LABO 5 / 6 : De tijdbasis 2 - KHLim
LABO 5 / 6 : De tijdbasis 2 - KHLim
LABO 5 / 6 : De tijdbasis 2 - KHLim
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. Doelstellingen<br />
Na het uitvoeren van de proeven :<br />
<strong>LABO</strong> 5 / 6 : <strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2<br />
• begrijp je dB in de meettechniek en kan je het toepassen.<br />
• kan je een bodediagram lezen, begrijpen, opmeten en tekenen.<br />
• begrijp je de werking van de kalibratieknop.<br />
• kan je de scoop in X-Y mode gebruiken.<br />
• begrijp je de functie van de Hold-off knop.<br />
• kan je de verschillende instellingen van de triggergenerator gebruiken.<br />
2. Algemeenheden<br />
2.1. <strong>De</strong> dB (<strong>De</strong>cibel) in de meettechniek<br />
2.1.1. Wat is logaritme (log)?<br />
Enkele voorbeelden<br />
Log(10) = Log(10 1 ) = 1<br />
Log(100) = Log(10 2 ) = 2<br />
Log(1000) = Log(10 3 ) = 3<br />
Log(1) = Log(10 0 ) = 0<br />
Log(0,1) = Log(10 -1 ) = -1<br />
Log(0,01) = Log(10 -2 ) = -2<br />
Log(5) = Log(10 0,698 ) = 0,698 want 5 = 10 0,698<br />
Log(34) = Log(10 1,531 ) = 1,5531 want 34 = 10 1,531<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 1 / 33<br />
<strong>De</strong> omgekeerde bewerking is antilog of log -1 . Let op, log -1 (X) is niet gelijk aan 1/log(X)!!<br />
Met behulp van het rekentoestel voeren we de bewerking antilog uit door eerst de knop<br />
SHIFT (of INV voor sommige toestellen) en vervolgens LOG in te drukken.<br />
Zie cursus rekenkundige technieken voor rekenrekels in verband met logaritme.<br />
2.1.2. Wat is decibel (dB)?<br />
We kennen allemaal de eenheid dB uit geluidsmetingen. Zo weten we dat een geluid<br />
van 15 dB zeer zacht en een geluid van 120 dB zeer luid is, deze laatste is namelijk de<br />
menselijke pijngrens. We kunnen geluid ook uitdrukken in W/m². Dit is een echter een<br />
nietszeggende eenheid die tevens onhandig is in gebruik. Als we een signaal hebben<br />
van bv 10 -2 W/m² kunnen we ons moeilijk voorstellen of dit zacht of luid is. Een<br />
bijkomende moeilijkheid in het vinden van een handige schaal is het feit dat onze<br />
geluidswaarneming niet lineair is maar logaritmisch. Als we bv 2 luidsprekers plaatsen<br />
dan zullen wij bij een verdubbeling van het aantal luidsprekers naar 4 het geluid niet<br />
waarnemen als dubbel zo luid maar slechts een kleine toename waarnemen nl 3dB.<br />
Een geluid met een vermogen van 10 -12 W/m² wordt genomen als eenheid. We kunnen<br />
nu de verhouding nemen van het vermogen van ons signaal 10 -2 W/m² en de eenheid<br />
10 -12 W/m², dan bekomen we 10.000.000.000. Aangezien ons gehoor logaritmisch werkt<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 2 / 33<br />
nemen we hiervan het logaritme en bekomen we 10 bel. <strong>De</strong> eenheid bel is te groot om<br />
mee te werken, daarom nemen we 1/10 van een bel of 1 decibel en bekomen we voor<br />
ons signaal van 10-2 W/m² een waarde van 100dB. Een geluid met een vermogen van<br />
10-12 W zal dus een resultaat geven van 0dB.<br />
Hieruit kunnen we besluiten dat dB de eenheid is van een verhouding (hier van<br />
vermogens).<br />
2.1.3. Verhoudingen in de meettechniek<br />
In de meettechniek wordt de verhouding tussen twee grootheden meestal uitgedrukt in<br />
dB (decibel). Dit kan een verhouding zijn van spanningen of vermogens.<br />
Formules:<br />
Spanningsverhouding Au = 20 log(Uuitgang / Uingang) uitgedrukt in dB<br />
Vermogensverhouding Ap = 10 log (Puitgang / Pingang) uitgedrukt in dB<br />
Het is niet nodig om de juiste waarde van de vermogens of spanningen te kennen. Als<br />
we de verhouding kennen kunnen we de versterkings- of verzwakkingsfactor in dB<br />
berekenen.<br />
<strong>De</strong> dB geeft namelijk een relatieve verhouding van de grootheden weer.<br />
