Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
81 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MUSEUM VOLKENKUNDE Een van de hier gekozen uitgangspunten is dat de collectie een wetenschappelijk doel heeft. Ze moet mogelijkheden voor onderzoek bieden om de waarde en maatschappelijke betekenis ervan te vergroten. Het is ontegenzeglijk een nadeel dat het overgrote deel van de latere collecties niet beantwoordt aan de normen, die vooral door Blomhoff en Fisscher werden gesteld, namelijk dat hun exacte functie en gebruik of ook datering werden vastgelegd of bekend zijn (Ouwehand is hierop een gunstige uitzondering). Gelukkig kunnen deze, deels althans, alsnog gereconstrueerd worden (Siebold door vergelijking met de catalogi van Blomhoff en Fisscher bijvoorbeeld). Maar wanneer dat niet meer mogelijk is of er geen sprake meer is van zulke zinvolle vergelijking, moet afstoting als een serieuze optie worden overwogen. Deze zou dan vooral toegespitst kunnen worden op voorwerpen uit latere periodes, globaal vanaf de Meiji-periode, wanneer zinvolle vergelijking met voorwerpen uit de kerncollectie onmogelijk is, ook al doordat de daarvoor benodigde documentatie nu al ontbreekt en vaak niet meer te achterhalen is. Overigens kan het dynamisch karakter van de materiële cultuur niet geheel veronachtzaamd worden. Voor enkele aspecten van de Japanse materiële cultuur of kunstnijverheid geldt gelukkig dat er sprake is van een sterke continuïteit: (thee)ceramiek, lakwerk en architectuur. De vraag die men kan stellen is of het Museum Volkenkunde niet ook de hedendaagse ontwikkelingen in Japan moet bijhouden. Het antwoord is uiteraard ja - maar het is ondoenlijk om deze (zelfs al voor de kunst en kunstnijverheid) op adequate wijze ook te verzamelen. Onderzoek daarnaar zal toch altijd ter plaatse gedaan moeten worden en voor presentatie kan uitstekend een beroep gedaan worden op verschillende musea die dit gebied wel bijhouden. Hier mag nog aan worden toegevoegd dat niet alleen het onderzoek van de huidige conservatoren juist deze verzamelingen of periode betreft, ook dat van tenminste drie eerdere generaties conservatoren speelde zich op dit gebied af.
De Fotocollecties Linda Roodenburg 82 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MUSEUM VOLKENKUNDE Inleiding De fotoverzameling bevat foto's gemaakt in de (voormalige) Nederlandse koloniën en niet-koloniale gebieden waaronder het Midden-Oosten (Perzië, Daghestan), China en Tibet, Zuid-Oost Azië, Japan, Noord-, Zuid- en Centraal Afrika, Noord- Midden- en Zuid Amerika, Australië en Oceanië. Op enkele uitzonderingen na zijn de foto's gemaakt door buitenstaanders, oftewel westerse fotografen. De meest recente fotografie (na 2000) is in toenemende mate afkomstig van fotografen uit de betreffende culturen. Een kwantitatieve beschrijving van de fotocollectie is een momentopname. De verzameling groeit jaarlijks, soms met tientallen, soms met tienduizenden tegelijk. Vanwege omvang en diversiteit is de collectie verdeeld in twee delen: 1. de historische, museale collectie en 2. de documentatie of het beeldarchief. De museale collectie groeit door selectie van materiaal uit het beeldarchief en door schenkingen, legaten, aankopen en opdrachten. Uit het beeldarchief verdwijnen foto’s door genoemde overheveling naar de museale collectie en door eventuele deselectie. Net als de museale collectie groeit het beeldarchief door schenkingen, legaten, opdrachten en door fotografie- en reproductie-activiteiten van museummedewerkers. De fotocollectie als geheel bevat op dit moment (2007) circa 350.000 objecten. De historische of museale collectie (fotografie van 1845 tot 1940) zal in 2008 naar schatting 50.000 foto’s bevatten. Exactere aantallen zijn niet te geven omdat de selectie ten behoeve van de museale collectie van fotografie tot 1940 in volle gang is. De foto's van de museale collectie worden op dit moment opnieuw geordend vanwege een herziene indeling van de collectie. Om die reden zijn niet alle object- of serienummers bekend . De museale collectie bevat fotografie in de vorm van originele afdrukken (vintageprints), transparanten (negatieven en positieven) en fotografisch drukwerk (schoolplaten, boeken, documenten, ansichtkaarten). De kern van deze collectie bestaat uit 5000 vroegste antropologische foto’s, door het museum verzameld vóór 1910. De collectie hedendaagse fotografie (na 2000), verzameld met het oog op opname in de historische collectie of in het beeldarchief, bevat behalve originele afdrukken, transparanten en fotografisch drukwerk, ook digitale bestanden en multi-media installaties. Geschiedenis van de collectie De vroege verzamelingen Tussen 1870 en 1909 verwierf het museum fotoseries door aankoop en schenkingen. Deze oudste foto's zijn gemaakt in alle door het museum onderscheiden cultuurgebieden plus West- Azië(Kaukasus) en Europa (Polen, Nederland). De fotografen zijn voornamelijk Europeanen, die zich als beroepsfotograaf gevestigd hebben in buiten-Europese landen of amateurs die zich vanwege hun aanstelling (onderzoeker, diplomaat, militair, ambtenaar, missionaris, zendeling) tijdelijk buiten Europa bevinden en daar fotograferen in het verlengde van de uitoefening van hun functie. Deze negentiende eeuwse en vroeg twintigste eeuwse fotografie kenmerkt zich door het overzichtelijke aantal foto's per serie of onderwerp. Fotograferen was, vooral onder tropische omstandigheden, een zeer complexe en arbeidsintensieve techniek die alleen door specialisten beheerst werd. De oudste fotoseries hebben soms een directe relatie met de voorwerpencollectie van het