nr 1 2012.pdf - Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
nr 1 2012.pdf - Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
nr 1 2012.pdf - Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nieuwsbrief van de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> <strong>nr</strong>. 1 2012<br />
Oprichter NVA overleden<br />
‘Een verenigingsman bij uitstek’<br />
professor Maarten Mauve<br />
(1912 – 2012)
2 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
COLOFON<br />
redactieraad<br />
J.w. Kallewaard<br />
C.J. van oort<br />
mw. P.L.T. Liem<br />
redactie<br />
Sandra Gijtenbeek<br />
Tekstcorrectie<br />
INdIGo TEKST<br />
Judith van oudheusden<br />
druk<br />
Graficiënt Printmedia, Almere<br />
De NVA Nieuwsbrief is een officieel<br />
orgaan van de <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> en<br />
wordt maximaal zesmaal per jaar<br />
gratis aan de leden toegestuurd.<br />
deadline inzenden kopij <strong>voor</strong><br />
volgende Nieuwsbrief:<br />
6 april 2012<br />
<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Anesthesiologie</strong><br />
opgericht 6 april 1948<br />
Bureau NVA<br />
Mercatorlaan 1200<br />
3528 BL Utrecht<br />
Correspondentieadres<br />
Postbus 20063<br />
3502 LB Utrecht<br />
Telefoon<br />
Algemeen nummer: 030 282 3385<br />
(zie achterzijde <strong>voor</strong> meer nummers)<br />
Fax<br />
030 282 3856<br />
E-mail:<br />
nva@anesthesiologie.nl<br />
website<br />
www.anesthesiologie.nl<br />
© <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong>, 2012<br />
Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd en/of openbaar worden<br />
gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder<br />
<strong>voor</strong>afgaande schriftelijke toestemming van<br />
de redactie.<br />
INHOUD jaargang 8 • nummer 1 • maart 2012<br />
Voorwoord 4<br />
Hervatting antegrade registratie pijngeneeskunde <strong>voor</strong> zij-instromers 5<br />
de registratie <strong>voor</strong> zij-instromers is per 1 maart hervat<br />
In Memoriam: Maarten Mauve (1912-2012) 6<br />
op 18 januari overleeg Maarten Mauve een van de oprichters van de vereniging<br />
‘Nieuwe ontwikkelingen eisen professionele opzet van de vereniging’ 8<br />
Nieuw bestuurslid Hans Knape stelt zich <strong>voor</strong><br />
wat valt er te leren van incidenten 15<br />
Verslag naar aanleiding van de publicatie Schaderapport <strong>Anesthesiologie</strong> 1993-2010<br />
van Medirisk.<br />
Frans ten Have<br />
JUrIdISCH<br />
risico van het vak 10<br />
Eva Koetsier & Ludmilla Garmers, Juridische Commissie<br />
KwALITEIT<br />
Kwaliteit in praktijk 14<br />
Verantwoord gebruik van apparatuur<br />
Hans van Breugel, beleidsmedewerker kwaliteit<br />
wETENSCHAP<br />
Een uitdaging 12<br />
Jilles Bijker<br />
GESCHIEdENIS<br />
de Indische narcoseadministratie van L.d.J. (Hans) reeser 20<br />
Hans Pöll, Commissie Geschiedenis<br />
oPLEIdING<br />
NVA presenteer kwaliteitsintrument opleidingen 11<br />
ronald Hortensius, beleidsmedewerker opleidingen<br />
wAT VErdEr TEr TAFEL KoMT<br />
Promoties 23<br />
overleden<br />
KALENdEr 24<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
3
Voorwoord<br />
Samenwerking en vriendschap<br />
Geachte leden,<br />
In deze editie van de anesthesioloog wordt aandacht besteed aan het overlijden van een van de oprichters van de<br />
vereniging: Maarten Mauve. Mauve was in 1948 de eerste <strong>voor</strong>zitter en is inmiddels door 23 anderen in die functie<br />
opgevolgd. In mijn kamer hangt een fotogallerij van streng tot vrolijk kijkende heerschappen die toezien of ik wel<br />
hard aan het werk ben, met Mauve als jonge man helemaal <strong>voor</strong>aan.<br />
Zoals Mauve optekende in het eerste jubileumboek ‘van aether naar beter’, dat is uitgegeven bij het veertigjarig<br />
jubileum van de vereniging, is de Nederlandsche Anaesthesisten Vereeniging opgericht in de bibliotheek van de<br />
Chirurgische Kliniek A van het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam op zaterdag 24 januari 1948. De kleine vereniging<br />
van individuele anesthesiologen had ‘samenwerking en vriendschap’ hoog in het vaandel, maar wel met<br />
een groots <strong>voor</strong>nemen: alle anesthesieën te gaan verzorgen. Daarbij werd een opdracht aangenomen die alle jaren<br />
daarna een belangrijk aandachtspunt is gebleven: er moest terrein worden gewonnen op een gebied waar anderen<br />
al werkzaam waren. In de loop van de jaren verschoof dat van de anesthesie naar de gebieden daaromheen zoals<br />
de Intensive Care, het preoperatief traject en de pijngeneeskunde, tot de huidige formulering in het strategisch<br />
meerjarenplan: regie voeren bij de positionering van de anesthesioloog als perioperatieve dokter.<br />
Tien jaar na de oprichting van de vereniging telde het ledenbestand 99 leden. Ook toen was samenwerking en<br />
vriendschap tussen anesthesiologen nog het thema, maar met het groeien van de vereniging naar de nu ruim 2200<br />
leden werd het vriendschapselement vrijwel onmogelijk als doelstelling te handhaven. Het is bijzonder leuk waar<br />
te nemen dat tijdens de Anesthesiologendagen die vriendschap nog steeds een rol speelt: de ontmoetingen met<br />
oude bekenden en de interactie buiten de sessies worden nog steeds hoog gewaardeerd. Ik hoop van harte dat<br />
de Anesthesiologendagen ook in de toekomst het centrale ontmoetingsmoment van anesthesiologisch Nederland<br />
blijft.<br />
De groei van de vereniging gaat onvermijdelijk samen met verlies van het persoonlijk karakter zoals dat in de beginjaren<br />
zo nadrukkelijk als doelstelling werd geformuleerd. Toch proberen we er alles aan te doen om alle leden<br />
gehoor te geven en te dienen. De ontwikkelingen in de maatschappij vragen een meer bedrijfsmatige aanpak. Het is<br />
een hele kunst om een steeds verder differentiërend vakgebied bijeen te houden, maar toch zetten we in op binding<br />
en gemeenschappelijkheid. Juist als grote vereniging staan we sterk.<br />
De individuele dienstverlening blijft een belangrijk aandachtspunt van de vereniging. Wij informeren u via alle<br />
middelen die wij tot onze beschikking hebben. Daarnaast hoop ik dat u ook uw weg naar de vereniging blijft vinden.<br />
Via mail of telefoon nodig ik u van harte uit uw vragen te blijven stellen, ons te informeren over de ontwikkelingen<br />
die van invloed zijn op uw werk, en mee te werken in een sterke vereniging die het vakgebied krachtig<br />
vertegenwoordigt. Zo blijft het thema van het eerste uur, samenwerking en vriendschap ook in het huidige tijdsgewricht<br />
staande, en eren wij ook in deze eeuw het gedachtengoed van Mauve en de andere anesthesiologen van<br />
het eerste uur.<br />
Patricia Liem<br />
Directeur NVA<br />
4 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
Hervatting antegrade registratie<br />
pijngeneeskunde <strong>voor</strong> zij-instromers<br />
Sinds 2010 kunnen anesthesiologen gecertificeerd<br />
worden in het aandachtsgebied pijngeneeskunde<br />
op basis van de criteria uit de Notitie Registratie<br />
Anesthesiologen met aandachtsgebied pijngeneeskunde.<br />
Begin 2011 besloot het bestuur de Notitie tijdelijk terug<br />
te trekken en de antegrade registratie <strong>voor</strong> zij-instromers<br />
op te schorten om de criteria nader uit te werken.<br />
Inmiddels is het addendum “Eisen <strong>voor</strong> zij-instromers”<br />
gereed en is de registratie <strong>voor</strong> deze groep per 1 maart<br />
hervat. Zij-instroom is mogelijk <strong>voor</strong> de zogenaamde<br />
“spijtoptanten”, anesthesiologen die in hun opleiding<br />
geen verdiepingsstage pijngeneeskunde hebben doorlopen,<br />
maar zich later alsnog verdiepen in dit aandachtsgebied<br />
en in aanmerking willen komen <strong>voor</strong> inschrijving<br />
3e Refresher Course<br />
Obstetrische Anesthesie<br />
Woensdag 18 april 2012<br />
In de Driehoek, Utrecht<br />
9.00 -17.30 uur<br />
Kijk <strong>voor</strong> het programma en inschrijving op de website<br />
www.anesthesiologie.nl<br />
(aandachtsgebieden, obstetrische anesthesie)<br />
in het register van erkende pijnspecialisten. Tevens is<br />
zij-instroom bedoeld <strong>voor</strong> buitenlandse anesthesiologen<br />
met belangstelling <strong>voor</strong> pijngeneeskunde.<br />
De eisen <strong>voor</strong> zij-instromers zijn niet wezenlijk veranderd.<br />
Uitgangspunt blijft dat zij-instroom mogelijk is<br />
<strong>voor</strong> hen die aantoonbaar een vergelijkbaar curriculum<br />
hebben doorlopen als een opleiding met verdiepingsstage<br />
pijngeneeskunde. De eisen zijn nader gespecificeerd,<br />
evenals de wijze waarop men opleiding en competenties<br />
dient aan te tonen. De eisen kunt u vinden op de website<br />
onder “aandachtgebieden”. Ook kunt u daar een aanvraagformulier<br />
downloaden.<br />
Voor alle vragen omtrent de pij<strong>nr</strong>egistratie kunt u contact<br />
opnemen met Marloes van Grotel of Marjolein Swinkels.<br />
<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong><br />
Belgian Association of Regional Anesthesia<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
5
Op 18 januari jongstleden overleed ons erelid Maarten<br />
Mauve op 99-jarige leeftijd. Hij was in 1948 een<br />
van de oprichters en de eerste <strong>voor</strong>zitter van de <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong>, destijds nog<br />
