13.09.2013 Views

download pdf-file - Historische Vereniging Maassluis

download pdf-file - Historische Vereniging Maassluis

download pdf-file - Historische Vereniging Maassluis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

KUIPERS EN KUIPERIJEN<br />

De geboorte van het houten vat. De ton.<br />

Duizenden jaren geleden ging de prehistorische mens op zoek naar door de<br />

natuur voortgebrachte middelen om daarin vloeistoffen en vruchten op te<br />

kunnen slaan, te bewaren en te transporteren. Men gebruikte kalebassen,<br />

notenschalen, maakte zakken van dierenhuiden en holde boomstammen uit om<br />

potten te maken. Later bakte men potten van klei. Als de aardewerkpotten<br />

braken probeerde men de delen weer in elkaar te zetten, te lijmen of met vezels<br />

aaneen te snoeren. De geboorte van het ‘houten vat’ want ook dat wordt uit van<br />

tevoren pas gemaakte losse delen samengesteld en met houten hoepels dan wel<br />

ijzeren banden bijeengehouden. De meest gangbare opvatting is dat de Kelten<br />

uit de wouden van Europa de uitvinders zijn van het houten vat en dat de<br />

Galliërs dat hebben overgenomen. Dat is de reden waarom de Romeinen na de<br />

verovering van Gallië hun wijn in houten vaten in plaats van lederen zakken<br />

naar onze streken brachten. Ten slotte bepaalde Karel de Grote (742-814) dat<br />

wijn niet meer in lederen zakken maar in houten tonnen met ijzeren banden<br />

bewaard moest worden.<br />

Haringtonnen<br />

De haringvisserij wordt vanuit de<br />

Maasmonding zeker al sinds de 12e<br />

eeuw beoefend. Aanvankelijk op<br />

bescheiden schaal en niet te ver van de<br />

haven. Om de schepen langer op zee te<br />

kunnen houden, waardoor ze verder<br />

van huis konden om goede visgronden<br />

te zoeken, begon men de vangst aan<br />

boord in vaten op te slaan en te<br />

pekelen. Vaten of tonnen bestonden al,<br />

want voor het begin van de jaartelling<br />

werden al vaten gemaakt.<br />

Nadat in 1380 het haringkaken was<br />

uitgevonden nam de visserij en<br />

daarmee haar nevenindustrieën zoals<br />

kuiperijen, een grote vlucht.<br />

Het handwerk werd gedaan door<br />

onafhankelijke kuipers, maar ook<br />

reders bezaten kuiperijen waarin<br />

kuipers in dienst van de reder werkten.<br />

De gebroeders Luyken<br />

dachten er in 1694 zo over:<br />

Soo’t niet sluit,<br />

Het leckt’er uit.<br />

3


Om de vissersschepen langer op zee te kunnen houden zonder dat de haring<br />

bedierf, werd die gezouten, later gekaakt en gezouten, en in haringtonnen<br />

opgeslagen. Het zouten moest zorgvuldig gebeuren; de haring werd laag voor<br />

laag in de ton gelegd, waarbij tussen elke laag zout werd gestrooid.<br />

In het begin van de 16e eeuw mocht alleen zout, gewonnen uit ‘darinck’<br />

bij Zierikzee, worden gebruikt. Toen dit opraakte mocht zout worden<br />

geïmporteerd uit Spanje en Portugal; maar alleen moerzout, ongeraffineerd<br />

zout, was toegestaan.<br />

Tijdens de verdere reis slonk de gepekelde haring, zodat er in de harington<br />

ruimte ontstond, men sprak van ‘kantjes’. Bij de oorspronkelijke 94 kilo haring<br />

in de kantjes kon bij thuiskomst wel 15 kilo worden bijgepakt of opgehoogd.<br />

Ophogen van kantjes werd door de ‘natte kuipers’ gedaan.<br />

Een last haring was 17 kantjes, na ophogen bestond een last uit 14 opgehoogde<br />

kantjes. Met het gewicht van de tonnen erbij was dat 2100 kilogram.<br />

De haringloggers hadden elke reis weer nieuwe vaten nodig. De ‘droge kuipers’<br />

in <strong>Maassluis</strong> waren dus constant bezig om vaten te maken voor de eigen<br />

visserij. Later, en zeker met de komst van de machinale kuiperijen, werden ook<br />

voor andere plaatsen vaten gemaakt.<br />

Gaandeweg werden allerlei voorschriften, regels en regeltjes gemaakt.<br />

In 1519 tijdens de regering van Karel V (1515 -- 1558) werden alle regels in een<br />

wet vastgelegd. Deze wet, die Placaet ende Ordonnantie op het Stuk van de<br />

Haringvaert, ’t Branden van Tonnen en ’t Souten van den Haringen heette,<br />

zou tot 1857 van kracht blijven.<br />

Ook de kwaliteit van het hout en de wijze van vervaardigen werden omschreven.<br />

