Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Collectie<strong>profiel</strong> Cultuurgebied Circumpolaire Culturen<br />
Cunera Buijs<br />
61<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
Inleiding<br />
Het Arctisch of Circumpolair Gebied beslaat de meest noordelijke delen van de Noord-Amerikaanse<br />
en Euraziatische continenten, zo<strong>als</strong> Alaska, Canada, Groenland, en de noordelijkste delen van<br />
Scandinavië en Siberië. Kenmerkend voor deze streken is <strong>het</strong> poolklimaat, met lange en strenge<br />
winters en korte, intensieve zomers.<br />
Binnen <strong>het</strong> Circumpolaire Gebied leeft een groot aantal inheemse volken met eigen, soms wel- en<br />
soms niet-verwante, talen en culturen. Van oudsher leven ze van de jacht op zeezoogdieren, visserij<br />
en rendierhouderij. De belangrijkste zijn de Inuit (Eskimo) groepen in Alaska, Canada, en Groenland;<br />
de Sámi (Lappen) in noordelijk Scandinavië en verschillende Siberische volken, zo<strong>als</strong> de Nivch,<br />
Oroch, Evenk en Yakut.<br />
De collectie omvat in totaal circa 3500 objecten, waarvan circa 1700 afkomstig zijn uit Groenland.<br />
Daarnaast zijn ongeveer 800 voorwerpen uit Siberië en 500 uit Lapland. De Inuit van Alaska en<br />
Canada zijn vertegenwoordigd met respectievelijk 150 en 200 objecten. Verder omvat de collectie<br />
circa 150 objecten afkomstig van Europese culturen uit Scandinavië.<br />
Geschiedenis van de verzameling<br />
Vroege verzamelingen<br />
De vroegste gedateerde etnografische objecten zijn archeologica uit Groenland, daterend uit de<br />
zestiende eeuw, die in 1996 werden verzameld. Hierbij moet men denken aan harpoenpunten,<br />
vrouwenmessen, benen onderdelen van sleden en huisraad. Vroege etnografica, waaronder kajaks<br />
met bijbehorende jachtuitrusting, stammen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Deze kwamen<br />
door de walvisvaart, eerst via gemeentebesturen en <strong>het</strong> Ministerie van Marine, en later, in 1883, bij de<br />
overdracht van <strong>het</strong> Kabinet van Zeldzaamheden te Den Haag, naar <strong>het</strong> volkenkundig museum te<br />
Leiden.<br />
De vroegst verworven Arctische objecten dateren uit <strong>het</strong> begin van de negentiende eeuw en werden<br />
vanuit comparatief oogpunt door Siebold verzameld, ter vergelijking met zijn omvangrijke Japanse<br />
collectie. Zo werden tussen 1837 en 1859 circa 120 objecten uit Siberië, de Koerilen, de Aleuten en<br />
Alaska bijeengebracht. Deze Arctische objecten wist hij dankzij Russische connecties te verwerven. In<br />
deze vroege verzamelingen is vooral kleding goed vertegenwoordigd.<br />
Verzamelingen uit <strong>het</strong> einde van de negentiende eeuw<br />
In 1898 wordt een bijzondere collectie van circa 500 jacht-, visserij- en gebruiksvoorwerpen, en<br />
wederom kleding uit Zuidoost-Siberië, aangekocht van de heer Adolf Vasilivich Dattan. Deze Adolf<br />
Dattan (1854-1924) was handelsagent van de Duitse firma Kunst & Albers in Vladivostok. Siberië was<br />
reeds in de zeventiende eeuw vanuit Rusland gekoloniseerd. In de periode 1854-1879 vond<br />
ontsluiting plaats middels de aanleg van spoorlijnen naar <strong>het</strong> verre oosten van Siberië. Handel nam<br />
toe in belangrijkheid en collecties uit verre noordoostelijke streken werden verscheept of per trein<br />
vervoerd naar <strong>het</strong> westen. Ruil met <strong>het</strong> Etnografisch <strong>Museum</strong> in St. Petersburg (1928)<br />
complementeerde de negentiende eeuwse Siberische collectie. Aan <strong>het</strong> einde van de negentiende<br />
eeuw was ruil met andere grote volkenkundige musea in Europa gebruikelijk.<br />
Drie negentiende eeuwse collecties uit Groenland – in de achttiende eeuw gekoloniseerd door<br />
Denemarken – werden in respectievelijk 1889, 1895 en 1926 verkregen door ruil met <strong>het</strong> Nationaal<br />
<strong>Museum</strong> in Kopenhagen. Ruil met <strong>het</strong> National <strong>Museum</strong> in Washington (1899) (thans <strong>het</strong> Smithsonian<br />
Institution) leverde een bescheiden collectie van Alaskaanse Inuit en Aleut.<br />
Verwervingen na de Tweede Wereldoorlog<br />
In de twintigste eeuw komen verwervingen via de kunsthandel en schenkingen van particulieren in<br />
beeld, terwijl na de Tweede Wereldoorlog de eerste schenkingen van professoren worden gemeld.<br />
Een bescheiden maar boeiende collectie van jachtgerei en gebruiksvoorwerpen van de Canadese<br />
Inuit (serie 3493), verkregen in 1957 van prof. Dr. Geert van den Steenhoven, die aldaar onderzoek<br />
deed, is in dit verband <strong>het</strong> vermelden waard.<br />
Acquisitie van circumpolaire collecties tijdens antropologisch veldwerk is kenmerkend voor de periode<br />
na 1970 tot heden. Zo verzamelde conservator Gert(i) W. Nooter in Oost-Groenland in de periode<br />
1970 – 1990. Dit leidde met ruim 700 objecten tot een belangrijke aanvulling van de collectie. Hij<br />
combineerde acquisitie met onderzoek. De incorporatie van westerse materialen, zo<strong>als</strong> metalen en<br />
textiel, zijn goed te zien in de geaccultureerde jachtuitrusting, vervoermiddelen en kleding. Nooter