Marktbeschouwingen door Yvo Dahmen (pdf) - Bank ten Cate & Cie
Marktbeschouwingen door Yvo Dahmen (pdf) - Bank ten Cate & Cie
Marktbeschouwingen door Yvo Dahmen (pdf) - Bank ten Cate & Cie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Marktbeschouwingen</strong><br />
ir. YJE <strong>Dahmen</strong>, april 2012<br />
1. Match of the Century<br />
In 1972 vond in Reykjavik, IJsland een wedstrijd plaats die <strong>door</strong> kenners aangeduid is geweest als de<br />
Wedstrijd van de Eeuw. Het betrof het wereldkampioenschap schaken, waarin de excentrieke Amerikaan<br />
Bobby Fischer, een van de beste schakers ooit, uitdager was van wereldkampioen Boris Spassky. De<br />
Sovjet Unie was voor deze denksport een grootmacht en Spassky was de laatste telg uit een lange reeks<br />
van Russische wereldkampioenen die terugging tot 1948. De achtergrond van de Koude Oorlog, hoewel<br />
de wereld toen in een periode terecht was gekomen van meer “dé<strong>ten</strong>te”, maakte voor beide spelers de<br />
wedstrijd extra beladen. Schaken was voor de Sovjet Unie een onderdeel van het politieke systeem en voor<br />
de Verenigde Sta<strong>ten</strong> was het de eerste gelegenheid, sinds de allereerste wereldkampioen schaken Wilhelm<br />
Steinmetz uit Bohemen genaturaliseerd was tot Amerikaan in 1888, om een nieuwe kampioen voort te<br />
brengen.<br />
Het kampioenschap op IJsland verliep tumultueus, evenals de voorbereidingen. Kort voor de wedstrijd<br />
eiste Fischer dat de spelers, in aanvulling op het prijzengeld, nog eens 30% van de televisie- en filmrech<strong>ten</strong><br />
alsmede 30% van de kaartverkoop toebedeeld moes<strong>ten</strong> krijgen. Hij liet bovendien verstek gaan bij de<br />
openingsceremonie en de wedstrijd werd <strong>door</strong> FIDE-president Max Euwe voor twee dagen uitgesteld. Pas<br />
nadat een Britse zakenbankier had aangeboden het prijzengeld te verdubbelen en na heel wat lobbywerk,<br />
waaronder een één-op- één telefoongesprek met de toenmalige Amerikaanse minister van bui<strong>ten</strong>landse<br />
zaken Henry Kissinger, besloot Fischer uiteindelijk af te reizen naar Reykjavik. Russische commentatoren<br />
meenden dat dit allemaal tactiek was om Spassky psychisch onder druk te zet<strong>ten</strong>. De supporters van<br />
Fischer zeiden dat hij, zoals altijd, gewoon zichzelf was. Eenmaal aangekomen in IJsland insisteerde Fischer<br />
dat er gespeeld ging worden met een Staunton schaakset van Jaques of London, het schaakbord moest op<br />
zijn verzoek opnieuw worden gemaakt.
2<br />
Na het begin van de wedstrijd op 11 juli bleek Fischer nog meer verrassingen in petto te hebben.<br />
Bij schaakwedstrijden op het hoogste niveau verdiepen spelers zich zeer grondig in een of twee<br />
openingsstrategieën, om deze vervolgens te gebruiken tijdens het toernooi. Daarnaast vinden er in de<br />
voorbereiding uitgebreide analyses plaats van de eerste zet<strong>ten</strong> die de tegenstander graag gebruikt.<br />
Fischer, die bekend stond om zijn ongebruikelijk beperkte openingsrepertoire, wist tijdens het verloop van<br />
het kampioenschap Spassky te verrassen <strong>door</strong> voortdurende te wisselen van openingen, maar ook <strong>door</strong><br />
openingen te gebruiken die hij zelf nog nooit, of zelden had gespeeld. Hij week ook stelselmatig af van de<br />
variaties die hij in eerdere wedstrijden had toegepast.<br />
Ondanks deze elemen<strong>ten</strong> van verrassing verloor Fischer de eerste twee partijen. Het allereerste treffen leek<br />
af te stevenen op een remise, totdat Fischer in de 29e zet blunderde en een aantal cruciale zet<strong>ten</strong> over<br />
het hoofd zag die tot remise hadden kunnen leiden. Hij gaf de strijd uiteindelijk op in de 56e zet. Verbolgen<br />
legde Fischer nog meer eisen op tafel, waaronder het verwijderen van de camera’s uit de zaal. Toen hier<br />
niet op werd ingegaan, liet hij verstek gaan voor de tweede partij en verkreeg Spassky hier<strong>door</strong> automatisch<br />
een 2-0 voorsprong. Menigeen verwachtte toen dat het kampioenschap over was en dat Fischer IJsland<br />
zou verla<strong>ten</strong>. Dat hij dit uiteindelijk niet heeft gedaan, zou, naast een stortvloed van aan hem gerichte<br />
telegrammen, ook gelegen hebben aan een tweede telefoongesprek met Kissinger.<br />
Er volgde een keerpunt in<br />
de derde partij. De sportieve<br />
Spassky stond toe, uit respect<br />
en sympathie voor Fischer, dat<br />
de wedstrijd voortgezet kon<br />
worden in een kleine kamer<br />
achter de bühnes, bui<strong>ten</strong> het<br />
zicht van de toeschouwers.<br />
Volgens sommige<br />
commentatoren beging de<br />
Russische grootmeester<br />
hiermee een psychologische<br />
fout. Bij aanvang liet Fischer<br />
zich weer van zijn ongewone<br />
kant zien <strong>door</strong> na binnenkomst, tot irritatie van zijn tegenstander, omzichtig de afstandsbediening van de<br />
televisieapparatuur te inspecteren op mogelijke bronnen van geluidsoverlast. Toen scheidsrechter Schmid<br />
Fischer probeerde te kalmeren, maakte de Amerikaanse schaker enkele opmerkingen waarvan Spassky<br />
later zei dat die nogal onplezierig waren. Eenmaal aan de partij begonnen, verraste Fischer tijdens de<br />
11e zet zijn opponent met een noviteit die hem de overwinning opleverde. Na remise in het vierde treffen<br />
volgden overwinningen voor Fischer in de vijfde en zesde partijen. Naderhand zei Spassky, die met het<br />
publiek stond mee te applaudisseren na Fischer’s indrukwekkende zege in het zesde treffen, dat deze de<br />
beste partij was van het toernooi. Fischer kwam toen in pun<strong>ten</strong>aantal op voorsprong, een voorsprong die<br />
hij niet meer weggaf. Hij won het toernooi uiteindelijk op indrukwekkende wijze met 12 ½ - 8 ½. Voormalig<br />
wereldkampioen Mikhail Botvinnik zei over de eveneens memorabele 13e partij die volgens iedereen<br />
