Kerkdiensten Meditatie - Kerkklok.info
Kerkdiensten Meditatie - Kerkklok.info
Kerkdiensten Meditatie - Kerkklok.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Boekbespreking<br />
Op verzoek van de<br />
doopouders lazen we<br />
tijdens de doopdienst van 5<br />
augustus eens een keer uit<br />
de Statenvertaling. Ik<br />
hoorde toen van een aantal mensen dat vooral<br />
de tien geboden in die vertaling zo mooi en<br />
vertrouwd klonken. Bijzonder is dat, hoe je je<br />
kunt hechten aan bepaalde woorden en<br />
klanken. Oud-hoofdredacteur van Trouw Jan<br />
Greven schreef twee jaar terug een boekje ‘De<br />
bijbel van mijn jeugd’ waarin dat thema ook<br />
terugkomt – toen mede naar aanleiding van de<br />
komst van de Nieuwe Bijbelvertaling. Greven<br />
zelf vindt het jammer dat er over de straf voor<br />
de hebberige knecht van Elisa Gehazi niet<br />
meer staat “en zie, melaats als sneeuw.” Nu<br />
staat er dat “zijn huid schilferig en wit als<br />
sneeuw” is. Dat heeft voor hem niet meer<br />
dezelfde impact. Hij beschrijft hoe hij in de<br />
jaren ’50 vertrouwd raakte met de taal van de<br />
bijbel: door het Bijbellezen aan tafel, de<br />
verjaardagspsalm (de psalm met het nummer<br />
van je leeftijd werd gelezen) en de school met<br />
de bijbel. Woorden die je vaak gehoord hebt,<br />
woorden die je op belangrijke momenten in je<br />
leven gehoord hebt, kunnen een heel speciale<br />
lading krijgen. Dat lijkt mij iets waaraan we<br />
zeker niet voorbij moeten gaan, en aan de<br />
andere kant is het ook goed om de tijd te<br />
nemen om je te hechten aan nieuwe, meer<br />
hedendaagse woorden zoals die van de Nieuwe<br />
Bijbelvertaling. In de rest van ‘De bijbel van<br />
mijn jeugd’ kijkt Greven terug op zijn studie<br />
theologie van destijds. Als gereformeerde<br />
jongen ging hij naar de Vrije Universiteit. Daar<br />
werd hij aan de ene kant opgeleid in de<br />
“traditionele gereformeerde Schriftuitleg”,<br />
terwijl hij aan de andere kant leerde over<br />
historisch onderzoek naar de oorsprong van de<br />
bijbel. Twee kanten die met “gekunstelde<br />
redeneringen” met elkaar in overeenstemming<br />
werden gebracht. Greven beschrijft hoe het<br />
uiteindelijk toch tot een botsing komt en<br />
verbaast zich erover hoe weinig dat hemzelf<br />
eigenlijk allemaal deed. Hij merkte dat hij<br />
steeds veeleer met andere vragen zat. “Het<br />
waren vragen die hoorden bij het menselijk<br />
bestaan. Op die vragen gaf het systeem geen<br />
antwoord. Wel op vragen die ik niet stelde. Zo<br />
is wat mij betreft de relevantie van het<br />
gereformeerde systeem geleidelijk aan<br />
verminderd en heb ik het uiteindelijk<br />
geruisloos verlaten,” schrijft hij. Helaas houdt<br />
het boekje twee bladzijden verder al op, ik had<br />
graag nog wat uitgebreider gehoord over zijn<br />
6<br />
huidige manier van omgaan met levensvragen,<br />
maar het is prettig leesbaar boekje over de<br />
taal van de bijbel en de gereformeerde<br />
theologie.<br />
Jan Greven, De bijbel van mijn jeugd,<br />
Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2005,<br />
ISBN 90 351 2850 8<br />
Damhoekje<br />
De vorige keer heb ik verteld over de notatie<br />
bij dammen. De donkere vakjes waarop je<br />
speelt zijn genummerd: van 1 linksboven bij<br />
zwart tot en met 50 rechtsonder bij wit. Een<br />
dambord moet je trouwens altijd zo<br />
neerleggen dat je helemaal linksonder een<br />
donker vakje hebt. De vorige keer heb ik twee<br />
versies van het beginnerszetje de Haarlemmer<br />
opgegeven. Meteen vanuit de opening komt er<br />
al snel een zetje in. In het toen afgedrukte<br />
diagram ontstond na de zetten 32-28 (18-23)<br />
37-32 – de zetten van zwart staan overigens<br />
altijd tussen haakjes. Zwart kan nu twee<br />
stenen winnen door eerst met (23-29) een<br />
steen weg te geven. Wit moet slaan: of<br />
meteen 34x23; of eerst 33x24, dan slaat zwart<br />
terug met (20x29) en moet wit alsnog 34x23<br />
slaan. Dan geeft zwart nog een steen weg met<br />
(17-22); wit slaat 28x17; en zwart kan er drie<br />
slaan met (19x26). Zwart heeft er nu twee<br />
weggegeven en slaat er drie terug, en de witte<br />
schijf op 17 kan niet weg dus die zal zwart de<br />
volgende keer slaan.<br />
De oplossing van de andere Haarlemmer na de<br />
beginzetten 33-28 (18-22) 39-33 is: (22-27)<br />
[eventueel volgt dan 32x21 (16x27), maar<br />
sowieso zorgt zwart dat wit moet slaan met:]<br />
31x22 (19-23) 28x19 (17x30!) 35x24 en zwart<br />
slaat vervolgens altijd de witte schijven op 19<br />
en 24 die nergens heen kunnen.<br />
Deze keer twee zetjes met wat minder<br />
stenen op bord, een makkelijke en een wat<br />
moeilijkere. Steeds geldt hier: wit speelt en<br />
wint, maar hoe?