Het vuren of grenen hout voor de haringvaten werd geïmporteerd uit de<br />

Oostzeelanden en direct in de <strong>Maassluis</strong>e haven aangevoerd door schepen van<br />

het type Fluit.<br />

Kuipers<br />

Het ambacht ‘kuipen’ vereiste gedegen vakmanschap en een ondergrond van<br />

wiskunde. In Frankrijk werd kuipen zelfs als een kunst beschouwd, hoewel dat<br />

wel betrekking zal hebben op wijnvaten en cognacvaten. Haringtonnen moeten<br />

aan andere technische eisen voldoen dan bijvoorbeeld een wijnvat.<br />

Kuip is via het Latijn van de Romeinen waar een Cupae vat betekende en het<br />

Franse cuve door de Hollanders omgevormd tot ‘kuip’ en ‘kuiper’.<br />

Omdat hout het belangrijkste materiaal was gingen kuipers in het bos op zoek<br />

naar kuipersbomen om het beste ‘duighout’ te zoeken. Ze gingen daarvoor zelfs<br />

op reis naar bosrijke gebieden in het buitenland. De stammen werden per<br />

4


schip over zee aangevoerd en vervolgens, soms in vlotten, naar de<br />

zagerijen getransporteerd. Voordat de havendammen van <strong>Maassluis</strong> in 1887<br />

werden ingekort was er ten zuiden van de<br />

havendam naast het prikkengat een balkengat<br />

waarin de stammen voor de houtzaagmolen, die<br />

daar dichtbij stond, drijvend werden opgeslagen<br />

totdat ze aan de beurt waren om te worden<br />

gezaagd.<br />

‘de duigenkrans’<br />

De stammen werden door de<br />

zagerijen, houtzaagmolens,<br />

later stoomzagerijen in<br />

planken gezaagd. De kuiper<br />

maakte daar duigen en<br />

bodemdelen van. Vroeger<br />

werden de duigen ook<br />

wel gekloofd. De duigen<br />

ondergingen, na het op<br />

lengte zagen, per duig<br />

zo’n veertien bewerkingen.<br />

Hier vinden de werkwoorden<br />

voegen, uithalen,<br />

rondzetten, fatsoeneren,<br />

Het opzetten van de duigenkrans.<br />

kimmen, aftoppen, blaaien<br />

en krozen hun oorsprong.<br />

Allemaal bewerkingen om<br />

de duig een ronde vorm<br />

te geven, te laten passen in<br />

een cirkel, het buigen voor<br />

te bereiden en de sponning voor de bodems te maken. Het aanbrengen van<br />

sponningen waarin de bodems pasten noemde men krozen.<br />

5


Nadat berekend is hoeveel duigen er nodig zijn werden de duigen in de<br />

‘kopband’ gepast. Daarna werden nog twee banden omgelegd en de ‘duigenkrans’<br />

was gereed om de duigen krom te laten trekken met vuur en water.<br />

6<br />

Ode aan de kuiper door Guido Gezelle:<br />

DE DUIGEN ZIJN GEDWONGEN<br />

TE STAAN IN ENEN KRING<br />

DOOR HANDEN SAAMGEDRONGEN<br />

HEEFT HUN VERZET GEEN ZIN<br />

DE KOPPEN BIJ ELKAAR GESTOKEN<br />

DE RUGGEN KROM ONDER DEN BAND<br />

ZO WORDT HUN VERZET GEBROKEN<br />

DEN KUIPER KRIJGT ’T IN DE HAND<br />

De duigenkrans werd over de vuurpot gezet en aan de buitenkant met water natgemaakt.<br />

Vuur en water deden de duig, mede als gevolg van de voorbewerking<br />

kromtrekken. Dit gebeurde onder de schouw om rook en stoom af te voeren.<br />

Het vat werd mede gevormd door middel van ‘werkbanden’, die in een vaste<br />

volgorde werden omgelegd en vervangen door de definitieve banden.<br />

Het gereedschap hing netjes aan de muur.<br />

Het gereedschap dat de kuiper gebruikte varieerde van plaats tot plaats,<br />

maar voor elke behandeling had hij een speciaal daarvoor ontworpen stuk<br />

gereedschap ter beschikking zodat in de kuiperij tientallen schaven, dissels,<br />

kloofmessen, hamers in diverse soorten aanwezig waren.