We kunnen een verzwakker herkennen aan het feit dat deze een verhouding uitgedrukt<br />
in dB heeft die kleiner is als 0, een versterker heeft een waarde groter als 0<br />
Voor een versterker is de waarde in dB groter als 0, voor een verzwakker kleiner<br />
als 0. Indien de waarde gelijk is aan 0 is er geen versterking, noch een<br />
verzwakking hetgeen men in de elektronica een spanningsvolger noemt.<br />
Let wel op:<br />
1. We spreken van een verzwakker van 3dB en niet van een verzwakker van –3dB<br />
aangezien het woord “verzwakker” het minteken impliceert.<br />
2. Indien de waarde van een verzwakker gegeven is als positief getal, moeten we<br />
zelf het minteken toevoegen bij berekeningen.<br />
Voorbeeld 1<br />
Een versterker heeft een spanningsverhouding van 5 maal. Bereken de waarde in dB.<br />
We nemen de formule voor spanningsverhouding en vullen de gegevens is:<br />
⎛U<br />
⎞ uit<br />
A 20 log ⎜<br />
⎟<br />
u =<br />
= 20log(<br />
5)<br />
⎝ Uin<br />
⎠<br />
Au=<br />
13,<br />
979<br />
dB<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Voorbeeld 2<br />
Met welke factor zal een verzwakker van 3dB een vermogen verzwakken?<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 3 / 33<br />
We kennen de waardes van de vermogens niet, we zullen bijgevolg moeten gaan<br />
rekenen met relatieve waardes.<br />
We spreken van een verzwakker, de verhouding uitgedrukt in dB is dus –3dB. We<br />
moeten de formule gebruiken van vermogensverhouding aangezien we hier spreken<br />
over een vermogensverzwakking. Invullen in de formule geeft ons:<br />
⎛ Puit<br />
⎞<br />
− 3dB<br />
= 10log<br />
⎜<br />
⎟<br />
⎝ Pin<br />
⎠<br />
−1<br />
−3<br />
Puit<br />
log ( ) = 10<br />
P<br />
Het vermogen wordt bijgevolg ongeveer gehalveerd.<br />
Indien dit een spanningsversterking zou zijn bekomen we een resultaat van<br />
U<br />
U<br />
uit<br />
in<br />
= 0,<br />
7079<br />
Reken dit resultaat zelf na!!<br />
P<br />
P<br />
uit<br />
in<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT<br />
in<br />
= 0,<br />
5012
2.1.4. Omzettingstabellen<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 4 / 33<br />
Indien we de waarde van een verzwakker of versterker krijgen en we de spannings- of<br />
vermogensverhouding wensen te berekenen, kunnen we dit m.b.v. omzettingstabellen.<br />
Hierbij wordt de waarde van de versterker (of verzwakker) vb 18,2 dB opgesplitst in de<br />
waarden die we in de tabel terugvinden. Hier 18,2 dB = 18dB + 0,2dB.<br />
18 dB = 7,943<br />
0,2 dB = 1,023<br />
Resultaat: 18,2dB = 7,943 x 1,023 = 8,126 (Zie formules logaritme in de wiskunde)<br />
Vandaag beschikken we allen over een rekentoestel zodoende dat deze<br />
omzettingstabellen niet meer worden toegepast.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
2.1.5. Absolute waarden in dB<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 5 / 33<br />
In 2.1.1. hebben we als voorbeeld voor dB het geluid genomen. Hier hebben we een<br />
absolute waarde 10 -2 W/m² omgezet in een getal met eenheid de dB. In de<br />
meettechniek hebben we tot nog toe enkel de verhouding tussen twee spanningen of<br />
twee vermogens uitgedrukt in dB. Dit is dus een relatieve waarde. In de meettechniek<br />
kunnen we echter ook een absolute waarde (bv 5W , 3V, …) uitdrukken in dB namelijk<br />
in dBV, dBW, dBµV of in dBm, afhankelijk van wat we als referentie nemen. Het<br />
verschil tussen deze voorstellingswijzen wordt duidelijk gemaakt aan de hand van<br />
enkele voorbeelden.<br />
1. dBm<br />
Met dBm verstaat men het aantal dB’s t.o.v. het vermogen van 1mW. Dit is dus een<br />
absoluut vermogen. dB is dus een relatieve waarde (verhouding) en de dBm een<br />
absolute waarde.<br />
Voorbeeld:<br />
Een versterker produceert een vermogen van 12W. Hoeveel dBm is dit?<br />
12W = 10 log (12 / 0,001) = 40,79dBm<br />
