Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Collectie<strong>profiel</strong> Insulair Zuidoost-Azië<br />
Pieter ter Keurs<br />
7<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
Inleiding<br />
De collectie insulair Zuidoost-Azië is de grootste deelverzameling van <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong>. Het gaat<br />
bij benadering om ongeveer 60.000 voorwerpen 1 , waarvan <strong>het</strong> grootste deel afkomstig is uit<br />
Indonesië. Een tweede component is de Filippijnen collectie, die ongeveer 1400 voorwerpen bevat.<br />
Het derde land in de regio is Maleisië, waarvan de collectie in Leiden echter slechts 151 objecten<br />
bevat.<br />
In de collectie insulair Zuidoost-Azië bevinden zich voorwerpen uit een groot aantal cultuurgebieden.<br />
Alleen Indonesië omvat al ongeveer driehonderd cultuurgebieden en vanuit vrijwel alle gebieden zijn<br />
voorwerpen aanwezig. 2<br />
In de nu volgende tekst zal de collectie eerst kort en algemeen vanuit een breed historisch perspectief<br />
worden beschreven. Daarna wordt gedetailleerder ingegaan op de diverse deelcollecties,<br />
gerangschikt naar hun culturele herkomst. Uitzonderingen op deze indeling naar cultuur zijn de<br />
categorieën ‘préhistorie en hindoeboedhistische collecties’, ‘mengvormen’, ‘textielen’ en ‘schilder- en<br />
tekenkunst’. Alleen de eerste twee categorieën worden hier apart behandeld. Vervolgens wordt<br />
stilgestaan bij <strong>het</strong> belang van de collectie in nationaal en internationaal perspectief. Het collectieplan<br />
zal worden afgesloten met enkele overwegingen die tot heldere keuzes kunnen leiden.<br />
Kort historisch overzicht van de collectie<br />
Vanaf <strong>het</strong> ontstaan van <strong>het</strong> museum hebben Indonesische voorwerpen deel uitgemaakt van de<br />
collectie. De Von Siebold collectie (serie 1) bevat al voorwerpen uit de Kleine Soenda eilanden,<br />
verzameld tijdens de reis van de Natuurkundige Commissie in <strong>het</strong> begin van de negentiende eeuw.<br />
Andere voorwerpen van dezelfde bron worden later, in 1861, aan de verzameling toegevoegd door <strong>het</strong><br />
verwerven van de collectie van Dr. Salomon Müller. Deze samengevoegde collectie is vermoedelijk de<br />
oudste ter wereld uit <strong>het</strong> gebied van de Kleine Soenda eilanden. Müller’s collectie (circa 800 objecten)<br />
bevat overigens ook voorwerpen uit Sumatra en <strong>het</strong> huidige Kalimantan.<br />
Inmiddels is ook elders in Nederland een begin gemaakt met <strong>het</strong> samenbrengen van andere<br />
verzamelingen waar zeer vroeg Indonesisch materiaal in zit. Zo wordt in 1816 in ’s-Gravanhage <strong>het</strong><br />
Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden opgericht. Daar worden in de loop der tijd steeds meer<br />
Indonesische voorwerpen in opgenomen. In 1883 echter, zal de etnografische collectie van dit Kabinet<br />
worden toegevoegd aan de verzameling van <strong>het</strong> Rijks Ethnografisch <strong>Museum</strong>. In de tussenliggende<br />
jaren vindt ook <strong>het</strong> verzamelen van de nu wereldberoemde oudheden van Singasari plaats, die al voor<br />
de oprichting van <strong>het</strong> ethnographisch museum hun weg vinden naar <strong>het</strong> Leidse Rijksmuseum van<br />
Oudheden (RMO). In 1903 zal deze collectie, samen met alle overige niet-Europese oudheden die bij<br />
<strong>het</strong> RMO zijn ondergebracht, overgaan naar <strong>het</strong> Rijks Ethnografisch <strong>Museum</strong>.<br />
Uit de eerste decennia van de negentiende eeuw stammen verder de belangrijke collectie Payen 3<br />
(olieverf schilderijen, sc<strong>het</strong>sen, dagboeken) en de zoge<strong>het</strong>en collectie Bik (voornamelijk sc<strong>het</strong>sen).<br />
Na 1859, na <strong>het</strong> aantreden van Dr. Conradus Leemans <strong>als</strong> waarnemend directeur van <strong>het</strong> REM 4 ,<br />
worden vooral overheidsambtenaren in tal van functies gestimuleerd om collecties voor <strong>het</strong> museum<br />
bijeen te brengen. Vanaf dan groeit <strong>het</strong> aantal verschillende namen van verzamelaars gestaag. Onder<br />
hen bevinden zich opvallend veel artsen die zich naast hun medische werkzaamheden in de kolonie,<br />
ook bezig houden met <strong>het</strong> verzamelen van etnografica. Deze artsen zijn vaak betrokken bij de<br />
toentertijd nog enige vorm van antropologie: de fysische antroplogie. In dat verband voeren zij onder<br />
andere veel schedelmetingen uit en, eenmaal ter plaatse in een buitengewest, verzamelen zij in een<br />
moeite door ook de nodige etnografica. Zo sturen bijvoorbeeld de artsen G.F. Wienecke en J.<br />
Semmelink regelmatig aanzienlijke verzamelingen uit verschillende delen van de Indische archipel<br />
naar Leiden.<br />
1 Volgens een telling in TMS zijn <strong>het</strong> er 56.887; incl. a en b nummers.<br />
2 Voor een uitputtend overzicht van de culturele herkomst van de collecties verwijzen we naar de catalogus van Dr. H.H.<br />
Juynboll (1909-1932).<br />
3 De van oorsprong Belgische schilder Antoine A.J. Payen (1792-1853) verblijft van 1817 tot aan 1826 in opdracht van de<br />
Nederlandse overheid in Nederlands-Indië. Samen met zijn tijdgenoot en schilder-tekenaar A.J. Bik reist hij onder andere in<br />
1824 in de staf van de toenmalige Gouverneur-Generaal G.A.G. Ph. baron van der Capellen mee door Indie.<br />
4 Dr. Conradus Leemans (1809-1893) is sedert 1835 directeur van <strong>het</strong> Rijksmuseum van Oudheden. Bij aanvang van de tweede<br />
reis van Von Siebold naar Japan, in 1859, wordt hij tevens waarnemend directeur van <strong>het</strong> Rijks Japansch <strong>Museum</strong> Von Siebold,<br />
dat kort daarop wordt omgedoopt tot Rijks Ethnographisch <strong>Museum</strong>. Leemans zal zijn functie van waarnemend directeur van<br />
<strong>het</strong> REM uitoefenen tot 1880.