afstevende op remise, maar uiteindelijk toch resulteerde in een nederlaag voor Spassky die in een aantal<br />
slim opgezette valkuilen was getuimeld, het volgende over het genie Fischer: “(this game was) the highest<br />
creative achievement of Fischer”.<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>
2. De Eurozone<br />
“On the chess board, lies and hypocrisy do not survive long. The creative combination lays bare<br />
the presumption of lies; the merciless fact, culmination in checkmate, contradicts the hypocrites.”<br />
Emanuel Lasker, wereldkampioen schaken van 1894 tot 1921<br />
De politieke creatie genaamd de Eurozone is momenteel verwikkeld in een eveneens turbulente<br />
schaakwedstrijd, waarin Koningin Angela het opneemt tegen Mr Bond. Schaken is een complex spel, net<br />
zoals de situatie in de Eurozone dat momenteel is. De zaken die spelen zijn multidimensionaal, in de zin<br />
dat er in elk land een verschillende set van problemen bestaat, waarvoor diverse oplossingen nodig zijn.<br />
De Eurozone als geheel struikelt en strubbelt voortdurend om te komen tot een evenwichtige verhouding<br />
met de obligatiemarkt. Beleggers moe<strong>ten</strong> bovendien sinds een aantal jaren de meest complexe dimensie,<br />
die van de politiek, in de ga<strong>ten</strong> houden. Deze bestaat weer uit grootheden als kwaliteit van leiderschap<br />
onder regeringsleiders, het traditionele handjeklap gedrag van politieke partijen, de invloed van vakbonden,<br />
standpun<strong>ten</strong> over gevoelige onderwerpen als Eurobonds, alsmede de levensattitudes en grilligheden<br />
van de kiezer. Dit allemaal voor elk lid van de Eurozone. Beleidsmakers moe<strong>ten</strong> een veelheid aan pijnlijke,<br />
noodzakelijke beslissingen wikken, wegen en implementeren. Er worden daarbij zowel politieke blunders<br />
begaan als verrassingen tevoorschijn getoverd, bijvoorbeeld in de vorm van creatieve boekhoudkundige<br />
oplossingen om tekor<strong>ten</strong> weg te moffelen. Zaken waar de obligatiemarkt niet van is gediend. Het laatste<br />
verschijnsel openbaarde zich een aantal jaren geleden in Griekenland. Nu blijken bij de autonome regio’s<br />
van Spanje deze problemen ook al langere tijd te hebben bestaan. Het eindspel voor de Eurozone kent<br />
daarom op dit moment een veelheid aan uitkoms<strong>ten</strong> waar beleggers rekening mee dienen te houden. Deze<br />
uitkoms<strong>ten</strong> hangen weer af van de tussentijdse stappen die worden genomen.<br />
Nu het dossier Griekenland al een aantal jaren bestaat, wordt zo langzamerhand duidelijk dat de weg<br />
van steeds maar bezuinigen niet zaligmakend is. De regering Rutte wordt momenteel hiermee ook<br />
geconfronteerd. Ook in Nederland zijn structurele hervormingen nodig. WW-duur, ontslagrecht, de<br />
hypotheekrente, de huurmarkt, het versneld invoeren van een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd,<br />
de hoge kos<strong>ten</strong> binnen de zorg, zijn voorbeelden van kwesties die de revue passeren bij de tussenformatie<br />
in het Catshuis. Het tekort voor Nederland in 2013 komt uit op EUR 29 miljard, dat ligt EUR 10 miljard hoger<br />
dan <strong>door</strong> Brussel wordt toegestaan. Bezuinigen is noodzaak geworden. Het probleem is dat dit economisch<br />
schade berokkent, die als kos<strong>ten</strong> weer van de besparingen moe<strong>ten</strong> worden afgetrokken. Deze zogenaamde<br />
“uitverdieneffec<strong>ten</strong>” leiden er toe dat er eerder EUR 12 miljard tot EUR 16 miljard bezuinigd zal moe<strong>ten</strong><br />
worden om het begrotingstekort van Nederland in 2013 te la<strong>ten</strong> dalen naar 3% van GDP. Tegen deze<br />
achtergrond hoeft, met als voorwaarde dat de Nederlandse overheid een degelijk, duurzaam fiscaal plan<br />
samenstelt, niet te worden gevreesd voor een sterk oplopen van de rente. Gelet op de macro-economische<br />
omstandigheden wereldwijd is het niet uit te slui<strong>ten</strong> de 10-jaars rente voor Duitsland nog verder daalt <strong>door</strong><br />
triggers zoals recessie, de spanningen met Iran of een hard landing in China die harder uitpakt dan gedacht.<br />
3
4<br />
3. Actuele markontwikkelingen<br />
“The winds and waves are always on the side of the ablest navigator”<br />
Edward Gibbon (1723-1792), historicus en parlementslid<br />
Afgelopen kwartaal liet een positief verloop zien op de beurzen. De S&P 500 noteerde een stijging van<br />
12%, het beste kwartaalresultaat sinds 1998. De meevallende macro-economische cijfers in de Verenigde<br />
Sta<strong>ten</strong>, de twee lange termijn herfinancieringsoperaties van de ECB en de verwachting voor een zachte<br />
landing in China stemden beleggers positief. De volatiliteitsindicator VIX, die de onrust weergeeft onder<br />
beleggers, kon om genoemde redenen dalen naar 15, een niveau waarop het is gelukt de “bear” in slaap<br />
te sussen. Er kunnen echter een aantal kanttekeningen worden geplaatst: de stijging op de Amerikaanse<br />
aandelenmark<strong>ten</strong> werd niet geratificeerd <strong>door</strong> een stijging van de rente, noch duiden de handelsvolumes -<br />
deze zijn benedengemiddeld gebleven- op een overtuigende, krachtige rally.<br />
Een positief perspectief is dat de winstmarges van Amerikaanse bedrijven hoog blijven. Bij onveranderde<br />
omstandigheden voor waarderingen en marges zou, indien de verbetering van de Amerikaanse<br />
werkgelegenheid <strong>door</strong>zet, de S&P 500 logischerwijs de weg omhoog kunnen vervolgen. De groei van de<br />
werkgelegenheid is dé positieve verrassing zover in 2012. De kans dat er echter eerst een adempauze<br />
plaatsvindt op de aandelenbeurs is hoog, de koersen zijn naar verhouding sterk gestegen sinds de bodem<br />
begin oktober vorig jaar; een consolidatie zou niet meer dan passend zijn.<br />
