Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde

Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde

volkenkunde.nl
from volkenkunde.nl More from this publisher
12.09.2013 Views

49 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MUSEUM VOLKENKUNDE Museum te Antwerpen. Deze laatste collectie is helaas ongedocumenteerd en gezien het feit dat in Argentinië collecties aanwezig zijn die wel in situ gevonden en gedocumenteerd zijn, wordt deze verzameling als Categorie B collectie geclassificeerd. In het totaal kent de collectie circa 700 objecten. - Intermediate Area deelcollectie (categorie A en B) De Intermediate Area deelcollectie van het museum is relatief klein en bestaat vooral uit precolombiaanse collecties die vrijwel alle uit ongedocumenteerde context komen (serie 1403), maar omwille van de vrij vroege verzameldatum – negentiende eeuw – toch als Categorie A kunnen worden aangemerkt. Dit komt vooral omdat in deze vroege periode weinig archeologisch werk in deze regio plaatsvond. Hopelijk kan door meer archivistisch onderzoek ook meer informatie over deze deelcollectie worden ingewonnen. Binnen het etnografische gedeelte van de collectie zijn vooral de vlechtwerk collectie en de in 1962 aangekochte Laffer collectie opmerkelijk. De laatste bevat objecten van de Camaragoto, Makiritaré, Cariña, Warao, Yukpa, Caripe, en Ayaman in Venezuela en kan gecategoriseerd worden als A, de rest van de collectie is categorie B. 34 - Patagonië-Vuurland deelcollectie (categorie A en B) De Patagonië deelcollectie is vrij klein, maar bevat enkele belangrijke stukken waaronder een aantal Mapuche objecten van het zogenoemde “Araucaanse koninkrijk”, en een aantal zilveren Mapuche juwelen uit 1939 (serie 2962). Deze laatste collectie verdient het label Categorie A, wat vanwege de vroege datum waarop is verzameld ook geldt voor de collectie archeologica die dateert van vóór 1903. - Instrumenten (categorie A voor series 1 en 360; overigens B; enkele belangrijke stukken ook A) Muziekinstrumenten - uiteenlopend van prekoloniaal tot hedendaags en van slag- en snaar- tot blaasinstrumenten - zijn helaas slechts gefragmenteerd in de museumverzameling vertegenwoordigd. Hierdoor ontbreekt enige systematiek en zijn de mogelijkheden voor presentatie en onderzoek, afgezien van enkele kleine samenhangende series en subseries, beperkt. De Surinaamse serie muziekinstrumenten die verzameld werd door De Goeje is wel van uitzonderlijke kwaliteit, vooral omdat deze zo goed is gedocumenteerd. Ook de veel recentere verzameling van de heer W.J.B. Hus is van goede kwaliteit. Aanvulling is zeer wel mogelijk aangezien muziekinstrumenten in alle cultuurgebieden nog volop gemaakt en gebruikt worden. Daarenboven is ook de audio collectie van de afdeling MIZUA in de afgelopen jaren verder uitgebreid en het verdient daarom aanbeveling ook de instrumentencollectie te versterken. - Speelgoed en souvenirs (categorie A voor series 1, 360 en 1817; overigens B en C) Deze collectie-onderdelen zijn merendeels nog weinig divers van aard, maar zij zijn wel van belang vanwege de ouderdom van bepaalde collectie onderdelen. Vooral de Penard collectie (serie 1817), verzameld rond 1912 in Suriname, is in deze van grote betekenis (A-categorie) en moet zeker nader worden onderzocht. Ook delen van de Leyenaar en Houtzager collecties (B- en C-categorie) bevatten speelgoed en souvenirs. Daarnaast zijn er een heel aantal kleinere objecten die als souvenirs kunnen aangemerkt worden en die door de jaren heen de museumcollectie zijn binnengesijpeld. Vele hiervan zijn van uitzonderlijk slechte kwaliteit en komen zeker voor deselectie in aanmerking, hoewel ze wellicht hun dienst ook zouden kunnen bewijzen voor tentoonstellingsdoeleinden. - Gereedschappen (categorie A voor series 1 en 360; overigens B; enkele stuks A): De collectie vertoont grote lacunes op dit gebied. Gedeeltelijk is dit te wijten aan het feit dat het voorwerpen zijn die vaak moeilijk te verzamelen zijn. Nochtans zouden voor een beter begrip van de maakprocessen van voorwerpen zelf, vooral de gereedschappen die daarbij worden gebruikt een belangrijk aandachtspunt moeten zijn. Deze vormen immers belangrijk materiaal voor onderzoek naar de productie en productiemethoden in het huidige MIZUA gebied. De Johnson collectie van weefgetouwen (serie 5946) is hiervan een goed. Het is duidelijk dat op dit gebied nog vele hiaten bestaan en dat hierbij zinvolle en voor onderzoek onontbeerlijke aanvullingen op de bestaande verzameling kunnen worden gedaan. Ook met betrekking tot hiermee verbandhoudende natuurlijke grondstoffen en halffabricaten is de laatste 50 jaar vrijwel niets meer verzameld. Deze draad wil het museum echter in de toekomst weer gaan oppikken. Nieuwe verwervingen op dit gebied zijn dan ook zeker te verwachten. 34 Op enkele stukken na, want de collectie als geheel is zeer fragmentarisch van aard.