Een signaalgenerator heeft een uitgangsvermogen van 13 dBm. Welk uitgangsvermogen<br />
meten we?<br />
<strong>De</strong> signaalgenerator heeft een vermogen dat 13 dB meer is als 0 dB waarbij 0 dB<br />
gelijk is aan 1mW<br />
2. dBW<br />
13 dBm = 10 log( ?P / 1mW)<br />
?P = 1 mW x log -1 (13 / 10)<br />
P = 19,95mW<br />
<strong>De</strong> dBW is evenals de dBm een absoluut vermogen. <strong>De</strong> nulreferentie ligt hier bij 1W.<br />
Dus 0dBW = 1W.<br />
Voorbeeld:<br />
Een versterker produceert een vermogen van 12 W. Hoeveel dBW is dit?<br />
12W = 10 log (12 / 1) = 10,79dBW<br />
Een signaalgenerator heeft een uitgangsvermogen van 13 dBW. Welk<br />
uitgangsvermogen meten we?<br />
<strong>De</strong> signaalgenerator heeft een vermogen dat 13 dB meer is als 0dB waarbij 0dB<br />
gelijk is aan 1W.<br />
13dBW = 10 log(?P / 1W)<br />
?P = 1W x log -1 (13 / 10)<br />
P = 19,95W<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
3. dBV<br />
Bij de dBV ligt de nulreferentie bij 1V. Dus 0dBV = 1V<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 6 / 33<br />
Voorbeeld:<br />
Aan de uitgang van een voeding meten we een spanning van 12dBV, hoeveel<br />
Volt meten we?<br />
4. dBµV<br />
12 = 20 log(?V /1V)<br />
?V = 1V log-1(12/20)<br />
de uitgangsspanning is 3,98V<br />
Hierbij is als nulreferentie een spanning van 1µV genomen.<br />
Voorbeeld:<br />
Aan de uitgang van een regelaar meten we een spanning van 12dBµV, hoeveel<br />
Volt meten we?<br />
12 = 20 log (?V/1µV)<br />
?V = 1µV log-1 (12/20)<br />
<strong>De</strong> uitgangsspanning is 3,98µV.<br />
2.2. Opdrachten<br />
• Opgave 1:<br />
Bereken de spanningsversterking indien de ingangsspanning = 1V en de<br />
uitgangsspanning = 10V. Is dit een verzwakker of versterker?<br />
• Opgave 2:<br />
Bereken de spanningsversterking indien de ingangsspanning = 220V en de<br />
uitgangsspanning = 10V. Is dit een verzwakker of versterker?<br />
• Opgave 3:<br />
Bereken de spanningsversterking indien de ingangsspanning = 10V en de<br />
uitgangsspanning = 10V. Is dit een verzwakker of versterker?<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 7 / 33<br />
Herhaal al de bovenstaande opgaven maar vervang de eenheid V steeds door W<br />
(vermogen).<br />
Besluit<br />
A>0 => Uuit ….. Uin<br />
A Uuit ….. Uin<br />
A=0 => Uuit ….. Uin<br />
• Opgave 4:<br />
Bereken de spanningsverhouding van versterker van 3dB.<br />
• Opgave 5:<br />
Bereken de vermogensverhouding van versterker van 3dB.<br />
• Opgave 6:<br />
Bereken de spanningsverhouding van verzwakker van 36dB.<br />
• Opgave 7:<br />
Bereken de spanningsverhouding van versterker van 36dB.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
2.3. verzwakkers<br />
2.3.1. <strong>De</strong> verzwakker opgebouwd met weerstanden<br />
R2<br />
( )<br />
A u=<br />
20 log R1+<br />
R<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 8 / 33<br />
Een spanningsverzwakker kan eenvoudig worden opgebouwd met behulp van twee of<br />
meer weerstanden in serie (zie figuur op volgende pagina). <strong>De</strong> verzwakking (A) wordt<br />
uitgedrukt in dB.<br />
Formules:<br />
Met behulp van de formules voor een spanningsdeler bekomen we:<br />
U uit R2<br />
=<br />
U in R1+<br />
R2<br />
Voor de versterking / verzwakking bekomen we:<br />
Au = 20 log (Uuit / Uin) of<br />
Berekeningsvoorbeeld van een verzwakker m.b.v. weerstanden:<br />
Uin<br />
Bereken de weerstanden R1 en R2.<br />
Berekening:<br />
We hebben 1 vergelijking met 2 onbekenden. <strong>De</strong>ze vergelijking is onoplosbaar vandaar<br />
dat we 1 weerstandswaarde mogen kiezen. Welke waarde we kiezen zal geen invloed<br />
hebben op de waarde van de verzwakker aangezien niet de absolute waarden van de<br />
weerstanden de verzwakker bepalen maar de verhouding van de weerstanden.<br />