De macro-economische omstandigheden wereldwijd nodigen voorlopig niet uit tot het nemen van meer<br />
risico in de portefeuilles. In China is momenteel een afkoeling gaande en het zal moe<strong>ten</strong> blijken in hoeverre<br />
de accomoderende monetaire maatregelen <strong>door</strong> de Chinese Centrale <strong>Bank</strong> de economie weer een duw<br />
omhoog kunnen geven. De consensus gaat er vanuit dat de overheid een zachte landing zal we<strong>ten</strong> te<br />
orkestreren. Binnen de Eurozone staat de conjunctuur er kwetsbaar voor, LTRO1 en LTRO2 hebben ervoor<br />
gezorgd dat een aantal Spaanse en Italiaanse banken geen schipbreuk hebben geleden. Er is echter niets<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>
veranderd aan de fundamentele ontwikkelingen binnen de zuidelijke periferie, temeer omdat structurele<br />
hervormingen pas op termijn, over een paar jaar, bezuinigingsresulta<strong>ten</strong> kunnen opleveren. Voor de korte<br />
termijn zullen overheden binnen de Eurozone, in combinatie met het snijden in kos<strong>ten</strong>, belastingverhogingen<br />
moe<strong>ten</strong> <strong>door</strong>voeren (op bijvoorbeeld BTW) om de begrotingstekor<strong>ten</strong> te doen dalen naar het niveau van 3%<br />
per 2013.<br />
De situatie rondom de solvabiliteit van de zuidelijke periferie blijft onveranderd. Het is Griekenland gelukt<br />
om, via een zogenaamde “selective default”, een deel van haar schulden te reduceren en de tweede bailout<br />
werd goedgekeurd <strong>door</strong> de Europese Unie en het IMF. De kwestie Griekenland blijft echter een slepend<br />
dossier waarvan het einde, voor veel beleggers, eigenlijk al in de sterren staat geschreven. De stand van<br />
de Griekse rente (10-jaar op 20%) zegt al genoeg. De redenen zijn eenvoudig: <strong>ten</strong> eerste zal de Griekse<br />
overheidsschuld in de komende jaren, conform het bailoutplan, uitkomen op 120% van het GDP per 2020,<br />
een niveau dat waarschijnlijk is gekozen om de hoge schuldpositie van Italië (thans 120% van GDP) niet nog<br />
meer in de schijnwerpers te plaatsen. Ten tweede zijn er geen tekenen dat Griekenland binnen afzienbare<br />
tijd een economische groei zal meemaken, waar<strong>door</strong> de schulden kunnen afnemen naar niveaus van 80-<br />
90% van GDP die <strong>door</strong> de obligatiemarkt als aanvaardbaar wordt geacht. Noch ziet het er naar uit dat<br />
Griekenland in staat zal zijn om een snelle interne devaluatie, in termen van lagere salarissen, <strong>door</strong> te voeren<br />
om weer concurrerend te worden. Voor de nabije toekomst kan er vanuit worden gegaan dat de gespannen<br />
verhouding tussen het Trojka (van Europese Commissie, IMF en ECB) en de Griekse regering net zo lang zal<br />
aanhouden, totdat de bevolking van Griekenland er genoeg van zal hebben om steeds maar <strong>door</strong> te gaan<br />
met bezuinigen.<br />
Een aantal mijlpalen moet in de ga<strong>ten</strong> worden gehouden. Deze zijn: de aanstaande verkiezingen in april<br />
of mei (de datum is nog niet vastgesteld) en het moment dat het de Griekse regering lukt om een primair<br />
overschot te realiseren, dat wil zeggen een positief saldo van inkoms<strong>ten</strong> en uitgaven waarbij het betalen<br />
van interest (op de overheidsschuld) bui<strong>ten</strong> beschouwing wordt gela<strong>ten</strong>. Het laatste zal het moment zijn<br />
dat de Griekse overheid serieus zal overwegen om schoon schip te maken in de financiële huishouding.<br />
Op een dergelijke gebeur<strong>ten</strong>is, een tweede default, wordt al enige tijd geanticipeerd <strong>door</strong> de markt. Daar<br />
de situatie met betrekking tot Griekenland al meer dan twee jaar duurt, mag worden aangenomen dat de<br />
betrokken marktspelers zo langzamerhand de tijd hebben gehad om zich hierop (mentaal en) financieel voor<br />
te bereiden.<br />
5
6<br />
Het ren<strong>ten</strong>iveau voor 10-jaars Portugees papier duidt op een mooie “return on capital”, maar biedt beslist<br />
geen garantie voor “return of capital”. Net als Griekenland heeft Portugal het afgelopen decennium<br />
concurrentiekracht verloren <strong>door</strong> een stijging van de arbeidskos<strong>ten</strong> per eenheid product, zoals bijvoorbeeld<br />
kan worden gezien in de volgende grafiek waarin Portugal wordt afgezet tegen Duitsland.<br />
De Portugese regering lijkt het op dit moment niet in afdoende mate voor elkaar te krijgen om bonden en<br />
burgers te overtuigen van de noodzaak om nieuwe economische omstandigheden te creëren die het land<br />
weer concurrerend kunnen maken.<br />
De situatie voor Spanje en Italië is, na de liquiditeitsoperaties van de ECB, verbeterd, waar<strong>door</strong> er in de<br />
afgelopen maanden rentedalingen zijn opgetekend die enige soelaas boden en de druk van de ketel hebben<br />
gehaald. Desondanks is de Spaanse rente in de afgelopen weken weer licht stijgende. De obligatiemarkt zet<br />
ook de Spaanse minister president Mariano Rajoy onder druk om te komen met adequate bezuinigingen.<br />
Spanje zal nog het nodige moe<strong>ten</strong> doen om het begrotingstekort te reduceren. De doelstellingen werden<br />
vorig jaar niet gehaald, mede omdat de autonome regio’s, die meer dan een derde van het overheidsbudget<br />
onder hun hoede hebben, budget<strong>ten</strong> van politiek beladen onderwerpen als onderwijs en gezondheidszorg<br />
overschreden. Met de Europese Commissie is uiteindelijk, na veel geharrewar, afgesproken dat het tekort<br />
voor 2012 mocht uitkomen op 5,3% in plaats van de <strong>door</strong> Spanje gewenste 5,8%.<br />
Rajoy, die niet bekend staat om zijn slagvaardigheid, heeft tegen zijn verkiezingsbelofte in, gekozen voor<br />
een traject met belastingverhogingen. Eind maart is de begroting bekend gemaakt waarin hij voorstelt om<br />
