12.09.2013 Views

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

an art form by the people of my own country… I believe that the great mass of the American people<br />

still consider jazz as lowbrow music. To them, jazz is music for kids and dope addicts. Music to get<br />

high to. Music to take a fling to. Music to rub bodies to. Not ‘serious’ music. Not concert hall material.<br />

Not music to listen to. Not music to study’. 52 Dizzy bekritiseert hier het voortdurend gebrek aan<br />

respect en waardering voor jazzmuziek. De muziek confronteerde het publiek en de recensenten met<br />

een legitimiteitvraagstuk en werden er allerlei claims gedaan over waar de muziek vandaan kwam.<br />

Was jazz niet gewoon een deviante vorm van entertainment?<br />

In het Interbellum is aan de andere kant van de wereld een grote Nederlandse gemeenschap,<br />

wonend en werkend in Nederlands-Indië, voor een deel ook daar geboren, met een Westerse smaak,<br />

die aan de Nederlandse jazzgeschiedenis meeschrijven. Europees en Amerikaans amusement was in<br />

de sociëteiten en restaurants inmiddels een gewone zaak geworden; om de dansavonden mogelijk te<br />

maken waren er ook steeds meer dansorkesten en jazzbands in de Nederlandse Oost-Kolonie te<br />

vinden. Jazzliefhebber Allard Möller, die als redacteur aan het Bredase jazzblad Chronicle verbonden<br />

was, bundelde in Batavia, a swinging town! (1987) de gegevens van de orkesten en de verhalen van<br />

musici uit Nederlands-Indië. 53 Gedurende de Roaring Twenties neemt het aantal orkesten toe evenals<br />

de pittige speelstijl daarbinnen; met de soevereiniteitsoverdracht in 1949 moesten deze Westerse<br />

cultuurvormen wijken voor Indonesische. In de tussentijd hadden Indische en Nederlandse<br />

muzikanten jarenlang broederlijk geswingd, soms samen met ‘buitenlanders’ (Filippino en<br />

Amerikaanse), wat van een steeds groter internationaal netwerk getuigde. Jazzgeschiedenis is dan ook<br />

een historie van invloeden en contacten.<br />

Het sterk internationale karakter van het beroep van musicus bleek gunstig voor de versprei-<br />

ding van de jazz. Over deze cultuuroverdracht bericht de bundel van Rosemarie Buikema en Maaike<br />

Meijer, met bijdragen van onder meer de hier besproken Rudie Kagie en Philomeen Lelieveldt. 54 Toch<br />

was in 1922 juist omwille van dit internationale karakter voor veel musici de maat vol. In het<br />

Handelsblad van 29 augustus 1922 lezen we dat musici een petitie aanboden, aan de Amsterdamse<br />

burgermeester, met het verzoek voorwaarden te stellen over een maximum aan buitenlandse muzi-<br />

kanten in ensembles voor cafés en restaurants. Aanvankelijk begeleidden Nederlandse orkesten de<br />

optredens van professionele dansparen in theaters en op cursussen, maar vanaf 1924 begeleidden zij<br />

ook het dansen in het openbaar, in horecagelegenheden. 55 Over de muzikale bijdragen van het grote<br />

en gevarieerde aanbod laat Lelieveldt weten: ‘Het aanbod van jazzbands was in de beginjaren zeer<br />

divers: de bezettingen varieerden, evenals de kwaliteit van de muziek’. 56<br />

De Nederlandse jazzgeschiedenis lijkt voor een groot deel een geschiedenis van ‘de acceptatie<br />

van de Amerikaanse cultuur’ geworden te zijn. Henk Kleinhout schreef hierover een proefschrift, dat<br />

52 D. Gillespie, "Jazz is too good for Americans", in: Esquire, vol. (june 1957) 55.<br />

53 A.J.M. Möller, Batavia, a swinging town! Dansorkesten en jazzbands in Batavia, 1922-1949 (Den Haag 1987).<br />

54 R. Buikema en M. Meijer, Kunsten in beweging. Cultuur en migratie in Nederland 1900-1980 (Den Haag 2003) 75-76.<br />

55 Ph.B Lelieveldt,’Nederlandse musici demonstreren tegen de concurrentie van buitenlandse vakgenoten’, in: Buikema<br />

en Meijer, Kunsten in beweging, 80. Zie: J. Groeneboer, ‘Verboden te dansen’, in: Ons Amsterdam (okt. 2001) 258-264.<br />

56 Lelieveldt, Voor en achter het voetlicht, 224.<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!