Stel R1 = 1kΩ<br />
⎛ R ⎞ ⎛ ⎞<br />
2<br />
R2<br />
−10<br />
= 20log<br />
⎜<br />
⎟ = 20log<br />
⎜<br />
⎟<br />
⎝ R1<br />
+ R2<br />
⎠ ⎝1+<br />
R2<br />
⎠<br />
−1<br />
R2<br />
log ( − 0,<br />
5)<br />
=<br />
1+<br />
R<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
( )<br />
2<br />
Uuit = (-10 dB)<br />
0,316 ( 1 + R2 ) = R2<br />
R2 = 461Ω<br />
<strong>De</strong>ze waarde is gelijk voor metingen met gelijkspanning en wisselspanning bij eender<br />
welke frequentie.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT<br />
2
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 9 / 33<br />
2.3.2. <strong>De</strong> verzwakker opgebouwd uit weerstand, condensator en spoel<br />
Indien de verzwakker niet enkel uit ohmse weerstanden bestaat hebben we een<br />
verzwakker waarbij de uitgangsspanning niet enkel afhankelijk is van de gebruikte<br />
componenten maar ook nog van de aangelegde frequentie. In dit geval zal er tussen<br />
in- en uitgangsspanning een verschil in grootte en een faseverschuiving optreden.<br />
Indien we de faseverschuiving en verhouding van in- en uitgangsspanning opmeten bij<br />
verschillende frequenties en deze metingen uitzetten in een grafiek, dan bekomen we<br />
een bodediagram.<br />
Voor een bodediagram zetten we dus uit:<br />
de versterking (in dB) in functie van de frequentie<br />
de faseverschuiving (in ° ) in functie van de frequ entie<br />
2.3.3. Bodediagram<br />
We wensen de faseverschuiving en de verhouding van in- en uitgangsspanning op te<br />
meten voor een frequentiebereik van 0 Hz tot 100 kHz. Hiervoor meten we deze<br />
waarden bij een aantal frequenties op bv bij 0 HZ, 10 Hz, 100 Hz, 1000 Hz, …. Om alle<br />
meetpunten te kunnen aanduiden op de grafiek nemen we als schaal 1mm per Hz. Dit<br />
resulteert in een grafiek van 100.000 mm bij het opmeten tot 100 kHz. Dit is 100m!!!<br />
Onmogelijk om zo een grafiek te tekenen. Nemen we1mm voor 1kHz, dan bekomen we<br />
een grafiek van 10cm maar hoe gaan we nu nauwkeurig 1 Hz of 100 Hz aanduiden?<br />
Hieruit blijkt dat een gewone lineaire schaal niet volstaat. We gaan daarom gebruik<br />
maken van een logaritmische schaalverdeling. Op een lineaire schaal bestrijkt iedere<br />
eenheid eenzelfde afstand. Bij een logaritmische schaal bestrijkt iedere decade dezelfde<br />
afstand. Een decade is de afstand tussen 2 eenheden op een schaal die zich verhouden<br />
met factor 10 vb van 1 tot 10 Hz, van 300 tot 3000 Hz, van 1 kHz tot 10 kHz …<br />
0,01 0,1 1 10 100 1000 10000 kHz<br />
1 decade<br />
1 decade<br />
Let op: Op een logaritmische schaal kan men nooit een waarde nul aanduiden!!<br />
Op een logaritmische schaal kan men nooit negatieve waarden aanduiden!!<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Opmerking:<br />
2.3.4. Voorbeeld van een bodediagram<br />
A [dB]<br />
ϕ [°]<br />
-90<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 10 / 33<br />
Een bodediagram bestaat altijd uit twee delen die precies onder elkaar worden<br />
getekend op dezelfde pagina<br />
Bespreking bodediagram:<br />
-20dB<br />
-45°<br />
-3dB punt<br />
buigpunt<br />
of breekpunt<br />
fr [Hz]<br />
fr [Hz]<br />
Bij lage frequenties hebben we geen faseverschuiving maar wel een versterking.<br />
Naarmate de frequentie stijgt zal de versterking dalen en krijgen we een negatieve<br />
faseverschuiving. Bij die frequentie waarbij de faseverschuiving gelijk is aan – 45°<br />
hebben we een verzwakking van 3dB of versterking van –3dB t.o.v. de oorspronkelijke<br />
versterking. Dit noemen we het breekpunt of het buigpunt. Vanaf het buigpunt zal de<br />
versterking met 20 dB per decade dalen. <strong>De</strong> hogere frequenties worden dus niet meer<br />
versterkt maar verzwakt. <strong>De</strong>ze schakeling zou dienst kunnen doen voor een laag<br />