EUR 27 miljard te bezuinigen. Aan de inkoms<strong>ten</strong>kant zullen hogere belastingen EUR 12 miljard moe<strong>ten</strong><br />
binnenbrengen, daarnaast zal er voor EUR 15 miljard worden gesneden in kos<strong>ten</strong>. Het zal voor het Spaanse<br />
kabinet niet eenvoudig worden om de uitgaven van de verschillende ministeries te verlagen met 17%.<br />
De aanhoudende druk op landen uit de zuidelijke periferie houdt de Duitse rente op een laag niveau. De<br />
spread met 10-jaar Nederland liep recentelijk op tot 58 basispun<strong>ten</strong>, vanwege gemengde gevoelens die<br />
beleggers hadden over het gebrek aan politieke draagkracht voor de bezuinigingen die het kabinet Rutte nu<br />
voorbereidt.<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>
4. Het macro-economisch klimaat<br />
Daar waar de Eurozone op dit moment een periode van economische stagnatie <strong>door</strong>maakt, of mogelijkerwijs<br />
zelfs in een milde technische recessie is beland, heeft de economie van de Verenigde Sta<strong>ten</strong> in de<br />
afgelopen maanden in positieve zin verrast. Er wordt thans rekening gehouden met een groei van GDP<br />
van 1,5-2% voor 2012. De index van industriële inkoopmanagers ISM weerspiegelt op dit moment deze<br />
ontwikkeling (zie volgende grafiek). De positieve trend op de arbeidsmarkt is ook een welkome ontwikkeling.<br />
Een stand van jobless claims beneden het niveau van 400.000 indiceert <strong>door</strong>gaans dat er sprake is van<br />
groei van de werkgelegenheid. Deze indicator is medio oktober vorig jaar onder dit niveau gedoken en<br />
belande in de derde week van maart van dit jaar op een 12-maands laag van 359.000, een bevestiging<br />
dat de werkgelegenheid langzaam groeit. In de Verenigde Sta<strong>ten</strong> dienen er per maand 125.000 banen te<br />
worden gecreëerd om de groei van de bevolking bij te houden, de gemiddelde maandelijkse banengroei<br />
over de laatste 12 maanden bedroeg 168.000 en over de afgelopen zes maanden zelfs 200.000. Deze<br />
ontwikkelingen zijn echter nog onvoldoende om de werkloosheid afdoende te la<strong>ten</strong> dalen, deze bevindt zich<br />
met 8,3% nog steeds op een hoog niveau. Een andere positieve indicator betreft de detailhandelsverkopen.<br />
Kanttekening hierbij is dat de consument gedurende de wintermaanden geprofiteerd lijkt te hebben van<br />
minder koud weer. De winter in de Verenigde Sta<strong>ten</strong> was dit jaar mild, er is tevens minder sneeuw gevallen.<br />
De hogere bestedingen in winkels zijn vermoedelijk daarom ook deels toe te schrijven geweest aan een<br />
lagere energierekening. De hoge benzineprijs, die het niveau van 4 USD/gallon nadert, zal de komende<br />
maanden, wanneer het verkeer toeneemt, zorgen voor een verkapte belastingverhoging. De huizenmarkt<br />
toont op dit moment tekenen van uitbodeming. De grote voorraad huizen die via executieverkoop de markt<br />
opkomt zal de prijzen vooralsnog laag houden, de uitwerking van de huizenbubbel is nog niet achter de rug.<br />
De inflatie in de Verenigde Sta<strong>ten</strong> lijkt te zijn gepiekt, verwacht wordt dat vanaf het huidige niveau van 2,9%<br />
de daling in de tweede helft van het jaar zich zal voortzet<strong>ten</strong> omdat de huidige stijging van de olieprijs minder<br />
sterk is geweest dan die van vorig jaar.<br />
7
8<br />
In China loopt de onroerend goed bubbel langzaam leeg, maar de Chinese overheid is nog niet van plan<br />
om nu al water bij de wijn te doen als het gaat om deze sector van de economie te ontzien van restrictieve<br />
maatregelen. De overcapaciteit binnen de sector, in termen van huizen, appartemen<strong>ten</strong> en complete<br />
kantoorgebouwen die leeg staan, dient eerst te worden weggewerkt, voordat een nieuwe ronde van<br />
gezonde groei binnen de sector kan ontstaan. Wél is er in China veel behoefte aan sociale woningbouw,<br />
een deelaspect van de markt die in de afgelopen tien jaar verwaarloosd is geweest, mede omdat lagere<br />
overheden grondpercelen het liefst verkoch<strong>ten</strong> aan projectontwikkelaars van lucratieve bouwprojec<strong>ten</strong> in<br />
het bovensegment van de markt. De Chinese overheid heeft recentelijk ook aangekondigd dat een groei<br />
van 7,5% de doelstelling is voor 2012. Dit ligt lager dan het niveau van 8% plus dat voorheen de norm was,<br />
en beduidend lager dan het niveau van 10% plus van de afgelopen paar jaar. Ook zullen bij de aanstaande<br />
wisseling van de Chinese regeringsploeg de lange termijn economische doelstellingen opnieuw worden<br />
gedefinieerd. De Chinese economie heeft in het afgelopen decennium te sterk geleund op investeringen<br />
als motor voor de groei. Het voortzet<strong>ten</strong> van ditzelfde beleid is niet meer realistisch nu het Wes<strong>ten</strong> niet<br />
meer zo sterk kan consumeren als in het verleden en de Chinese lonen bovendien sterk zijn gestegen in<br />
de afgelopen 24 maanden, een bewuste keuze van de overheid om sociale onrust te voorkomen. De trend<br />
van industrialisatie gestoeld op goedkope arbeid lijkt tot het verleden te behoren en er zal een draai moe<strong>ten</strong><br />
plaatsvinden in de komende jaren naar meer consumptie, die vormt maar 34% van GDP versus 72% in de<br />
Verenigde Sta<strong>ten</strong> (zie bovenste rechter grafiek). Om dit te kunnen realiseren zal de Chinese overheid een<br />
beter sociaal vangnet moe<strong>ten</strong> creëren in termen van meer medische voorzieningen, sociale woningbouw en<br />
scholing voor met name de sociale onderlaag van plattelandsmigran<strong>ten</strong>, die volgens het hukhou-systeem<br />
van huishoudregistraties, in de grote steden in veel opzich<strong>ten</strong> economisch en maatschappelijk worden<br />
gediscrimineerd. Het <strong>door</strong>voeren van dergelijke hervormingen gaat echter niet over een nacht ijs, het zal<br />