Het vat werd over het vuur<br />

van de vuurpot gezet.<br />

Hoepenmakers<br />

De stalen banden of hoepels werden ook ter plaatse in de kuiperijen gevormd<br />

en vervaardigd. De eerste kuipers gebruikten hoepen van wilgentenen die door<br />

‘hoepenmakers’ soms in een eigen werkplaats werden gemaakt.<br />

Een ton waarvan de houten duigen door houten hoepels werden bijeengehouden<br />

deed Joost van den Vondel dichten:<br />

‘Waar werd ooit schoner kunst gevonden<br />

als hout met hout te saam gebonden’<br />

Inzetten bodems met weer<br />

ander gereedschap.<br />

Met water en vuur.<br />

Met houten banden gebonden.<br />

7


Droge kuipers<br />

Nieuwe vaten werden in de kuiperijen door de zogenoemde ‘droge kuipers’<br />

gemaakt. Reglementair werden in elk vat de initialen van de kuiper, het soort<br />

vat en de datum van aanmaak gebrand, het ‘tonnenbrand’. Gemiddeld kon een<br />

kuiper in zeven uur een vat maken.<br />

Kuipers aan ’t werk. Hier worden houten hoepen<br />

gebruikt. (Foto: Archief HVM)<br />

8<br />

De nieuwe, dus lege,<br />

vaten werden binnen<br />

opgeslagen. Soms op de<br />

zolder of zolders van<br />

de kuiperij zelf.<br />

Deze zolders waren vaak,<br />

evenals in de kuiperij<br />

aan de Ankerstraat,<br />

lichter geconstrueerd<br />

dan zolders, waarop<br />

gewerkt moest worden.<br />

Nog een plaatje van ‘droge kuipers’. De koffiejongen haalde het stikkenzakje en<br />

de koffie bij de kuipers thuis op en bracht eten en drinken hangend aan een stok<br />

naar de kuiperij. (Foto: Archief HVM)


Natte kuipers<br />

Als de buizen en later de loggers hun ‘kantjes’ hadden gelost werden de vaten<br />

geopend, ‘opgehoogd’ en weer gesloten door de ‘natte kuipers’. Dit gebeurde<br />

vaak in de buitenlucht op de kade. De natte kuipers waren tevens keurmeesters,<br />

vandaar dat ze veel meer verdienden dan de ‘droge kuipers’.<br />

De natte kuipers deden hun werk aan de kade naast het lossende schip.<br />

Het kuipersvak kwam in de middeleeuwen onder streng toezicht te staan en de<br />

kuipers stegen in aanzien en dat leidde weer tot het oprichten van<br />

Kuipersgilden.<br />

Kuiperijen in <strong>Maassluis</strong><br />

In <strong>Maassluis</strong> hebben tientallen kuiperijen bestaan. Kuiperijen die behoorden<br />

aan reders maar ook aan particuliere ondernemers die alleen kuiperijen exploiteerden.<br />

Van enkele kuiperijen laten we foto’s zien.<br />

De heer N.van Gelderen, die ook reder was, had een kuiperij, alsmede een<br />

Haring- en vischhandel aan de Haven op de hoek met het Havenplein.<br />

De panden zijn gesloopt en nu is er onder andere een autoshowroom.<br />

9


De kuiperij in de Piet Heinstraat waar<br />

de heer N. van Gelderen was begonnen<br />

staat er nog. Het gebouw is nu in<br />

gebruik als hotel. Verder stond op de<br />

Govert van Wijnkade aan de buitenhaven<br />

de kuiperij van Haasnoot.<br />

Later was in die gebouwen een<br />

meubelfabriek gevestigd. Toen die<br />

was verdwenen, werden de panden<br />

gesloopt om plaats te maken voor<br />

de gebouwen van Takmarine, die ook<br />

alweer is verhuisd. De kuiperij van<br />

Klinge & Poortman was aan de<br />

Zure Vischsteeg op de plaats waar<br />

nu een rijwielhandel is.<br />

10<br />

Kuiperij N. van Gelderen in<br />

de Piet Heinstraat. (nu hotel)<br />

Kuiperij annex Haring- en<br />

vischhandel N. van Gelderen<br />

aan de Haven.<br />

De kuiperij van Haasnoot aan<br />

de Govert van Wijnkade.<br />

De kuiperij van rederij Klinge & Poortman aan de binnenhaven, naast<br />

de Zure Vischsteeg. Op deze plaats bevindt zich nu een rijwielhandel.