museum, maar in veel gevallen niet. Het museum verzamelde foto's van alle culturen waarvan men verwachtte dat deze door het contact met het westen spoedig ingrijpend zouden veranderen of helemaal verdwijnen. De eerste grote aankoop dateert uit 1870. Het betreft een aankoop van het particuliere Museum Godeffroy te Hamburg en omvat 255 foto's, waaronder de eerste foto's van Aborigenes in Noord- Australië. Voorts verwerft het museum foto's naar aanleiding van de wereldtentoonstellingen in o.a. Parijs (1878, 1884, 1931), Amsterdam (1883) en Antwerpen (1894). Het zijn foto's gemaakt van voorwerpen uit andere collecties (o.a. collectie Lindberg), van tentoonstellingspaviljoens (collectie Pieter Oosterhuis), fotoseries over mensen en activiteiten in koloniale gebieden (o.a. collectie Onafhankelijke Congostaat) en foto's van inheemsen die 'life' getoond werden aan het publiek (o.a. collectie Prince Roland Bonaparte, 1883). Voorts koopt het museum in deze periode fotoseries van professionele fotografen (collectie I. van Kisbergen/Indonesië, R. Parkinson/Oceanië, collectie C. Nieuwenhuis/Indonesië), van onderzoekers (collectie Buttiköfer/Liberia, collectie F.Starr/Zuid-Mexico, collectie Demmeni/ Indonesië, collectie Versteeg/Suriname), van handelaars/verzamelaars (collectie
- Page 32 and 33: 31 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 34 and 35: Collectieprofiel Cultuurgebied Afri
- Page 36 and 37: 35 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 38 and 39: 37 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 40 and 41: 39 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 42 and 43: 41 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 44 and 45: 43 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 46 and 47: 45 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 48 and 49: 47 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 50 and 51: 49 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 52 and 53: 51 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 54 and 55: Literatuur 53 VERZAMELDE COLLECTIEP
- Page 56 and 57: 55 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 58 and 59: 57 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 60 and 61: 59 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 62 and 63: Collectieprofiel Cultuurgebied Circ
- Page 64 and 65: 63 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 66 and 67: 65 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 68 and 69: 67 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 70 and 71: 69 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 72 and 73: 71 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 74 and 75: 73 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 76 and 77: Collectieprofiel Korea Ken Vos 75 V
- Page 78 and 79: 77 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 80 and 81: 79 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 84 and 85: 83 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 86 and 87: 85 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 88 and 89: 87 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
- Page 90 and 91: 89 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MU
81<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
Een van de hier gekozen uitgangspunten is dat de collectie een wetenschappelijk doel heeft. Ze moet<br />
mogelijkheden voor onderzoek bieden om de waarde en maatschappelijke betekenis ervan te<br />
vergroten. Het is ontegenzeglijk een nadeel dat <strong>het</strong> overgrote deel van de latere collecties niet<br />
beantwoordt aan de normen, die vooral door Blomhoff en Fisscher werden gesteld, namelijk dat hun<br />
exacte functie en gebruik of ook datering werden vastgelegd of bekend zijn (Ouwehand is hierop een<br />
gunstige uitzondering). Gelukkig kunnen deze, deels althans, <strong>als</strong>nog gereconstrueerd worden (Siebold<br />
door vergelijking met de catalogi van Blomhoff en Fisscher bijvoorbeeld).<br />
Maar wanneer dat niet meer mogelijk is of er geen sprake meer is van zulke zinvolle vergelijking, moet<br />
afstoting <strong>als</strong> een serieuze optie worden overwogen. Deze zou dan vooral toegespitst kunnen worden<br />
op voorwerpen uit latere periodes, globaal vanaf de Meiji-periode, wanneer zinvolle vergelijking met<br />
voorwerpen uit de kerncollectie onmogelijk is, ook al doordat de daarvoor benodigde documentatie nu<br />
al ontbreekt en vaak niet meer te achterhalen is. Overigens kan <strong>het</strong> dynamisch karakter van de<br />
materiële cultuur niet geheel veronachtzaamd worden. Voor enkele aspecten van de Japanse<br />
materiële cultuur of kunstnijverheid geldt gelukkig dat er sprake is van een sterke continuïteit:<br />
(thee)ceramiek, lakwerk en architectuur.<br />
De vraag die men kan stellen is of <strong>het</strong> <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong> niet ook de hedendaagse ontwikkelingen<br />
in Japan moet bijhouden. Het antwoord is uiteraard ja - maar <strong>het</strong> is ondoenlijk om deze (zelfs al voor<br />
de kunst en kunstnijverheid) op adequate wijze ook te verzamelen. Onderzoek daarnaar zal toch altijd<br />
ter plaatse gedaan moeten worden en voor presentatie kan uitstekend een beroep gedaan worden op<br />
verschillende musea die dit gebied wel bijhouden.<br />
Hier mag nog aan worden toegevoegd dat niet alleen <strong>het</strong> onderzoek van de huidige conservatoren<br />
juist deze verzamelingen of periode betreft, ook dat van tenminste drie eerdere generaties<br />
conservatoren speelde zich op dit gebied af.