12.09.2013 Views

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />

<strong>de</strong> vereiste spoed heeft opgetre<strong>de</strong>n 253 . In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zin 254 werd beslist dat hetgeen in het<br />

ka<strong>de</strong>r van een vor<strong>de</strong>ring <strong>bij</strong> uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid door een verzoeker<br />

ontegensprekelijk beoogd wordt, het verhin<strong>de</strong>ren van zijn repatriëring is, zodat <strong>bij</strong>gevolg<br />

van <strong>de</strong> verzoeker mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat hij <strong>de</strong> nodige spoed en alertheid aan <strong>de</strong> dag<br />

legt om <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State niet alleen in kennis te stellen van zijn intenties maar ook om<br />

dit tijdig te doen, dit wil zeggen binnen een tijdsbestek dat nodig is om aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> en<br />

aan alle partijen betrokken in het geding <strong>de</strong> gelegenheid te geven kennis te nemen van<br />

zijn vor<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>rwijze dat die vor<strong>de</strong>ring aan een grondig on<strong>de</strong>rzoek kan wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rworpen 255 . In casu was verzoekster op don<strong>de</strong>rdag 24 oktober 2002 in kennis<br />

gesteld van <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing. Pas op zaterdag 26 oktober 2002 om 09.26 uur<br />

leid<strong>de</strong> ze met een faxbericht haar vor<strong>de</strong>ring in en daarin vermeld<strong>de</strong> zij dat zij op<br />

zaterdag 26 oktober 2002 om 11 uur zou gerepatrieerd wor<strong>de</strong>n. De <strong>Raad</strong> van State<br />

overwoog inzake dit gegeven dat klaarblijkelijk <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring <strong>bij</strong> uiterst dringen<strong>de</strong><br />

noodzakelijkheid moest verantwoor<strong>de</strong>n, dat <strong>de</strong> verzoekster niet uiteenzette waarom zij<br />

pas op zaterdag 26 oktober 2002 om 9.26 uur in <strong>de</strong> gelegenheid was om haar vor<strong>de</strong>ring<br />

in te lei<strong>de</strong>n. Haar stilzwijgen hierover moest geïnterpreteerd wor<strong>de</strong>n als dat verzoekster<br />

zelf niet diligent is geweest. Ten “overvloe<strong>de</strong>” overwoog <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State in <strong>de</strong>ze zaak<br />

“dat overigens indien verzoekster an<strong>de</strong>re bedoelingen zou hebben gehad, met name <strong>de</strong><br />

<strong>Raad</strong> van State bewust in een situatie te sturen waardoor er, gelet op <strong>de</strong> geschapen<br />

tijdsnood, geen an<strong>de</strong>re mogelijkheid zou zijn dan ofwel, zon<strong>de</strong>r een grondig on<strong>de</strong>rzoek<br />

van <strong>de</strong> zaak mogelijk te maken toch een schorsing uit te lokken, ofwel een schorsing <strong>de</strong><br />

facto te zien tot stand komen, zulks niet tot een an<strong>de</strong>re conclusie zou kunnen lei<strong>de</strong>n”.<br />

Gelet op <strong>de</strong> gelijke wetsbegrippen, is <strong>de</strong>ze rechtspraak o.i. volledig overplaatsbaar naar<br />

<strong>de</strong> rechtspleging <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen.<br />

Wacht <strong>de</strong> verzoeker te lang met het indienen van <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring zon<strong>de</strong>r daar<strong>voor</strong> een<br />

aannemelijke uitleg te geven, dan heeft hij het recht “verwerkt” heeft om zich te<br />

beroepen op <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringsprocedure van <strong>de</strong> schorsing <strong>bij</strong> uiterst dringen<strong>de</strong><br />

noodzakelijkheid 256 . De vor<strong>de</strong>ring zal als niet ontvankelijk wor<strong>de</strong>n afgewezen.<br />

(bb) "Verschonings"-gron<strong>de</strong>n<br />

73. Verzoekers voeren in <strong>de</strong> praktijk een verschei<strong>de</strong>nheid aan omstandighe<strong>de</strong>n aan die,<br />

naar zij stellen, hun talmen verschoont 257 . De <strong>voor</strong>naamste wor<strong>de</strong>n hierna aangehaald<br />

258 :<br />

1° Het <strong>voor</strong>afgaand uitputten van een jurisdictioneel of een administratief (willig)<br />

beroep<br />

74. Zon<strong>de</strong>r dat enige normatieve tekst daarin <strong>voor</strong>ziet, heeft <strong>de</strong> burger steeds <strong>de</strong><br />

mogelijkheid om het bestuursorgaan dat een beslissing heeft genomen, te verzoeken <strong>de</strong><br />

initiële beslissing te herzien 259 .<br />

253 R.v.St., nr. 115.971, 15 februari 2003.<br />

254 R.v.St., nr. 111.931, 26 oktober 2002.<br />

255 Het aangehaal<strong>de</strong> arrest wijst er op dat daartoe <strong>de</strong> verzoeker <strong>de</strong> technische mogelijkheid is gebo<strong>de</strong>n<br />

om zijn vor<strong>de</strong>ring <strong>bij</strong> uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid met een faxbericht aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> te doen<br />

toekomen.<br />

256 R.v.St., nr. 80.029, 3 mei 1999.<br />

257 Voor een overzicht ter zake, zie G. DEBERSAQUES, “De schorsingsprocedure in geval van uiterst<br />

dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid” l.c., 188-194.<br />

258 Voor een grondige bespreking, zie G. DEBERSAQUES, “De schorsingsprocedure in geval van uiterst<br />

dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid”, l.c., 188-194.<br />

259 A. MAST, J. DUJARDIN, M. VAN DAMME en J. VANDE LANOTTE, o.c, 745. On<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n zal overigens het instellen van een <strong>de</strong>rgelijk willig beroep <strong>de</strong> termijn <strong>voor</strong> het indienen van<br />

een annulatieberoep <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State stuiten (J. BAERT en G. DEBERSAQUES, o.c., 464-465. Ad<strong>de</strong><br />

b.v. R.v.St., v.z.w. Homo- en Lesbiënnejongerenkoepel, nr. 72.004, 24 februari 1998, T. Gem. 1998,<br />

257, noot J. DUJARDIN. Zie meer algemeen : M. CROMHEECKE, "Het willig administratief beroep", T.<br />

Gem. 1998, 221-238, inz. 234-237). Het laat zich aannemen dat <strong>de</strong>ze rechtspraak zich ook zal<br />

toepassen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen.<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!