daarom nog enige tijd duren voordat de overheid de grote Chinese onderlaag zal we<strong>ten</strong> over te halen minder<br />
te sparen en meer te consumeren.<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>
5. Film review<br />
In de film “Mission Impossible The Ghost Protocol” speelt Tom Cruise voor de vierde keer de rol van geheim<br />
agent Ethan Hunt. De film -opbrengs<strong>ten</strong> USD 700 miljoen- is een commercieel succes geworden, mede<br />
omdat op verschillende locaties wereldwijd (Canada, Praag, Dubai, Moskou en Mumbai) opnames zijn<br />
gemaakt om een zo groot mogelijk publiek te bereiken. Hunt krijgt in de film opdracht tot een geheime<br />
missie via een communicatiedrager die zichzelf vervolgens auto-vernietigt. De film inspireerde de cartoonist<br />
van de Economist tot het volgende prentje:<br />
6. Wat is geld?<br />
“All money is a matter of belief”<br />
Adam Smith (1723-1790), grondlegger van de moderne economie<br />
Geld oefent diverse functies uit: het is een rekeneenheid, waar<strong>door</strong> zaken als waarde, schuld en bezit,<br />
betekenis krijgen. Geld fungeert daarnaast als ruilmiddel. Het wordt tevens gebruikt om koopkracht in<br />
reserve te houden <strong>door</strong> consumptie uit te stellen naar de toekomst. Het kan ook dienen als eenheid voor<br />
uitgestelde betaling. Geld kende <strong>door</strong> de millennia heen diverse vormen: schelpen, koeien, tabak, of metalen<br />
zoals goud, zilver en koper vervulden de diverse functies van geld.<br />
9
10<br />
Anno 2012, vijf jaar na aanvang van de kredietcrisis, blijken de balansen van centrale banken in het Wes<strong>ten</strong><br />
flink te zijn uitgedijd. Volgens de algemene opvattingen leidt dit op termijn onherroepelijk tot hogere inflatie.<br />
In de media worden de centrale banken beticht van het steeds maar bijdrukken van geld. Deze perceptie is,<br />
voor de korte termijn althans, tot nu toe niet juist gebleken. Het verlengen van de balans van een centrale<br />
bank hoeft niet noodzakelijkerwijs gepaard te gaan met het verhogen van het niveau van chartaal geld, dat<br />
bestaat uit het papiergeld dat wordt gedrukt en de mun<strong>ten</strong> die worden geslagen, of giraal geld. Het me<strong>ten</strong><br />
van geldhoeveelheden gebeurt in veel gradaties, die aangeduid worden met de hoofdletter M van Money,<br />
gevolgd <strong>door</strong> een getal. De geldhoeveelheid M0 bestaat uit chartaal geld (biljet<strong>ten</strong> en mun<strong>ten</strong>) in omloop,<br />
bui<strong>ten</strong> de kluizen van (centrale) banken. M1, ook wel de maatschappelijke geldhoeveelheid genoemd,<br />
bestaat uit de componen<strong>ten</strong> chartaal geld in omloop, giraal geld op betaalrekeningen, elektronisch geld op<br />
bijvoorbeeld chipknippen en direct opvraagbare spaartegoeden. Alle geldcomponen<strong>ten</strong> van M1 komen weer<br />
voor in M2, de tussenliggende geldhoeveelheid. In M2 zit<strong>ten</strong> ook nog kortlopende deposito’s tot twee jaar en<br />
deposito’s met een opzegtermijn tot drie maanden. De zogenaamde ruime geldhoeveelheid M3 bestaat uit<br />
M2 plus repo’s, aandelen in geldmarktfondsen en korte termijn schuldbewijzen die nog maximaal twee jaar<br />
lopen. M3 wordt gezien als de meest belangrijke indicator om de hoeveelheid geld in het systeem te me<strong>ten</strong>.<br />
Belangrijk om te we<strong>ten</strong> is dat chartaal geld, opgeslagen in bankkluizen, alsmede de wettelijke reserves en de<br />
overtollige reserves van commerciële banken die op deposito worden aangehouden bij de centrale banken,<br />
geen onderdeel uitmaken van M1, M2, noch M3. Deze componen<strong>ten</strong>, plus het chartaal geld in omloop<br />
bui<strong>ten</strong> de kluizen van (centrale banken), vormen tezamen wél MB, de zogenaamde monetaire basis, het<br />
centrale banken geld. Het is deze monetaire basis die in de afgelopen jaren bui<strong>ten</strong>gewoon sterk is gegroeid<br />
<strong>door</strong> accomoderende maatregelen zoals QE (quantitative easing) <strong>door</strong> de Fed en driejarige-LTRO (Longer<br />
Term Refinancing Operation) <strong>door</strong> de ECB. Dit heeft nog niet geleid tot structureel hogere niveaus van M1,<br />
M2 en M3. Deze geldhoeveelheden worden bepaald <strong>door</strong> het proces van geldcreatie <strong>door</strong> de commerciële<br />
banken. De recente LTRO1-en LTRO2-acties van de ECB hebben voorlopig alleen maar geleid tot een<br />
toename van depositogelden bij de ECB (zie middelste grafiek hieronder) en afgewacht moet worden of<br />
deze middelen uiteindelijk zullen <strong>door</strong>vloeien naar consument en bedrijven in de vorm van krediet, zoals de<br />
ECB dat graag ziet.<br />
Zoals in bovenstaande grafieken te zien is, blijkt de geldhoeveelheid M3 in verhouding tot de balansverlenging<br />
van de ECB (links) en de monetaire basis MB (rechts), niet navenant te zijn gestegen. Naar verwachting zal<br />
dit ook niet snel gebeuren. Hiervoor dient in eerste instantie een fase van schuldreductie plaats te vinden<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>
ij overheden, financiële instellingen en particulieren. Het risico van een inflatie die sterk uit de hand loopt is<br />
daarom momenteel beperkt. Een sterk oplopen van de rente wordt daarom momenteel niet voorzien.<br />
7. Grote getallen<br />
Voor de liefhebbers: 1 biljoen is 1000 miljard, 1 biljard is 1000 biljoen, 1 triljoen is 1000 biljard en 1 triljard<br />
is 1000 triljoen. De Angelsaksische telling is anders en makkelijker te onthouden: het gaat oplopend van<br />
1 million naar 1 billion, 1 trillion (=1 biljoen), 1 quadrillion, 1 quintillon, 1 sextillion, enz. 1 triljoen is dus 1<br />
miljoen maal groter dan “one trillion”.<br />
1 Googol is 10 100 , oftewel 1 gevolgd <strong>door</strong> 100 nullen. Het getal Googolplex is 10 googol groot. Het grootste<br />
