Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
70<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
daarvan is in oorsprong afkomstig uit China. Het betreft naast ruim twintig schilderijen, enkele<br />
stempels en schrijfbenodigdheden, en bijna 400 munten (serie 1).<br />
Onder Von Siebold en zijn eerste opvolgers – Conradus Leemans en aansluitend Lindor Serrurier - <strong>als</strong><br />
beheerders van de te Leiden voor publiek toegankelijke etnografische collecties 54 , groeide de totale<br />
verzameling gestaag en gaf ook de “Chineesche afdeeling” noemenswaardige uitbreiding te zien.<br />
Vooral Lindor Serrurier, betoonde zich daarbij een zeer actief bedelaar. Hij schroomde bijvoorbeeld<br />
niet om Nederlanders en Nederlandse vertegenwoordigingen in den vreemde te vragen in <strong>het</strong> land<br />
van verblijf of vestiging voor <strong>het</strong> museum etnografica te verzamelen, zomogelijk voor een minimum<br />
aan kosten of - beter nog - geheel kosteloos. Een van degenen die hij voor zijn museale karretje<br />
trachtte te spannen, was de Nederlandse sinoloog Dr. J.J.M. de Groot (1854-1921), die in de jaren<br />
1886-1890 in de Zuid-Chinese havenstad Xiamen (Amoy) verbleef en daar veldwerk verrichtte.<br />
Hoewel tussen Serrurier en deze J.J.M. de Groot in later jaren een sterke incompabilité d’humeur is<br />
ontstaan, is <strong>het</strong> juist De Groot geweest die op <strong>het</strong> eind van de negentiende eeuw een omvangrijke en<br />
inhoudelijk zeer belangrijke richtinggevende bijdrage heeft geleverd aan de uitbreiding van de afdeling<br />
China. Het betreft in hoofdzaak objecten die op de een of andere wijze een rol speelden in bepaalde<br />
religieuze gebruiken (godenbeelden), "rites de passage" (huwelijk en overlijden) en mogelijk daarmee<br />
samenhangende theateroptredens (marionetten, handpoppen, muziekinstrumenten e.d.).<br />
De door hem te Xiamen en omgeving verzamelde voorwerpen zijn terug te vinden in tal van series<br />
(518, 962, 971, 981, 1049, 1079, 1090, 1092, 1738 en 1743; in totaal ruim bijna 800 objecten)<br />
Andere series die in de negentiende eeuw door <strong>het</strong> museum zijn verworven, die een plaats hebben<br />
binnen de huidige afdeling China en die door hun aard, omvang of herkomst van enig belang mogen<br />
worden geacht, zijn:<br />
- Serie 328 (1882) aankoop op veiling: tekeningen op “mergpapier”<br />
- Serie 611, en later nog de series 670, 737 en 763 (tussen 1887 en 1890) met door J. Rhein te<br />
Peking verzamelde voorwerpen: voornamelijk theaterpoppen, theaterattributen,<br />
muziekinstrumenten en kinderspeelgoed;<br />
- Series 750, 752 en 759, aankopen op de Wereldtentoonstelling te Parijs (1889): Vietnamese<br />
etnografica;<br />
Van de nà 1900 verworven series met een zeker belang dienen te worden genoemd:<br />
- Series 1338, 1339, 1344 en 1345, aankopen H. Frühstroffer (1901-’02): Vietnamese<br />
etnografica;<br />
- Serie 1905 aankoop F.W. Westerman (1914): o.a. ceramiek, bronzen, dagelijks leven, textilia,<br />
schilderijen;<br />
- Serie 1990 munten (572 nummers) aangekocht bij de firma E.J. Brill (1920);<br />
- Serie 3436 schenking Baron E. von der Heidt (1957): antiquiteiten;<br />
- Serie 3600 overdracht Koninklijke Militaire Academie (1959): etnografica;<br />
- Serie 4091, 4092 en 4163 veldreizen T.T. Gan (1964-’65): etnografica;<br />
- Serie 5374, 5450 en 5836 veldreizen P.L.F. van Dongen (1984,’86 en ’95): etnografica;<br />
- Serie 5566 aankoop Musée Kwok-on (1989): schaduwpoppen;<br />
- Serie 5743 en 5805 aankopen C. Schuurer (1993 en ’95): religieuze objecten van de Yao.<br />
Collectiekwaliteit<br />
Bij <strong>het</strong> beoordelen van de kwaliteit van de Chinese collectie van <strong>Volkenkunde</strong> kunnen een aantal<br />
verschillende uitgangspunten worden genomen, e.g. de aard van <strong>het</strong> materiaal, <strong>het</strong> thematisch<br />
verband of de verhouding tot de aard en omvang van Chinese collecties elders in NL of daarbuiten.<br />
Zo moge <strong>het</strong> bijvoorbeeld duidelijk zijn dat de kracht van de Chinese verzameling grotendeels<br />
gebaseerd is op <strong>het</strong> etnografisch karakter daarvan en dat zij in aard en omvang zowel in Nederland en<br />
Europa <strong>als</strong> representatief mag worden beschouwd. Dit geldt vooral voor de materiële getuigenissen uit<br />
<strong>het</strong> dagelijks leven van <strong>het</strong> traditionele China gedurende de achttiende - negentiende eeuw en de<br />
moderne periode tot ongeveer na <strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> tijdperk Mao Zedong in de 20e eeuw.<br />
54 In de loop van de eeuw veranderde de samenstelling van de totale collectie in rap tempo en gingen naast de<br />
voorwerpen uit Japan ook voorwerpen uit andere gebiedsdelen – vooral Nederlands Indië – deel uitmaken van een<br />
groter en sterk groeiend geheel. Dit leidde tot een aantal andere veranderingen, zo<strong>als</strong> bijvoorbeeld de<br />
naamaanduidingen: Japansch <strong>Museum</strong> (1847), Rijks Japansch <strong>Museum</strong> (1859), Rijks Ethnographisch <strong>Museum</strong><br />
(1862), Rijksmuseum van Ethnographie (1931) en Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong> (1935).