Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, als enig rechtscollege, bevoegd om kennis te nemen van <strong>de</strong><br />
beroepen die wor<strong>de</strong>n ingesteld tegen individuele (i.e. persoonsgerichte) beslissingen<br />
genomen met toepassing van <strong>de</strong> wetten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> toegang tot het grondgebied, het<br />
verblijf, <strong>de</strong> vestiging en <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van vreem<strong>de</strong>lingen.<br />
Deze uitdrukkelijke wettelijke bevoegdheidstoewijzing op grond van artikel 145 G.W.<br />
houdt <strong>de</strong>rhalve in dat, ter bepaling van <strong>de</strong> bevoegdheidsver<strong>de</strong>ling tussen <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen en <strong>de</strong> hoven en rechtbanken, niet on<strong>de</strong>rzocht moet wor<strong>de</strong>n<br />
of een beroep tegen een beslissing waar<strong>bij</strong> een aanspraak op een <strong>bij</strong> <strong>de</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenwet bepaald recht geweigerd wordt, als werkelijk en rechtstreeks<br />
<strong>voor</strong>werp heeft een geschil over subjectieve rechten dat krachtens <strong>de</strong> artikelen 144 en<br />
145 G.W. uitsluitend tot <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>de</strong> rechterlijke macht behoort 14 : <strong>de</strong><br />
bevoegdheid tot beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>rgelijke subjectieve politieke rechten komt alleen toe<br />
aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen. De rechter van <strong>de</strong> rechterlijke or<strong>de</strong> (m.i.v.<br />
<strong>de</strong> kortgedingrechter) heeft ter zake daarom geen rechtsmacht 15 .<br />
8. Net zoals hetgeen geldt in hoof<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State 16 , is <strong>de</strong> rechtsmacht van <strong>de</strong><br />
<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen uitgesloten indien <strong>de</strong> wetgever een beroep heeft<br />
open gesteld <strong>bij</strong> <strong>de</strong> gewone rechtbanken tegen een beslissing van <strong>de</strong> administratieve<br />
<strong>overheid</strong>.<br />
Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n blijft <strong>de</strong> <strong>Raad</strong>kamer van <strong>de</strong> correctionele rechtbank van <strong>de</strong> verblijfplaats<br />
van <strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>ling bevoegd om zich uit te spreken over een maatregel van<br />
vrijheidsberoving (art. 71 t.e.m. 74 Vr.W.). 17 Deze uitsluiting van rechtsmacht geldt ook<br />
<strong>voor</strong> elke akte die een onlosmakelijk geheel vormt met <strong>de</strong> maatregel van<br />
vrijheidsberoving 18 .<br />
LINDEMANS, "De afbakening van <strong>de</strong> bevoegdheid/rechtsmacht tussen <strong>de</strong> justitiële en <strong>de</strong> administratieve<br />
kortgedingrechter", P. & B. 1997, 184).<br />
14 I.e. <strong>de</strong> hele "juridische metafysica" (Cf. E. LANCKSWEERDT, Het administratief kort geding,<br />
Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen België, 1993, p. 218, nr. 455) ter zake. Zie Parl. St. Kamer,<br />
1995-96, nr. 364/1, 50, 112, 141; Parl. St., Senaat, 1995-96, nr. 1-310/6, 66. Het betreft één van die<br />
uitzon<strong>de</strong>ringen op <strong>de</strong> principiële bevoegdheid van <strong>de</strong> rechtscolleges van <strong>de</strong> rechterlijke macht. Te <strong>de</strong>zen<br />
is door <strong>de</strong> uitdrukkelijke wil van <strong>de</strong> wetgever <strong>de</strong> geschillenbeslechting opgedragen aan een an<strong>de</strong>re<br />
rechter dan <strong>de</strong> gewone rechter; vergelijk in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zin met het oorspronkelijke artikel 69, eerste lid,<br />
Vr.W. (zoals ingevoegd <strong>bij</strong> wet van 10 juli 1996), inz. Parl. St. Kamer 1995-96, nr. 364/1, 50, 112, 141;<br />
Parl. St. Senaat, 1995-96, nr. 1-310/6, 66. Zie ook J. JAUMOTTE, l.c., 233; D. VAN HEULE, "Raakpunten<br />
van het vreem<strong>de</strong>lingen- en het burgerlijk recht" in Publiekrecht. De doorwerking van het publiekrecht in<br />
het privaatrecht, POSTUNIVERSITAIRE CYCLUS W. DELVA 1996/1997 (Ed.), Gent, Mys & Breesch, 1997,<br />
420; G. DEBERSAQUES, l.c., 167.<br />
15 Wetsontwerp tot hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><br />
Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen, Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer 2005-2006, nr. 2479/001, 92. Zie<br />
ook het (oorspronkelijke) artikel 63 Vr.W.<br />
16 Zie ter zake mutatis mutandis Ch. HUBERLANT, "Le Conseil d'Etat et les compétences spéciales<br />
attribuées au pouvoir judiciaire", J.T. 1953, 577; Ch. HUBERLANT, "Le Conseil d'Etat et la compétence<br />
générale du pouvoir judiciaire établie par les articles 92 et 93 <strong>de</strong> la Constitution", J.T. 1960, (73) 74 (ook<br />
afzon<strong>de</strong>rlijk gepubliceerd door Brussel, Larcier, 1960, k. 25-26); zie ook : G. DEBERSAQUES, B. HUBEAU<br />
en P. LEFRANC, De sanctionering van ste<strong>de</strong>nbouwmisdrijven. Handhavingsmaatregelen, Brugge, die<br />
Keure, 2001, 187; D. LINDEMANS, l.c., 184. Cf. R.v.St., nr. 19.776, 27 juli 1979.<br />
17 G. DEBERSAQUES, l.c., 168. Op <strong>de</strong> suggestie van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State om dit uitdrukkelijk op te nemen<br />
in <strong>de</strong> tekst, werd niet ingegaan omdat zulks, volgens <strong>de</strong> Regering, <strong>voor</strong>tvloeit uit <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong><br />
bevoegdheidsver<strong>de</strong>len<strong>de</strong> regel tussen <strong>de</strong> rechtsmacht van <strong>de</strong> rechterlijke macht en die van <strong>de</strong><br />
administratieve rechtscolleges zoals <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen (zie Wetsontwerp tot<br />
hervorming van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State en tot oprichting van een <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen,<br />
Memorie van toelichting, Parl. St. Kamer 2005-2006, nr. 2479/001, 18-19 en 93).<br />
18 Zo zal inzake een bevel om het grondgebied te verlaten, moeten on<strong>de</strong>rzocht wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong>ze<br />
bestuurshan<strong>de</strong>ling kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als een afzon<strong>de</strong>rlijke akte (met eigen rechtsgevolgen) dan wel<br />
een geïntegreerd <strong>de</strong>el vormt met <strong>de</strong> maatregel van vrijheidsberoving. In <strong>de</strong>ze gevallen zal het aan <strong>de</strong><br />
raadkamer toekomen zich hierover uit te spreken (zie G. DEBERSAQUES, l.c., 169 en <strong>de</strong> in noot 34<br />
aangehaal<strong>de</strong> rechtspraak).<br />
5