Nederlandsche Anaesthesisten Vereeniging geheten.<br />
Maarten Mauve werd op 18 mei 1912 geboren in Scheveningen,<br />
waar hij de lagere school en Hogere Burgerschool<br />
doorliep. Al tijdens zijn HBS-tijd verdiende hij<br />
bij met het lesgeven aan medescholieren om zo in zijn<br />
eigen onderhoud te kunnen <strong>voor</strong>zien; zijn ouders hadden<br />
onvoldoende geld om hem door te laten leren. Gedurende<br />
zijn studie geneeskunde in Leiden, die in 1930<br />
aanving, zette hij zijn bijverdiensten <strong>voor</strong>t met een<br />
student-assistentschap in het histologisch laboratorium<br />
van prof. Van der Hoeven. Handige bijkomstigheid<br />
was dat Mauve daar over de examenvragen van Van<br />
der Hoeven kon beschikken en daardoor een gewild<br />
repetitor was <strong>voor</strong> zijn medestudenten. Dit studentassistentschap<br />
bracht hem ook in contact met de anesthesie.<br />
In die tijd werden assistenten van divers pluimage<br />
ingezet om in de operatiekamer narcose toe te<br />
dienen, zo ook Maarten Mauve. Zo diende hij in 1936<br />
zonder enige vorm van opleiding zijn eerste narcose<br />
toe. Gedurende zijn studie bleef hij regelmatig narcose<br />
6 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
In memoriam<br />
professor Maarten Mauve<br />
(1912 – 2012)<br />
toedienen. Deze ervaring kwam goed van pas toen hij<br />
zich in 1939 als huisarts vrij vestigde in Heemstede.<br />
Het toedienen van narcose onder andere bij de chirurg<br />
Wamsteker in Haarlem was <strong>voor</strong> de huisarts met nog<br />
weinig patiënten een welkome bijverdienste. Steeds<br />
meer van zijn tijd stak hij in het narcotiseren. Hij kreeg<br />
daar<strong>voor</strong> door mevrouw Wamsteker per giro 10% van<br />
het honorarium van de chirurg overgemaakt.<br />
Gedurende de Tweede Wereldoorlog ontstond het idee<br />
om helemaal met het toedienen van narcose in eigen onderhoud<br />
te <strong>voor</strong>zien. Toen Amsterdams hoogleraar chirurgie<br />
Boerema in 1946 mevrouw Vermeulen-Cranch<br />
vroeg een anesthesistenopleiding op te zetten, was het<br />
besluit snel genomen. Mauve begon op 2 januari 1947<br />
als eerste leerling. De praktijk in Heemstede werd verkocht<br />
en van de opbrengst kon Mauve zijn assistententijd<br />
financieren, aangezien er nog geen toereikend salaris<br />
<strong>voor</strong> assistenten anesthesie was; net zoals er nog<br />
geen echt tarief <strong>voor</strong> de toediening van narcose bestond.<br />
Deze financiële hindernissen <strong>voor</strong> een echt specialisme<br />
leidden tot de oprichting van de Nederlandsche Anaesthesisten<br />
Vereeniging. Nog tijdens zijn opleiding begon<br />
Mauve met zijn collega’s Boeré, Van ’t Oever en Hobbel<br />
met de <strong>voor</strong>bereiding daarvan. Op 24 januari 1948<br />
was de NAV een feit, tegelijk met de erkenning van het<br />
nieuwe specialisme Anesthesie door de Specialisten Registratie<br />
Commissie. Mauve werd de eerste <strong>voor</strong>zitter<br />
van de vereniging.<br />
Hoewel Mauve in eerste instantie <strong>voor</strong> militaire dienst<br />
was afgekeurd wegens een sporthart, werd hij medio<br />
1948 alsnog <strong>voor</strong> tweeënhalf jaar opgeroepen om in<br />
Indonesië ingezet te worden; zijn nog korte <strong>voor</strong>zitterschap<br />
moest hij neerleggen. Hij diende in Surabaja in<br />
het Marinehospitaal samen met zijn goede vriend chirurg<br />
Wynand van Enst, ‘oom Wynand’ <strong>voor</strong> zijn kinderen.<br />
Ook na hun terugkeer bleven de twee bij elkaar en<br />
vestigden zich in het Burgerziekenhuis in Amsterdam.<br />
Toen Van Enst in 1964 tot hoogleraar werd benoemd in<br />
het Binnengasthuis volgde Mauve hem ook daarnaartoe.<br />
Hier kreeg ook Mauve opleidingsbevoegdheid en<br />
werd hij in 1969 aan de Universiteit van Amsterdam<br />
tot lector benoemd. Na het vroegtijdig overlijden van<br />
Wynand van Enst in 1971 vertrok Mauve naar Utrecht<br />
om daar eerst als lector en vanaf 1980 als hoogleraar<br />
werkzaam te zijn. In 1978 startte hij daar nog een kliniek<br />
<strong>voor</strong> patiënten met chronische pijn. In 1982 ging<br />
hij met emeritaat.<br />
De verdiensten van Maarten Mauve <strong>voor</strong> de <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> zijn geenszins<br />
beperkt gebleven tot zijn eerste, korte <strong>voor</strong>zitterschap.<br />
Van 1952-1957 was hij weer <strong>voor</strong>zitter en daarmee<br />
de enige <strong>voor</strong>zitter met twee gescheiden termijnen. In<br />
deze periode was hij een van de grondleggers van de<br />
World Federation of Societies of Anaesthesiologists in<br />
1955 ten tijde van het eerste wereldcongres in Scheveningen.<br />
Zijn inbreng is nog tastbaar, omdat de eerste<br />
statuten van de WFSA Mauve’s Burgerziekenhuis vermelden<br />
als plaats van vestiging. Van 1961-1972 was<br />
hij secretaris van het Concilium Anaesthesiologicum.<br />
Al deze verenigingsactiviteiten stonden in het teken<br />
van een van de oorspronkelijke doelen van de vereniging:<br />
‘het aanmoedigen van samenwerking en vriendschap<br />
tussen anaesthesisten’. Een dankbare vereniging<br />
benoemde hem in 1973 tot erelid.<br />
Deze carrière overziend, heeft Mauve zich met meerdere<br />
organisatorische aspecten van ons metier beziggehouden:<br />
opleiding, eigenlijk de rode draad vanaf<br />
zijn bijlessen aan medescholieren op de HBS, belangenbehartiging,<br />
(internationale) samenwerking en<br />
vriendschap. Logischerwijs had hij een belangrijke redactionele<br />
inbreng in het gedenkboek Van aether naar<br />
beter bij het veertigjarig bestaan van de <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> in 1988, waar<strong>voor</strong> hij<br />
meerdere bijdragen schreef. Zijn laatste werk was een<br />
speciale uitgave van het Nederlands Tijdschrift <strong>voor</strong><br />
<strong>Anesthesiologie</strong> ter gelegenheid van het tiende wereldcongres<br />
in 1992 in Den Haag, geheel gewijd aan de<br />
wording van de WFSA.<br />
Maarten Mauve, een docent pur sang en verenigingsman<br />
bij uitstek, is niet meer. Wij gedenken hem in<br />
dankbaarheid en respect; onze gedachten gaan uit naar<br />
zijn nabestaanden.<br />
Hans Pöll, met dank aan Jaap J. de Lange en Karen<br />
Mauve<br />
Bronnen<br />
Van aether naar beter. Utrecht: Bunge, 1988.<br />
Keeman JN, Mauve M. ‘In memoriam Prof. van Enst’. Nederlands<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> Geneeskunde 115 (1971) 439-40.<br />
Mauve M. ‘Episodes from the History of the Establishment of the<br />
World Federation of Societies of Anaesthesiologists’. Nederlands<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> 5 (1992) supplement 1.<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
7
Hans Knape: nieuw lid van het NVA-bestuur<br />
‘Nieuwe ontwikkelingen eisen<br />
professionele opzet van de vereniging’<br />
Hans Knape, bestuurslid NVA<br />
Na mijn opleiding tot anesthesioloog onder leiding<br />
van prof. D.M.E. Vermeulen - Cranch,<br />
FFARCS in het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam<br />
heb ik experimenteel promotieonderzoek verricht<br />
naar de interactie tussen de sympathicus en het<br />
renine angiotensine-systeem. Ik heb als anesthesioloog<br />
gepraktiseerd in verschillende ziekenhuizen waaronder<br />
het Prinsengrachtziekenhuis, het Lucas Ziekenhuis in<br />
Amsterdam en het Ziekenhuis Berg en Bosch te Bilthoven.<br />
Na enkele jaren met plezier in het<br />
St. Radboudziekenhuis in Nijmegen<br />
te hebben gewerkt, ben ik sinds 1992<br />
werkzaam als hoogleraar/opleider in<br />
het UMC te Utrecht. Ik ben thans 61<br />
jaar.<br />
In het verleden heb ik de vereniging al<br />
in een aantal posities mogen dienen,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld als lid van de CKAP in<br />
de eerste jaren van deze kwaliteitscommissie, als lid<br />
van het Concilium, als een van de vier auteurs van de<br />
nieuwe opleidingseisen en als secretaris van het toenmalige<br />
Convent van Opleiders. Het Convent van Opleiders<br />
was oorspronkelijk een instelling die buiten de<br />
NVA functioneerde. Op zich was dat niet onbegrijpelijk,<br />
omdat de belangen van de hoogleraren/opleiders<br />
niet noodzakelijkerwijs parallel liepen met die van de<br />
vereniging. In de loop van de jaren is echter de betrokkenheid<br />
van de hoogleraren en opleiders bij de vereniging<br />
gegroeid en nu zijn de hoogleraren feitelijk onlosmakelijk<br />
met de NVA verbonden.<br />
De instelling van de Raad van Hoogleraren als adviesorgaan<br />
van het NVA-bestuur is dan ook een ontwikkeling<br />
die de vereniging verder moet versterken. Ik zeg<br />
8 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
In november 2011 heeft de lede<strong>nr</strong>aad van de NVA het <strong>voor</strong>stel van<br />
de sollicitatiecommissie overgenomen om mij te benoemen tot lid<br />
van het verenigingsbestuur, waarna de lede<strong>nr</strong>aad de benoeming<br />
heeft bekrachtigd. Ik voel mij zeer vereerd door de <strong>voor</strong>dracht en de<br />
daarop gevolgde benoeming. Graag licht ik toe wat mij uitdaagt in<br />
deze nieuwe positie.<br />
‘In het buitenland<br />
zijn de wetenschappelijke en<br />
de beroepsverenigingen van<br />
anesthesiologen<br />
