jubileumboek<strong>je</strong> pagina 32 1954 1973 1982 1983 jubileumboek<strong>je</strong> pagina 33
4. Herinneringen <strong>van</strong> oud-leerkrachten Annie Ruitinga Nadat ik bijna 3 jaar in Hengelo (O) had gewerkt, begon ik op 1 mei 1954 op de <strong>Van</strong> <strong>Asch</strong> <strong>van</strong> Wijck<strong>school</strong> in de 2e klas. Ik werd wegwijs gemaakt door het hoofd <strong>van</strong> de <strong>school</strong>, de heer Leutscher. Bij de 1e bel moest ik naar buiten, <strong>waar</strong> de kinderen in hun eigen rij gingen staan. Let wel: 12 ri<strong>je</strong>n <strong>van</strong> 48 kinderen! Bij de 2e bel moest iedereen klaar staan en stil <strong>zijn</strong>. Zo gingen klas voor klas de kinderen naar binnen. Halverwege de morgen gingen de klassen 1 en 2 naar buiten voor een korte pauze. Ze mochten in het park spelen, want op het <strong>school</strong>plein zou het te storend <strong>zijn</strong> voor de andere klassen. De klassen 3 t/m 6 kregen nooit pauze, zij werkten gewoon door. Op het eind <strong>van</strong> de morgen mochten de kinderen naar huis. Ik wist niet dat ze wéér in de rij moesten staan. Dat was ik niet gewend. In Hengelo ging iedereen rustig en groetend naar huis. Tot mijn schrik zag ik de kinderen hollen. Ik begreep meteen dat ze deze vrijheid niet gewend waren. Uit die begintijd herinner ik me nog een gewoonte. Elke morgen stonden de collega’s in de hal bij de trap in een kring en dan werd iedereen persoonlijk met een handdruk goedemorgen gewenst. Dat was wel heel formeel en ik zag me dat ook geen jaren volhouden. Op een morgen kwam ik op <strong>school</strong>, gaf de heer Leutscher een hand en riep tegen iedereen: “Goedemorgen allemaal” en ging naar mijn klas. Waarschijnlijk viel het in goede aarde, want al spoedig kreeg alleen het hoofd <strong>van</strong> de <strong>school</strong> een hand. Er was nog iets bijzonders in de 2e klas. Twee keer per week moest ik de meis<strong>je</strong>s handwerkles geven. Dat betekende 24 meis<strong>je</strong>s leren breien en tegelijk 24 jongens bezig houden met rekenen. Dat was volgens mij onmogelijk, maar het was altijd zo geweest, dus het kon wel. Gelukkig kwamen er al gauw nieuwe collega’s die het met mij eens waren en kwam er een ander rooster. jubileumboek<strong>je</strong> pagina 34 Nog een herinnering Op 31 maart was de heer Leutscher jarig. Op die dag stonden alle kinderen in ri<strong>je</strong>n op het <strong>school</strong>plein. De jarige zelf stond als een paus op de eerste verdieping voor het open raam. Gezamenlijk moesten we zingen. En wat zongen we dan? (de heer Leutscher heette Jakob Leutscher). Psalm 146 vers 3: Zalig hij die in dit leven, Jakobs God ter hulpe heeft. Met pretoog<strong>je</strong>s keken we elkaar aan. Na de 2e klas kreeg ik de 1e klas. Beide eerste klassen zaten toen in de zijvleugel. Alle klassen hadden nog banken, maar voor de jongste kinderen waren er tafelt<strong>je</strong>s en stoelt<strong>je</strong>s. Het waren houten stoelt<strong>je</strong>s, die op ijzeren buizen stonden, een soort sleemodel. Het bez<strong>waar</strong> was, dat het schuiven met de stoel veel herrie veroorzaakte. Daarom werden er vier rubberen doppen aan de onderkant bevestigd. Dat hielp wel, maar ze konden nu heerlijk met het stoelt<strong>je</strong> wippen met alle gevolgen <strong>van</strong> dien. Door het grote aantal kinderen was de manier <strong>van</strong> lesgeven heel klassikaal. Om alle kinderen een beurt te geven, werd de les vaak door alle kinderen tegelijk opgelezen. Ik herinner me nog, dat ik met zo’n grote klas een nieuwe, voor die tijd zeer moderne leesmethode kreeg, <strong>waar</strong>bij de kinderen een blaad<strong>je</strong> met 4 zinnen kregen. Deze zinnen moesten worden losgeknipt en op volgorde gelegd. Daarna werden alle woorden losgeknipt en met die woorden werden andere zinnen neergelegd. De controle was echter ondoenlijk bij zoveel kinderen. Sommigen hadden het gauw klaar, maar anderen zuchtten eens diep en dan lagen alle woord<strong>je</strong>s op de grond. De kwaliteit <strong>van</strong> het materiaal was ook niet geweldig. Het gevolg was, dat ik na enkele maanden de ouderwetse boek<strong>je</strong>s <strong>van</strong> “Lezen leren” weer uit de kast haalde, zodat iedereen op ’t eind <strong>van</strong> het <strong>school</strong>jaar kon lezen. Overblijven De kinderen uit Vleuten moesten op <strong>school</strong> overblijven. Om beurten kregen wij als leerkrachten de taak om dat te verzorgen. Er werd gebeden, gedankt en uit een speciale kinderbijbel gelezen. Zo waren de meesten het thuis ook gewend. Na het eten hielden we ze bezig met film, spel of tekenen en het laatste kwartier mochten ze naar buiten. jubileumboek<strong>je</strong> pagina 35