12.09.2013 Views

Download pdf - Biomaatschappij

Download pdf - Biomaatschappij

Download pdf - Biomaatschappij

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

h a n s m i d d e l k o o p<br />

50<br />

b i o - w e t e n s c h a p p e n e n m a a t s c h a p p i j<br />

doende water hebben wanneer dat nodig is, en ons tegelijk<br />

beschermen tegen te veel water? Het tweede punt is van een<br />

andere aard: onzekerheid. Na de overstromingsramp in Zeeland<br />

in 1953 is Nederland overgeschakeld op een zogeheten<br />

probabilistische (op kansberekening gebaseerde) benadering<br />

voor veiligheidsnormering. Op basis van maatschappelijke en<br />

economische overwegingen werd voor verschillende gebieden<br />

eerst vastgesteld welke kans van overstroming nog ‘acceptabel’<br />

is. Zo is voor West-Nederland een veiligheidsnorm van één op<br />

10.000 vastgesteld: dat houdt in dat men elk jaar een kans van<br />

een op 10.000 dat het gebied overstroomt acceptabel vindt,<br />

terwijl in het rivierengebied een jaarlijkse kans van één op 1250<br />

acceptabel geacht wordt. De volgende stap is dan te bepalen<br />

hoe groot de bijbehorende ‘maatgevende’ waterstand is: welke<br />

extreme waterstand wordt maar eens in de 10.000 of 1250 jaar<br />

overschreden? Dat is lastig. We hebben maar van ongeveer<br />

honderd jaar meetgegevens, en daardoor kunnen we slechts door<br />

statistische extrapolatie de grootte bepalen van deze maatgevende<br />

waterstanden en de waterafvoer die daarbij hoort. De gevonden<br />

waarde – 16.000 kubieke meter per seconde voor de Rijn bij<br />

Lobith – is dan ook met een brede onzekerheidsband omgeven.<br />

We weten in feite dus niet tegen welke waterstand we ons moeten<br />

beschermen.<br />

Omdat het klimaat verandert, kan in de toekomst ook die maatgevende<br />

afvoer veranderen. Daar moeten we nu al rekening mee<br />

houden als we voor de langere termijn de veiligheid willen waar-<br />

borgen. Maar op de vraag wat en hoeveel er dan gaat veranderen,<br />

is geen eenduidig antwoord te geven, omdat er een lange keten<br />

van factoren en processen aan voorafgaat. Want in hoeverre het<br />

mondiale klimaat in de toekomst gaat veranderen hangt af van de<br />

mondiale ontwikkeling van een hele reeks dingen: bevolkingsgroei,<br />

technologie, energiegebruik, emissie van broei-kasgassen.<br />

Dat maakt het werken met scenario’s onvermijdelijk: ‘wat zou er<br />

gebeuren als het klimaat op deze wijze verandert, wat als het<br />

net anders gaat’. Het internationale klimaatpanel IPCC heeft scenario’s<br />

ontwikkeld voor mogelijke toekomsten en de bijbehorende<br />

klimaateffecten. De mondiale temperatuurstijging en zeespiegelstijging<br />

bij deze scenario’s lopen behoorlijk uiteen.<br />

Natte en droge variant<br />

Het KNMI heeft in 2006 deze mondiale scenario’s vertaald in vier<br />

scenario’s voor Nederland. Ook hier is er weer variatie in de te<br />

verwachten temperatuurstijging, terwijl er voor de zomerperiode<br />

1 | 2008 Leven met onzekerheid<br />

Global surface warming ( 0 C)<br />

6.0<br />

5.0<br />

4.0<br />

3.0<br />

2.0<br />

1.0<br />

0.0<br />

-1.0<br />

A2<br />

© IPCC 2007: WG1-AR4<br />

A1B<br />

B1<br />

Year 2000 Constant Concentrations<br />

20th century<br />

1900 2000 2100<br />

Year<br />

B1<br />

A1T<br />

B2<br />

A1B<br />

A2<br />

A1FI<br />

Trends in mondiale opwarming, berekend met verschillende<br />

klimaatmodellen. Afhankelijk van het emissiescenario van<br />

het Intergovernmental Panel on Climate Change wordt het<br />

nauwelijks tot wel vier graden warmer deze eeuw. Daarnaast<br />

hebben alle scenario’s in zichzelf ook een ruime marge. De<br />

grijze balken rechts van de figuur geven de totale range weer<br />

waartussen uitkomsten van verschillende klimaatmodellen voor<br />

de emissiescenario’s zich bevinden. Bron: IPCC Klimaatrapport,<br />

samenvatting voor beleidsmakers, 2007.<br />

zowel een natte als droge klimaatvariant gegeven wordt. Hydro-<br />

logische modellen berekenen vervolgens met deze klimaatvariabelen<br />

hoe de extreme afvoeren in de Rijn kunnen veranderen.<br />

Elke stap in de oorzaak-effectketen tussen mondiale ontwikkelingen<br />

in de toekomst en veranderingen in Rijnafvoer gaat gepaard<br />

met aannamen, modelberekeningen, en inherente onzekerheden.<br />

Voor de Rijn en Maas is er de afgelopen vijftien jaar een groot<br />

aantal scenariostudies uitgevoerd waarbij voor steeds nieuwere<br />

klimaatscenario’s is uitgerekend hoe de rivierafvoer in de toekomst<br />

kan veranderen. Hoewel de uitkomsten sterk afhangen<br />

van het gebruikte klimaatmodel, ontstond er een consistent beeld<br />

voor de grote rivieren: een grotere kans op overstroming in de<br />

winter, en een ernstiger watertekort in de zomer.<br />

De effecten van deze veranderingen op de samenleving kunnen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!