Clubblad 5-2013 - Koninklijk Erkende Venlose Schaakvereniging

Zijn grootste successen behaalde hij in de
periode 1902-1908. Hij nam deel aan dertien
toernooien en won vijf eerste en vijf
tweede prijzen. Na 1908 trok hij zich terug
uit het internationale schaak om meer tijd
aan zijn maatschappelijke carrière te besteden.
Na de eerste wereldoorlog nam hij (in mindere
mate) weer deel aan het internationale
schaak. Zo deelde hij in Karlsbad 1923 de
eerste prijs met Aljechin en Bogoljubov en
won hij met Hongarije de eerste schaakolympiade
in Londen(1927). Een olympiade
waar Nederland onder aanvoering van
Euwe als vierde eindigde.
In de twee partijen, die ik laat zien wordt
zijn handelsmerk (eindspeltechniek) uitgelicht.
Het frappante van deze partijen is, dat
in beide partijen na de 22 e zet een eindspel
op het bord verschijnt. In de ene partij een
paarden-eindspel, in de andere een dameeindspel.
De commentaren en analyses heb ik weergegeven
zoals ze in het boek Maróczy’s
Hundert Schachpartien (1923) zijn opgenomen.
Ik stel de lezer voor om de opening
in beide partijen te laten voor wat het is en
de partijen op te pakken na zet 22.
Veel leesplezier.
G. Marco - G. Maroczy
Wenen, 19 december 1899
1. e4 e6 2. d4 d5 3. exd5 exd5 4. Pf3 Ld6 5.
Ld3 Pf6 6. O-O O-O 7. c3 c6 8. Lg5 Lg4 9
Pbd2 Pbd7
10. Dc2 Dc7 11. Tfe1 Tae8 12. Lh4 Lh5
13. Lg3 Lxg3 14. hxg3
Lg6 15. Txe8 Txe8 16. Lxg6 hxg6 17. Te1
a6 18. Db1 Kf8 19. Txe8+ Pxe8 20. a3 Dd8
21. De1 De7 22. Dxe7+ Kxe7
22
Stelling na de 22e zet van zwart
23. Kf1 Pd6 24. Ke2 f6 25. Pe1 b5 26. b4
Analytici beweerden (natuurlijk pas na afloop
van de partij) dat wit zich met
deze zet beslissend compromitteerde.
26….Pb6 27. f3 Pbc4 28. Pb1 (Eenvoudiger
was het alvast een paardenstel te ruilen.
Dus 28. Pxc4) 28…. Pf5. 29 g4 Pfe3 30.
Kf2 (Hier was de partij nog met 30. g3,
gevolgd door de manoeuvre Ke2, Pe1-d3c5
te redden) 30…. g5 31. Ke2
(31. Pd3 Pc2 32. Pc5 P2xa3 33.
Pxa3 Pxa3 34. Pxa6 Pb1 En er gaat al een
pion verloren) 31... g6 32. Kf2
(De mogelijkheid g3 naast Pe1-d3-c5 was
nog steeds reddend) 32…. Kd6 Ke2 33.
Kc7
Deze koningsmars om pion a6 te dekken
geeft wit geen enkele kans op tegenspel.
34. Kf2 Kb6 35. Ke2 a5 36. Kf2 a4
Hier zijn beide witte paarden al kreupel,
en de witte koning mag tussen e2-f2 en g1
op en neer pendelen. 37. Ke2 (37.
Kg3 Pf1+ 38. Kf2 Pfd2) 37... Kc7 38. Kf2
Kd6 39. Ke2 Ke7 40. Kf2 Kf7 41. Ke2 Kg7
Nu de zwarte koning zijn werk op de damevleugel
voltooid heeft, wandelt
hij terug naar de koningsvleugel om van
daaruit de witte stelling binnen te
dringen. 42. Kf2 Kh7 43. g3 Kh6 44. Ke2
f5