ik heb genoeg zon bijgetankt’, zei Mo na een tijdje. ‘Zullen we nog één keer helemaal rond het grasplein rijden?’ Wout keek toe hoe Mo in zijn rolstoel sukkelde. Hij stak geen hand uit, hij had zijn lesje wel geleerd. ‘Zet er eens wat vaart in, ik ben nu lekker opgewarmd’, zei Mo. Wout duwde harder, tot hij grote en snelle stappen moest nemen. ‘Nog harder! Maak er een rolstoelrace van!’ riep Mo. Wout begon te hollen. De rolstoel zigzagde een beetje. In de bocht raakte een wiel van het asfalt en plofte in een verzakking. De rolstoel kieperde om en Mo duikelde voorover, een struik in. Net op dat moment kwam een vrouw op een fi ets door de poort gereden. Met piepende remmen stopte ze bij Wout. ‘Jij kleine klier!’ gilde ze. ‘Oudjes pesten, hoe durf je!’ Verbijsterd bleef Wout staan, als verlamd. Hij kreeg geen woord door zijn keel. Er klonk geritsel uit de struik en Mo’s hoofd kwam tevoorschijn. ‘Mevrouw, mijn vriend niet beledigen!’ riep hij. De vrouw keek hem met opengesperde ogen aan. ‘Heb je praten en zwijgen 9

Een kanarie in <strong>mijn</strong> hoofd - Ed Franck<br />

Mo’s dijbeen tegen zijn bil, maar schoof niet op.<br />

Mo hief zijn gezicht naar <strong>de</strong> zon en sloot zijn ogen. ‘En nu<br />

gaan we een poosje zwijgen en genieten’, zei hij.<br />

Mij best, dacht Wout. Hij was nooit een kletskous geweest.<br />

‘Wout is een stil, na<strong>de</strong>nkend type’, had <strong>de</strong> ond<strong>er</strong>wijz<strong>er</strong> van vorig<br />

jaar ond<strong>er</strong> zijn rapport geschreven.<br />

Hij luist<strong>er</strong><strong>de</strong> naar het geko<strong>er</strong> van houtduiven in <strong>de</strong> bomen<br />

en het vage g<strong>er</strong>onk van auto’s acht<strong>er</strong> <strong>de</strong> muur. Even dacht hij<br />

aan <strong>de</strong> zoon van Mo, gestorven toen hij een jaar of tien was.<br />

Hij keek naar het v<strong>er</strong>we<strong>er</strong><strong>de</strong> gezicht van Mo en <strong>de</strong>ed ook zijn<br />

ogen dicht.<br />

‘Oud zijn heeft zijn <strong>voor</strong><strong>de</strong>len’, zei Mo na een korte stilte.<br />

‘Ik heb geen zonnecrème nodig om <strong>mijn</strong> huid te besch<strong>er</strong>men.<br />

Het zonlicht v<strong>er</strong>dwaalt tussen <strong>mijn</strong> rimpels.’<br />

‘We gingen zwijgen, Mo’, zei Wout. Hij hoor<strong>de</strong> Mo grinniken.<br />

Vreemd hoeveel v<strong>er</strong>schillen<strong>de</strong> gelui<strong>de</strong>n je toch nog in een<br />

stil park kon horen als je met je ogen dicht luist<strong>er</strong><strong>de</strong>.<br />

‘Zo, ik heb genoeg zon bijgetankt’, zei Mo na een tijdje.<br />

‘Zullen we nog één ke<strong>er</strong> helemaal rond het grasplein rij<strong>de</strong>n?’<br />

Wout keek toe hoe Mo in zijn rolstoel sukkel<strong>de</strong>. Hij stak<br />

geen hand uit, hij had zijn lesje wel gele<strong>er</strong>d.<br />

‘Zet <strong>er</strong> eens wat vaart in, ik <strong>ben</strong> nu lekk<strong>er</strong> opgewarmd’, zei<br />

Mo.<br />

Wout duw<strong>de</strong> hard<strong>er</strong>, tot hij grote en snelle stappen moest<br />

nemen.<br />

‘Nog hard<strong>er</strong>! Maak <strong>er</strong> een rolstoelrace van!’ riep Mo.<br />

Wout begon te hollen. De rolstoel zigzag<strong>de</strong> een beetje. In<br />

<strong>de</strong> bocht raakte een wiel van het asfalt en plofte in een v<strong>er</strong>zakking.<br />

De rolstoel kiep<strong>er</strong><strong>de</strong> om en Mo duikel<strong>de</strong> <strong>voor</strong>ov<strong>er</strong>, een<br />

struik in.<br />

Net op dat moment kwam een vrouw op een fi ets door <strong>de</strong><br />

poort g<strong>er</strong>e<strong>de</strong>n. Met piepen<strong>de</strong> remmen stopte ze bij Wout. ‘Jij<br />

kleine kli<strong>er</strong>!’ gil<strong>de</strong> ze. ‘Oudjes pesten, hoe durf je!’<br />

V<strong>er</strong>bijst<strong>er</strong>d bleef Wout staan, als v<strong>er</strong>lamd. Hij kreeg geen<br />

woord door zijn keel.<br />

Er klonk g<strong>er</strong>itsel uit <strong>de</strong> struik en Mo’s hoofd kwam te<strong>voor</strong>schijn.<br />

‘Mevrouw, <strong>mijn</strong> vriend niet beledigen!’ riep hij.<br />

De vrouw keek hem met opengesp<strong>er</strong><strong>de</strong> ogen aan. ‘Heb je<br />

praten en zwijgen 9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!