Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Rechtsbescherming tegenover de overheid bij de Raad voor - Foyer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
G. DEBERSAQUES en Fr. DE BOCK, <strong>Rechtsbescherming</strong> <strong>tegenover</strong> <strong>de</strong> <strong>overheid</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Vreem<strong>de</strong>lingenbetwistingen<br />
tonen, zoniet zal <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> vereiste diligentie uiteraard het<br />
tijdsinterval tussen <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> beslissing en het indienen van het beroep niet<br />
sanctioneren 247 . Zo werd <strong>bij</strong><strong>voor</strong>beeld in een concrete zaak betreffen<strong>de</strong> een weigering<br />
visum kort verblijf, rekening gehou<strong>de</strong>n met het feit dat <strong>de</strong> verweren<strong>de</strong> partij niet kon<br />
aantonen wanneer <strong>de</strong>ze weigeringbeslissing werd betekend en dat <strong>de</strong> verzoeker in<br />
Pakistan verbleef, om te oor<strong>de</strong>len dat het laten verstrijken van een termijn van 28 dagen<br />
sinds <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> beslissing geen onnodig talmen inhield.<br />
Uit <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State inzake <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> grond<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>, blijkt dat een<br />
termijn van 5 dagen het maximum lijkt 248 . Meer dan vijf dagen wordt algemeen 249 als te<br />
lang beschouwd. Het volstaat bovendien niet om binnen <strong>de</strong> vijf dagen na <strong>de</strong> kennisgeving<br />
– én <strong>voor</strong>dat het bevel uitvoerbaar wordt – een vor<strong>de</strong>ring in te lei<strong>de</strong>n. De concrete<br />
omstandighe<strong>de</strong>n kunnen inhou<strong>de</strong>n dat ook termijnen van enkele dagen of uren te lang<br />
kunnen zijn. De rechtspraak van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State is in die zin gesteld dat een<br />
verzoeker die het <strong>voor</strong>werp uitmaakt van een verwij<strong>de</strong>ringmaatregel, en die wacht met<br />
het neerleggen van het verzoekschrift <strong>bij</strong> uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid tot <strong>de</strong> dag<br />
<strong>voor</strong>dien (buiten <strong>de</strong> geken<strong>de</strong> openingsuren van <strong>de</strong> griffie en buiten <strong>de</strong> normale<br />
kantooruren) 250 , of a fortiori, tot enkele uren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> repatriëring 251 , terwijl <strong>de</strong><br />
bestre<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>ringmaatregel hem reeds enkele dagen eer<strong>de</strong>r was ter kennis<br />
gebracht, niet diligent optreedt. Gelet op <strong>de</strong> concrete omstandighe<strong>de</strong>n werd geoor<strong>de</strong>eld<br />
dat dit wachten tot enkele uren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> repatriëring terwijl <strong>de</strong> beslissing aan <strong>de</strong><br />
verzoeker al bekend was, <strong>de</strong> negatie zelf is van <strong>de</strong> uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid.<br />
Gesteld wordt dat <strong>de</strong> verzoeker zelf alert en prompt moet reageren eenmaal hij kennis<br />
heeft gekregen van <strong>de</strong> bestre<strong>de</strong>n beslissing, om zijn zaak zo snel mogelijk <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong><br />
aanhangig te maken 252 .<br />
In <strong>de</strong>rgelijke gevallen zal <strong>de</strong> verzoeker, die aldus verzuimd heeft binnen <strong>de</strong> 24 uur na <strong>de</strong><br />
betekening van <strong>de</strong> beslissing een uiterst dringend beroep in te stellen, <strong>de</strong> bewijslast<br />
dragen van het diligent optre<strong>de</strong>n. Inzake het i<strong>de</strong>ntieke wetsbegrip in <strong>de</strong><br />
procedureregeling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State besliste <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State dat, opdat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong><br />
uiteenzetting van een verzoeker met betrekking tot <strong>de</strong> vereiste van het <strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n zijn<br />
van <strong>de</strong> uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid zou kunnen aannemen, <strong>de</strong>ze laatste dient aan<br />
te tonen dat hij diligent opgetre<strong>de</strong>n heeft. In casu werd gesteld dat bezwaarlijk kan<br />
wor<strong>de</strong>n aangenomen dat een verzoeker die geconfronteerd wordt met een <strong>de</strong>rgelijke<br />
zwaarwichtige maatregel als een administratieve vasthouding met het oog op een<br />
verwij<strong>de</strong>ring van het grondgebied, en die verkiest om 4 dagen te talmen alvorens zijn<br />
vor<strong>de</strong>ring in te stellen <strong>de</strong> avond <strong>voor</strong> zijn repatriëring <strong>voor</strong>zien <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> ochtend, met<br />
247<br />
Zie bv. R.v.St., nr. 148.277, 23 augustus 2005 (weigering van visum kort verblijf – 28 dagen tussen<br />
datum beslissing en beroep).<br />
248<br />
Zie b.v. R.v.St., nr. 149.894, 6 oktober 2005. Er werd van uit gegaan dat binnen <strong>de</strong> termijn van 5<br />
dagen – i.e. <strong>de</strong> gangbare termijn waarna een bevel om het grondgebied te verlaten uitvoerbaar werd –<br />
een vor<strong>de</strong>ring moest wor<strong>de</strong>n ingeleid R.v.St., nr. 67.236, 30 juni 1997)..Zie ook R.v.St., nr. 97.915, 19<br />
juli 2001.<br />
249<br />
R..v.St., 146.696, 24 juni 2005 (vijftien dagen); R.v.St., nr. 95.973, 30 mei 2001 (17 dagen);<br />
R.v.St., nr. 137.220, 10 november 2004 (<strong>bij</strong>na <strong>de</strong> gehele beroepstermijn van één maand); R.v.St., nr.<br />
105.903, 24 april 2002 (27 dagen); R.v.St., nr. 134.172, 28 juli 2004 (30 dagen). Voor an<strong>de</strong>re<br />
toepassingen inzon<strong>de</strong>rheid wat het contentieux <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van State betreft, zie G. DEBERSAQUES,<br />
“De schorsingsprocedure in geval van uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid” l.c., 187.<br />
250<br />
R. v.St., nr. 115.971, 15 februari 2003 (betekening bevel terugdrijving op 10 februari 2003; beroep<br />
op 15 februari 2003; verwij<strong>de</strong>ring op 16 februari 2003).<br />
251<br />
Vier dagen gewacht, beroep enkele uren <strong>voor</strong> repatriëring : R.v.St., nr. 117.683, 29 maart 2003. In<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zin : R.v.St., nr. 129.171, 12 maart 2004 (verplichting tot het organiseren van een nachtelijke<br />
terechtzitting; twee dagen gewacht, tweetal uren <strong>voor</strong> <strong>de</strong> repatriëring (R.v.St., nr. 111.931, 26 oktober<br />
2002); R.v.St., nr. 125.140, 6 november 2003 <strong>bij</strong>na een hele dag heeft gewacht om een procedure <strong>bij</strong><br />
uiterst dringen<strong>de</strong> noodzakelijkheid in te lei<strong>de</strong>n, terwijl “me<strong>de</strong> gelet op <strong>de</strong> niet betwiste omstandigheid,<br />
die geldt als een feit van algemene bekendheid, dat er regelmatig vluchten vertrekken naar Kongo<br />
tij<strong>de</strong>ns het weekend”).<br />
252<br />
In die zin : R.v.St., nr. 115.971, 15 februari 2003.<br />
48