frequent filter/ versterker waarbij de storingssignalen (hoge frequenties) worden<br />
weggefilterd.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT<br />
1
2.4. Opdrachten<br />
• Opgave 1:<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 11 / 33<br />
Bereken de waarde van een spanningsverzwakker in dB met als ingangsspanning 10V,<br />
R1= 330Ω en R2=1000Ω.<br />
Uin<br />
• Opgave 2:<br />
Bereken de waarde van de weerstanden van volgende schakeling als Uin = 15V en Uuit<br />
= 10V.<br />
Uin<br />
I<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
R1<br />
R2<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT<br />
Uuit<br />
Uuit
• Opgave 3:<br />
Bereken de weerstanden van volgende schakeling:<br />
Uin<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
Uuit = -10dB<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 12 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
• Opgave 4:<br />
Bereken de weerstanden van volgende schakeling:<br />
Uin<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
Uuit = -20dB<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 13 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
• Opgave 5:<br />
Bereken de weerstanden van volgende schakeling:<br />
Uin<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
R3<br />
Uuit = -20dB<br />
Uuit = -15dB<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 14 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
• Opgave 6:<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 15 / 33<br />
Bereken de weerstanden van volgende schakeling indien de verzwakkingen (!) gelijk<br />
zijn aan 10 en 5 dB.<br />
Uin<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
R3<br />
Uuit =<br />
Uuit =<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
2.5. Opmeten van een bodediagram<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 16 / 33<br />
Om een bodediagram te kunnen tekenen moeten we de spanningsversterking en de<br />
faseverschuiving kennen in functie van de frequentie. <strong>De</strong> spanningsversterking meten<br />
we met een multimeter en de fase verschuiving meten we met de scoop. Voor dit laatste<br />
moeten we gebruik maken van de kalibratieknop.<br />
2.5.1. <strong>De</strong> kalibratieknop<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> op de scoop wordt gevormd door aan de verticale afbuigplaten een<br />
zaagtandspanning aan te leggen. <strong>De</strong>ze zaagtandspanning wordt gegenereerd door een<br />
zaagtandspanningsgenerator en is een lineair met de tijd toenemende spanning zodat<br />
we een x-as bekomen met een lineaire verdeling (tijdsas). Naarmate de helling van de<br />
zaagtandspanning groter is (sneller stijgen) zal de elektronenbundel sneller van links<br />
naar rechts over het scherm verplaatsen. <strong>De</strong>ze helling kunnen we stapsgewijs instellen<br />
met de TIME/DIV – knop. <strong>De</strong>ze knop is een meerstanden -schakelaar. Iedere stand is<br />
voorzien van een geijkte schaal zodat aflezing van de periode van een signaal mogelijk<br />
is. Op deze knop vinden we echter nog een kleinere rode draaiknop : de kalibratieknop.<br />
<strong>De</strong> schaal behorende bij de TIME/DIV – knop is enkel geldig indien deze kalibratieknop<br />
in gekalibreerde stand staat. Indien we deze knop verdraaien, gaan we de helling<br />
traploos wijzigen. <strong>De</strong> helling wijzigt terwijl de schaal die we aflezen op de TIME/DIV<br />
knop gelijk blijft zodat we geen periodes, en bijgevolg ook geen frequenties, meer<br />
kunnen aflezen.<br />
U TIME/DIV // kalibratie<br />
2.5.2. Meten van een faseverschuiving<br />
Toch heeft deze knop een functie. Een volledige periode van een periodiek signaal,<br />
wordt gelijk gesteld aan 360 elektrische graden. (360°). Met behulp van de<br />