veelal separate instanties<br />
waarbij wrijvingen over<br />
en weer vaak de relatie<br />
kenmerken.’<br />
nadrukkelijk: ‘verder’, omdat ik van mening ben dat<br />
<strong>voor</strong>al de nieuwe structuur van de NVA een belangrijke<br />
professionaliseringslag betekent. De NVA is allang niet<br />
meer het clubje dat dreef (of niet dreef) op de inzet<br />
van enkele vrijwilligers, zoals ik de vereniging in de jaren<br />
’70 van de vorige eeuw heb leren kennen. Nieuwe<br />
ontwikkelingen eisen een professionele opzet van de<br />
wetenschappelijke vereniging, denk aan: de veranderingen<br />
in de maatschappij, de grotere betrokkenheid<br />
van de omgeving, de roep om transpa-<br />
rantie, de grotere mondigheid van de<br />
patiënten, de financiële belangen van<br />
verzekeraars en minister en de positie<br />
van vrijgevestigde, in dienstverband<br />
werkende en academische anesthesiologen.<br />
In het buitenland zijn de wetenschappelijke<br />
en de beroepsverenigingen<br />
van anesthesiologen veelal separate instanties waarbij<br />
wrijvingen over en weer vaak de relatie kenmerken.<br />
Gelukkig mogen we ons in Nederland verheugen op<br />
een NVA waarin beide belangen hun plaats hebben.<br />
Natuurlijk kunnen beroepsbelangen strijdig lijken met<br />
wetenschappelijke belangen, maar het is goed dat deze<br />
mogelijke verschillen binnen de NVA in dialoogvorm<br />
kunnen worden aangepakt.<br />
Het moge duidelijk zijn dat ik mij, gezien mijn ervaring<br />
als president van de European Board of Anaesthesiology<br />
(UEMS) van 2004 – 2008 en met mijn ervaring<br />
als president van de European Society of Anaesthesiology<br />
van 2008-2009, zal focussen op de belangen<br />
van de gehele anesthesiologie in en buiten de NVA en<br />
zeker niet alleen op de academische anesthesiologie.<br />
Hoewel mijn binding met de Raad van Hoogleraren<br />
praktisch kan zijn binnen deze functie, ga ik mij de komende<br />
jaren <strong>voor</strong>al inzetten <strong>voor</strong> de realisatie van het<br />
strategisch beleidsplan NVA 2012 – 2015 ‘Veiligheid<br />
en betrouwbaarheid’. Dat is <strong>voor</strong> mij de belangrijkste<br />
uitdaging. Natuurlijk komen er in de bestuursvergaderingen<br />
ook allerlei ad hoc zaken aan de orde, maar het<br />
strategisch plan is eigendom van de leden. Zij hebben<br />
Het Nederlands Tijdschrift <strong>voor</strong><br />
<strong>Anesthesiologie</strong><br />
kondigt met<br />
gepaste trots aan<br />
Met veel genoegen nodigen wij auteurs uit die werkzaam<br />
zijn bij een <strong>Nederlandse</strong> afdeling <strong>Anesthesiologie</strong>, tot het<br />
indienen van internationale publicaties die in 2011 tussen<br />
1 januari en 31 december 2011 zijn verschenen. Deze<br />
worden beoordeeld door een onafhankelijk expertcomité<br />
bestaande uit de Ker<strong>nr</strong>edacteuren NTvA en het<br />
Stichtingsbestuur NTvA.<br />
De drie meest oorspronkelijke publicaties worden beloond<br />
met geldprijzen bestaande uit:<br />
1e award € 3.000,-<br />
2e award € 2.000,-<br />
3e award € 1.000,-<br />
er richting aan gegeven. De realisatie van het plan is<br />
daarom de belangrijkste verantwoordelijkheid van het<br />
NVA-bestuur, al vertrouw ik vanzelfsprekend ook op<br />
grote inzet van de kant van de leden.<br />
Het strategisch plan is de enige mogelijkheid om <strong>Anesthesiologie</strong><br />
in al haar facetten de komende jaren beter<br />
op de kaart te zetten. Ik kijk ernaar uit mij daar<strong>voor</strong> in<br />
te zetten!<br />
De namen van de winnende<br />
auteurs worden gepubliceerd in<br />
het NTvA met een explicatie van<br />
de hoofdredacteur, waarbij de<br />
winnende Award-auteur zich met<br />
het indienen van een publicatie<br />
verplicht tot een beschrijving van<br />
de inbedding van de publicatie<br />
en het onderzoek in een brede<br />
context.<br />
De uitreiking van de NTvA –<br />
Prof. Dr. Ritsema van Eck Awards<br />
vindt plaats tijdens de NVA-dagen<br />
2012 met een feestelijk tintje.<br />
Dien daarom zo spoedig mogelijk uw publicatie in<br />
Dit initiatief wordt mede mogelijk gemaakt door<br />
Graag <strong>voor</strong> 16 april 2012 (artikelen met postdatum na 16.04.2012 kunnen niet in aanmerking komen <strong>voor</strong> de<br />
Awards) naar de redactie van het NTvA – ntva@mumc.nl - onder vermelding<br />
NTvA – Prof. Dr. Ritsema van Eck Award 2012<br />
Award <strong>voor</strong>waarden zijn van toepassing; op te vragen bij de redactie van het NTvA via een e.mail: ntva@mumc.nl<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
9
Juridisch<br />
Risico van het vak...<br />
Eva Koetsier & Ludmilla Garmers, Juridische Commissie<br />
In de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle van 19 januari jongstleden 1<br />
wordt een anesthesioloog aangeklaagd nadat een patiënt een allergische reactie op<br />
diclofenac ontwikkelde. De zaak betreft een gezonde patiënt die na een ongecompliceerde<br />
kaakchirurgische ingreep naar de recovery wordt gebracht. Hier krijgt de<br />
patiënt in opdracht van de anesthesioloog diclofenac iv toegediend.<br />
Na de toediening wordt de patiënt tachycard en hypotensief,<br />
waarna de anesthesioloog tegen de leerlingverkoeververpleegkundige<br />
zegt: ‘geef maar 5 efedrine’.<br />
Deze geeft 5 ml, dus 25 mg. De anesthesioloog<br />
vermeldt op het postoperatieve verslag de gebeurtenis,<br />
de toegediende medicatie en de ondernomen acties.<br />
In de onderhavige zaak wordt de anesthesioloog onder<br />
andere verweten teveel diclofenac en teveel efedrine te<br />
hebben toegediend, c.q. te hebben laten toedienen. Alle<br />
klachten worden in deze zaak afgewezen: een ogenschijnlijk<br />
onbelangrijke uitspraak. Toch heeft deze uitspraak<br />
een drietal aspecten die onze dagelijkse praktijk<br />
raken. Ten eerste de documentatie: een drukke dag, een<br />
hoge turnover van patiënten, een ongecompliceerde<br />
ingreep, een kortdurende reactie op medicatie die met<br />
een beetje efedrine weer verholpen wordt. Hoe vaak<br />
documenteren wij dit secuur in de status? De verslaglegging<br />
heeft in casu <strong>voor</strong> veel verheldering gezorgd.<br />
Ten tweede de ‘Human Factor’: ‘geef 5’ leidt hier tot<br />
een dosis van 25 mg (5 ml) efedrine terwijl er 5 mg (1<br />
ml) bedoeld was. Het college gaat ervan uit dat de verpleegkundige<br />
had kunnen weten dat er 5 mg bedoeld<br />
Ludmilla Garmers,<br />
Jurist /anesthesioloog<br />
Eva Koetsier<br />
Jurist/anesthesioloog<br />
10 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
werd, maar geeft wel aan dat er ruimte is <strong>voor</strong> verbetering<br />
in de communicatie.<br />
Veel medische missers zijn een gevolg van miscommunicatie,<br />
aannames en misinterpretaties, veelal ten<br />
gevolge van grote stress, hoge werkdruk of vermoeidheid.<br />
Vaak gaan we ervan uit dat de ander onze opdracht<br />
begrepen heeft.<br />
Ten derde de communicatie met de patiënt: er wordt<br />
de anesthesioloog verweten dat hij niet de echtgenote<br />
van de patiënt heeft gebeld, onvoldoende uitleg heeft<br />
gegeven en geen excuses heeft aangeboden. Juist op<br />
de verkoever, net <strong>voor</strong>dat wij als anesthesiologen de<br />
patiënt uit het oog verliezen, is het zaak de communicatie<br />
en de verslaglegging secuur te doen. Hierna zijn<br />
we uit beeld en weten in de regel niet meer wat er met<br />
de patiënt gebeurt. Complicaties en klachten komen<br />
ons alleen ter ore door VIM-meldingen of betrokken<br />
chirurgen. Duidelijke documentatie, maar ook heldere<br />
communicatie naar snijdende specialisten en afdeling,<br />
kunnen ertoe bijdragen dat we controle houden en dit<br />
soort klachten misschien kunnen <strong>voor</strong>komen.<br />
1 Regionaal Tuchtcollege Zwolle, 19 jan 2012, 110/2010<br />
NVA presenteert kwaliteitsinstrument<br />
opleidingen<br />
Ronald Hortensius, beleidsmedewerker opleidingen<br />
Op 17 januari vond op initiatief van het ‘Opleidingsetalageproject’ het congres<br />
Kwaliteit en Mobiliteit in de Medisch Specialistische Vervolgopleiding plaats. Het<br />
congres werd door zo’n 180 deelnemers (opleiders, aios, leerhuismedewerkers, bestuurders<br />
en vele anderen) bezocht.<br />
In het Etalageproject dat het congres initieerde, zelf<br />
een initiatief van de Raad Opleiding van de Orde<br />
van Medisch Specialisten (OMS), participeren zowel<br />
17 wetenschappelijke verenigingen als de NVZ,<br />
NFU. Tijdens het congres is er op diverse manieren<br />
aandacht besteed aan de thema’s van het Etalageproject,<br />
namelijk kwaliteit van opleiden, keuze en mobiliteit<br />
van aios en enige competitie tussen opleidingsafdelingen.<br />
Workshops NVA<br />
De NVA had een groot aandeel in de organisatie van<br />
de workshops die werden gegeven tijdens het congres.<br />
Prof. dr. Robert Jan Stolker gaf een workshop over hoe<br />
een aios gestructureerd keuzes kan maken bij het samenstellen<br />
van zijn of haar opleidingsprogramma, inclusief<br />
de differentiatiestage. Prof. dr. Gert Jan Scheffer<br />
ging tijdens zijn workshop in discussie met de <strong>voor</strong>zitter<br />
van het Etalageproject. Daarbij kwam een aantal<br />
argumenten ter sprake die ook tijdens de pro-condiscussie<br />
op de anesthesiologendagen 2011 genoemd werden.<br />
Prof.dr. Hans Knape en Ronald Hortensius presenteerden<br />