50 VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN MUSEUM VOLKENKUNDE Vergelijking met andere collecties Op nationaal niveau Van de drie grote volkenkundige musea in Nederland – Museum Volkenkunde te Leiden, het Tropenmuseum te Amsterdam en het Wereldmuseum te Rotterdam – heeft Volkenkunde met zijn bijna 24.000 voorwerpen duidelijk de grootste collectie Midden- en Zuid-Amerikaanse voorwerpen. De MIZUA collectie van het Tropenmuseum telt in totaal 20.000 voorwerpen en die van het Wereldmuseum is weer veel kleiner in aantal. Verhoudingsgewijs beschikt Museum Volkenkunde ook over het grootste aantal absolute topstukken met betrekking tot de Mesoamerikaanse, de Chimu en Moche aardewerk-collectie, de vroege Suriname collectie en de Tropisch Laagland manden- en verencollectie. Het Tropenmuseum te Amsterdam mag zich vooral verheugen in het bezit van een interessante Mexicaanse maskercollectie en een (groeiende) popular art collectie. Wat betreft hun prekoloniale materiaal zijn zeker de Feriz en de Schreuder collectie belangwekkend. Ten aanzien van hun Suriname verzameling zijn vooral de collecties van onderzoekers als De Goeje en Eygenberger van absolute topkwaliteit en kunnen deze worden beschouwd als goede aanvullingen op de collecties van Museum Volkenkunde. Bij de collectie van het Wereldmuseum te Rotterdam springt vooral de relatieve deelverzameling van precolumbiaanse objecten in het oog. Voorts bezit het museum uit Midden-Amerika een belangrijke collectie jade uit Costa Rica. Uit Zuid-Amerika zijn er collecties uit Suriname (bruikleen van koningin Beatrix) en Peru. De collectie Andes en Mesoamerikaanse precolumbiaans aardewerk en textiel dient ook vermelding, hoewel het op internationaal niveau toch een collectie van klein formaat. Het Wereldmuseum zag zich tijdens de jaren tachtig vanwege bezuinigingen genoodzaakt de afdeling Amerika te sluiten. Sindsdien worden dus ook geen noemenswaardige nieuwe aanwinsten meer gedaan. Diverse andere musea in Nederland, zoals het Museon te Den Haag, het Princessehof te Leeuwarden of en het Nijmeegs volkenkundig museum, bezitten een aantal geïsoleerde prekoloniale objecten. Het voormalig Amerika Museum te Cuijk had een relatief kleine, maar kwalitatief hoogstaande precolumbiaanse collectie en een kleine Surinaamse Arawakken collectie. Door gebrek aan financiële ondersteuning zag het Amerika Museum zich echter genoodzaakt zijn deuren te sluiten en heeft het museum zijn collectie aan het Wereldmuseum overgedragen. Over het algemeen genomen kan worden gesteld dat de MIZUA collectie van Museum Volkenkunde voor Nederland de best gedocumenteerde collectie van Nederland is, zowel op etnografisch als archeologisch gebied. Daarbij zijn slechts het Tropenmuseum en het Wereldmuseum ten aanzien van een aantal deelcollecties superieur of gelijkwaardig (het Tropenmuseum met hun hedendaagse Mexicaanse masker collectie, de Boliviaanse textielcollectie, de Tikuna collectie, de Suriname collectie en de religieuze memoralia; het Wereldmuseum met hun Andes precolumbiaanse collectie). 35 Op internationaal niveau De collectie van Museum Volkenkunde als geheel kent door haar historische opbouw en door haar diversiteit een vrij breed spectrum van aandachtsterreinen. Deels is dit te verklaren op grond van toevalligheid (vroege schenkingen, legaten, overnames) en deels is dat een gevolg van het bewust en gericht uitbouwen van een aantal uitmuntende deelcollecties, die inmiddels hun weerga niet vinden in Europa, of in sommige gevallen zelfs niet in de wereld. De Mexicaanse en Guatemalteekse textielcollectie, de Mesoamerikaanse balspel collectie en de negentiende eeuwse Suriname en Brazilië collecties zijn daarvan voorbeelden. Voor andere deelcollecties geldt echter dat tal van instellingen in Europa of andere (Amerikaanse) werelddelen met hun verzamelingen het Museum Volkenkunde qua omvang, belangrijkheid en/of diversiteit duidelijk overstijgen. Waar bijvoorbeeld het precolumbiaanse gedeelte van de Museum Volkenkunde collectie vanuit een nationaal oogpunt bijzonder mag worden genoemd, is dat deel vanuit een internationaal oogpunt als geheel eerder van bescheidener status te beschouwen. Uiteraard met uitzondering van de reeds genoemde collectieonderdelen van het balspel en een aantal individuele topstukken. Museum Volkenkunde wordt in dit verband bijvoorbeeld voorbij gestreefd door de archeologisch goed gedocumenteerde collecties in musea in de landen van oorsprong. Mexico, Peru, Chili, Guatemala, 35 Het overgrote deel van de prekoloniale aardewerk en textielcollectie van het Wereldmuseum moge weliswaar van hoge kwaliteit zijn, het dient opgemerkt dat de pedigree van een groot gedeelte van de collectie onduidelijk van aard is, en dat tot dusver niet aangetoond is kunnen worden dat de collectie voldoet aan de ethische codes zoals die internationaal door ICOM musea onderschreven wordt..

