12.09.2013 Views

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Meijer, met bijdragen van onder meer de hier besproken Rudie Kagie en Philomeen Lelieveldt. 178 Toch<br />

was in 1922 juist omwille van dit internationale karakter voor veel musici de maat vol. In het<br />

Handelsblad van 29 augustus 1922 lezen we dat musici een petitie aanboden aan de Amsterdamse<br />

burgermeester, met het verzoek voorwaarden te stellen over een maximum aan buitenlandse<br />

muzikanten in ensembles voor cafés en restaurants. Aanvankelijk begeleidden Nederlandse orkesten<br />

de optredens van professionele dansparen in theaters en op cursussen, maar vanaf 1924 begeleidden<br />

zij ook het dansen in het openbaar, in horecagelegenheden. 179 Over de muzikale bijdragen van het<br />

grote en gevarieerde aanbod laat Lelieveldt weten: ‘Het aanbod van jazzbands was in de beginjaren<br />

zeer divers: de bezettingen varieerden, evenals de kwaliteit van de muziek’. 180<br />

Rudie Kagie laat in De eerste neger (2006) een aantal Surinaamse artiesten aan het woord, die<br />

eind jaren twintig in het Nederlandse amusementswezen verzeild geraakt zijn. Eén van hen is Frits<br />

Blijd, die onder de artiestennamen Freddy Blythe, Jimmy Blue en Roci Fernando als drummer en als<br />

tapdanser in nachtclubs werkte. ‘Wie zwart was’, liet Blijd weten, ‘had in die tijd een flinke streep<br />

voor op andere artiesten. Welnee, van discriminatie heb ik nooit iets gemerkt. De kleur van mijn huid<br />

werkte juist in mijn voordeel’. 181 In de jaren dertig was Blijd portier bij het Rotterdamse ‘Negro Palace<br />

Mephisto’. Vanaf het uitbreken van de oorlog, stond hij in de keuken van ‘negercabaret Casanova’,<br />

ook in Rotterdam. Frits Blijd was overigens vanuit Suriname niet in Rotterdam aangekomen, maar in<br />

Amsterdam en wel op 3 januari 1928, met oceaanstormer s.s. Cottica. Hij was als twintigjarige Surina-<br />

mer één van de verstekelingen in het scheepsruim; een andere was de zestienjarige Arthur Parisius.<br />

Deze Lodewijk Rudolf Arthur Parisius (roepnaam Arthur) was beter bekend onder zijn<br />

artiestennaam ‘Kid Dynamite’. Hij was de meest befaamde Surinaamse tenorsaxofonist. Hij werd op<br />

23 juli 1911 geboren in het dorp Hannover in district Para en reisde eind jaren twintig als verstekeling<br />

naar Nederland. Althans, dat is één van de scenario’s die Herman Openneer geeft van de aankomst<br />

van Kid Dynamite in Nederland. 182 Zijn verblijf op Curaçao in zijn jonge jaren duidde op werk als<br />

koksmaat en kok aan boord van een koopvaardij- of vrachtschip. Zou het niet aannemelijk zijn, dat de<br />

jonge Arthur ook op de s.s. Cottica (van de KNSM) als koksmaat meegevaren is? Was dit eigenlijk wel<br />

in 1928, of is hij pas in 1931 overgevaren? Openneer stelt in ieder geval zijn vraagtekens bij het verhaal<br />

van Blijd. Verstekeling of niet, Arthur Parisius ging in Nederland aan het werk als muzikant, waarbij<br />

we zijn naam voor het eerst in 1931 tegenkomen op een affiche.<br />

Kid Dynamite speelde door heel Nederland, waar hij bekend werd om zijn grote voorliefde<br />

voor de jazzmuziek. Hoewel Duitsland nog altijd het achterland van musici in Nederland was,<br />

kwamen zwarte musici vanaf begin jaren dertig daar niet meer binnen. Dynamite reisde met enkele<br />

Nederlanders, waaronder Piet van Dijk, naar Zwitserland. In Amsterdam was hij vaak in Club<br />

178 R. Buikema en M. Meijer, Kunsten in beweging. Cultuur en migratie in Nederland 1900-1980 (Den Haag 2003) 75-76.<br />

179 Ph.B Lelieveldt,’Nederlandse musici demonstreren tegen de concurrentie van buitenlandse vakgenoten’, in: Buikema<br />

en Meijer, Kunsten in beweging, 80. Zie: J. Groeneboer, ‘Verboden te dansen’, in: Ons Amsterdam (okt. 2001) 258-264.<br />

180 Lelieveldt, Voor en achter het voetlicht, 224.<br />

181 Kagie, De eerste neger, 66-67.<br />

182 H. Openneer, Kid Dynamite. De legende leeft (Amsterdam 1995) 7-8.<br />

68

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!