Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Lespakket 'Ik ben er voor mijn buurt' voor de derde graad - Ziekenzorg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een kanarie in <strong>mijn</strong> hoofd - Ed Franck<br />
aan <strong>de</strong> ov<strong>er</strong>kant van <strong>de</strong> straat. Ik heet Wout’, dreun<strong>de</strong> hij het<br />
lesje af.<br />
‘Wout? Met een t of een d op het eind?’<br />
‘Met een t natuurlijk, ik <strong>ben</strong> geen bos!’<br />
‘Grapje’, zei <strong>de</strong> man. ‘Je kunt toch tegen grapjes?’<br />
‘Als het échte grapjes zijn.’<br />
De man grinnikte. ‘Jij <strong>ben</strong>t niet op je mondje gevallen. Goed<br />
zo. Ik heet Mo.’<br />
‘Mo? Wat een rare naam’, zei Wout.<br />
‘Die naam was ook een grapje, van <strong>mijn</strong> moed<strong>er</strong>.’ Hij wees<br />
naar een portretfoto aan <strong>de</strong> bleekgroene muur. Een struise<br />
dame in <strong>de</strong> fl eur van haar leven. ‘Mijn moed<strong>er</strong> was soms zo<br />
gek als een draai<strong>de</strong>ur, maar ik heb wat met haar afgelachen in<br />
<strong>mijn</strong> leven. He<strong>er</strong>lijk mens, <strong>mijn</strong> moed<strong>er</strong>. De dag dat ze van mij<br />
moest bevallen, lag ze te lezen in een droevig boek, De laatste<br />
d<strong>er</strong> Mohikanen. Ov<strong>er</strong> <strong>de</strong> uitroeiing van een indianenstam. Toen<br />
<strong>de</strong> all<strong>er</strong>laatste sti<strong>er</strong>f, heeft ze tranen met tuiten gehuild en meteen<br />
begonnen <strong>de</strong> weeën. En toen ze <strong>mijn</strong> piemeltje zag, dacht<br />
ze: ik noem hem Mo, naar die arme Mohikanen.’<br />
Wout keek hem weifelend aan.<br />
‘Wat? Zie ik <strong>er</strong>uit als een leugenaar?’ riep Mo. ‘Mijn vad<strong>er</strong><br />
zat <strong>er</strong>g v<strong>er</strong>veeld met die naam, dat kan ik je wel v<strong>er</strong>tellen. Toen<br />
hij me bij <strong>de</strong> gemeente ging aangeven, zei hij dat Mo van Mozes<br />
kwam. Je weet wel, die v<strong>er</strong>vaarlijke k<strong>er</strong>el uit <strong>de</strong> Bijbel, met<br />
zijn tien gebo<strong>de</strong>n, gebeiteld in stenen tafelen.’<br />
‘De man die <strong>de</strong> stem van God hoor<strong>de</strong> in een bran<strong>de</strong>nd<br />
braambos?’ vroeg Wout.<br />
Mo sloeg lach<strong>er</strong>ig met zijn knokige hand op <strong>de</strong> armleuning.<br />
‘Wat krijgen we nou? Een Bijbel<strong>de</strong>skundige! Jij wordt lat<strong>er</strong><br />
nog paus, k<strong>er</strong>eltje!’<br />
Wout keek onwennig van hem weg en liet zijn ogen door<br />
<strong>de</strong> kam<strong>er</strong> dwalen. Op een tafel lag een wit kleed met vlekken.<br />
Eén tijdschrift en een halfvolle plastic fl es met wat<strong>er</strong>. Op <strong>de</strong><br />
venst<strong>er</strong>bank een kleine pendule met goudkleurige sling<strong>er</strong>. V<strong>er</strong>d<strong>er</strong><br />
nog een oud<strong>er</strong>wetse buffetkast met glas-in-loodraampjes,<br />
een inbouwkast, een bed met een oranje dons<strong>de</strong>ken, een bel<br />
aan een kabel en zo’n ding met een driehoek om je aan op te<br />
trekken, een kastje met een tv, een nachtkastje met een gehaakt<br />
kleedje, en aan <strong>de</strong> muren ingelijste foto’s en een ovale spiegel.<br />
Mohikaan, Mozes of Mopp<strong>er</strong>kont 2