als start <strong>voor</strong> continue kwaliteitsverbetering<br />
een model waarmee opleidingskwaliteit transparant en<br />
meetbaar gemaakt kan worden.<br />
Instrument opleidingskwaliteit<br />
Het model dat tijdens het congres is gepresenteerd,<br />
wordt op dit moment door het Concilium ontwikkeld in<br />
lijn met het strategisch beleidsplan van de NVA. Het betreft<br />
een kwaliteitsscorekaart waarmee, met behulp van<br />
een aantal indicatoren, een beeld verkregen kan worden<br />
van de kwaliteit van opleiding(en) anesthesiologie. Deze<br />
weken worden alle 36 opleiders anesthesiologie en 11<br />
aios uit de CASA herhaaldelijk geconsulteerd (Delphi<br />
methodiek) over de relevantie van bepaalde indicatoren<br />
<strong>voor</strong> het beoordelen en evalueren van opleidingskwaliteit.<br />
Deze consultatierondes zullen leiden tot een indicatorenset<br />
waarmee de opleiding zal worden geëvalueerd.<br />
Zodra het project zich in een meer gevorderd stadium<br />
bevindt, wordt u hierover uitgebreider geïnformeerd.<br />
De Delphi methodiek is een onderzoeksmethode<br />
waarbij de meningen van een groot aantal<br />
experts wordt gevraagd ten aanzien van een<br />
onderwerp waar geen consensus over bestaat.<br />
Door de antwoorden van de andere experts<br />
(anoniem) terug te koppelen wordt in een aantal<br />
rondes geprobeerd tot consensus te komen.<br />
Kijk <strong>voor</strong> meer informatie<br />
over dit onderwerp op:<br />
www.opleidingsetalage.nl<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
11
Wetenschap<br />
EEN UITDAGING<br />
Jilles Bijker, UMC Utrecht, Gelderse Vallei Ede<br />
De magie van statistiek en licht narcisme<br />
Het imago van de wetenschap kan dus wel een steuntje<br />
in de rug gebruiken. Eerlijk is eerlijk, ook ik begreep<br />
tijdens mijn studie geen snars van statistiek en<br />
ik haak nog steeds regelmatig af als iemand zonder<br />
enige inleiding de technische diepte van zijn of haar<br />
onderzoek induikt. Toch heb ik inmiddels mijn hart<br />
aan de wetenschap verloren. Tijdens mijn promotie,<br />
mede geholpen door een opleiding in de klinische<br />
epidemiologie, ontrafelden zich geleidelijk de magie<br />
van statistiek (there are three kinds of lies: lies,<br />
damned lies and statistics), de overwegingen in het<br />
opzetten en uitvoeren van onderzoek en de geheimen<br />
van de wetenschappelijke<br />
‘Spelletjes zijn alleen<br />
maar leuk als de<br />
regels duidelijk zijn en<br />
iedereen zich eraan<br />
houdt.’<br />
taal die gebezigd werd. Toen<br />
mijn eerste artikel werd gepubliceerd,<br />
kon ik een licht<br />
gevoel van narcisme niet ontkennen,<br />
ook al had ik gedacht<br />
daar wel immuun <strong>voor</strong> te zijn.<br />
Overigens, elke wetenschapper die wel beweert immuun<br />
te zijn <strong>voor</strong> narcisme spreekt naar mijn idee<br />
niet de waarheid. Inmiddels ben ik wetenschap dan<br />
ook als een leuk, spannend en uitdagend spel gaan<br />
zien. Niet dat ik daarmee het belang van wetenschappelijk<br />
onderzoek en de integere beoefening daarvan<br />
wil bagatelliseren. Integendeel! Spelletjes zijn alleen<br />
maar leuk als de regels duidelijk zijn en iedereen zich<br />
eraan houdt.<br />
12 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
Helaas heeft de wetenschap nog wel eens last van een slecht imago.<br />
Als <strong>voor</strong>beeld liggen dan direct de recente fraudegevallen <strong>voor</strong> de<br />
hand, maar die bedoel ik nog niet eens. Nee, ook onder collega’s<br />
doet het beoefenen van het aandachtsgebied wetenschap regelmatig<br />
een wenkbrauw optrekken. Naar mijn idee is dat omdat wetenschappers<br />
te vaak in onbegrijpelijke taal over ondoorgrondelijke<br />
onderwerpen praten. Daarbij komt dat onderzoekers nog wel eens<br />
dankbaar misbruik maken van dit jargon bij het beslechten van wetenschappelijke<br />
discussies, onder het motto: ‘if you can’t convince<br />
them, confuse them ’.<br />
Regels en vragen<br />
Helaas zijn er inmiddels zoveel regels opgesteld rond<br />
alle verschillende aspecten van onderzoek, dat dit de<br />
motivatie om aan wetenschap te beginnen ook niet<br />
echt ten goede komt. Steeds meer en steeds strengere<br />
eisen worden er aan onderzoek gesteld, die ook almaar<br />
intensiever gecontroleerd worden. Waarom is<br />
wetenschap dan tóch leuk? Dat is omdat, uiteindelijk,<br />
indien goed beschouwd, wetenschap helemaal niet<br />
ingewikkeld is. Zo begint onderzoek altijd met een<br />
vraag, liefst een simpele, die vervolgens via een studieontwerp<br />
en de uitvoering daarvan tot een antwoord<br />
kan leiden. Dit klinkt als een open deur en zelfs een<br />
beetje wijsneuzerig, maar toch gaat het hier al vaak<br />
fout. Niet zelden wordt de volgorde omgedraaid en<br />
probeert men een studie te ontwerpen die een op<br />
<strong>voor</strong>hand getrokken conclusie moet gaan ‘bewijzen’.<br />
Deze eyeopener werd geleverd door John Hartung,<br />
die hierover een hilarische en <strong>voor</strong> veel onderzoekers<br />
confronterende lezing hield, o.a. als gastspreker in<br />
Utrecht in 2005.<br />
Speelveld<br />
Naast de toename aan regels en controle is ook het<br />
speelveld van de wetenschap aan het veranderen.<br />
Voorheen werd dit <strong>voor</strong>namelijk bespeeld door de<br />
academische ziekenhuizen, maar de grote subsidieverstrekkende<br />
instanties gaan steeds meer verlangen<br />
dat onderzoeken worden uitgevoerd in grotere samen-<br />
werkingsverbanden (zie hierover ook de column van<br />
Christa Boer in ‘De Anesthesioloog’ <strong>nr</strong>. 2, 2011). Het<br />
is in dat licht dan ook goed om nog eens het belang<br />
van een onderzoeksconsortium onder de aandacht te<br />
brengen, zoals ook besproken op de sessie van de<br />
Commissie Wetenschap tijdens de laatste Anesthesiologendagen.<br />
Onderzoek in perifere ziekenhuizen<br />
De perifere ziekenhuizen zullen door samenwerkingsverbanden<br />
dus een steeds grotere rol gaan spelen in<br />
het doen van onderzoek. Dat is ook mijn motivatie geweest<br />
om na mijn opleiding en promotie te gaan werken<br />
in een perifeer opleidingsziekenhuis. Met een nul-<br />
dr. Bas Gerritse ontving op 14 december jl. de<br />
Catharina Pijls Proefschriftprijs 2011 <strong>voor</strong> zijn<br />
proefschrift getiteld Prehospital medical care<br />
in children by a Helicopter Emergency Medical<br />
Service, from incident to outcome (radboud<br />
Universiteit Nijmegen).<br />
deze prijs wordt eenmaal per twee jaar toegekend<br />
aan een of meerdere onderzoekers<br />
aanstelling in het UMC Utrecht en een op wetenschap<br />
en opleiding gerichte taak in het Ziekenhuis Gelderse<br />
Vallei te Ede hoop ik een brug te kunnen slaan tussen<br />
de academie en de periferie. Ik zie het als een enorme<br />
uitdaging om te laten zien dat perifere ziekenhuizen<br />
uitstekende partners zijn in academisch onderzoek.<br />
Maar de uitdaging om te laten zien dat perifere ziekenhuizen<br />
ook prima zelf onderzoek kunnen initiëren en<br />
uitvoeren, is nog groter. De laatste ontwikkelingen leveren<br />
een heel nieuw en spannend speelveld op waarin<br />
de lijnen opnieuw getrokken worden. Ik sta in ieder<br />
geval te popelen om het veld te betreden en mee te spelen,<br />
maar dan wel op de bal en niet op de man, het moet<br />
per slot van rekening wel leuk blijven.<br />
Catharina Pijls Proefschriftprijs <strong>voor</strong> Bas Gerritse<br />
in Nederland op het brede terrein van de<br />
Gezondheidswetenschappen. de onderzoeker<br />
dient door een recent excellent proefschrift<br />
en door overige publicaties er blijk van hebben<br />
gegeven een substantiële bijdrage te leveren<br />
aan de ontwikkeling van het vakgebied. Bas<br />
Gerritse is de eerste anesthesioloog die deze<br />
prijs in ontvangst heeft mogen nemen.<br />
Bas Gerritse (links) en professor Scherpbier<br />
(rechts), decaan van de Universiteit Maastricht.<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
13
Kwaliteit<br />
in praktijk<br />
foto Shutterstock<br />
WAT SPEELT ER?<br />
Verantwoorde inkoop, ingebruikname, gebruik en afstoting<br />
van medische apparatuur zijn onderdeel van het<br />
veiligheids- en kwaliteitssysteem (VMS) in de <strong>Nederlandse</strong><br />
ziekenhuizen. Conform het kwaliteitskader van<br />
medisch specialisten (2010) is de medisch specialist primair<br />
verantwoordelijk <strong>voor</strong> de zorg die wordt geleverd.<br />
Dit impliceert ook dat de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> de<br />
hierbij gebruikte apparatuur bij de specialist zelf ligt.<br />
Deze verantwoordelijkheid behoeft nadere uitwerking.<br />
WAT DOEN WE ERAAN?<br />
De concept leidraad Medische Apparatuur (2.0), die<br />
door de Orde van Medisch Specialisten wordt ontwikkeld,<br />
beschrijft verantwoordelijkheden die lokaal geïmplementeerd<br />
dienen te worden: van een beheersysteem<br />
van inkoop, gebruikers- en competentiebeheer tot en<br />
met afschaffing. Het is volgens deze leidraad van belang<br />
om te weten dat de mensen die met medische apparatuur<br />
werken ook werkelijk in staat zijn om er op de juiste<br />
wijze mee om te gaan. De Commissie Kwaliteit zal een<br />
aantal van deze zaken concreet uitwerken door onder<br />