49<br />

VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />

MUSEUM VOLKENKUNDE<br />

<strong>Museum</strong> te Antwerpen. Deze laatste collectie is helaas ongedocumenteerd en gezien <strong>het</strong> feit dat in<br />

Argentinië collecties aanwezig zijn die wel in situ gevonden en gedocumenteerd zijn, wordt deze<br />

verzameling <strong>als</strong> Categorie B collectie geclassificeerd. In <strong>het</strong> totaal kent de collectie circa 700 objecten.<br />

- Intermediate Area deelcollectie (categorie A en B)<br />

De Intermediate Area deelcollectie van <strong>het</strong> museum is relatief klein en bestaat vooral uit<br />

precolombiaanse collecties die vrijwel alle uit ongedocumenteerde context komen (serie 1403), maar<br />

omwille van de vrij vroege verzameldatum – negentiende eeuw – toch <strong>als</strong> Categorie A kunnen worden<br />

aangemerkt. Dit komt vooral omdat in deze vroege periode weinig archeologisch werk in deze regio<br />

plaatsvond. Hopelijk kan door meer archivistisch onderzoek ook meer informatie over deze<br />

deelcollectie worden ingewonnen.<br />

Binnen <strong>het</strong> etnografische gedeelte van de collectie zijn vooral de vlechtwerk collectie en de in 1962<br />

aangekochte Laffer collectie opmerkelijk. De laatste bevat objecten van de Camaragoto, Makiritaré,<br />

Cariña, Warao, Yukpa, Caripe, en Ayaman in Venezuela en kan gecategoriseerd worden <strong>als</strong> A, de<br />

rest van de collectie is categorie B. 34<br />

- Patagonië-Vuurland deelcollectie (categorie A en B)<br />

De Patagonië deelcollectie is vrij klein, maar bevat enkele belangrijke stukken waaronder een aantal<br />

