Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
Naast medici bereizen echter ook vele andere ‘Indische ambtenaren’ grote of kleine afgelegen delen<br />
van Nederlands-Indië en dragen van daaruit bij aan de vorming van de Indische en Nederlandse<br />
volkenkundige verzamelingen in respectievelijk Batavia, Leiden en – tot 1864 – Delft. Te Delft bevindt<br />
zich tot dat jaar namelijk de Koninklijk Academie waar de opleiding tot ‘Indisch Ambtenaar’ plaatsvindt.<br />
In dat kader bezit de Academie zelf ook een respectabele collectie ethnografica. Bij de opheffing van<br />
deze opleiding in 1864 wordt haar verzameling in haar geheel overgebracht naar Leiden en aan de<br />
collectie van <strong>het</strong> REM toegevoegd (serie 37, meer dan 1000 objecten). Daarmee verwerft <strong>het</strong> REM<br />
onder meer een topcollectie oude wayang poppen.<br />
Gedurende de laatste decennia van de negentiende eeuw breidt de Indonesië verzameling zich<br />
explosief uit. Het begint met de Nederlandse inzending voor de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1878<br />
die daarna in Leiden belandt (serie 300, circa 1700 voorwerpen). In 1881 volgt de toevoeging van de<br />
collectie die is verzameld tijdens de Midden-Sumatra expeditie van 1877-1879 (serie 268, 571<br />
objecten). In 1883 vindt in Amsterdam de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling<br />
plaats en ook daarvan komen de Indische voorwerpen naar Leiden (serie 370, circa 4000 objecten).<br />
Datzelfde jaar worden daar bovendien nog de vele duizenden voorwerpen uit <strong>het</strong> net opgeheven<br />
Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden (serie 360) aan toegevoegd. Ruim tien jaar later, in 1894, krijgt<br />
<strong>het</strong> Rijks Ethnografisch museum opnieuw na afloop van een grote koloniale tentoonstelling, ditmaal te<br />
Batavia, een aanzienlijk deel van de Nederlandse inzending (series 1008-1011, ruim 470 objecten).<br />
Eveneens in 1894 schenkt H.M. Koningin-regentes Emma een uitgebreide collectie poppen en<br />
miniatuur attributen (serie 1108, ruim 480 voorwerpen) die, net <strong>als</strong> bij de koloniale exposities <strong>het</strong> geval<br />
is, kan worden beschouwd <strong>als</strong> een fraai voorbeeld van ‘koloniaal verzamelen’. Doel van deze<br />
toentertijd in Europese landen met koloniën zeer populaire vorm van verzamelen, is <strong>het</strong> bijeenbrengen<br />
en exposeren van objecten om daarmee de (westerse) bezoekers een representatief beeld te geven<br />
van de historie, <strong>het</strong> hedendaagse leven of van nieuwe ontwikkelingen in bepaalde landstreken van de<br />
verre koloniën. Koningin Emma’s poppencollectie geeft om die reden een goed beeld van kleding in<br />
hele archipel kort voor de eeuwwisseling.<br />
Naast de collectie-aanwas via tal van civiele kanalen vormt ook de militaire aanwezigheid in <strong>het</strong><br />
toenmalige Nederlands-Indië een belangrijke voedingsbron voor de groei van de Indische<br />
verzameling. Vooral de militaire pacificatie van een aantal uithoeken van de archipel op <strong>het</strong> einde van<br />
de negentiende eeuw en <strong>het</strong> begin van de twintigste eeuw zorgt, naast <strong>het</strong> definitief vestigen van <strong>het</strong><br />
Nederlandse gezag ter plaatse, voor een toestroom van vele voorwerpen. Daaronder vooral ook veel<br />
kostbaarheden, die al dan niet oneigenlijk worden verkregen. De verzamelingen die <strong>het</strong> gevolg zijn<br />
van de militaire veroveringen van Aceh op Sumatra en van de eilanden Bali en Lombok, zijn hiervan<br />
de meest spectaculaire voorbeelden. Overigens bezit <strong>het</strong> museum al van vóór de verovering van Bali<br />
in 1906-1908 een belangrijke collectie voorwerpen van dit eiland.<br />
In de slipstream van<br />
Niet op militaire leest geschoeid, maar <strong>als</strong> onderneming niet minder heldhaftig, zijn in de laatste jaren<br />
van de negentiende eeuw de drie expedities van A.W. Nieuwenhuis naar de binnenlanden van<br />
Borneo. In voorafgaande jaren gaan al wel bestuursambtenaren af en toe de binnenlanden in en<br />
trachten dan zo vér mogelijk rivieren op te varen. Van deze korte en beperkte expedities keren zij vaak<br />
terug met kleine verzamelingen. Daarvan bevinden zich een aantal zeer belangrijke voorwerpen, zo<strong>als</strong><br />
enkele prachtige maskers, in de museumcollectie. Tijdens de tweede expeditie slaagt Nieuwenhuis<br />
erin, <strong>als</strong> eerste Europeaan, Borneo van west naar oost te doorkruisen.<br />
Het merendeel van de voorwerpen die hij tijdens zijn drie expedities bijeenbrengt, vindt uiteindelijk zijn<br />
weg naar Leiden (series 1219 en 1308) en maken de Dayak collectie van <strong>het</strong> <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong><br />
tot de belangrijkste ter wereld.<br />
In de eerste twee decennia van de twintigste eeuw komt ook de zogenoemde Ethische politiek in<br />
Nederlands-Indië tot bloei. De gedachte die hieraan ten grondslag ligt, is dat de kolonie er niet louter<br />
en alleen is voor de exploitatie van haar grondstoffen en haar bevolking. Zowel <strong>het</strong> Nederlandse<br />
koloniale bestuur <strong>als</strong> de in Indië ondernemende, explorerende of missionerende Nederlanders dienen<br />
de koloniale bevolking zodanig te gaan vormen dat zij uiteindelijk – op hele lange termijn – kan komen<br />
tot politieke en economische zelfstandigheid. Om daarmee te kunnen beginnen en succesvol te<br />
kunnen zijn, is kennis van de reeds bestaande inlandse (kunst)nijverheid een belangrijke voorwaarde.<br />
De belangstelling die zodoende ontstaat voor bestaande locale kunstnijverheidstradities leidt<br />
vervolgens weer tot <strong>het</strong> bijeenbrengen van soms aanzienlijke verzamelingen, zo<strong>als</strong> bijvoorbeeld de<br />
grote serie vlechtwerken die gouverneur J.E. Jasper verzamelt en in 1908 aan <strong>het</strong> museum schenkt<br />
(serie 1647, 1350 voorwerpen).