andere een format te ontwikkelen <strong>voor</strong> een portfolio<br />
waarin elke anesthesioloog zijn apparatuurvaardigheden<br />
vast kan leggen.<br />
WAT GAAT U ERVAN MERKEN?<br />
De Commissie Kwaliteit zal NVA-leden vragen hoe in<br />
een portfolio effectief weergegeven kan worden met<br />
welke apparatuur iemand verantwoord kan omgaan.<br />
Met een goed ontwikkeld portfolio kan worden aangetoond<br />
dat de competenties aanwezig zijn om bepaalde<br />
apparatuur veilig te bedienen. Daarnaast zullen er hel-<br />
De Commissie Kwaliteit van de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> is de beleidscommissie<br />
die zich richt op de samenhang in kwaliteitsbeleid<br />
binnen de vereniging. Onderstaand artikel is<br />
onderdeel van een reeks die periodiek in de anesthesioloog<br />
verschijnt en inzicht geeft in de activiteiten<br />
van deze commissie en de betekenis ervan<br />
<strong>voor</strong> de anesthesiologische praktijkvoering.<br />
door Hans van Breugel, namens Commissie Kwaliteit<br />
VERANTWOORD GEBRUIK VAN APPARATUUR<br />
14 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
dere <strong>voor</strong>beeldprocedures ontwikkeld worden <strong>voor</strong> het<br />
melden van ongeregelmatigheden in apparatuur en zal<br />
de rol worden beschreven die de verschillende betrokkenen<br />
hebben in het beheer van apparatuur. De commissie<br />
wil op deze wijze een instrument aa<strong>nr</strong>eiken waarmee de<br />
competenties van gebruikers gewaarborgd zijn. Het gaat<br />
dus om een vertaalslag van de bestaande leidraden naar<br />
de lokale werksituatie. Het portfolio, de <strong>voor</strong>beeldprocedures<br />
en rolomschrijvingen zullen ook van pas komen<br />
bij kwaliteitsvisitaties, aangezien daarbij de stand van<br />
zaken in de toekomst op dit niveau zal worden getoetst.<br />
WAAR GAAT HET TOE LEIDEN?<br />
De Commissie Kwaliteit wil door middel van bovenstaande<br />
instrumenten leden graag ondersteunen bij het<br />
implementeren van lokale procedures, zoals:<br />
•Een zinvolle beschrijving van beschikbare apparatuur<br />
•Het benoemen van noodzaak en intensiteit van scholing<br />
•Een vastgestelde procedure <strong>voor</strong> het inwerken van<br />
nieuwe gebruikers<br />
•Beschikbaarheid van een bijscholingscyclus bij vevanging<br />
of incidenteel gebruik<br />
•Het vastleggen van vaardigheden per gebruiker m.b.t.<br />
apparatuur (portfolio)<br />
•Het vastleggen van procedures bij storingen en<br />
vevanging<br />
•Het in staat zijn om verantwoording af te leggen over<br />
bovenstaande zaken (audits/visitaties)<br />
Momenteel zijn twee NVZ gidsen beschikbaar <strong>voor</strong> het vormgeven van<br />
processen rond apparatuur, te weten “Kwaliteitsborging medische systemen.<br />
Een praktische gids (2004)” en “Praktijkgids risicomanagement en medische<br />
technologie (2008)”. In november 2011 is daar het convenant tussen NFU en<br />
NVA (“Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis”) aan<br />
toegevoegd.<br />
Schaderapport <strong>Anesthesiologie</strong><br />
Wat valt er te leren van incidenten?<br />
Frans ten Have, anesthesioloog, UMC Sint Radboud Nijmegen<br />
De uitkomst verbeteren en/of de kans op onbedoelde schade verminderen. Dat is<br />
het doel van kwaliteitsverbetering van ons anesthesiologisch handelen. Een manier<br />
om kwaliteit te verbeteren is de gevallen te bekijken waarin patiënten daadwerkelijk<br />
schade hebben ondervonden. Dit kan door het bestuderen van civielrechtelijke<br />
en strafrechtelijke jurisprudentie en door het analyseren van ingediende schadeclaims.<br />
Beide geven echter slechts in zeer beperkte mate inzicht in het optreden van<br />
incidenten.<br />
Het is immers bekend dat het merendeel van<br />
de incidenten niet leidt tot rechtsgang en/of<br />
schadeclaims, de incidenten die daar wel toe<br />
leiden geven daarom geen volledig beeld van de feitelijke<br />
hoeveelheid incidenten. Wel kan analyse van<br />
schadeclaims inzicht geven in het optreden van ongewenste<br />
behandelresultaten en ons bewust maken van<br />
de mogelijke gevolgen van ons handelen.<br />
Amerikaanse database<br />
In Nederland is het ongebruikelijk om op structurele<br />
basis schadeclaims te analyseren. Er zijn in ons land<br />
slechts twee publicaties verschenen over de anesthesioloog<br />
in de medische tuchtrechtspraak 1,2 . In het buitenland<br />
is dit anders. Met name in Amerika is er een<br />
uitgebreide database, waarbij ook conclusies worden<br />
getrokken uit zogenaamde closed claims, afgesloten<br />
schadeclaims. Deze claims hebben min of meer dezelfde<br />
status als jurisprudentie: de uitspraken vormen<br />
een basis <strong>voor</strong> soortgelijke zaken 3.4 . De American Association<br />
of Anesthesiologists heeft <strong>voor</strong> de closed<br />
claims een organisatie (ASA Closed Claims Project)<br />
en een website (www.ASAClosedClaims.org) opgezet<br />
5 , alsmede verschillende registratie-banken, zoals<br />
de Pediatric Perioperative Cardiac Arrest Registry en<br />
de Postoperative Visual Loss Registry.<br />
MediRisk<br />
In ons land zijn alleen gegevens <strong>voor</strong>handen van<br />
verzekeraar MediRisk. 6 Eind jaren tachtig werden<br />
zorginstellingen geconfronteerd met explosieve premiestijgingen.<br />
Omdat het risico van medische aansprakelijkheid<br />
verzekerbaar en betaalbaar moest blijven, is<br />
op initiatief van enkele ziekenhuizen en de VvAA in<br />
1993 het medische aansprakelijkheidsrisico ondergebracht<br />
in een onderlinge waarborgmaatschappij: MediRisk.<br />
Het doel: op uniforme wijze schadegevallen<br />
afhandelen, de risico’s spreiden en expertise in kunnen<br />
zetten. Secundair kwam uit de oprichting van Medirisk<br />
een schadepreventiebeleid <strong>voor</strong>t, omdat de premie die<br />
de ziekenhuizen moeten betalen direct afhankelijk is<br />
van de schadeclaims. MediRisk heeft het karakter van<br />
een vereniging en is derhalve non-profit, waarmee het<br />
zich onderscheidt van reguliere verzekeraars. Samen<br />
met de verzekerde ziekenhuizen onderneemt Medi-<br />
Risk preventie-gerelateerde acties om de zorg veiliger<br />
te maken. Circa 65% van de algemene ziekenhuizen<br />
en daarmee 42% van alle anesthesiologen is verzekerd<br />
via MediRisk. Academische ziekenhuizen zijn niet<br />
verzekerd bij MediRisk. Jaarlijks worden gemiddeld<br />
1145 claims ingediend. In de periode 2006-2010 is per<br />
verzekerde anesthesioloog (1 fte) gemiddeld 0,4 claim<br />
ingediend.<br />
Soorten klachtenprocedures<br />
Een patiënt die ontevreden is over de ondergane behandeling<br />
kan op verschillende manieren zijn of haar<br />
beklag doen, namelijk:<br />
• Een klacht indienen over de behandeling, de behandelaar<br />
of de zorginstelling. Elke zorginstelling<br />
is verplicht hier<strong>voor</strong> een procedure te hebben en<br />
doorgaans is hier<strong>voor</strong> een klachtenfunctionaris<br />
beschikbaar.<br />
• Een schadeclaim neerleggen bij de zorginstelling<br />
met een eis tot vergoeding van de geleden of<br />
vermeende schade.<br />
• Een aanklacht tegen de behandelaar indienen bij<br />
het regionaal medisch tuchtcollege.<br />
• Een civiele rechtsprocedure aanspannen tegen de<br />
behandelaar of de zorginstelling.<br />
Alle genoemde procedures staan los van elkaar en de<br />
patiënt kan in theorie alle vier procedures tegelijkertijd<br />
in werking stellen. Op de volgende pagina zal verder<br />
ingegaan worden op schadeclaims.<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
15
Een schadeclaim<br />
Met het indienen van een schadeclaim stelt de patiënt<br />
de zorgverlener of de zorginstelling aansprakelijk<br />
<strong>voor</strong> de gevolgen van een onderzoek of behandeling<br />
die ondergaan werd. Een claim komt in eerste instantie<br />
terecht bij het ziekenhuis, dat de claim vervolgens<br />
door leidt naar de verzekeraar. Wat betreft de schadecijfers<br />
anesthesiologie: in de periode waarvan gegevens<br />
<strong>voor</strong>handen zijn, 1993 tot en met 2010, zijn bij<br />
MediRisk 884 claims ingediend. Het eigen risico per<br />
erkende claim bedraagt maximaal € 5000. <strong>Anesthesiologie</strong><br />
behoorde in de periode 2005-2009 tot de vijf<br />
meest risicovolle specialismen, zowel door het grote<br />
aantal claims als door de hoogte van de uitgekeerde<br />
vergoedingen. In de periode 2006-2010 verdween de<br />
anesthesiologie uit die top 5 en waren de vijf meest<br />
risicovolle specialismen gynaecologie/obstetrie, algemene<br />
heelkunde, orthopedie, interne geneeskunde en<br />
kaakchirurgie. In 2006-2010 waren anesthesiologen<br />
betrokken bij 6% van het totaal aantal schadeclaims.<br />
Per verzekerde anesthesioloog (1 fte) is gemiddeld 0,4<br />
claim ingediend. Binnen de anesthesiologie worden relatief<br />
veel claims niet gehonoreerd en dus afgewezen:<br />
66%. Gemiddeld over alle disciplines bedraagt dit percentage<br />
53%.<br />
aansprakelijkheid erkend of minnelijke regeling<br />
geen aansprakelijkheid<br />
ingetrokken claims<br />
Tabel 1: Aansprakelijkheid of geen aansprakelijkheid<br />
Wanneer leidt een claim tot een vergoeding?<br />
Wanneer een patiënt de anesthesioloog of het ziekenhuis<br />
aansprakelijk stelt <strong>voor</strong> geleden schade, wordt in<br />
eerste instantie gekeken of in juridische zin aansprakelijkheid<br />
