finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
finalVersion - Erasmus University Thesis Repository - Erasmus ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
geschiedenis te verklaren; het inzicht in de veranderingen van jazz zou vervolgens licht werpen op<br />
allerlei andere cultuurfenomenen, door hun typische veranderlijkheid en verwevenheid met elkaar.<br />
In de Amerikaanse muziek van de afgelopen eeuw onderscheidt Peterson grofweg drie stro-<br />
mingen: ‘pop’, ‘folk’ en ‘fine art’. Met name voor popmuziek zijn er duidelijke (historische) periodes<br />
aan te wijzen, waarin een zekere stijl of artiest populair is; in ons geval bijv. de ´Jazz Age´ van de jaren<br />
1920. De modegevoeligheid van popmuziek, samen met de relatief korte tienertijd (met ene rage na de<br />
andere) en bij behorend consumentengedrag, zorgt voor de karakteristieke ‘succession of fads’. 45<br />
Opmerkelijk voor jazzmuziek is, dat deze alle drie de stromingen als fase heeft doorlopen. Ten eerste,<br />
in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog, als samensmelting van verschillende vormen van zwarte<br />
volksmuziek en volkse cabaretmuziek. 46 Ten tweede als jazzmuziek de populaire dansmuziek wordt<br />
en met allerlei trends van popmuziek mee is geëvolueerd. Ten derde, de meest recente ontwikkeling<br />
dat jazz tot de hogere kunsten gerekend wordt. Anders dan de meeste andere publicaties heeft deze<br />
aandacht voor de overgangen tussen fases in het geschetste model, in plaats alle stijlen te bespreken.<br />
Peterson geeft een drietal verklaringen voor de opkomst van jazzmuziek in de jaren 1920, die<br />
in het theoretisch raamwerk van mijn Master <strong>Thesis</strong> worden uitgebouwd. Het gaat hier kortweg om:<br />
de dynamiek van de grillen van de popmuziek; de sociale onrust in tijden van oorlog en rebellie; en<br />
technologische ontwikkelingen en een verschuiving binnen de muziekindustrie. Door deze drie zaken<br />
tezamen was er een doorslaggevende nieuwe markt ontstaan voor ‘recorded music for college youth<br />
and urban performances in places featuring dancing and drinking’. 47 Voor de neergang van de rage<br />
van de jaren 1920 kunnen dezelfde drie verklarende factoren worden aangehouden: de muziektrends,<br />
de sociale situatie en de technologie zorgden voor een nieuwe popcultuur. Jazzmuziek werd deels een<br />
andere richting uit gestuwd, deels bleef zij hetzelfde; in beide gevallen rijst dan de vraag in hoeverre<br />
nog van ‘jazz’ gesproken kan worden. Jazz is per definitie ‘bewegende’, ‘veranderlijke’, ‘vrije’ muziek.<br />
De moeilijkheid van het beschrijven en verklaren van ontwikkelingen in de jazz begint al met de<br />
kwestie wat we wel en niet als ‘jazz’ kunnen aanmerken.<br />
2.3.2 Enkele aspecten van een samengestelde jazzgeschiedenis<br />
In Kees Wouters’ Ongewenschte Muziek (1999) wordt de jazzmuziek in Duitsland en Nederland in het<br />
Interbellum besproken, met speciale aandacht voor de overheidsbemoeienis met deze muziek.<br />
Negatieve reacties op de nieuwe amusements- en dansmuziek voerden de boventoon: hieruit sprak<br />
vooral ‘angst voor het vreemde, het primitieve en het erotische’. 48 Dit proefschrift van Wouters is<br />
onder vuur genomen vanwege de ‘onwetenschappelijkheid’ van het dikke boek, dat het verhaal van<br />
1920 tot 1945 vertelt, zonder expliciete probleemstelling, zonder evaluaties van het materiaal, zonder<br />
theoretische beschouwing. Huub Wijfjes geeft aan dat hoewel het verhaal gedetailleerd is en het<br />
45 Peterson, ‘Phases of Jazz’, 137.<br />
46 G. Schuller, Early Jazz. Its Roots and Development (Oxford 1968) 63-88.<br />
47 Peterson, ‘Phases of Jazz’, 140; verwijzing: D. Ewens, The History of Popular Music (New York 1961) 175-181.<br />
48 K.C.A.T.M. Wouters, Ongewenschte muziek. De bestrijding van jazz en moderne amusementsmuziek in Duitsland en<br />
Nederland, 1920-1945 (Den Haag 1999) 375.<br />
29