getal dat ooit is gebruikt in een serieus wiskundig bewijs is het Getal van Graham. De getallen Googol en<br />
Googolplex vallen bij het getal van Graham in het niet.<br />
In Zimbabwe was er tot 2009 hyperinflatie. Daar getuigt het volgende biljet van, en de mogelijkheid die<br />
was gerezen om reeds op jonge leeftijd miljardair te worden:<br />
8. Keynes is dood, en nu?<br />
“Je kunt beter niets doen, dan druk te zijn met niets.”<br />
Lao-Tsé, filosoof (+/- 600 v. Chr.)<br />
Bij de vorige publicatie van de <strong>Marktbeschouwingen</strong> van <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong> werd ingegaan op de rol die<br />
de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) momenteel speelt op de mark<strong>ten</strong>. De Fed heeft sinds het uitbreken<br />
van de kredietcrisis veel maatregelen uit de kast gehaald: verlaging van de korte rente naar 0,25%, QE1,<br />
QE2, Operation Twist zijn enkele voorname voorbeelden. Desalniettemin zijn de resulta<strong>ten</strong> in termen van<br />
economische groei en daling van de werkloosheid beperkt gebleven. Groei van GDP bleef in 2011 steken<br />
11
12<br />
op +1,7% en de werkloosheid is op een hoog niveau (8,3%) blijven hangen. Er is veel moeite gedaan, veel<br />
risico genomen <strong>door</strong> een wissel te trekken op de toekomst via het ingrijpend verlengen van de balans van<br />
de Fed (van USD 890 miljard in 2008 naar het huidige niveau van USD 2,88 biljoen), maar het bereikte<br />
resultaat is pover. Fed-president Ben Bernanke is zich hiervan bewust maar zal waarschijnlijk niets anders<br />
we<strong>ten</strong> te bedenken dan te zijner tijd, wanneer de inflatie op een lager niveau zal zijn beland, een nieuwe<br />
ronde van monetaire verruiming (QE3) aan te kondigen.<br />
Naast de stimuleringen <strong>door</strong> de Fed heeft de Amerikaanse overheid de afgelopen jaren diverse,<br />
Keynesiaanse maatregelen getroffen om de terugval van de binnenlandse vraag op te vangen. Premies<br />
voor het kopen van een auto, een huis, verlenging van de duur van de WW-uitkering, het tijdelijk verlagen<br />
van een aantal belastingen hebben niet geleid tot een verlaging van de zogenaamde output gap, het<br />
verschil tussen het economisch groeipo<strong>ten</strong>tieel en de gerealiseerde groei. De huidige trend voor de<br />
banengroei is onvoldoende om de werkloosheid sterk terug te dringen. De output gap in de Verenigde<br />
Sta<strong>ten</strong> bedraagt +5,5%. De elixir van Keynes heeft niet gewerkt, nog meer QE en stimuleringen van<br />
overheidswege zullen steeds minder marginaal nut opleveren.<br />
De Amerikaanse consument, die nog steeds gebukt gaat onder hoge schulden en een achteruitgang in<br />
koopkracht vanwege de neveneffec<strong>ten</strong> van QE2 (hogere prijzen voor grondstoffen) zal, geheel in lijn met<br />
het principe van Ricardo-equivalentie, gaan anticiperen op belastingverhogingen waar op termijn niet aan<br />
valt de ontkomen. Het principe van de 19e eeuwse econoom David Ricardo, een van de vooraanstaande<br />
klassieke economen, stelt dat elke vorm van belastingverlaging (of stimulering) dat gefinancierd wordt met<br />
het aangaan van overheidsschuld, uiteindelijk niet leidt tot een hogere vraag en meer consumptie, omdat<br />
de consument zich bewust is van de noodzaak van een toekomstige belastingverhoging.<br />
Aanwijzingen hoe verder te gaan zijn er voldoende geweest. Adam Smith, vader der economen, schreef<br />
meer dan 200 jaar geleden in “ Wealth of Nations” de volgende, beroemde passage:<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong><br />
“Every individual is continually exerting himself to find out the most advantageous employment<br />
for whatever capital (income) he can command. It is his own advantage, indeed, and not that of<br />
the society that he has in view. But the study of his own advantage naturally, or rather necessarily,<br />
leads him to prefer that employment which is most advantageous to society.....He in<strong>ten</strong>ds only in<br />
his own gain, and he is in this, as in many other cases, led by an invisible hand to promote an end<br />
which was not part of his in<strong>ten</strong>tion. By pursuing his own interest he frequently promotes that of the<br />
society more effectually than when he really in<strong>ten</strong>ds to promote it.”<br />
Adam Smith (1723-1790) The Wealth of Nations uit 1776
Met het concept van de “Onzichtbare Hand” stelt Adam Smith dat eigenbelang individuen aanzet tot het<br />
verrich<strong>ten</strong> van productieve activitei<strong>ten</strong>, die bovendien (onbedoeld) gunstig uitpakken voor het economisch<br />
belang van de samenleving. De logica van handelen uit eigen belang wordt <strong>door</strong> Adam Smith als volgt<br />
verduidelijkt:<br />
“It is not from the benevolence of the butcher, the brewer, or the baker that we expect our dinner,<br />
but from their regard to their own interest.”<br />
In zijn publicatie “The Theory of Moral Sentiments” uit 1759, die als de voorbereiding kan worden gezien<br />
op zijn magnum opus “The Wealth of Nations”, zette Smith uiteen dat het eigen belang van een individu<br />
niet los kan worden gezien van diens rol in de samenleving en de verantwoordelijkheden die daarbij<br />
horen. Een vrijemarkt samenleving, waarin het individu opkomt voor zijn eigen belang, is volgens Smith<br />
niet zozeer gebaseerd op egoïsme, maar op eigen vooruitgang als bijdrage aan de vooruitgang van het<br />
geheel.<br />
Het samenspel van individuen waarbij goederen en diens<strong>ten</strong> vrijwillig worden uitgewisseld is een<br />
basisbeginsel van de zogenaamde vrije markt. Efficiënte prijsvorming, de beste prijs, komt dan tot stand<br />
langs de weg van vraag en aanbod. Het principe van de vrije markt staat de afgelopen jaren onder druk.<br />
