Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Open het profiel als pdf - Museum Volkenkunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9<br />
VERZAMELDE COLLECTIEPROFIELEN<br />
MUSEUM VOLKENKUNDE<br />
Toch moeten we ons voor die jaren niet alleen concentreren op de grote aanwinsten. Doorlopend<br />
komen kleinere collecties binnen waarvan een aantal van zeer grote waarde blijken. Vooral individuele<br />
bestuursambtenaren, zendelingen, missionarissen of kunstenaars leveren vanuit hun persoonlijke<br />
belangstelling en <strong>als</strong> bijproducten van hun uiteenlopende beroepen veel kleine juweeltjes van<br />
collecties. Daar komt bij dat ze door de vaak met zorg verzamelde en bijgevoegde documentatie veel<br />
waardevoller zijn dan hun soms beperkte omvang doet vermoeden. Enkele voorbeelden hiervan zijn<br />
de collecties van O.L. Helfrich (serie 820, met voorwerpen uit Bengkulu, Enggano en Zuid-Sumatra),<br />
van Dr. J. Groneman (series 847 en 913, met goed gedocumenteerde objecten uit de Javaanse<br />
materiële cultuur), of de collectie van M.C. Schadee (serie 1476, Zuidoost-Molukken). Hoewel <strong>het</strong> bij<br />
deze laatste verzameling slechts gaat om 120 voorwerpen, blijkt een aantal daarvan van grote<br />
volkenkundige waarde. Noemenswaardig is hier tenslotte ook de collectie van de belangrijkste<br />
onderzoeker van Nias – E.E.W.G. Schröder – die in 1906 talrijke objecten uit dat gebied aan <strong>het</strong><br />
museum schenkt, waar onder enkele topstukken (serie 1552, ruim 500 voorwerpen).<br />
Na 1910 groeit de collectie minder snel, hoewel nog regelmatig nieuwe zendingen binnenkomen uit<br />
veel verschillende delen van de archipel (Timor, Nias, Minangkabau, Batak en Molukken). Belangrijk is<br />
tevens de aanwinst van een collectie Javaanse statiewapens, waaronder met goud belegde<br />
ceremoniële speren. De enorme groei van de laatste decennia van de negentiende eeuw behoort in<br />
elk geval definitief tot <strong>het</strong> verleden.<br />
Naast een krimp in de groei van de collectie treedt in de eerste decennia van de twintigste eeuw, tot<br />
aan de Tweede Wereldoorlog, nog een ander belangrijk feneomeen op met betrekking tot de Indische<br />
verzamelingen in Leiden: men gaat zich concentreren op <strong>het</strong> documenteren en bestuderen van de<br />
collecties in plaats van op <strong>het</strong> bijna ongebreideld verwerven van nieuwe aanwinsten. Daarbij ontstaat<br />
<strong>als</strong> een van de belangrijke theoretische resultaten van dat wetenschappelijk onderzoek in die jaren <strong>het</strong><br />
zogenoemde “Leidse structuralisme”. Deze stroming in de moderne antropologie is vooral ontwikkeld<br />
door twee conservatoren van <strong>het</strong> <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong>: Dr. J.P.B. de Josselin de Jong en Dr. W.H.<br />
Rassers.<br />
Uit dezelfde concentratie op onderzoek en documentatie van de collectie ontstaat ook een uiterst<br />
belangrijk, en tot op de dag van vandaag zeer praktisch resultaat: de door de toenmalige conservator<br />
en latere directeur van <strong>het</strong> museum, Dr. H.H. Juynboll, gepubliceerde “Catalogus van ’s-Rijks<br />
Ethnographisch <strong>Museum</strong>”. In een reeks van 23 delen, die tussen 1909 en 1932 verschijnen, beschrijft<br />
hij 5 daarin de gehele toen aanwezige Indische collectie, inclusief de Filipijnen en met een catalogus<br />
van de bibliotheek.<br />
Op <strong>het</strong> gebied van uitbreiding van de verzameling in de jaren kort voor <strong>het</strong> uitbreken van de Tweede<br />
Wereldoorlog verkrijgt <strong>het</strong> museum in 1939 nog een belangrijke aanwinst in de vorm van de collectie<br />
van B.A.G. Vroklage (serie 2380). Als 'Missionsethnolog' in dienst van de Rooms-Katholieke kerk<br />
werkt hij op verschillende plaatsen in Nusa Tenggara (Kleine Sunda-eilanden). In zijn<br />
wetenschappelijke gedrevenheid – hij is een fervent aanhanger van de Kultuurkreis-richting, een<br />
Weense cultuurhistorische school – en om deze ideeën te staven, legt hij grote volkenkundige<br />
collecties aan. Vooral op Timor en Flores verzamelt Vroklage voorwerpen, daarbij speciaal lettend op<br />
hun vorm en versiering.<br />
Na de Tweede Wereldoorlog vindt verzamelen in Indonesië voor <strong>het</strong> <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong> alleen nog<br />
sporadisch en op kleine schaal plaats. Veldwerk is zeker de eerste decennia nog onmogelijk,<br />
vanwege de jaren aanhoudende moeizame relatie met <strong>het</strong> inmiddels onafhankelijk geworden<br />
Indonesië. Maar ook later, in de jaren zeventig en tachtig, <strong>als</strong> Nederlandse antropologen in Indonesië<br />
weer veldwerk mogen doen, blijft de aanwas van de collectie via deze weg beperkt. 6 Slechts in een<br />
enkel geval wordt succesvol gebruik gemaakt van de potentieel zeer vruchtbare relatie tussen<br />
onderzoek en verzamelen (onder andere series 5258 en 5382, collecties F. Brinkgreve en L. Visser).<br />
Een verwerving die in 1959 – maar in bijna laat-negentiende eeuwse stijl – <strong>het</strong> museum <strong>als</strong> <strong>het</strong> ware<br />
‘overkomt’, is de overdracht van de verzameling van <strong>het</strong> Ethnografisch <strong>Museum</strong> van de Koninklijke<br />
Militaire Academie te Breda. Dit betekent voor collectie van de afdeling Insulair Zuidoost-Azië een<br />
uitbreiding met maar liefst circa 7000 voorwerpen, voornamelijk uit <strong>het</strong> vooroorlogse Indonesië.<br />
5 De eerlijkheid gebiedt hier te melden dat ook enkele andere medewerkers van <strong>het</strong> museum, zo<strong>als</strong> H.W. Fischer of J. C.E.<br />
Schmeltz, aan een of meer delen hun medewerking hebben verleend.<br />
6 Ik laat hier <strong>het</strong> westelijk deel van Nieuw-Guinea buiten beschouwing, omdat dit aan de orde komt bij <strong>het</strong> collectie<strong>profiel</strong> van de<br />
afdeling Oceanië. Tussen de Tweede Wereldoorlog en 1962 concentreerden Nederlandse onderzoekers zich vooral op <strong>het</strong><br />
westelijke deel van Nieuw-Guinea (nu Papua genoemd). Ook recent heeft <strong>Museum</strong> <strong>Volkenkunde</strong> (met name conservator D.A.M.<br />
Smidt) veel verzameld in Papua.