12.09.2013 Views

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

V o l<br />

16<br />

okt<br />

’09<br />

Prospectieve evaluatie van trochleaplastieken bij patiënten met objectieve<br />

patella instabiliteit en ernstige trochleadysplasie<br />

Introductie<br />

Trochleadysplasie is de belangrijkste predisponerende<br />

factor van patella instabiliteit en is aanwezig<br />

bij 85% van de patiënten met recidiverende patellaluxaties.<br />

1 Verschillende operatieve technieken zijn<br />

beschreven <strong>voor</strong> het corrigeren van trochleadysplasie<br />

waaronder die van Bereiter. 2 Hierbij wordt<br />

de subchondrale plaat weggefreesd zodanig dat<br />

de trochlea centraal gecomprimeerd kan worden<br />

tot een U-vormige groeve. Doel van de studie was<br />

te onderzoeken of pijn en instabiliteit afnamen na<br />

een trochleaplastiek volgens Bereiter en of anatomisch<br />

herstel radiografisch waarneembaar is.<br />

Methode<br />

In deze prospectieve studie werd tussen 2004<br />

en 2009 bij 17 patiënten (19 knieën) met trochleadysplasie<br />

en objectieve patella instabiliteit<br />

een trochleaplastiek volgens Bereiter verricht.<br />

Instabiliteit en pijn werden pre-operatief en 3, 6,<br />

12 en 24 maanden postoperatief geëvalueerd met<br />

de Kujala, IKDC SKE (Subjective Knee Evaluation)<br />

en een tevredenheidscore (1-10). Pre- en postoperatief<br />

werd op een zuiver laterale röntgenfoto de<br />

aanwezigheid van het crossing sign onderzocht en<br />

op een axiale patellafoto de sulcushoek gemeten.<br />

Resultaten<br />

Na trochleaplastiek was er een significante verbetering<br />

van Kujala, IKDC SKE en tevredenheidscore.<br />

Echter de scores stegen niet significant door tussen<br />

3 en 6 maanden postoperatief en 6 en 12 maanden.<br />

Een grote stijging van artrose operaties in de knie en heup?<br />

Inleiding en vraagstelling<br />

Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van<br />

inzicht in de mogelijke toekomstige trend (tot<br />

2030) van artrose en de daarbij behorende knie- en<br />

heupoperaties op basis van historische trends en<br />

demografische projecties.<br />

Methode<br />

De leeftijd- en geslachtsspecifieke totale heup- en<br />

knieoperaties over de periode 1995-2005 (uit de<br />

Landelijke Medische Registratie (LMR)) zijn geanalyseerd<br />

in combinatie met demografische projecties<br />

van het Centraal Bureau <strong>voor</strong> de Statistiek<br />

(CBS) om twee toekomstprojecties te berekenen:<br />

138 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 16, Nr 3, oktober 2009<br />

Er waren geen postoperatieve patellaluxaties, één<br />

patiënt ondervond soms nog een patellasubluxatie.<br />

Sportactiviteiten bleven wel beperkt. Postoperatief<br />

was bij geen enkele knie meer het crossing sign<br />

aanwezig. Ook de gemiddelde sulcushoek nam<br />

significant af van 151°(SD8.9) naar 139°(SD7.1)<br />

(p=0,0004).<br />

Discussie<br />

Bij patiënten met objectieve patella instabiliteit<br />

en ernstige trochleadysplasie resulteert de trochleaplastiek<br />

volgens Bereiter in een duidelijke<br />

afname van pijn en instabiliteit en een tevreden<br />

patiënt. Ook radiografisch is er sprake van anatomisch<br />

herstel. De patiënten blijven wel beperkt in<br />

sportactiviteiten. De eerste resultaten zijn veelbelovend<br />

maar de resultaten op lange termijn zullen<br />

moeten worden afgewacht.<br />

Referenties<br />

1. Dejour H, Walch G, Nove-Josserand L, Guier C. Factors<br />

of patellar instability: an anatomic radiographic study.<br />

Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 1994;2:19-26.<br />

2. Bereiter H, Gautier E. Die trochleaplastik als chirurgische<br />

therapie der rezidivierenden patellaluxation bei trochleadysplasie<br />

des femurs. Arthroskopie 1994;7:281-6.<br />

Bas Mollen, Petra Heesterbeek, Ate Wymenga<br />

Sint Maartenskliniek, Hengstdal 3, 6522 JV Nijmegen,<br />

p.heesterbeek@maartenskliniek.nl<br />

de demografische projectie, waarbij incidentie<br />

van 2005 wordt toegepast op de demografische<br />

projecties, en de trendprojectie, waarbij tevens<br />

rekening gehouden wordt met de trend van van<br />

operaties in de periode 1995-2005.<br />

Resultaten<br />

In de periode 1995-2005 stijgt het aantal totale<br />

heupprothese en knie artroplastieken met als<br />

hoofddiagnose artrose van 13.785 naar 20.715<br />

(50%) en van 4.916 naar 14.565 (+196%%). Op basis<br />

van de demografisch trend stijgt het aantal totale<br />

heupen tot 31.731 (+53%) in 2030, en het aantal<br />

knieoperaties <strong>voor</strong> artrose tot 22.183 (+52%). Op

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!