kalibratieknop kunnen we de <strong>tijdbasis</strong> zodanig aanpassen dat 1/2 periode juist gelijk is<br />
aan 9 hokjes horizontaal. Dit resulteert in 360/(2*9) = 20° per division. Let er wel op dat<br />
we nu de periode niet meer kunnen aflezen!!<br />
Indien we twee wisselspanningsignalen gelijktijdig op het scherm zichtbaar maken,<br />
kunnen we de faseverschuiving tussen deze signalen aflezen.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT<br />
t
Dit doen we als volgt:<br />
In het oorspronkelijke beeld zien we dat de beide<br />
signalen niet symmetrisch gelegen zijn t.o.v. de<br />
middenlijn van het scherm.<br />
Ingang<br />
Uitgang<br />
Vervolgens regelen we beide signalen symmetrisch<br />
t.o.v. de middenlijn van het scherm. (Y-pos knop)<br />
(beide massalijnen moeten niet gelijk vallen)<br />
Verdeel een halve periode over 9 vakjes.<br />
Zo is 180° = 9 vakjes of elk vakje 20°<br />
(<strong>De</strong> ‘tijd’ moet niet in een callibratiestand staan)<br />
Regel de hoogte van de figuur met de V/div en<br />
kalibratieknoppen van de verticale versterkers zodat<br />
er een scherpe snijding is met de x-as.<br />
Zo kunnen we de doorsnijding beter bepalen.<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 17 / 33<br />
Indien de uitgang later komt dan de ingang is de faseverschuiving negatief,<br />
anders positief<br />
Hier is de faseverschuiving = 1.5*20 negatief = -30°<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
2.5.3. Meten van de versterkingsfactor<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 18 / 33<br />
We kunnen de versterkingsfactor meten door de ingangsspanning en de<br />
uitgangsspanning te meten in Volt met de multimeter. Vervolgens berekenen we de<br />
versterkingsfactor met de formule:<br />
Au = 20 log(Uuitgang / Uingang)<br />
Een tweede mogelijkheid is het rechtstreeks meten van de uitgangsspanning in dB met<br />
de multimeter (enkel mogelijk met bepaalde multimeters !!!).<br />
Volg volgende bewerking op in de juiste volgorde:<br />
1 Meet de ingangspanning in Volt<br />
2 Druk op de knop V/dB<br />
3 Druk op de “REL” knop.<br />
4 Verplaats de meetdraad en meet de uitgangsspanning(en).<br />
5 <strong>De</strong> meting is nu de uitgangsspanning in dB.<br />
Let op: Iedere keer we de ingangsspanning aanpassen of een andere meting uitvoeren<br />
moeten we bovenstaande handelingen opnieuw uitvoeren.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
2.6. Kleurcode weerstanden<br />
E12 reeks<br />
E12<br />
± 10%<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 19 / 33<br />
10 12 15 18 22 27 33 39 47 56 68 82<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 20 / 33<br />
2.7. Hoe lees je codes op condensatoren?<br />
Bij de meeste condensatoren staat de waarde er opgedrukt, zoals 0,1 µF of 10 nF.<br />
Een tweede mogelijkheid is de vermelding als volgt: 0u1 voor 0,1 µF of 2n2 voor 2,2<br />
nF.<br />
Kleine condensatoren zoals keramische (schijf) of plasticfilm condensatoren hebben<br />
meestal 3 cijfers en een letter, of soms alleen 2 cijfers. Dit moet je lezen als pico farad.<br />
Een voorbeeld: 47 gedrukt op een kleine condensator moet gelezen worden als 47 pico<br />
farad.<br />
Een voorstelling met drie cijfers komt ook zeer veel voor. Het lijkt een beetje op de<br />
kleurcode voor weerstanden. <strong>De</strong> eerste twee cijfers zijn de tientallen en eenheden, het<br />
derde cijfer is de vermenigvuldigingsfactor. Met andere woorden het derde cijfers is het<br />
aantal nullen.<br />
Zie de tabel hieronder.<br />
3 e cijfer Vermenigvuldigingsfactor<br />
0 1<br />
1 10<br />
2 100<br />
3 1000<br />
4 10 000<br />
5 100 000<br />
6 1000 000<br />
7 10 000 000<br />
8 0,01<br />
9 0,1<br />
Een reeks voorbeelden:<br />
Opdruk Waarde in pF nF µF<br />
10 10 pF<br />
100 100 pF<br />
101 100 pF<br />
102 1000 pF 1 nF 0,001 µF<br />
103 10 000 pF 10 nF 0,01 µF<br />