De huidige perceptie is dat de vrije markt geleid heeft tot veel onevenwichtigheden en dat het daarom niet<br />
deugt. In deze heeft de Nederlandse socioloog Abram de Swaan, emeritus hoogleraar aan de Universiteit<br />
van Amsterdam, de afgelopen jaren in een aantal lezingen aangegeven dat er niets mis is met het principe<br />
van vrijheid van markthandelen in de geest van Adam Smith, maar dat dit alleen plaats kan vinden als<br />
onderdeel van een drie-eenheid: met een sterke staat en een sociaal verband dat gestoeld is op enig<br />
niveau van moraliteit. In een lezing over het thema integriteit op een symposium van De Nederlandsche<br />
<strong>Bank</strong> in november 2008 zei hij over het “marktisme”, dat in zijn ogen volledig was <strong>door</strong>geslagen, het<br />
volgende:<br />
“In wezen is (de) verabsolutering van het vrije-marktbeginsel regelrecht in strijd met dat beginsel<br />
zelf, dat juist de veelvormigheid inhoudt van al die mensen die hun veelvoudige wensen aan<br />
andere mensen kenbaar maken in de verwachting met sommigen van hen iets van hun gading<br />
voor iets in hun bezit te kunnen ruilen. Maar dat vrije-markt beginsel veronderstelt al een<br />
samenleving waarin die ruilverhoudingen zijn ingebed in andere sociale betrekkingen en het<br />
veronderstelt een staat die ieders veiligheid en de naleving van afspraken kan garanderen. Eigenlijk<br />
beseft iedereen dat wel. Desondanks hebben geleerden, ondernemers en machthebbers dat<br />
marktbeginsel uit zijn context gelicht, los gemaakt uit zijn driehoeksverhouding met staatsmacht en<br />
gemeenschapszin en tot enig zaligmakend principe verheven, tegen beter we<strong>ten</strong> in. Ik beschouw<br />
dat als een gebrek aan intellectuele integriteit, zoals elk fundamentalisme”.<br />
Er is dus voldoende basis om er vanuit te gaan dat een samenleving er goed vanaf komt wanneer het<br />
individu, als marktdeelnemer en bouwsteen van de samenleving, zo veel als mogelijk wordt vrijgela<strong>ten</strong> in<br />
de invulling van zijn of haar economische activitei<strong>ten</strong> op basis van het gelijkheidsbeginsel. Anders gesteld,<br />
de overheid moet haar invloed op de markt beperken, minder regels willen stellen die de economische<br />
wet van vraag en aanbod overtreden, meer aan het individu overla<strong>ten</strong>, minder zekerheden bieden<br />
die het productieve proces op samenlevingsniveau belemmeren. Concreet betekent dit anno 2012<br />
bijvoorbeeld meer economische liberalisering voor alle landen van de Eurozone, verkorting van de duur<br />
13
14<br />
van werkloosheidsuitkeringen, zodat er een prikkel is om productief te zijn voor de maatschappij, meer<br />
zelf sparen als men eerder wil stoppen met werken als de pensioengerechtigde leeftijd wordt verhoogd,<br />
onnodige aanspraak op medische zorg tegengaan <strong>door</strong> burgers, in de vorm van een eigen bijdrage, bewust<br />
te la<strong>ten</strong> worden van de hoge kos<strong>ten</strong> die zijn gemoeid voor gezondheidszorg, enz. Gebleken is dat als<br />
overheden hiertoe niet overgaan, de obligatiemarkt volgt met waarschuwingen.<br />
Ludwig von Mises (1881-1973) David Ricardo (1772-1823)<br />
Meer inzicht in hoe de situatie in het Wes<strong>ten</strong> <strong>ten</strong> goede kan worden gekeerd, biedt de zienswijze op de<br />
conjunctuurcyclus <strong>door</strong> Ludwig von Mises van de zogenoemde Oos<strong>ten</strong>rijkse School. Von Mises was<br />
een van de weinigen in de jaren 20 van de vorige eeuw die de depressie had voorspeld. Het patroon<br />
van recessies en expansies zoals wij dat vandaag de dag kennen, is volgens Von Mises te wij<strong>ten</strong> aan de<br />
werking van kredietexpansie, het gevolg van de systematische interventies van centrale banken in het vrije<br />
markt systeem. Von Mises ging ervan uit dat, wanneer er geen expansie is van de geldhoeveelheid via<br />
het verstrekken van bankkrediet, vraag en aanbod zullen <strong>ten</strong>deren naar een voortschrijdend evenwicht,<br />
een situatie die teweeg wordt gebracht <strong>door</strong>dat prijzen in de markt op vrije wijze tot stand komen. Dit<br />
geldt niet alleen voor consumen<strong>ten</strong>produc<strong>ten</strong>, maar ook voor rente, de prijs van geld. Bij een situatie van<br />
voortschrijdend evenwicht kunnen zogenaamde “Booms and Busts” niet plaatsvinden. Echter, <strong>door</strong>dat<br />
centrale banken, als monopolistische overheidsinstellingen, eenzijdig hun verplichtingen kunnen opvoeren<br />
en daarbij geld kunnen creëren, worden commerciële banken daar<strong>door</strong> in de gelegenheid gesteld om<br />
kredietportefeuilles ongehinderd en langdurig te expanderen. Zonder interventie van een centrale bank<br />
zouden banken nooit ongebreideld aan kredietexpansie kunnen doen. Immers, elke expansie van krediet via<br />
geldcreatie <strong>door</strong> een bank resulteert, via transmissie in het geldverkeer, direct in het plaatsen van een schuld<br />
bij andere banken. In een vrije markt zouden concurrerende banken, wanneer ze dat niet vertrouwen, snel<br />
overgaan tot het verzilveren van die schuld, waar<strong>door</strong> de kredietexpansie in feite wordt teruggedraaid en de-<br />
creatie plaatsvindt van het geld dat ermee is geassocieerd.<br />
De Engelse econoom David Ricardo vermoedde begin 19e eeuw al dat, <strong>ten</strong> gevolge van de nieuwe<br />
geïnstitutionaliseerde rol van banken die halverwege de 18e eeuw ontstond, het fenomeen van fractioneel<br />
bankieren de oorzaak was voor de, toentertijd, als mysterieus bekend staande cycli van economische<br />
opgang en neergang. Het was Ricardo die vaststelde dat expansie van bankkrediet ook hogere inflatie<br />
met zich meebracht, een verschijnsel dat bijdroeg aan de terugkerende “eb en vloed” beweging van de<br />