bestaat. Dit is het geval indien aan de volgende<br />
<strong>voor</strong>waarden is voldaan:<br />
1. er moet sprake zijn van een fout;<br />
2. die fout moet verwijtbaar zijn;<br />
16 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
3. de fout moet toe te rekenen zijn aan de instelling en/<br />
of aan de betrokken anesthesioloog;<br />
4. de patiënt moet kunnen aantonen dat er schade is;<br />
5. de patiënt moet kunnen aantonen dat de schade is<br />
veroorzaakt door de gemaakte fout (causaal verband).<br />
Uit de bovenstaande opsomming blijkt dat een complicatie<br />
geen recht geeft op een schadevergoeding. Wanneer<br />
bij<strong>voor</strong>beeld een arts verzuimd heeft om de patiënt,<br />
conform de WGBO, te informeren over de kans<br />
op een complicatie, is dit de arts aan te rekenen, doch<br />
geeft het de patiënt geen recht op schadevergoeding. In<br />
individuele gevallen kan de verzekeraar wel uit coulance<br />
overgaan tot betaling.<br />
Een patiënt kan tot vijf jaar nadat de schade hem of<br />
haar bekend is geworden een claim indienen. Van alle<br />
claims wordt 66% pas gemeld in de jaren volgend op<br />
het jaar van het incident. Er kunnen dus nog steeds<br />
claims worden ingediend die betrekking hebben op<br />
de periode 2007-2010. Het tijdsverschil tussen het<br />
plaatsvinden van een incident en het moment waarop<br />
de claim wordt ingediend, is van invloed is op de incidentietabel.<br />
Afhandeling van een claim<br />
Na ontvangst van een claim wordt, indien nodig, expertise<br />
ingewonnen bij een collega-anesthesioloog die<br />
ervaring heeft in een vergelijkbare praktijk. Deze onderzoekt<br />
de casus en adviseert de schadebehandelaar<br />
of er sprake is van verwijtbaarheid. Een claim kan op<br />
vier manieren worden afgesloten.<br />
• Is er sprake van aansprakelijkheid, dan wordt de<br />
claim erkend.<br />
• Is er geen sprake van verwijtbaarheid, dan wordt de<br />
claim afgewezen.<br />
• Soms wordt een minnelijke schikking getroffen:<br />
een vergoeding die aangeboden wordt terwijl de<br />
aansprakelijkheidsvraag onbeantwoord blijft.<br />
• Geen uitspraak over de aansprakelijkheid, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
wanneer de patiënt geen medische machtiging<br />
retourneert of de claim intrekt.<br />
In de tabel 3 zijn het aantal claims en de schadelast<br />
per jaar weergegeven. De schadelast is het bedrag dat<br />
uitgekeerd wordt aan de patiënt, vermeerderd met de<br />
kosten van het opvragen van informatie, het inwinnen<br />
van medisch advies, het inschakelen van externe<br />
deskundigen en het verlenen van juridische bijstand in<br />
tuchtzaken. Deze kosten kunnen fors zijn: in een casus<br />
met blijvend n. radialisuitval als gevolg van on-<br />
juiste positionering tijdens het verwijderen van een<br />
brughoektumor is aan de patiënt bij<strong>voor</strong>beeld € 12.750<br />
uitbetaald. De schadelast bedroeg € 25.000. Gemiddeld<br />
bedraagt de schadelast per gehonoreerde claim €<br />
19.500; het bedrag dat aan de patiënt wordt uitbetaald,<br />
is gemiddeld (veel) lager. (zie tabel 2 Claimontwikkeling<br />
1993-2010)<br />
De tijd tussen ontvangst van de claim en de definitieve<br />
afwikkeling, de doorlooptijd, wisselt sterk. Van de ingediende<br />
claims wordt 22% binnen één jaar afgehandeld,<br />
43% binnen één tot twee jaar, 12% binnen twee<br />
tot drie jaar en bij 22% van de ingediende claims duurt<br />
het meer dan drie jaar tot deze definitief afgewikkeld<br />
is. 1-2% van de claims leidt uiteindelijk tot een civiele<br />
procedure.<br />
Aanleiding claims<br />
Het grootste aantal claims betreft gebitschade door<br />
intubatie: ruim een derde van de claims tegen anesthesiologen<br />
die bij MediRisk terechtkwamen, werd<br />
ingediend naar aanleiding van een intubatie-incident.<br />
De vergoeding van deze claims is echter laag. Sinds<br />
2009 is gebitsletsel door intubatie uit de dekking van<br />
de MediRisk-polis gehaald; vaak bleken de kosten van<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
expertise en afhandeling groter dan het schadebedrag.<br />
De onderstaande data betreft alleen bij MediRisk ingediende<br />
claims, het totale aantal incidenten dat betrekking<br />
heeft op gebitschade is veel groter. Meestal heeft<br />
de patiënt geen recht op schadevergoeding bij gebitschade.<br />
Gebitschade is immers veel vaker een complicatie<br />
van een intubatie, dan een onjuist uitgevoerde<br />
anesthesiologische behandeling. Evenwel besluiten<br />
zorginstellingen uit coulance vaak over te gaan tot het<br />
betalen van een bedrag, soms enkele honderden euro’s<br />
per incident. (Tabel 3: Claims en schadelast in de anesthesiologie)<br />
Zoals uit tabel 3 blijkt, heeft slechts 5% van de ingediende<br />
claims betrekking op algehele anesthesie.<br />
Evengoed is er in die gevallen wel sprake van de hoogste<br />
vergoeding. Claims met betrekking tot plaatselijke<br />
anesthesie betreffen zowel centrale zenuwblokkade als<br />
plexusblokkade.<br />
Communicatie met de patiënt rond een incident speelt<br />
een belangrijke rol bij het indienen van een klacht of<br />
schadeclaim. Zo kan misverstand uitgroeien tot een<br />
schadeclaim of een daadwerkelijke communicatiefout<br />
leiden tot een fout in de zorgverlening en daardoor tot<br />
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Tabel 2 Claimontwikkeling 1993-2010<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
intubatie<br />
plaatselijke anesthesie<br />
positionering<br />
medicatie/infusie<br />
Tabel 3: Claims en schadelast in de anesthesiologie<br />
claims prognose vergoeding<br />
algehele anesthesie<br />
pijnbestrijding<br />
diagnose<br />
claims vergoeding<br />
beademing<br />
overig<br />
2000000<br />
1800000<br />
1600000<br />
1400000<br />
1200000<br />
1000000<br />
800000<br />
600000<br />
400000<br />
200000<br />
0<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
400000<br />
350000<br />
300000<br />
250000<br />
200000<br />
150000<br />
100000<br />
50000<br />
0<br />
17
schade bij de patiënt. Ook wanneer de patiënt zich niet<br />
serieus genomen of onheus bejegend voelt, wordt dit<br />
als een communicatieprobleem aangeduid. Communicatie<br />
wordt in 3% van de claims tegen anesthesiologen<br />
genoemd. Dit is lager dan gemiddeld over alle specialismen<br />
(5%).<br />
Ook het tekort schieten van informatieverstrekking en<br />
het ontbreken van informed consent kunnen leiden tot<br />
aansprakelijkheid. Bij de anesthesiologie is dit aspect<br />
een relatief weinig <strong>voor</strong>komende reden <strong>voor</strong> het indienen<br />
van een claim: 6%. Dit betreft bij<strong>voor</strong>beeld het gebruik<br />
van een andere anesthesietechniek dan afgesproken.<br />
Van alle bij MediRisk ingediende claims bedraagt<br />
dit percentage 8%.<br />
Een opvallende constatering is dat de totale schadevergoeding<br />
de afgelopen jaren een dalende tendens laat<br />
zien. Met name de claims met betrekking tot de spoedeisende<br />
hulp zijn in 2010, ten opzichte van 2009, met<br />
43% afgenomen. Ook de claims met betrekking tot de<br />
OK (waaronder links/rechts-verwisselingen, achterblijven<br />
van gazen/instrumenten, positionering, apparatuur-<br />
en materiaal-gerelateerd) zijn met 31% afgenomen<br />
(2010 ten opzichte van 2009).(Tabel 4: Schade<br />
naar soort en oorzaak 1993-2010)<br />
Voorbeelden van recente anesthesiologische<br />
claims<br />
Hieronder een aantal recente claims met daarbij de<br />
schadelast (het uitgekeerd bedrag vermeerderd met de<br />
kosten).<br />
• Uterusextirpatie, waarbij n. ulnarisletsel. Positionering<br />
onjuist. Schadelast: € 41.219.<br />
• Zonder overleg toch epiduraal ingebracht bij galblaasoperatie.<br />
Gedurende drie maanden paralyse<br />
vanaf thoracaal niveau, waarna partieel herstel.<br />
Informed consent niet verkregen. Schadelast: €<br />
35.000 (schatting, nog niet afgesloten claim).<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
gebitsletsel<br />
zenuwletsel<br />
pijn<br />
klaplong<br />
infectie<br />
Tabel 4: Schade naar soort en oorzaak 1993-2010<br />
18 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
awareness<br />
oogletsel<br />
% claims<br />
• Beschadigen zenuw bij plexusanesthesie bij handoperatie.<br />
Uitval triceps, verlies sensibiliteit arm/<br />
hand en pijn. Schadelast € 11.500 (schatting, nog<br />
niet afgesloten claim).<br />
• Overstrekking arm tijdens heupoperatie, waardoor<br />
plexus brachialisletsel. Onvolledige dossiervoering.<br />
Schadelast € 9.000 (schatting, nog niet<br />
afgesloten claim).<br />
• Blaasinhoud niet gemonitord na spinaal-anesthesie<br />
bij arthroscopie knie, waarbij urineretentie en<br />
atone blaas. Hierdoor intermitterende katheterisatie<br />
noodzakelijk. Schadelast € 200.000 (schatting,<br />
nog niet afgesloten claim).<br />
• Mivacurium toegediend bij bekende allergie.<br />
Anafylactische reactie, patiënt overleden.<br />
Schadelast € 32.500 (heropende claim).<br />
• Onvoldoende anesthesie, waardoor awareness en<br />
psychische schade. Schadelast € 1.460.<br />
• Intubatieschade, waarbij twee kronen beschadigd.<br />
Schadelast € 485.<br />
• Disfunctionerende verwarmingsmat tijdens operatie<br />
i.v.m. aneurysma. Hierdoor brandwonden aan<br />
