13.09.2013 Views

Deel II - Wiskunde

Deel II - Wiskunde

Deel II - Wiskunde

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Opgave: (1) Ga na dat met de oplossing die in voorbeeld 10.5.2 gevonden werd aan de<br />

gevraagde vergelijking wordt voldaan.<br />

(2) Geef het getal e zijn gebruikelijke wiskundige naam in Maple met alias, en bepaal met<br />

behulp hiervan 50 decimalen van sin(e −2πi ) waar i 2 = −1. Achterhaal ook de types van e, π,<br />

en i.<br />

Commando’s: . evalf evalc abs sqrt sin cos arcsin exp log ln limit<br />

Re Im conjugate whattype type<br />

12.3 Plaatjes<br />

Een van de meest gebruikte functionaliteiten van Maple is het genereren van plaatjes van<br />

functies. Hiervoor zijn er twee mogelijkheden: 2-dimensionale plots voor (reële) functies van<br />

een veranderlijke en 3-dimensionale plots voor functies van twee veranderlijken.<br />

12.3.1 2-dimensionale plots<br />

Het maken van een plaatje van de grafiek van een reële functie gaat eenvoudig met plot(f(x),<br />

x=a..b). Hier bepaalt de range a..b het interval waarop f wordt afgebeeld. Ook de verticale<br />

range kan worden gespecificeerd: plot(f(x), x=a..b, y=u..v). Let ook op de diverse<br />

options voor style, axes, projection enzovoorts.<br />

Deze functies creëren Maple objecten; die kunnen op de gebruikelijke wijze aan variabelen<br />

worden toegekend met := . Onder plottools zijn allerhande hulpmiddelen te vinden voor<br />

het manipuleren van plotjes: roteren, spiegelen, schalen, etc. Er zijn ook mogelijkheden op<br />

het scherm om met menu-opties het plaatje te wijzigen.<br />

Voor sommige functies moet men uitkijken vanwege asymptoten en eventueel gebrek<br />

aan oplossend vermogen: bekijk bijvoorbeeld het plaatje van de functie f(x) := 1/ sin(x 2 )<br />

voor −5 < x < 5 en −10 < y < 10 eens gewoon en met de opties style = point,<br />

numpoints=1000.<br />

Het is ook mogelijk meerdere grafieken in één plaatje te plotten, dit kan bijvoorbeeld met<br />

plot[display]( { een, twee, drie } ), als aan die variabelen grafieken zijn toegewezen.<br />

Je kunt een functie ook in geparametriseerde vorm aangeven, dus niet als punten (x, y)<br />

met y = f(x) maar als paren (x(t), y(t)) voor een parameter t. De eenheidscircel krijg je<br />

bijvoorbeeld met plot([cos(t), sin(t), t = 0..2*Pi]).<br />

Verder kan je met implicitplot ook grafieken tekenen die door een vergelijking aangegeven<br />

zijn, bijvoorbeeld een zekere ellips door implicitplot(x^2/9 + y^2/4 = 1, x =<br />

-3..3, y = -2..2). Hiervoor moet je wel eerst met with(plots) een bibliotheek van<br />

plot-functies laden.<br />

Opgave: Teken de grafieken van de geparametriseerde functies (x(t), y(t)) := (cos(t), sin(3t))<br />

en (x(t), y(t)) := (cos(t), sin(5t)) voor x en y in het interval [−3/2..3/2] in één grafiek.<br />

Commando’s: plot implicitplot plottools style numpoints display<br />

12.3.2 3-dimensionale plots<br />

Het zal nu bijna vanzelfsprekend zijn hoe een plaatje voor de grafiek van een reële functie in 2<br />

variabelen te specificeren is met plot3d. Ook voor deze functie moeten we met with(plots)<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!