economie. Von Mises <strong>door</strong>zag echter ook dat, <strong>door</strong>dat commerciële banken steeds meer leningen konden<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>
uitzet<strong>ten</strong> op facilitering <strong>door</strong> centrale banken, de rente kunstmatig naar lagere niveaus werd gebracht<br />
dan mogelijk zou zijn in een vrijemarkt omgeving. In een vrijemarkt kan de rente alleen maar dalen indien<br />
de geaggregeerde som van marktspelers besluit consumptie uit te stellen en geld te sparen. Von Mises<br />
poneerde dat het kunstmatig verlagen van de rente, leidt tot het plegen van overinvesteringen en het<br />
periodiek ontstaan van zeepbellen. Bij een kunstmatig lage rente worden investeringen, die bij een vrijemarkt<br />
rente niet rendabel zouden zijn, voor bedrijven plots wél interessant. In een cyclus van kredietexpansie<br />
worden vervolgens, met te goedkoop verkrijgbaar krediet, almaar duurder wordende goederen gekocht.<br />
Totdat een onherroepelijke prijsdaling plaatsvindt vanwege de kunstmatigheid van het proces dat niet<br />
gefinancierd is geweest met een overeenkomstige poel van écht geld, namelijk het spaargeld van de<br />
deelnemers op de vrije markt (individuen, etc.). Het zijn deze deelnemers die uiteindelijk verantwoordelijk zijn<br />
voor hun eigen consumptie- en investeringsgedrag, het daaraan gerelateerde spaarproces aansturen en<br />
daarmee investeringen faciliteren, niet de president van een centrale bank. De gevolgen van prijsdalingen<br />
van goederen, gekocht op krediet onder de bovengenoemde omstandigheden, la<strong>ten</strong> zich raden. De<br />
huizenbubbel, die in diverse landen in het Wes<strong>ten</strong> heeft plaatsgevonden, past in het plaatje van de vorming<br />
van zeepbellen volgens de zienswijze van Von Mises. De Dot-Com bubbel van 2000 is een ander voorbeeld.<br />
De set van oplossingen volgens Von Mises: om het probleem van het hoge niveau van overinvesteringen<br />
te tackelen moet de verhouding tussen consumeren en investeren worden verlaagd. Dit betekent concreet<br />
meer sparen <strong>door</strong> de consument en minder uitgeven <strong>door</strong> de overheid. De overheid dient te stoppen met<br />
infleren, mag consumptie niet stimuleren, noch kunstmatig ongezonde bedrijven overeind houden. De<br />
evolutieleer van Darwin is immers ook voor bedrijven van toepassing. Een recessie is bedoeld om opruiming<br />
te houden, wankele structuren moe<strong>ten</strong> worden gela<strong>ten</strong> voor wat die zijn, alleen ondernemers die winst<br />
maken bieden levensvaatbaarheid waar een samenleving iets aan heeft. De overheid en het bancaire sector<br />
in Japan hebben bijvoorbeeld veel te lang ondersteuning geboden aan zwakke bedrijven. In plaats van het<br />
transformatieproces snel te la<strong>ten</strong> plaatsvinden heeft Japan gekozen voor een bijzonder lange periode van<br />
uitzieken van de economie.<br />
De remedie waar Von Mises voor stond kan worden samengevat in: “ hard money”, “laissez-faire”, “hands<br />
off”, niets doen, minder overheid, en was compleet tegengesteld aan die van Keynes. Hetzelfde inzicht blijkt<br />
overigens al langer te bestaan. Over de rol van de overheid zei Lao Tsé ooit het volgende:<br />
“Governing a great nation is like cooking a small fish - too much handling will spoil it.”<br />
Lao Tsé, filosoof (+/- 600 v. Chr.)<br />
Nog niet eens zo lang geleden liet een president van de Verenigde Sta<strong>ten</strong> zich schertsend uit over de rol van<br />
de overheid:<br />
“Government’s view of the economy could be summed up in a few short phrases: If it moves, tax it.<br />
If it keeps moving, regulate it. And if it stops moving, subsidize it.”<br />
15
16<br />
Over de crisis zei hij toen:<br />
“In this present crisis, government is not the solution to our problem; government is the problem. From<br />
time to time we’ve been tempted to believe that society has become too complex to be managed by<br />
self-rule, that government by an elite group is superior to government for, by, and of the people. Well,<br />
if no one among us is capable of governing himself, then who among us has the capacity to govern<br />
someone else? All of us together, in and out of government, must bear the burden.”<br />
Ronald Reagan (1911-2004), oud president van de Verenigde Sta<strong>ten</strong><br />
Back to the future: het ziet er naar uit, nu de Keynesiaanse pogingen om de economie aan te wakkeren in<br />
de afgelopen jaren niet geleid hebben tot de gewenste resulta<strong>ten</strong>, dat het de geest van Von Mises is gelukt<br />
de obligatiemarkt te inspireren de Westerse overheden aan te zet<strong>ten</strong> tot verandering. De noodzakelijke<br />
bezuinigingen zullen ertoe leiden dat overheden in eerste instantie zullen krimpen, sociale voorzieningen<br />
minder zullen worden, met als gevolg dat burgers in grotere mate verantwoordelijk zullen worden<br />
gesteld voor hun eigen wel en wee. Met kleinere overheden ziet de toekomst, voor een samenleving met<br />
ondernemende en sociaal ingestelde burgers, er glorend uit!<br />
9. Onoverwinlijkheid voor iedereen<br />
Invictus<br />
Out of the night that covers me,<br />
Black as the Pit from pole to pole,<br />
I thank whatever gods may be<br />
For my unconquerable soul.<br />
In the fell clutch of circumstance<br />
I have not winced nor cried aloud.<br />
Under the bludgeonings of chance<br />
My head is bloody, but unbowed.<br />
Beyond this place of wrath and tears<br />
Looms but the Horror of the shade,<br />
And yet the menace of the years<br />
Finds, and shall find, me unafraid.<br />
It matters not how strait the gate,<br />
How charged with punishments the scroll.<br />
I am the master of my fate:<br />
I am the captain of my soul.<br />
William Ernest Henley<br />
(1849-1903)<br />
<strong>Marktbeschouwingen</strong> <strong>Bank</strong> <strong>ten</strong> <strong>Cate</strong> & <strong>Cie</strong>