Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
69<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
eerdergenoemde perioden zijn – met uitzondering van de munten - veelal <strong>als</strong> individuele stukken door<br />
<strong>het</strong> museum verworven. Dit geldt onder andere voor de relatief kleine collectie archeologica.<br />
In <strong>het</strong> geval van de objecten uit de Late Qing tijd zijn er een aantal belangwekkende, door individuele<br />
verzamelaars bijeengebrachte, eigentijds vervaardigde en in samenhang verzamelde collecties (J.Th.<br />
Roijer; J. Rhein; J.J.M. de Groot). Het is onder andere in relatie tot enkele van deze oudere collecties<br />
dat de afgelopen decennia verder is verzameld (T.T. Gan; P.L.F. van Dongen).<br />
Historische achtergrond<br />
De eerste directe contacten tussen Nederlanders en Chinezen dateren uit de zeventiende eeuw, toen<br />
in de eerste jaren uit die eeuw handelsmissies van de VOC zich richting (Zuid) China begaven. Vooral<br />
de havenstad Kanton was vanaf <strong>het</strong> begin en gedurende de daaropvolgende eeuwen een belangrijke<br />
plaats voor (handels)contacten. Kortstondig had de VOC hiervoor ook uitv<strong>als</strong>bases op <strong>het</strong> eiland<br />
Taiwan.<br />
Te Kanton hadden de Nederlanders, even<strong>als</strong> vertegenwoordigers van enkele andere toentertijd<br />
vooraanstaande zeevarende Europese landen, een factorij voor de handel met de Chinezen. Via deze<br />
factorij vond de overdracht van vraag en aanbod in bestellingen en goederen plaats. Langs deze weg<br />
- direct of indirect - hebben ook de eerste verzamelaars van Chinese kostbaarheden en "etnografica"<br />
de door hen gewenste objecten besteld en/of verkregen.<br />
Naarmate de (handels)contacten met China in de negentiende en twintigste eeuw intensiever en<br />
agressiever werden, nam ook de belangstelling voor China wereldwijd toe. Bovendien werd <strong>het</strong><br />
economisch en politiek verzwakte China in toenemende mate gedwongen havensteden en achterland<br />
open te stellen voor buitenlanders. Dit leidde op den duur weer tot een toename in <strong>het</strong> aantal kleinere<br />
en grotere verzamelingen van uit China afkomstige objecten van allerlei aard. In overgrote<br />
meerderheid betrof <strong>het</strong> daarbij voorwerpen uit de kunstnijverheid en uit de sfeer van de (ceramische)<br />
antiquiteiten. Voorwerpen met een hoog kunstzinnig gehalte of etnografica genoten - afgezien van een<br />
enkele connaisseur of wetenschapper - tot ver in de twintigste eeuw veel minder belangstelling. China<br />
werd bovendien gedurende <strong>het</strong> grootste deel van de twintigste eeuw geteisterd door (burger)oorlogen,<br />
politieke controverses en instabiliteit. Vanaf 1949 tot omstreeks 1980 was <strong>het</strong> land daarenboven door<br />
<strong>het</strong> heersende communistische regime commercieel en cultureel gesloten verklaard voor de ‘boze’<br />
imperialistische en kapitalistische buitenwereld. In de laatste twee decennia van de vorige eeuw is<br />
daar echter geleidelijk verandering gekomen. Inmiddels spreken de handelsgeest en <strong>het</strong> kapitaal weer<br />
een krachtig woord mee in de ontwikkeling van China. Een van de economische branches die hiervan<br />
sterk meeprofiteert is <strong>het</strong> toerisme. Door de komst van buitenlanders en hun behoefte aan "souvenirs"<br />
is ook de stroom van antiquiteiten en kunst- en kunstnijverheidsproducten die China verlaat - legaal en<br />
illegaal - sterk toegenomen. Deze ontwikkeling zal - op termijn - ongetwijfeld invloed hebben op de<br />
mogelijkheden voor <strong>het</strong> museum om voorwerpen in of uit <strong>het</strong> Chinese cultuurgebied te verwerven.<br />
De vroege verzamelingen<br />
In zekere zin is reeds ver voor <strong>het</strong> ontstaan van <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong> de kiel gelegd voor de huidige<br />
verzameling van de afdeling China. Een achttiende eeuwse particuliere verzamelaar uit ’s-<br />
Gravenhage, Jean Theodore Roijer (1737-1807), had <strong>als</strong> amateur sinoloog enige honderden uit China<br />
afkomstige voorwerpen verzameld. Deze waren geheel in de geest van zijn tijd <strong>als</strong> `rariteijte'<br />
ondergebracht in een `kabinet van zeldzaamheden'.<br />
Toen eind 1814 zijn weduwe overleed, legateerde zij overeenkomstig de wens van haar man zijn<br />
verzamelingen aan “hem, die uit <strong>het</strong> Oranjehuis <strong>het</strong> eerst weder den Nederlandschen grond betreden<br />
zou”. Zo kwamen de voorwerpen ter beschikking van `onsen Geliefde Souverijn’, de latere koning<br />
Willem I, die op zijn beurt met Roijer’s collectie <strong>het</strong> Kabinet van Chinese Zeldzaamheden oprichtte.<br />
In 1821 wordt de collectie Roijer samengevoegd met andere verzamelingen en - tot de opheffing in<br />
1883 - ondergebracht in <strong>het</strong> Haagse Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden. In dat jaar wordt besloten<br />
alle niet vaderlandse `zeldzaamheden' van <strong>het</strong> Kabinet over te hevelen naar 's Rijks Ethnographisch<br />
<strong>Museum</strong>, thans <strong>het</strong> Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong> te Leiden. Alle voorwerpen uit die overdracht van<br />
1883 – waaronder dus ook de collectie Roijer en andere voorwerpen uit China (circa 1400 nummers) -<br />
zijn in <strong>het</strong> museum administratief ondergebracht onder serie 360.<br />
In de decennia voorafgaande aan de opsplitsing van <strong>het</strong> Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden vond<br />
te Leiden de oprichting en de groei plaats van een etnografisch museum. Initiatiefnemer hiervan was<br />
de van oorsprong Duitse arts Philipp Franz von Siebold (1796-1866). Von Siebold, die van 1823 tot<br />
1829 op en rond de Nederlandse factorij te Deshima (Nagasaki) in Japan verbleef en verzamelde,<br />
gebruikte hiervoor zijn eigen verzameling (circa 5000 nummers) <strong>als</strong> basis. Slechts een klein deel