beide benen. Schadelast € 9.225.<br />
• Plexusanesthesie bij ganglionoperatie. Hierbij<br />
pneumothorax en onvoldoende anesthesie,<br />
waardoor alsnog algehele anesthesie noodzakelijk<br />
bleek, alsmede thoraxdrainage. Claim afgewezen.<br />
Conclusie<br />
De operatiekamer is een gevaarlijke omgeving waarbij<br />
patiënten regelmatig onbedoeld letsel oplopen. Dat<br />
letsel kan, terecht of onterecht, leiden tot klachten en<br />
schadeclaims. Het aantal incidenten dat resulteert in<br />
een schadeclaim is het topje van de ijsberg. Het moge<br />
duidelijk zijn dat een schadeprocedure <strong>voor</strong> de patiënt<br />
om een aantal redenen niet altijd de gewenste genoegdoening<br />
zal opleveren. Zo is de tijd die verstrijkt tussen<br />
de <strong>voor</strong> de patiënt ongelukkig verlopen medische<br />
behandeling en de uiteindelijke uitspraak over de inge-<br />
hersenletsel<br />
patiënt overleden<br />
functiebeperking<br />
brandwond<br />
bijwerking<br />
stembandletsel<br />
diende schadeclaim vaak lang, wordt een relatief groot<br />
aantal schadeclaims afgewezen en is het bedrag van de<br />
vergoeding vaak lager, soms veel lager dan waar de<br />
patiënt meende recht op te hebben.<br />
Bekend is dat klachten en claims met name worden ingediend<br />
wanneer de communicatie over de ongelukkig<br />
verlopen behandeling <strong>voor</strong> de patiënt onbevredigend is<br />
verlopen. Daarom moet veel energie worden gestoken<br />
in de communicatie rond een incident, ongeacht of het<br />
een fout of complicatie betreft. Dit is niet alleen in het<br />
belang van de patiënt, maar zeker ook in het belang van<br />
de betreffende anesthesioloog. Een afgewezen schadeclaim<br />
leidt regelmatig alsnog, uit frustratie, tot een aanklacht<br />
bij het regionaal tuchtcollege, iets wat tot elke<br />
prijs vermeden moet worden.<br />
Bemoeienis van een verzekeraar met de anesthesiologische<br />
praktijk wordt door de meeste anesthesiologen<br />
als ongewenst en hinderlijk ervaren. Dat is jammer,<br />
want het uiteindelijke doel is hetzelfde: veilige zorg.<br />
Dat het aantal schadeclaims in de laatste jaren afneemt,<br />
wijst er in ieder geval op dat de geleverde inspanning<br />
haar vruchten afwerpt.<br />
Referenties<br />
1. Heineman, Hubben. De Anesthesioloog in de Medische<br />
Tuchtrechtspraak; 1975-1992; een onderzoek van de gepubliceerde<br />
en ongepubliceerde medische tuchtrechtspraak.<br />
Gezondheids Reeks.<br />
2. Christiaans, Hubben. De Anesthesioloog in de Tuchtrechtspraak<br />
1992-1999. Gezondheids Reeks.<br />
3. Cheney FW. Nerve Injury Associated with Anesthesia and<br />
Closed Claims Analysis, Anesthesiology april 1999, vol. 90,<br />
p 1062-1069.<br />
4. Metzner J, Posner KL, Lam MS, Domino KB. Closed Claims<br />
Analysis; Best Practice and Research. Clinical Anesthesiology.<br />
Juni 25(2); 263-76 2011.<br />
5. Cheney FW. The ASA Closed Claims Project: the Beginning.<br />
Anesthesiology. 113(4): 957-60, 2011<br />
6. MediRisk; Schaderapport <strong>Anesthesiologie</strong> 1993-2010. September<br />
2011<br />
Dankwoord<br />
Veel gegevens in dit artikel zijn afkomstig uit het Schaderapport <strong>Anesthesiologie</strong> 1993-2010 van<br />
medische aansprakelijkheidsverzekeraar MediRisk (www.medirisk.nl). De auteur bedankt Medi-<br />
Risk <strong>voor</strong> het ter beschikking stellen van deze gegevens en de medewerking bij de totstandkoming<br />
van dit artikel.<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
19
Geschiedenis<br />
De Indische narcoseadministratie van<br />
L.D.J. (Hans) Reeser<br />
Hans Pöll, lid Commissie Geschiedenis van de <strong>Anesthesiologie</strong><br />
Veel <strong>Nederlandse</strong> artsen hebben <strong>voor</strong> en vlak na de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië<br />
gepraktiseerd, zo ook anesthesiologen. Recent ontving de Commissie<br />
Geschiedenis daar een mooi <strong>voor</strong>beeld van: de Indische narcoseadministratie van<br />
Hans Reeser.<br />
Hans Reeser<br />
Leendert Dirk Johan Reeser werd geboren op 15 september<br />
1913 in Soerabaja, <strong>voor</strong>malig Nederlands-Indië.<br />
Halverwege de HBS kwam hij naar Nederland; na zijn<br />
eindexamen studeerde hij geneeskunde in Leiden. Na<br />
zijn artsexamen in 1939 wilde hij chirurg worden en als<br />
voluntair jongste assistent moest hij vaak de narcose geven.<br />
Toen zijn opleidingsplaats chirurgie in de oorlogsjaren<br />
verloren ging, had hij wel een verklaring van de<br />
hoogleraar chirurgie prof. Suermondt op zak dat hij een<br />
volledige opleiding had gehad als narcotiseur en speciaal<br />
de lachgasnarcose <strong>voor</strong>treffelijk beheerste. In de oorlog<br />
praktiseerde Reeser als huisarts en gaf hij narcose<br />
in diverse Leidse ziekenhuizen, een veel <strong>voor</strong>komende<br />
combinatie in die tijd. Na de oorlog keerde hij in dienst<br />
van het Rode Kruis terug naar zijn geboorteland Indonesië,<br />
aanvankelijk als tropenarts op Bali, later beoefende<br />
hij ook daar de combinatie huisarts/anesthesist.<br />
Gedurende zijn verlof in 1952 werd hij officieel opgeleid<br />
en geregistreerd als anesthesist bij mevrouw<br />
Vermeulen-Cranch. In 1953 ging hij, nu als erkend<br />
anesthesist, weer naar Indonesië. Hij werd aangesteld<br />
in het Tjikini ziekenhuis (<strong>voor</strong>heen Koningin Emma<br />
Ziekenhuis) in Djakarta. Daarnaast had hij een aanstelling<br />
in het academisch ziekenhuis Rumah Sakit<br />
20 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
Reeser en zijn<br />
administratie in het<br />
Tjikini Hospitaal<br />
Ummum Pusat (<strong>voor</strong>heen het Centrale Burgerziekenhuis),<br />
het Carolus ziekenhuis en het ziekenhuis van<br />
de Koninklijke Paketvaart Maatschappij. In deze tijd<br />
was Reeser naar eigen zeggen de enige specialistanesthesist<br />
tussen Singapore en Australië. In 1957<br />
verlaat hij met zijn gezin Indonesië om als anesthesist<br />
in de Diaconnesseni<strong>nr</strong>ichting Bronovo in Den Haag<br />
aan de slag te gaan. Hij zou uitgroeien tot een belangrijk<br />
anesthesist en een <strong>voor</strong>naam, (later ere)lid van de<br />
<strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong>. ‘Kwaliteit<br />
als basis <strong>voor</strong> een goede vergoeding’ was zijn<br />
credo. Hij was medeauteur van Van aether naar beter.<br />
Hans Reeser overleed 5 jaar geleden op 11 februari<br />
2007.<br />
Narcoseadministratie<br />
De narcose administratie van Reeser bestaat uit een<br />
stapel notitieboekjes gedateerd van januari 1953 tot en<br />
met maart 1957, precies de periode dat hij in Djakarta<br />
werkte. Zuinig als hij was, gebruikte hij reclame-kwartaalagenda’s<br />
van Bayer Leverkusen. De boekjes bevatten<br />
een schat aan gegevens van ruim drieduizend operaties.<br />
In een column als deze zou het te ver voeren om<br />
alle gegevens te analyseren; in een later stadium zou<br />
dat een mooi project zijn <strong>voor</strong> een aanstormend historisch<br />
geïnteresseerde collega. Opvallend is dat Reeser<br />
van begin af aan hetzelfde dataformat heeft gebruikt.<br />
Van iedere casus schreef hij dezelfde gegevens op. Het<br />
was ook niet alleen een verslag van de narcose, maar<br />
omvatte ook een complicatieregistratie en decursus;<br />
daarnaast diende het als financiële administratie. Het<br />
kan niet anders dan dat hij het format had meegenomen<br />
van zijn opleiding bij mevrouw Vermeulen-Cranch.<br />
Dataformat<br />
Van iedere patiënt werd de naam, de leeftijd en het<br />
geslacht, maar ook vaak wat sociale achtergrond vermeld.<br />
Typeringen waren bij<strong>voor</strong>beeld ‘Typiste Pendidikan’,<br />
‘zoon van …’, ‘collega (bacterioloog)’ of<br />
Twee spannende dagen in 1954<br />
‘Arabier’. Er werden, aan de achternamen te oordelen,<br />
zowel Indische als <strong>Nederlandse</strong> patiënten behandeld.<br />
Aan de adressen te zien, waren het ook vaak mensen<br />
die slechts tijdelijk in Djakarta waren. Als verblijfplaats<br />
stond dan vermeld: Hotel des Indes, Garden<br />
Hall, Noors consulaat enzo<strong>voor</strong>ts. Soms stond er alleen<br />
de naam van het bedrijf waaraan de patiënt verbonden<br />
was zoals rederij Fearnley Eger, GIA (Garuda Indonesian<br />
Airways), Caltex of BPM.<br />
Belangrijke gegevens waren de klasse waarin de patiënt<br />
verzorgd werd en waar de rekening naartoe moest.<br />
Dat laatste varieerde van naar de patiënt zelf tot naar de<br />
werkgever tot ‘pro deo’. De boekjes vermelden opvallend<br />
veel grote chirurgische ingrepen: bilobectomieën<br />
en segmentresecties wegens tuberculose, nierstenen zo<br />
groot als tennisballen of een kind van zes dagen wegens<br />
oesofagusatresie. Het verwijderen van een brughoektumor<br />
duurde tweeënhalf uur. Uit de preoperatieve<br />
beoordeling blijkt dat het vaak patiënten in slechte conditie<br />
waren: ‘astma’, ‘hypertensie’, ‘longafwijkingen’,<br />
‘gammel’, ‘bad risk’, ‘morphinist’, ‘potator’.<br />
Top-referent anesthesist<br />
De boekjes bevestigen dat Reeser in meerdere ziekenhuizen<br />
werkte zoals boven al aangegeven. De combinatie<br />
van grote chirurgische ingrepen en slechte<br />
patiënten duidt op een rol als top-referent anesthesist<br />
in de regio Djakarta. Hij was inderdaad ‘specialistanesthesist’.<br />
