Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
44<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
de inwoners van Suriname of de Antillen. Huisraad, toiletartikelen, boten, huizen, kinderspeelgoed,<br />
gereedschappen van verschillende handwerkslieden worden niet systematisch verzameld, maar door<br />
middel van diorama’s probeert men toch een indruk te geven hoe <strong>het</strong> leven ter plaatse er zoal uitziet.<br />
Men tracht “de merkwaardigste voortbrengsels” van <strong>het</strong> land te verzamelen. Religieuze objecten en<br />
objecten voor dagelijks gebruik (vooral de objecten waarbij sprake is van syncretisme of Europese<br />
invloed) worden bijna niet verzameld. Medicijnen, geneeskrachtige kruiden, voedsel, kaarten,<br />
schoolmateriaal, porselein etc. worden helemaal niet verzameld. De diorama’s zijn om die reden van<br />
grote documentaire waarde, maar <strong>het</strong> koloniale karakter ervan dient bij hun interpretatie natuurlijk niet<br />
uit <strong>het</strong> oog verloren te worden.<br />
Tussen 1895 en 1899 breken de eerste echte ‘hoogtijdagen’ van verzamelen voor de afdeling aan en<br />
wordt een aantal relatief grote collecties geschonken en aangekocht. Zo schenkt Baron A.J.<br />
Schimmelpenninck van der Oye in 1895 een collectie van circa tweehonderd Surinaamse objecten<br />
aan <strong>het</strong> museum (serie 1054). In 1897 koopt <strong>het</strong> museum van de Italiaanse schilder Guido Boggiani<br />
een honderdtal objecten van de Lengua, Caduveo en Chamakokuo (serie 1118) en van de heer C.F.<br />
Höge een kleine vijftig Quiché en Cakchiquel objecten uit Guatemala (serie 1144). In de daarop<br />
volgende twee jaren volgen de aankoop van ruim 420 Braziliaanse wapeninstrumenten van de<br />
Markiezin van Cavalcanti (serie 1184) en de schenkingen aan <strong>het</strong> museum van M.E. Zimmerman –<br />
147 Moche en Chimu aardewerk potten (serie 1224) – en van Prof. dr. A. Bässler 300 (voornamelijk<br />
Jivaro) objecten aan <strong>het</strong> museum (serie 1229). Bijzonder is in die jaren ook de aanschaf van een<br />
honderdtal precolumbiaanse objecten van de heer C.R. Lohfert (serie1240).<br />
Op grond van hun unieke cultuurhistorische betekenis zijn deze verzamelingen integraal <strong>als</strong> Categorie<br />
A gekenmerkt. Ze kunnen voor de toekomst echter niet genomen worden <strong>als</strong> richtinggevend voor <strong>het</strong><br />
collectie- en acquisitiebeleid, omdat ze vanuit een cultureel, geografisch en demografisch oogpunt<br />
toch wel zeer beperkt zijn van aard. Ook de documentatie en <strong>het</strong> onderzoek die er bij horen,<br />
doorstaan de toets van recente eisen aan verzamelen niet zonder meer.<br />
Uitbreidingen van de vroege verzamelingen<br />
Van een duidelijk gericht aankoop- of acquisitiebeleid is in negentiende eeuw en in de eerste helft van<br />
de twintigste eeuw nog nauwelijks sprake. Dit deel van de collectie is daarom ook erg gefragmenteerd<br />
en gevarieerd. Doorgaans gaat <strong>het</strong> nog steeds om individueel aangelegde collecties die worden<br />
verworven door middel van schenking of aankoop. De collectie groeit vooral dankzij legaten en<br />
schenkingen, afgewisseld door incidentele aankopen, uiteenlopend van enkele voorwerpen tot grotere<br />
series. De nadruk ligt in de beginperiode nog steeds op Suriname en Brazilië, maar langzamerhand<br />
(naarmate <strong>het</strong> zwaartepunt verschuift van etnografisch naar archeologisch) komen ook andere<br />
gebieden, zo<strong>als</strong> de Andes en Mesoamerika in beeld. De overdracht van de precolumbiaanse collectie<br />
van <strong>het</strong> RMO aan <strong>het</strong> Rijksmuseum voor <strong>Volkenkunde</strong> in 1903 (serie: 1403 17 : 1625 objecten; waarvan<br />
een groot deel Arubaanse artefacten tussen 1881-1886 opgegraven door pastoor A.J. van Koolwijk),<br />
en een schenking van ruim 1300 artefacten verzameld door de Deens-Nederlandse Archeologische<br />
Antilliaanse expeditie uit 1923 (serie 2049 18 ), gaf daar natuurlijk een extra-impuls aan.<br />
De groei van de collectie rond <strong>het</strong> begin van de twintigste eeuw wordt voorts <strong>het</strong> best gekensc<strong>het</strong>st <strong>als</strong><br />
een lange reeks kleine verwervingen van tussen de een tot twintig objecten, met af en toe de<br />
schenking of aankoop van een wat grotere collectie. Daarbij dienen de collecties van Dhr. O. Fricke<br />
(serie 1385 19 : een honderdvijftigtal Lengua, Kaiña en Toba objecten aangekocht in Paraguay), van de<br />
gebroeders F.P. en A.Ph. Penard (serie 1817 20 , 250 stuks Caribische voorwerpen uit Suriname)<br />
bijzondere vermelding. Deze laatste collectie is uniek in zijn soort dankzij de documentatie die de<br />
collectie vergezelt: een doos krantenartikels, overdrukken van wetenschappelijke artikelen en vooral<br />
tekeningen en veldwerk aantekeningen van de hand van de gebroeders Penard aangaande de<br />
semiotiek en taal van de Cariben.<br />
Hierna treedt in de verwervingsgeschiedenis een onderbreking op van ongeveer vijftien jaar. Dit kan in<br />
verband worden gebracht met <strong>het</strong> uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Pas in 1927 vindt weer een<br />
verwerving plaats; een aankoop van een honderdtal prekoloniale Chancay textielfragmenten en<br />
doeken (serie 3738 21 ). In 1938 wordt door de Nederlandse regering, dankzij een verzamelreis van<br />
C.H. de Goeje, een etnografische collectie uit <strong>het</strong> Tropisch Laagland geschonken, waaronder een<br />
zeer bijzondere Wajana verencollectie van 188 objecten (serie 2352 22 ).<br />
17 Categorie A<br />
18 Categorie B<br />
19 Categorie B<br />
20 Categorie A<br />
21 Categorie A<br />
22 Categorie A