104 100 000 pF 100 nF 0,1 µF<br />
105 1000 000 pF 1000 nF 1 µF<br />
106 10 000 000 pF 10 000 nF 10 µF<br />
107 100 000 000 pF 100 000 nF 100 µF<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
• Opgave 1: opmeten van een ohmse verzwakker<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 21 / 33<br />
Bereken de verzwakker met ohmse weerstanden die voldoet aan volgende<br />
voorwaarden en bepaal de benodigde weerstanden uit de E12 reeks.<br />
Bereken ook de stroom door het netwerk (let op Imax van de gebruikte weerstanden)<br />
en de uitgangsspanningen indien de ingangsspanning 5V DC is. Bouw vervolgens de<br />
schakeling op en controleer de werking.<br />
Uin<br />
I<br />
R1<br />
R2<br />
R3 Uu1 ( -20 dB)<br />
Uu2 ( -10 dB)<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
erekende waarde R1= R2 = R3 =<br />
waarde E12 reeks R1= R2 = R3 =<br />
kleurencode<br />
Metingen:<br />
Uin= V I = mA (berekende waarde)<br />
UR2= V Uin= dB<br />
Uu1= V Uu1= dB<br />
Uu2= V Uu2= dB<br />
• Opgave 2 : Opmeten van een RC-netwerk<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 22 / 33<br />
Voorzie de onderstaande schakeling van een sinusoïdale ingangsspanning met een<br />
amplitude van 5Vmax en f = 1600 Hz.<br />
Meet het ingangssignaal op kanaal 1, het uitgangssignaal op kanaal 2.<br />
Maak beide signalen gelijktijdig zichtbaar op het scherm<br />
Trigger op kanaal 1 en teken het beeld op (beide signalen op scoopbeeld 1).<br />
Trigger op kanaal 2 en teken het beeld op (beide signalen op scoopbeeld 2).<br />
Duid op iedere figuur de massa aan en welk signaal CHI en CHII is!<br />
R = 1 kΩ<br />
Uin Uuit<br />
C = 0.1µF<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Triggering CHI (2 signalen tekenen)<br />
Time/div Volt/div CHI Volt/div CHII<br />
…….. …..…s/div …..… ……..V/div …..… …..…V/div<br />
Triggering CHII (2 signalen tekenen)<br />
Time/div Volt/div CHI Volt/div CHII<br />
…….. …..…s/div …..… ……..V/div …..… …..…V/div<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 23 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Verklaar het verschil tussen de bekomen scoopbeelden:<br />
<br />
Metingen bij 1600 Hz:<br />
Uin max =<br />
Uuit max =<br />
Bereken de versterking of verzwakking (dB):<br />
Bekomen we een versterker of verzwakker?<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 24 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
• Opgave 3: opmeten van een bodediagram<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 25 / 33<br />
We merkten in voorgaande oefening dat de uitgangsspanning kleiner is als de<br />
ingangsspanning. We hebben hier dus te maken met een verzwakker. <strong>De</strong>ze verzwakker<br />
is echter niet uitsluitend opgebouwd uit ohmse weerstanden. <strong>De</strong> impedantie van een<br />
condensator is afhankelijk van de frequentie. <strong>De</strong> verzwakking is bijgevolg ook<br />
frequentieafhankelijk. We gaan nu de verzwakking berekenen en meten in functie van<br />
de frequentie.<br />
Meet de uitgangsspanning en faseverschuiving bij volgende frequenties:<br />
0 Hz : een frequentie van 0Hz is een gelijkspanning.<br />
Voor deze meting leggen we dus een gelijkspanning aan van 5V DC met de<br />
gelijkspanningsbron.<br />
100 Hz, 500 Hz, 1 kHz, 1600 Hz, 5 kHz, 10 kHz, 20 kHz, 50 kHz, 80 kHz, 100 kHz met<br />
de functiegenerator.<br />
Duid op onderstaand schema de meettoestellen aan.<br />
R = 1 kΩ<br />
Uin Uuit<br />
Benodigde formules:<br />
U<br />
uit<br />
=<br />
1<br />
1+<br />
( ω RC)<br />
2<br />
U<br />
in<br />
C = 0.1µF<br />
ϕ =<br />
−bgtg(<br />
ω RC)<br />
Zet de berekende en gemeten waarden uit in de tabel op volgende pagina:<br />
Tip: begin altijd met de frequentie nauwkeurig af te regelen.<br />
Dus kalibreren!!<br />
Doe per frequentie steeds al de metingen vooraleer je de frequentie wijzigt.<br />