Reeser werd <strong>voor</strong> de lastigere gevallen<br />
gevraagd. Als je de opmerkingen leest die Reeser vaak<br />
toevoegde aan het verslag waan je jezelf met het zweet<br />
in de handen in de operatiekamer. Een bloemlezing:<br />
‘veel nodig’,‘slechte venen’, ‘laryngospasme’, ‘slechte<br />
conditie’, ‘relatief goed gegaan’, ‘O2 op geweest’, ‘hopeloos’,<br />
‘mors in tabula’, ‘kansloos te gronde’, ‘zéér<br />
moeilijke intubatie’, ‘cyanose’, ‘moeilijk, baard!’,<br />
‘walgelijk dik’ of eenvoudigweg ‘goed’.<br />
Veelzeggend is in dit verband ook de toevoeging<br />
‘acuut’, vaak tussen aanhalingstekens (onterecht) of<br />
met stippeltjes eronder (terecht). Acute ingrepen in<br />
verschillende ziekenhuizen betekenden een grote disutility.<br />
Opvallend gebruik van spierrelaxantia<br />
Van iedere narcose schreef Reeser op welke middelen<br />
hij gebruikte in welke dosering. Premedicatie gebeurde<br />
met pantopon, phenergan en scopolamine of atropine.<br />
Inleidingsmiddelen waren pentothal en kemithal, veelal<br />
afgekort als P. of K. De anesthesie werd onderhouden<br />
met zuurstof, lachgas en aether. Bij kinderen gebruikte<br />
hij chloraethyl als inleidingsmiddel. Peroperatieve opiaten<br />
waren pethidine enlaudanum (10% oplossing van<br />
ruwe opium in alcohol).<br />
Endotracheale intubatie was beschikbaar, zowel oraal<br />
(mannen een 10, vrouwen een 9) als nasaal (mannen<br />
een 9, vrouwen een 8). Opvallend vaak werd nasale<br />
intubatie toegepast met als aantekening dat orale intubatie<br />
niet lukte.<br />
Bijzonder is het gebruik van spierverslapping. Van<br />
curare werd 10-15 mg gegeven zonder intubatie. Hetzelfde<br />
geldt <strong>voor</strong> flaxedil (gallamine) waarvan 50-100<br />
mg werd gegeven en zelfs <strong>voor</strong> scoline. De beademing<br />
was dan wel controlled respiration, maar dus niet altijd<br />
met endotracheale intubatie. Als de patiënt geïntubeerd<br />
werd stond dat er expliciet bij: oral endotracheal laryngoscopic<br />
tube of NELT.<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
21
Apparatuur<br />
De boekjes maken weinig duidelijk over de apparatuur<br />
die Reeser tot zijn beschikking had. Hij maakte gebruik<br />
van een gesloten systeem, maar welk systeem dat<br />
was, staat niet vermeld. Interessant detail is de Epstein<br />
Macintosh Oxford vaporizer die in het tweede kwartaal<br />
van 1953 in de boekjes verschijnt. In Van aether naar<br />
beter beschreef hij al dat hij in die tijd bezoek kreeg<br />
van Robert R. Macintosh en een EMO van hem kocht. 1<br />
Uit de boekjes kan worden afgeleid dat hij zijn EMO<br />
met zich meenam als hij in een ander ziekenhuis narcose<br />
ging geven. Monitoring gebeurde veelal op zicht.<br />
Soms werd een lage bloeddruk genoteerd (70/50) en<br />
een trage pols (46).<br />
Postoperatieve zorg<br />
Naast de duur van de operatie werd de verkoevertijd<br />
apart genoteerd. Daaruit blijkt dat Reeser hier belang<br />
aan hechtte, <strong>voor</strong> die tijd een bijzonderheid, omdat veel<br />
ziekenhuizen ook in Nederland nog niet over een aparte<br />
verkoeverkamer beschikten. Meestal was de recoverytijd<br />
langer dan de operatietijd. Ook de mortaliteit<br />
werd bijgehouden: ‘7 uur postoperatief dood gevonden’,<br />
‘acuut 13 uur postoperatief overleden’, ‘5 dagen<br />
postoperatief overleden’. Dramatisch is het verslag van<br />
een gravida die verbloedt aan een inoperabel sarcoom<br />
van de borst. Reeser maakt daarbij de notitie dat hij van<br />
tevoren bezwaar had gemaakt tegen chirurgisch ingrijpen<br />
en dat er beter bestraald had kunnen worden.<br />
Wat kunnen we leren van deze boekjes?<br />
Reeser was specialist-anesthesist. Dat wil zeggen dat<br />
22 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
hij alleen <strong>voor</strong> de lastigere procedures werd gevraagd.<br />
Het kunnen omgaan met spierverslapping, vreemd genoeg<br />
dus niet altijd in combinatie met endotracheale<br />
intubatie, zal daar een belangrijke rol in hebben gespeeld.<br />
Dat heeft geleid tot de lastige mix van grote<br />
chirurgische ingrepen en slechte patiënten die we in<br />
deze boekjes tegenkomen. Dat maakt de boekjes ook<br />
zo spannend.<br />
Reeser was een consciëntieus collega met oog <strong>voor</strong> het<br />
belang van een goede administratie. In feite geldt dat<br />
vandaag de dag nog steeds: houd goed bij wat je om<br />
welke reden doet en schrijf dat op. De boekjes maken<br />
ook duidelijk dat Reeser zich, als oud-huisarts, bezighield<br />
met heel de patiënt gedurende diens opname in<br />
het ziekenhuis. Het gegeven dat een patiënt 5 dagen<br />
na een operatie onder narcose overlijdt, is vandaag de<br />
dag niet eenvoudig te achterhalen, maar wel van groot<br />
belang <strong>voor</strong> het denken over de outcome van ons werk.<br />
Reeser deed dat reeds.<br />
Met dank aan Maarten Reeser, zijn zoon.<br />
Bronnen:<br />
• L.D.J. Reeser, ‘Bespiegelingen van een oude heer’ in J.J. de<br />
Lange (ed.), Van aether naar beter. Utrecht: Bunge, 1988.<br />
• L.D.J. Reeser. Familiegedenkboek. Den Haag 2007.<br />
• R.A.F. de Lind van Wijngaarden, ‘In memoriam L.D.J. (Hans)<br />
Reeser 1913-2007’Nieuwsbrief van de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>Anesthesiologie</strong> 8 (mei 2007)10.<br />
1 De ontwikkeling van de EMO is geschetst in de Geschiedeniscolumn<br />
van De Anesthesioloog 10 (maart 2009<br />
Wat verder ter<br />
Wat verder ter tafel komt<br />
Promoties vakinhoudelijke proefschriften<br />
7 september 2011<br />
Ingeborg Noppers, Universiteit Leiden<br />
Safety- efficacy balance of S-ketamine and S-norketamine<br />
in acute and chronic pain.<br />
19 december 2011<br />
Helwin Smits, Universiteit Maastricht<br />
Spinal cord stimulation in neuropathic pain,.technical<br />
aspects and effectiveness.<br />
19 januari 2012<br />
Marije Reekers, Universiteit Leiden<br />
Recirculatory Modeling in Man using<br />
Indocyanine Green.<br />
26 januari 2012<br />
Frank van Eijs, Universiteit Maastricht<br />
Interventional therapy in Complex Regional Pain Syndrome<br />
type 1. Predicting the outcome.<br />
29 november 2011<br />
Piet Leroy, Universiteit Maastricht<br />
Improving Procedural Sedation and/or Analgesia in<br />
Children: from practice over evidence to practice.<br />
2 maart 2012<br />
Albère Köke, Universiteit Maastricht<br />
Transcutaneous electrical nerve stimulation for patients<br />
with chronic pain.<br />
Overleden<br />
18 januari 2012<br />
Professor Maarten Mauve 99 -jarige leeftijd, bij leven<br />
werkzaam in het UMC Utrecht.<br />
29 januari 2012<br />
Lex Winsser<br />
Op 55-jarige leeftijd, bij leven werkzaam in het<br />
Wilhelminagasthuis en het Antonius ziekenhuis in Sneek.<br />
de Sectie Urgentiegeneeskunde van<br />
de NVA en de <strong>Nederlandse</strong> <strong>Vereniging</strong><br />
<strong>voor</strong> Anesthesiemedewerkers organiseren<br />
op 31 maart de 2e masterclass<br />
traumaopvang.<br />
Het programma kunt u vinden op<br />
www.anesthesiologie.nl onder<br />
urgentiegeneeskunde.<br />
de anesthesioloog 4 • 2011<br />
23
NVA kalender kalender<br />
maart Sectie Cardio <strong>Anesthesiologie</strong>, ledenvergadering<br />
201229<br />
31 maart SUG-NVAM Masterclass Traumaopvang<br />
4 april Sectie Obstetrische Anesthesie, ledenvergadering<br />
12 april Sectie Kinderanesthesiologie ledenvergadering,<br />
AMC Amsterdam<br />
17 april Nascholingsprogramma Sectie Pijngeneeskunde<br />
Groningen<br />
18 april Refresher Course Obstetrische Anesthesie<br />
Utrecht<br />
25 april Sectie Intensive Care, ledenvergadering<br />
10-11 mei Anesthesiologendagen<br />
MECC Maastricht<br />
23-25 mei EACTA<br />
rAI Amsterdam<br />
15-16 juni SKA Zomercongres<br />
Blooming, Bergen<br />
10 september Sectie Obstetrische Anesthesie, ledenvergadering<br />
28 september Wetenschapsdag<br />
de reehorst Ede<br />
3 oktober Sectie Cardio <strong>Anesthesiologie</strong>, ledenvergadering<br />
14 november Sectie Intensive Care, ledenvergadering<br />
23-24 november Pijndagen<br />
Papendal Arnhem<br />
De volledige congreskalender en meer informatie over de hieronder genoemde congressen<br />
en bijeenkomsten vindt u op de NVA-website www.anesthesiologie.nl.<br />
09-10 november Themabijeenkomst Sectie Cardioanesthesiologie<br />
24 de anesthesioloog 4 • 2011<br />
Telefoon<br />
Algemeen nummer<br />
030 282 3385<br />
Patricia Liem<br />
directeur<br />
Bestuur/Lede<strong>nr</strong>aad, Accreditatie<br />
030 282 3855<br />
Martine Teeuwisse<br />
Directiesecretaresse<br />
Ledenadministratie<br />
030 282 3868<br />
Hans van Breugel<br />
Beleidsmedewerker Kwaliteit<br />
Commissie Kwaliteit<br />
030 282 3966<br />
Ronald Hortensius<br />
Beleidsmedewerker opleiding<br />
Concilium Anaesthesiologicum<br />
030 282 3386<br />
Marloes van Grotel<br />
Beleidsmedewerker Secties<br />
Alle sectiecontacten<br />
030 282 3965<br />
Sandra Gijtenbeek<br />
Communicatiemedewerker<br />
Nieuwsbrief, website,<br />
Commissie wetenschap<br />
030 282 3270<br />
Marga Verstoep<br />
Bureaumedewerker<br />
CCA (cursus- en examencommissie),<br />
Opleidingsvisitaties<br />
030 282 3378<br />
Marjolein Swinkels<br />
Bureaumedewerker<br />
Financiële administratie,<br />
Kwaliteitsvisitaties<br />
BBC, Complicatieregistratie<br />
030 282 3880