Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een kanarie in <strong>mijn</strong> hoofd - Ed Franck<br />
Mo keek hem na<strong>de</strong>nkend aan en knikte toen.<br />
Wout stond op, liep naar het raam en keek naar buiten.<br />
‘Mooi we<strong>er</strong>tje’, zei hij. ‘Lekk<strong>er</strong> warm buiten.’<br />
Mo kuchte. ‘Wat, eh… Wat zou je zeggen van een wan<strong>de</strong>ling<br />
in het park?’<br />
Wout keek v<strong>er</strong>rast om. Hij had Mo nog niet zien lopen, hij<br />
leek wel vastgevroren aan zijn stoel.<br />
‘Tot <strong>de</strong> lift raak ik nog wel’, zei Mo. ‘Maar <strong>ben</strong>e<strong>de</strong>n moeten<br />
we een rolstoel nemen. Wat <strong>de</strong>nk je?’<br />
Wout knikte.<br />
Mo hees zich uit zijn stoel en schuifel<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, met<br />
heel kleine pasjes. In <strong>de</strong> gang hield hij zich aan <strong>de</strong> leuning vast.<br />
Halv<strong>er</strong>wege bleef hij even staan om op a<strong>de</strong>m te komen. Toen<br />
ze in <strong>de</strong> lift stapten, zag Wout hoe Moed<strong>er</strong>vlek hen v<strong>er</strong>wond<strong>er</strong>d<br />
nastaar<strong>de</strong>.<br />
‘Dat is <strong>mijn</strong> rolstoel’, wees Mo <strong>ben</strong>e<strong>de</strong>n. Hij stond in een<br />
open zithoek met nog me<strong>er</strong> rolstoelen. ‘Mijn kam<strong>er</strong> is te klein<br />
om hem bij mij te park<strong>er</strong>en.’<br />
Hij liet <strong>er</strong> zich in zakken en Wout begon te duwen.<br />
Karel zat nog altijd bij <strong>de</strong> uitgang. ‘Ik zal <strong>mijn</strong> stok maar<br />
niet in je wielen steken’, zei hij tegen Mo.<br />
‘Tenzij je een klap met je eigen stok wilt krijgen’, zei Mo.<br />
We<strong>er</strong> die buld<strong>er</strong>lach van Karel.<br />
Buiten keek Mo met een goedkeuren<strong>de</strong> knik rond. ‘We heb<strong>ben</strong><br />
het rijk <strong>voor</strong> ons alleen, geen rolstoel te bekennen’, zei hij<br />
tevre<strong>de</strong>n. ‘Ou<strong>de</strong> mensen v<strong>er</strong>and<strong>er</strong>en langzaam in mollen, ze<br />
schuwen <strong>de</strong> buitenlucht.’<br />
‘Maar jij niet’, zei Wout.<br />
‘Nee, ik wil geen mol wor<strong>de</strong>n. Dom di<strong>er</strong>, een mol, met zijn<br />
eeuwige gegraaf. Net zo dom als die raaf daar, die kan niet eens<br />
besluiten waar hij wil gaan ne<strong>er</strong>strijken.’ Hij wees naar een<br />
grote, zwarte vogel die ov<strong>er</strong> het grasveld klapwiekte.<br />
‘Een raaf is niet dom, Mo. Als je een <strong>de</strong>ksel op het pasgevul<strong>de</strong><br />
etensbakje van een hond legt, blijft die <strong>er</strong> dwaas <strong>voor</strong><br />
staan en weet hij niet wat hij moet doen. Maar een raaf? Die<br />
trippelt <strong>er</strong> even omheen, bekijkt het probleem en begint dan<br />
aan het <strong>de</strong>ksel te sleuren.’<br />
‘Echt?’<br />
‘Vogels zijn slimm<strong>er</strong> dan men <strong>de</strong>nkt, Mo. Weet je hoe een<br />
praten en zwijgen 7