Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
45<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
Bij <strong>het</strong> uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 wordt <strong>het</strong> museum een legaat aangeboden van<br />
850 Surinaamse voorwerpen. Het betreft een omvangrijke en kwalitatief goede verzameling van dhr.<br />
Appolonius Reynvaan (1866-1939 23 ), ook wel ‘Poon, de Suriname kenner’ genoemd. Vooral zijn<br />
hoofddoekcollectie is zeer uitgebreid (serie 2452 24 ).<br />
Tijdens de Tweede Wereldoorlog komen de verwervingen opnieuw stil te liggen. De draad wordt weer<br />
opgepikt in 1946, wanneer <strong>als</strong> eerste een collectie prekoloniale objecten uit Peru en Ecuador wordt<br />
aangekocht van Dr. W.G.N. van der Sleen (serie 2593 25 ).<br />
Tot 1960 worden een aantal kleinere collecties verworven (via aankoop of schenking) van een aantal<br />
donateurs en/of verzamelaars. 26 De enige grote aanwinst gedurende deze jaren komt van Dr. J.P.B.<br />
de Josselin de Jong, die <strong>als</strong> resultaat van zijn opgravingsonderzoek in de jaren 1922-23 ruim 1100<br />
objecten bijeen had gebracht. Het materiaal is afkomstig uit Aruba en Curaçao (serie 3568 en 3569)<br />
en <strong>het</strong> betreft voornamelijk scherven, schelpmateriaal, pijlpunten en andere archeologische<br />
artefacten 27 .<br />
De eerste relatief grote aankoop wordt in 1962 gedaan; 760 precolumbiaanse en etnografische<br />
voorwerpen (voornamelijk uit Ecuador, Peru, Venezuela en Guatemala) worden verworven van de<br />
heer Luis Tihanye (serie 3835) 28 .<br />
Recente ontwikkelingen<br />
Tussen 1965 en 2000 volgde Ted J.J. Leyenaar, Prof. Dr. Tom Zuidema op <strong>als</strong> conservator Midden-<br />
en Zuid-Amerika aan <strong>het</strong> Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong> in Leiden. Terwijl Zuidema’s interesse<br />
vooral lag bij de archeologie van <strong>het</strong> Andesgebied, richtte Leyenaar zich op <strong>het</strong> aanleggen van een<br />
collectie volkskunst, kunstnijverheid en kleding van Midden-Amerika. Ted Leyenaar schreef zelf: "van<br />
<strong>het</strong> hele gebied, ..., is Mesoamerika (ruwweg Mexico, Belize, Guatemala, El Salvador en Honduras)<br />
mijn lievelingsterrein." Dankzij Leyenaars verzamelbeleid heeft <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong> thans een<br />
omvangrijke verzameling Mexicaanse volkskunst. Deze collectie van ruim 5200 objecten, is<br />
ondergebracht in verschillende series (5072, 5069, 5334, 4984, 4933, 4908, 4880, 4768, 4647, 4608<br />
[ook textiel], 4514 [ook textiel], 4436 [ook textiel], 4187). Het betreft hier vooral aardewerk en<br />
houtsnijwerk, maar ook papier-maché figurines, speelgoed, textiel, glaswerk, lakwerk, rituele objecten,<br />
kralenwerk en maskers. Zeer nauw aansluitend op deze series is de in 1992 verworven collectie van<br />
de voormalige directrice van <strong>het</strong> Utrechtse Centraal <strong>Museum</strong>, mevrouw Dr. Elisabeth Houtzager.<br />
(serie 5715).<br />
Ted Leyenaar ontwikkelde een nieuw verzamelbeleid dat maar in zeer beperkte mate aansloot op de<br />
bestaande verzameling MIZUA. De voornaamste vernieuwing was dat de focus van de collectie werd<br />
verlegd van Surinaams naar Mesoamerikaans, en van precolombiaans Andesgebied naar<br />
hedendaags Mexico. Voorts verschoof de nadruk tegelijkertijd van <strong>het</strong> etnografische naar <strong>het</strong><br />
folkloristische. Daarnaast verzamelde Leyenaar tijdens deze periode een aantal zeer belangrijke<br />
archeologica en etnografica met <strong>als</strong> centrale thema <strong>het</strong> b<strong>als</strong>pel, hierdoor bezit <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong><br />
één van de meest belangrijke b<strong>als</strong>pel collecties ter wereld. Vooral de documentatie met betrekking tot<br />
<strong>het</strong> huidige b<strong>als</strong>pel, de spelregels en gebruiken die ermee verbonden zijn, maken deze collectie tot<br />
een topcollectie op werelniveau.<br />
23 Categorie A.<br />
24 Categorie A. Reynvaan ging zorgvuldig te werk bij <strong>het</strong> documenteren van zijn collectie, de informatie die bij de collectie hoort<br />
blijkt echter grotendeels onvindbaar omdat bij de overdracht de ‘cahiers’ met veldwerk aantekeningen niet zijn meegegaan.<br />
Onderzoek hiernaar werd reeds in 1950 door oud-conservator Gerbrands gestart maar heeft tot op heden geen vruchten<br />
afgeworpen.<br />
25 Deels Categorie A. Vooral de tupus en capac hucha beeldjes in deze serie zijn vanuit kunsthistorisch oogpunt interessant,<br />
maar helaas geldt hierbij dat ze zowel ongedocumenteerd zijn, <strong>als</strong> afkomstig uit schatgraverij. Over hun originele functie en<br />
context kan dus weinig worden gezegd.<br />
26 In 1949 schenkt mw. Prof. Martin ruim negentig Surinaamse Marron en ‘Indians’ objecten die nu deels in de vaste opstelling<br />
staan opgesteld (serie 2777), en in 1951 worden 130 Mexicaanse objecten aangekocht bij een veiling in Hotel Drouot te Parijs<br />
(serie 2971). Een aantal van deze laatste groep objecten is van uitzonderlijke kwaliteit (vooral de tempel miniaturen en drievoet<br />
aardewerk), maar zonder enige context en documentatie slechts interessant vanuit een kunsthistorisch oogpunt. In 1955<br />
worden een aantal beeldfragmenten uit de Huasteca gekocht van J.C. Kohler (serie 3248).<br />
27 Deze objecten (serie 3568-1 t/m 918 en serie 3569-919 t/m 1036 [de Josselin de Jong collectie]) worden in 1984, tezamen<br />
met serie 3732-1 t/m 1097 en serie 3800-1 t/m 2534 [van Heekeren en du Ry collectie] overgedragen aan <strong>het</strong> Archeologisch en<br />
Antropologisch Instituut te Willemstad, Curaçao.<br />
28 De Nazca potten uit deze collectie zijn van bijzondere waarde aangezien ze komen van een ruil met <strong>het</strong> museum in München<br />
en diens collectie van de ‘Mother of all Nazca collections’ van Wasserman-San Blas, later verdeeld over New York, Hamburg,<br />
Detmold en München (ref. Tom Zuidema).