13.09.2013 Views

Gezond oud met goede voeding - Hogeschool Van Hall Larenstein.

Gezond oud met goede voeding - Hogeschool Van Hall Larenstein.

Gezond oud met goede voeding - Hogeschool Van Hall Larenstein.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Gezond</strong> <strong>oud</strong> <strong>met</strong> <strong>goede</strong> <strong>voeding</strong><br />

Vertegenwoordigers van<br />

bedrijfsleven, <strong>oud</strong>eren‐<br />

organisaties, zorg, onderwijs en<br />

onderzoek kwamen op 16<br />

oktober 2008 bijeen in het Forum<br />

gebouw van de Wageningen<br />

Universiteit. Deze bijeenkomst<br />

was aangekondigd als een debat,<br />

maar had in uitvoering meer de<br />

vorm van een dialoog waarin<br />

ruimte was voor verschillende<br />

ideeën over het centrale thema<br />

Ouderen en Voeding.<br />

Doel van de bijeenkomst was het inventariseren en creëren van ideeën over de toekomstige<br />

onderwijsmodule Minor Ouderen en Voeding. Deze module wordt ontwikkeld door <strong>Hogeschool</strong><br />

van <strong>Hall</strong> <strong>Larenstein</strong>, <strong>Hogeschool</strong> van Arnhem en Nijmegen, Wageningen Universiteit en het<br />

Voedingscentrum. De minor kan als bijvak worden gekozen door HBO‐ en WO‐studenten uit<br />

<strong>voeding</strong>sgerelateerde opleidingen en zal van start gaan in september 2009.<br />

Scherp blijven<br />

Gespreksleider George Parker benadrukte in zijn inleiding dat de slagingskans van de minor steunt<br />

op twee pijlers. Enerzijds dient het onderwijs de behoeften uit het werkveld te herkennen en zal<br />

het de studenten handvaten moeten geven om hierop in te spelen. Anderzijds zal het werkveld de<br />

afgestudeerde studenten moeten erkennen als specialisten op het gebied van <strong>voeding</strong> voor de<br />

<strong>oud</strong>ere mens.<br />

Belangrijk hierbij is dat het onderwijs alert blijft. Ziet het werkveld er vandaag nog steeds zo uit<br />

zoals men gisteren dacht? Alleen op deze<br />

manier kan men onderwijs aanbieden dat de<br />

praktijk ook echt iets te bieden heeft.<br />

Daarnaast zullen de studenten vooral moeten<br />

leren om steeds weer nieuwe kennis te<br />

vergaren vanuit zowel de wetenschap als de<br />

praktijk, en inzichten te ontwikkelen.<br />

Om zijn woorden kracht bij te zetten en de<br />

deelnemers scherp te h<strong>oud</strong>en, liet Parker een<br />

biljet van 10 euro in een van 20 euro<br />

‘veranderen’ en een biljet van 50 euro in rook<br />

opgaan!<br />

Wat is <strong>oud</strong>?<br />

De centrale vraag in de presentatie van Arnold Dijkstra, Lector Voeding en <strong>Gezond</strong>heid aan<br />

<strong>Hogeschool</strong> <strong>Van</strong> <strong>Hall</strong> <strong>Larenstein</strong>, luidde: Wat is <strong>oud</strong>? Is het mogelijk <strong>oud</strong>erdom uit te drukken in<br />

biologische leeftijd? Of is men zo <strong>oud</strong> als men zich voelt, en is de hersenleeftijd bepalend? Is het<br />

misschien beter om in plaats van ‘<strong>oud</strong>’ het woord ‘levensfase’ te gebruiken? Ook de deelnemers<br />

aan de dialoog verschilden van mening over de definitie van de term ‘<strong>oud</strong>’. Wel bestempelde men<br />

Auteur: ir. Margot Tacken, projectmedewerker Lectoraat Voeding en <strong>Gezond</strong>heid, <strong>Hogeschool</strong> van <strong>Hall</strong> <strong>Larenstein</strong>,<br />

(margot.tacken@wur.nl), november 2008


de in de minor gehanteerde definitie van <strong>oud</strong>ere (‘zelfstandig wonende, vitale 65‐plusser’) als een<br />

te nauwe omschrijving van de doelgroep.<br />

Er blijken veel factoren te zijn die de <strong>voeding</strong> van <strong>oud</strong>eren beïnvloeden. De wetenschap toont aan<br />

dat er in het menselijk lichaam allerlei veranderingen plaatsvinden, naarmate de leeftijd vordert.<br />

Maar ook de leefstijl van de <strong>oud</strong>ere drukt een grote stempel op het functioneren van het lichaam.<br />

Een 70‐plusser, die veel reist, fietst en wandelt, zal een totaal andere lichamelijke gesteldheid<br />

hebben, dan een leeftijdgenoot van tobberige aard die zijn dagen vooral zittend doorkomt.<br />

De opvatting dat <strong>voeding</strong> een bepalende factor is voor de lichamelijke gesteldheid, is geen<br />

algemeen gedachtegoed onder <strong>oud</strong>eren. Nico Cok, beweegambassadeur bij de ANBO 1 , ziet in zijn<br />

cursussen zeer vaak mensen die zich hiervan totaal niet bewust zijn.<br />

Gerdien Dalmeijer, werkzaam bij Unilever R&D, bespreekt de ervaring dat <strong>oud</strong>eren niet wensen te<br />

worden benaderd op hun ‘<strong>oud</strong> zijn’. Beter is een fysiologische benadering: Welk <strong>voeding</strong>smiddel<br />

kan helpen een lichamelijke kwaal te voorkomen dan wel te verlichten? De focus ligt in de<br />