<strong>De</strong> studenten die het jaar bissen vervangen de weerstand door een van 10 kΩ<br />
en de condensator door een van 4700 pF!!!<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Uin = (steeds de max!! waarde weergeven)<br />
R = ………… C = ……………….<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 26 / 33<br />
Doe al de metingen bij een ingestelde frequentie alvorens deze te wijzigen!!<br />
f [Hz] Uuit [V] Au [] Au [dB] ϕ [°]<br />
berekend gemeten Berekend gemeten berekend gemeten<br />
• Opgave 4<br />
Teken het bodediagram op logaritmisch papier. Zie voorbeeld op de laatste pagina.<br />
• Opgave 5<br />
Herhaal opgave 3 voor volgende schakeling.<br />
C = 0.1µF<br />
Uin Uuit<br />
R = 1 kΩ<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Benodigde formules:<br />
Uuit= Uin<br />
1+<br />
ω.<br />
RC<br />
( ) 2<br />
ω.<br />
RC<br />
ϕ = 90 − Bgtg ω.<br />
( RC)<br />
Zet de berekende en gemeten waarden uit in de tabel op volgende pagina:<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 27 / 33<br />
<strong>De</strong> studenten die het jaar bissen vervangen de weerstand door een van 10 kΩ<br />
en de condensator door een van 4700 pF!!!<br />
Uin = (steeds de max!! waarde weergeven)<br />
R= ………….... C = …………………<br />
f [Hz] Uuit [V] Au [] Au [dB] ϕ [°]<br />
berekend gemeten berekend gemeten berekend gemeten<br />
• Opgave 6<br />
Teken het bodediagram op logaritmisch papier. (zie vb p24 !!! )<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
• Opgave 7 : besluiten<br />
Beschrijf het verloop van het eerste bodediagram (zie vb p24 !!!)<br />
Beschrijf het verloop van het tweede bodediagram<br />
Besluit:<br />
Welke functie kunnen deze schakelingen vervullen?<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 28 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
1<br />
10<br />
1 00<br />
10 00<br />
100 00<br />
1000 00<br />
Bodediagram opgave 4<br />
1<br />
10<br />
100<br />
1000<br />
10000<br />
100000<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 29 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
Bodediagram opgave 6<br />
1<br />
10<br />
1 00<br />
10 00<br />
100 00<br />
1000 00<br />
1<br />
10<br />
100<br />
1000<br />
10000<br />
100000<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 30 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
2.8. Voorbeeld van een Bodediagram op logaritmisch papier<br />
A [dB]<br />
20<br />
10<br />
-10<br />
-20<br />
-30<br />
-40<br />
-50<br />
ϕ [°] 100<br />
Bodediagram versterker<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 31 / 33<br />
0<br />
10 100 1000 10000 100000<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
10 100 1000 10000 100000<br />
Bespreking:<br />
Lage frequenties worden verzwakt. Signalen met een frequentie van 1000 Hz worden<br />
noch verzwakt, noch versterkt. Signalen met hogere frequenties worden versterkt met<br />
een max van 10dB voor de hogere frequenties.<br />
Het buigpunt of breekpunt bevindt zich ongeveer op een frequentie van 3500 Hz. Hier is<br />
de versterking 7dB, dit is 3dB kleiner als de max versterkingswaarde, en de<br />
faseverschuiving bedraagt 45°.<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT<br />
f [Hz]<br />
f [Hz]
1<br />
10<br />
1 00<br />
10 00<br />
100 00<br />
1000 00<br />
Reserve Bodediagram<br />
1<br />
10<br />
100<br />
1000<br />
10000<br />
100000<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 32 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT
1<br />
10<br />
1 00<br />
10 00<br />
100 00<br />
1000 00<br />
Reserve Bodediagram<br />
1<br />
10<br />
100<br />
1000<br />
10000<br />
100000<br />
<strong>De</strong> <strong>tijdbasis</strong> 2 33 / 33<br />
Labo elektrische meettechniek 1PBA ELO/ELT <strong>KHLim</strong> <strong>De</strong>pt IWT