Dirkzwager liet in 1664 een kuiperij<br />

bouwen aan de Ankerstraat die in<br />

1884 afbrandde maar opnieuw<br />

werd opgetrokken. In deze onlangs<br />

gerestaureerde kuiperij heeft onder<br />

andere de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong><br />

onderdak gevonden.<br />

Machinale kuiperijen<br />

Stoom als krachtbron leidde ook tot mechanisatie van het kuipen en aan het<br />

begin van de 20e eeuw kwamen de machinale kuiperijen in <strong>Maassluis</strong> van de<br />

grond.<br />

Machinale Kuiperij<br />

A. de Neeff N.V.<br />

Aan het Zandpad, de latere<br />

Fenacoliuslaan, was al een<br />

machinale zagerij van<br />

Klinge & Poortman. Deze<br />

zagerij werd in 1923<br />

gekocht door A. de Neeff<br />

waarna gezaagde duigen<br />

werden geleverd aan de<br />

handkuiperijen in <strong>Maassluis</strong><br />

en aan zijn eigen machinale<br />

kuiperij in Vlaardingen.<br />

In 1932 wordt de machinale<br />

kuiperij uit Vlaardingen<br />

naar <strong>Maassluis</strong> overgebracht<br />

en gevestigd aan de<br />

Fenacoliuslaan.<br />

Het grote gebouw op de foto is de<br />

na 1884 herbouwde kuiperij van<br />

Dirkzwager. De bebouwing van de<br />

Ankerstraat is hier nog compleet en<br />

het Breugomslop is hier nog heel<br />

smal. (Foto: Archief HVM)<br />

Machinale kuiperij De Neeff. Duidelijk waarneembaar<br />

zijn de ronde stapels drogende<br />

duigen. (Foto: Archief HVM)<br />

11


De boomstammen werden per binnenschip aangeleverd en op een lorrie<br />

geladen. De lorrie werd door het paard van Bijl door de Havenstraat naar de<br />

fabriek getrokken. Als het paard van Bijl niets te doen had liep het in de wei aan<br />

de Wagenstraat tegenover de Wedde.<br />

De stammen werden in langsrichting en dwarsrichting op de gewenste maten<br />

gezaagd, zodanig dat langwerpige platte blokken ontstonden waarvan holle<br />

duigen werden gezaagd. De duigen en bodemstukken werden op het omringende<br />

land in cilindrische vorm gestapeld, daarbij tussen de duigen ruimte latend<br />

zodat de wind vrij spel had. De soms wel zes meter hoge stapels moesten drie<br />

tot zes maanden drogen zodat het hout was uitgewerkt. Het terrein stond vol<br />

met die houttorens.<br />

Het opzetten van het vat, de duigen in een cirkel voegen met twee banden,<br />

gebeurde nog met de hand. Na het opzetten ging het vat in wording in een pers<br />

waarin het zijn vorm kreeg. Het vat kwam gevormd, bijeengehouden door<br />

de nodige banden uit de pers waarna ook het krozen, de sponningen voor de<br />

bodems aanbrengen, machinaal geschiedde. De bodems erin, de persringen<br />

vervangen door de stalen banden en het vat is klaar. Nog wel even op de schuurmachine<br />

om de buitenkant glad te maken.<br />

Stoomkuiperij en Kistenfabriek C. van Toor Cz.<br />

In 1927 vestigde C. van Toor een stoomkuiperij en kistenfabriek in de<br />

kapelpolder, op het Stort, op de plek waar nu Westland beton staat.<br />

In 1938 werd de naam<br />

veranderd in Vaten- en<br />

Kistenfabriek C. van Toor<br />

Cz N.V. De stammen<br />

werden per schip maar<br />

ook in vlotten drijvend<br />

in het water aangevoerd.<br />

Het proces verschilde niet<br />

veel met dat van de concurrent.<br />

In beide fabrieken<br />

werden afvalhout en<br />

zaagsel gebruikt om de<br />

stoomketel te stoken.<br />

Mede door de opkomst van koeltechnieken aan boord van de schepen verloren<br />

kuiperijen hun betekenis. Ofschoon er na de Tweede Wereldoorlog naast de<br />

12<br />

Stoomkuiperij op het Stort Foto: Archief HVM)


machinale kuiperijen nog wel een paar handkuiperijen werkzaam waren, was er<br />

aan het eind van de jaren zestig geen enkele kuiperij meer actief in <strong>Maassluis</strong>.<br />

Elders werden nog wel nog vaten gemaakt, al was het alleen maar voor de wijn.<br />

In de gerestaureerde<br />

kuiperij in de Ankerstraat<br />

heeft de HVM<br />

nu haar onderdak.<br />

(Foto: Rien Luijten)<br />

Het (duplicaat) gevelhout dat<br />

binnen op de schouw is aangebracht.<br />

(Foto: Rien Luijten)<br />

HVM<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!