<strong>voeding</strong>smiddelenindustrie daarom op producten die gunstig zijn bij een bepaald lichamelijk<br />

gebrek. Belangrijk is dat de consumenten zelf ‘de link leggen’ tussen een bepaald product en hun<br />

eigen individuele behoefte. Reclame maar ook voorlichting spelen hierin een grote rol.<br />

Voortraject<br />

Nancy Janssen, diëtist in Ziekenhuis Gelderse Vallei, is van mening dat de winst voor een <strong>goede</strong><br />

gezondheid op hoge leeftijd is te behalen in het voortraject. Wie er vanaf middelbare leeftijd een<br />

gezond <strong>voeding</strong>spatroon op na h<strong>oud</strong>t, zal zich ook op hoge leeftijd bewust zijn van een <strong>goede</strong><br />

<strong>voeding</strong>. Er kunnen zich echter<br />

omstandigheden voordoen waardoor de<br />

individuele <strong>voeding</strong>skeuze (sterk) afneemt.<br />

Voorbeelden zijn het overlijden van de<br />

partner, verandering van woonsituatie,<br />

ziekte, mantelzorg. Toch zal de invloed van<br />

het individu op zijn of haar <strong>voeding</strong> in de<br />

toekomst toenemen. De vijftigers en zestigers<br />

van nu, en dus de tachtigers van de toekomst,<br />

zijn nu eenmaal veel mondiger en gesteld op<br />

hun individuele keuzes dan de huidige<br />

generatie senioren.<br />

Ervaringsleren<br />

Gespreksleider George Parker liet de deelnemers nadenken over de vraag: Welk type professional<br />

is nodig? Er blijkt behoefte te bestaan aan mensen die een brede, holistische kijk hebben op<br />

<strong>voeding</strong> voor <strong>oud</strong>eren. Mensen die in staat zijn om zich snel <strong>voeding</strong>skundige kennis en<br />

technieken eigen te maken, en diverse benaderingen te integreren tot nieuwe zienswijzen. De<br />

minor zal gespecialiseerde generalisten moeten afleveren, die goed kunnen communiceren <strong>met</strong><br />

mensen vanuit diverse disciplines.<br />

Een ander vereiste aan de opleiding is dat er ook daadwerkelijk contact wordt gezocht <strong>met</strong><br />

<strong>oud</strong>eren. Voordeel hiervan is meerv<strong>oud</strong>ig. Voor studenten komt zo het leven van <strong>oud</strong>eren<br />

dichterbij. Tevens bieden contacten tussen jong en <strong>oud</strong> veel mogelijkheden voor ervaringsleren.<br />

Door bijvoorbeeld samen boodschappen te doen en daarna samen een maaltijd te bereiden, leren<br />

studenten waarom een <strong>oud</strong>ere bepaalde keuzes maakt.<br />

Zowel in het contact <strong>met</strong> andere disciplines als in het contact <strong>met</strong> <strong>oud</strong>eren zal de toekomstige<br />

‘professional Ouderen en Voeding’ zich soepel moeten kunnen bewegen. Er zal in de opleiding<br />

dus aandacht moeten worden besteed aan communicatietechnieken.<br />

1 Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen


Puntjes op de i<br />

In de Minor Ouderen en Voeding zullen studenten aan de slag gaan binnen de volgende thema’s:<br />

1. Fysiologische relatie <strong>voeding</strong> en <strong>oud</strong>eren: wat gebeurt er in het lichaam tijdens <strong>oud</strong>er<br />

worden en welke knelpunten kunnen er bestaan er in de <strong>voeding</strong> van <strong>oud</strong>eren?<br />

2. Voedingsgedrag van <strong>oud</strong>eren: wat zijn h<strong>oud</strong>ing en gedrag van <strong>oud</strong>eren ten opzichte van<br />

<strong>voeding</strong> en hoe kan dit worden beïnvloed?<br />

3. Consumentengedrag van <strong>oud</strong>eren: Welke factoren zijn bepalend bij aankoop, bewaren en<br />

bereiden van voedsel? Hoe kan hierin door<br />

middel van voorlichting worden gestuurd?<br />

4. Productontwikkeling voor <strong>oud</strong>eren: het<br />

ontwikkelen van ideeën, het ontwikkelen van<br />

producten en het in de markt zetten van deze<br />

producten<br />

Omdat tijdens de dialoog bleek dat alle deelnemers<br />

zich konden vinden in de gekozen opzet, werd het<br />

tweede deel van de middag besteed aan het<br />

uitwerken van de vier thema’s. In kleine groepjes<br />

werd steeds een thema onder de loep genomen en voorzien van opmerkingen en aanvullingen.<br />

Deze ‘puntjes op de i’ zullen bijdragen aan een minor die het werkveld ook daadwerkelijk iets kan<br />

bieden.<br />

Voor nadere informatie kan men zich wenden tot het Lectoraat Voeding & <strong>Gezond</strong>heid,<br />

<strong>Hogeschool</strong> <strong>Van</strong> <strong>Hall</strong> <strong>Larenstein</strong> (arnold.dijkstra@wur.nl).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!