Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
De annulatiebevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> in het raam van <strong>de</strong> uitoefening van <strong>de</strong> volle<br />
rechtsmacht is dui<strong>de</strong>lijk beperkter dan <strong>de</strong> klassieke annulatiebevoegdheid inzake<br />
bestuursgeschillen en <strong>de</strong> (gemeenrechtelijke) gron<strong>de</strong>n waarop die kan geschie<strong>de</strong>n (zie<br />
art. 39/2, § 2, Vr.W.). Bovendien raakt <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong>,<br />
zodat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> ook steeds moet nagaan of hij toch niet zijn volheid van bevoegdheid kan<br />
uitoefenen (art. 39/76, § 1, eerste lid, Vr.W.) . 39 Partijen kunnen immers, <strong>bij</strong> miskenning<br />
van <strong>de</strong> bevoegdheidsregels, een cassatieberoep instellen. 40<br />
De annulatiebevoegdheid in zijn juiste wettelijke context geplaatst, lijkt het poneren dat<br />
<strong>de</strong> redactie van artikel 39/2 Vr.W. er op wijst dat <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> niet zou beschikken over volle<br />
rechtsmacht – maar veeleer zou moeten beschouwd wor<strong>de</strong>n als een soort van<br />
cassatierechter – omdat bepaal<strong>de</strong> “substantiële onregelmatighe<strong>de</strong>n” niet door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />
kunnen wor<strong>de</strong>n hersteld (maar enkel tot annulatie kunnen lei<strong>de</strong>n) 41 , ons dan ook wat te<br />
kort door <strong>de</strong> bocht te zijn.<br />
b. Het vol beroep heeft een <strong>de</strong>volutieve en automatisch schorsen<strong>de</strong> werking 42<br />
13. Het (ontvankelijk) jurisdictioneel beroep <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> heeft <strong>de</strong>volutieve werking en<br />
wordt in zijn geheel <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> aanhangig gemaakt 43 . Dit houdt in dat bevoegdheid van<br />
<strong>de</strong> <strong>Raad</strong> in volle rechtsmacht niet beperkt is tot het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> (wettigheid) van<br />
<strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing maar in wezen inhoudt dat <strong>de</strong> zaak is overgegaan met al <strong>de</strong><br />
feitelijke en juridische vragen die er mee samenhangen 44 . Het geschil wordt in zijn<br />
geheel aan een nieuw on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>rworpen. De <strong>Raad</strong> spreekt zich – binnen <strong>de</strong><br />
aangehaal<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len zoals die zijn uiteengezet in het inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> verzoekschrift 45 –<br />
opnieuw uit over <strong>de</strong> grond van <strong>de</strong> zaak en niet enkel over <strong>de</strong> regelmatigheid of<br />
wettigheid van <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing. Zoals reeds is gesteld 46 , staat dus niet <strong>de</strong><br />
bestre<strong>de</strong>n weigeringsbeslissing centraal, maar wel het geschil.<br />
De bestre<strong>de</strong>n beslissing bindt <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>bij</strong>gevolg niet : hij kan – zoals al is gesteld -<br />
bevestigen of hervormen op grond van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> en/of an<strong>de</strong>re motieven. Bij het<br />
uitoefenen van <strong>de</strong>ze bevoegdheid kan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n en met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
appreciatiebevoegdheid beslissen als <strong>de</strong> Commissaris-generaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vluchtelingen en<br />
Na vernietiging van <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing, komt <strong>de</strong> Commissaris-generaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vluchtelingen en <strong>de</strong><br />
staatlozen terug te staan <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze aanvaag en moet hij er opnieuw over beslissen, dit met<br />
inachtneming van het vernietigingsmotief (vaste rechtspraak van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State : zie b.v. het<br />
princiepsarrest R.v.St., Van Bever, nr. 23.870, 10 januari 1984). De verplichting tot optre<strong>de</strong>n belet niet<br />
dat <strong>de</strong> Commissaris-generaal <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vluchtelingen en <strong>de</strong> staatlozen zijn beoor<strong>de</strong>lingsvrijheid behoudt <strong>bij</strong><br />
het bepalen van <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> nieuwe beslissing (zie meer algemeen inzake <strong>de</strong> plicht van <strong>de</strong> <strong>overheid</strong><br />
na vernietiging, S. LUST, <strong>Raad</strong> van State. Af<strong>de</strong>ling administratie. Rechtsherstel door <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State,<br />
Brugge, die Keure, 2000, 297-303.).<br />
39<br />
Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer 2005-2006, nr. 2479/001, 97.<br />
40<br />
ibid. Daarom moet <strong>de</strong> rechter expliciet motiveren waarom hij <strong>de</strong> zaak niet ten gron<strong>de</strong> kan on<strong>de</strong>rzoeken<br />
(art. 39/79, § 2, Vr.W.).<br />
41<br />
In die zin doch o.i. ten onrechte : M. LEMMENS en J. ROGGEN, l.c., 20.<br />
42<br />
Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer 2005-2006, nr. 2479/001, 95<br />
(<strong>de</strong>volutieve werking) en 98 (schorsen<strong>de</strong> werking).<br />
43<br />
Ibid., 18 en 95 alsook het advies van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State, af<strong>de</strong>ling wetgeving (p. 321).<br />
44<br />
In die zin : Vaste Beroepscommissie, nr.06-4026/W12.454, 5 maart 2007 .<br />
45<br />
Art. 39/69 Vr.W. vereist immers dat het verzoekschrift een uiteenzetting van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len bevat.<br />
Immers het principe blijft dat het verzoekschrift <strong>de</strong> grenzen van het gerechtelijk <strong>de</strong>bat bepaalt. De<br />
rechter kan dus niet ultra petita oor<strong>de</strong>len : zie Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot<br />
oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer<br />
2005-2006, nr. 2479/001, 133.<br />
46<br />
zie supra randnr. 11.<br />
9