Mapuche objecten van <strong>het</strong> zogenoemde “Araucaanse koninkrijk”, en een aantal zilveren Mapuche<br />

juwelen uit 1939 (serie 2962). Deze laatste collectie verdient <strong>het</strong> label Categorie A, wat vanwege de<br />

vroege datum waarop is verzameld ook geldt voor de collectie archeologica die dateert van vóór 1903.<br />

- Instrumenten (categorie A voor series 1 en 360; overigens B; enkele belangrijke stukken ook A)<br />

Muziekinstrumenten - uiteenlopend van prekoloniaal tot hedendaags en van slag- en snaar- tot<br />

blaasinstrumenten - zijn helaas slechts gefragmenteerd in de museumverzameling vertegenwoordigd.<br />

Hierdoor ontbreekt enige systematiek en zijn de mogelijkheden voor presentatie en onderzoek,<br />

afgezien van enkele kleine samenhangende series en subseries, beperkt.<br />

De Surinaamse serie muziekinstrumenten die verzameld werd door De Goeje is wel van uitzonderlijke<br />

kwaliteit, vooral omdat deze zo goed is gedocumenteerd. Ook de veel recentere verzameling van de<br />

heer W.J.B. Hus is van goede kwaliteit.<br />

Aanvulling is zeer wel mogelijk aangezien muziekinstrumenten in alle cultuurgebieden nog volop<br />

gemaakt en gebruikt worden. Daarenboven is ook de audio collectie van de afdeling MIZUA in de<br />

afgelopen jaren verder uitgebreid en <strong>het</strong> verdient daarom aanbeveling ook de instrumentencollectie te<br />

versterken.<br />

- Speelgoed en souvenirs (categorie A voor series 1, 360 en 1817; overigens B en C)<br />

Deze collectie-onderdelen zijn merendeels nog weinig divers van aard, maar zij zijn wel van belang<br />

vanwege de ouderdom van bepaalde collectie onderdelen. Vooral de Penard collectie (serie 1817),<br />

verzameld rond 1912 in Suriname, is in deze van grote betekenis (A-categorie) en moet zeker nader<br />

worden onderzocht. Ook delen van de Leyenaar en Houtzager collecties (B- en C-categorie) bevatten<br />

speelgoed en souvenirs.<br />

Daarnaast zijn er een heel aantal kleinere objecten die <strong>als</strong> souvenirs kunnen aangemerkt worden en<br />

die door de jaren heen de museumcollectie zijn binnengesijpeld. Vele hiervan zijn van uitzonderlijk<br />

slechte kwaliteit en komen zeker voor deselectie in aanmerking, hoewel ze wellicht hun dienst ook<br />

zouden kunnen bewijzen voor tentoonstellingsdoeleinden.<br />

- Gereedschappen (categorie A voor series 1 en 360; overigens B; enkele stuks A):<br />

De collectie vertoont grote lacunes op dit gebied. Gedeeltelijk is dit te wijten aan <strong>het</strong> feit dat <strong>het</strong><br />

voorwerpen zijn die vaak moeilijk te verzamelen zijn. Nochtans zouden voor een beter begrip van de<br />

maakprocessen van voorwerpen zelf, vooral de gereedschappen die daarbij worden gebruikt een<br />

belangrijk aandachtspunt moeten zijn. Deze vormen immers belangrijk materiaal voor onderzoek naar<br />

de productie en productiemethoden in <strong>het</strong> huidige MIZUA gebied. De Johnson collectie van<br />

weefgetouwen (serie 5946) is hiervan een goed.<br />

Het is duidelijk dat op dit gebied nog vele hiaten bestaan en dat hierbij zinvolle en voor onderzoek<br />

onontbeerlijke aanvullingen op de bestaande verzameling kunnen worden gedaan. Ook met<br />

betrekking tot hiermee verbandhoudende natuurlijke grondstoffen en halffabricaten is de laatste 50<br />

jaar vrijwel niets meer verzameld. Deze draad wil <strong>het</strong> museum echter in de toekomst weer gaan<br />

oppikken. Nieuwe verwervingen op dit gebied zijn dan ook zeker te verwachten.<br />

34 Op enkele stukken na, want de collectie <strong>als</strong> geheel is zeer fragmentarisch van aard.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!